NL1000801C1 - Stapelbare stoel. - Google Patents

Description

Stapelbare stoel.

De uitvinding heeft betrekking op een stapelbare stoel omvattende een zitting en delen voor het ondersteunen daarvan op de grond.

5 Er zijn vele typen stapelbare stoelen bekend. Een der gelijk type bezit bijvoorbeeld vier poten waarbij de voorste poten vanaf de zitting recht naar beneden toe lopen en de achterste poten iets schuin naar achteren toe. De achterste poten bevinden zich in elk geval buiten de zitting. De voor-10 ste poten van een op een eerste stoel te stapelen stoel komen te liggen voor de voorste poten van de eerste stoel. De achterste poten van de te stapelen stoel passen om de zitting heen en komen schuin boven de achterste poten van de eerste stoel te liggen. Elke volgende stoel komt dus enigs-15 zins verder naar voren ten opzichte van de voorafgaande stoel zodat de rugleuning van een volgende stoel voor en iets boven de rugleuning van de voorafgaande stoel komt te liggen.

Om het stapelen van de stoelen gemakkelijk uit te 20 kunnen voeren moeten deze zo licht mogelijk worden geconstrueerd. In het algemeen zijn dan ook de poten van dergelijke stoelen tamelijk zwak.

De uitvinding beoogt nu een stapelbare stoel te verschaffen die relatief licht van gewicht is maar toch zeer 25 stabiel.

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat voor het ondersteunen van de zitting op de grond de zitting is voorzien van een enkele zich naar beneden toe uitstrekkende verticale kolom die zich nagenoeg in het midden van de zit-30 ting bevindt terwijl de zitting verder een, vanaf de voorrand ervan naar de kolom toegerichte, sleuf bezit met een zodanige breedte dat daarin de kolom van een andere, soortgelijke stoel kan worden opgenomen, waarbij de kolom nabij het van de zitting afgekeerde ondereinde is voorzien van een 35 voet die zodanig is uitgevoerd dat, bij het stapelen van de stoel op een soortgelijke stoel, delen van de voet om de kolom daarvan heen kunnen komen te vallen.

Hoewel het in principe mogelijk is de kolom draaibaar 1000801 .i 2 aan te brengen aan de zitting dan wel aan de voet zal dit bij voorkeur niet worden gedaan om bezwaren bij het stapelen van stoelen te voorkomen. Bij het stapelen zou dan namelijk de voet steeds naar een bepaalde stand moeten worden ge-5 draaid om stapelen mogelijk te maken.

Om een stabiele op elkaar stapeling van een aantal stoelen mogelijk te maken zal er bij voorkeur in worden voorzien, dat de voet in hoofdzaak rechthoekig is en is voorzien van een nagenoeg driehoekige uitsparing waarvan de 10 basis zich uitstrekt langs de achterrand van de voet en de punt zich nabij de kolom bevindt.

Uiteraard kan de voet ook een andere vorm hebben zoals een aantal poten omvatten die radiaal van de kolom zijn afgericht. Daarbij is het natuurlijk noodzakelijk dat geen van 15 de poten vanaf de kolom naar achteren toe steekt. Tussen twee poten in moet ruimte zijn voor het opnemen van een kolom van een stoel.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van een uitvoerings-voorbeeld getoond in de tekening, waarin: 20 Fig. 1 schematisch een perspectivisch aanzicht toont van een stoel volgens de uitvinding;

Fig. 2 een bovenaanzicht toont van de stoel van fig. 1,

Fig. 3 een achteraanzicht toont van de stoel van fig.

1; en 25 Fig. 4 een zijaanzicht toont van de stoel van fig. 3.

Zoals blijkt uit de tekening omvat een stoel volgens de uitvinding een zitting 1, die wordt ondersteund door een verticale kolom 2, die aan zijn ondereinde is voorzien van een voet 3. Vanaf de achterrand 4 van de zitting strekt zich 30 de rugleuning 5 uit.

De zitting 1 is voorzien van een, vanaf de voorrand 6 van de zitting naar de kolom 2 toe lopende sleuf 7 waarin bij het er op stapelen van een stoel de kolom 2 van de er op te stapelen stoel kan worden opgenomen. De breedte B van de 35 sleuf 7 zal dus iets groter moeten zijn dan de diameter D van de kolom 2.

Op overeenkomstige wijze is de voet 3 zodanig uitgevoerd dat deze een uitsparing 8 bezit waarin de kolom 2 kan worden opgenomen van die stoel waarop de stoel wordt gesta- 10 00 801.

3 peld. De uitsparing 8 is in hoofdzaak driehoekig. De basis van de driehoekige uitsparing 8 strekt zich uit langs de achterrand 9 van de voet en de punt daarvan bevindt zich nabij de kolom 2.

5 Het zal duidelijk zijn, dat men bij het kiezen van de vorm van de voet 3 vrijer is dan bij het kiezen van de vorm van de zitting 1. De vorm van de voet 3 moet uiteraard wel zodanig zijn dat een stabiele ondersteuning van de zitting wordt verkregen.

10 De kolom 2 kan uit metaal zijn vervaardigd en aan de einden zijn vastgelast aan niet nader aangeduide metalen platen. Deze platen kunnen, bijvoorbeeld door middel van nagels, worden verbonden met de zitting 1 respectievelijk de voet 3.

15 Het zal duidelijk zijn, dat slechts een roogelijke uit voeringsvorm van een stoel volgens de uitvinding in de tekening is weergegeven en hierboven beschreven en dat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvin-dingsgedachte te vallen.

20 Zo bestaat de mogelijkheid de kolom niet als een ronde buis uit te voeren maar als een buis met een vierkante dan wel rechthoekige dwarsdoorsnede. Verder behoeft de stoel ook niet te zijn voorzien van een rugleuning maar kan deze de vorm van een kruk hebben. Het aanbrengen van armleuningen is 25 eveneens mogelijk. Deze moeten dan uiteraard zodanig zijn aangebracht dat zij de stapelbaarheid van de stoel niet nadelig beïnvloeden.

10 0 0 8 0 1 conclusies

Claims (2)

1. Stapelbare stoel omvattende een zitting (1) en delen voor het ondersteunen daarvan op de grond, met het kenmerk, dat voor het ondersteunen van de zitting (1) op de grond de 5 zitting is voorzien van een enkele 2ich naar beneden toe uitstrekkende verticale kolom (2) die zich nagenoeg in het midden van de zitting (1) bevindt en dat de zitting verder een, vanaf de voorrand (6) ervan naar de kolom (2) toegerichte, sleuf (7) bezit met een zodanige breedte (B) dat 10 daarin de kolom (2) van een andere, soortgelijke stoel kan worden opgenomen, waarbij de kolom (2) nabij het van de zitting (1) afgekeerde ondereinde is voorzien van een voet (3) die zodanig is uitgevoerd dat, bij het stapelen van de stoel op een soortgelijke stoel, delen van de voet (3) om de kolom 15 (2) daarvan heen kunnen komen te vallen.

2. Stapelbare stoel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de voet (3) in hoofdzaak rechthoekig is en is voorzien van een nagenoeg driehoekige uitsparing (8) waarvan de basis zich uitstrekt langs de achterrand (9) van de voet (3) 20 en de punt zich nabij de kolom (2) bevindt. 10 00 801 . i