BE902106A

BE902106A - Verpakking voor minstens een pot of een in een bloempot gekweekte plant.

Info

Publication number: BE902106A
Application number: BE0/214779A
Authority: BE
Original assignee: Briel Jo Van
Priority date: 1985-04-03
Filing date: 1985-04-03
Publication date: 1985-07-31

Abstract

De uitvinding betreft een verpakking voor minstens een pot of een in bloempot gekweekte plant bestaande uit een bodem waarop de bloempot rust en twee t.o.v. deze bodem scharnierende panelen die onder elkaar kunnen worden verbonden om een draagbare verpakking te vormen, gekenmerkt dordat telkens tegenover elke pot of bloempot 7 hogerbedoelde panelen 2 en naar binnen springend gedeelte 9 vertonenwaardoor bij het aan elkaar bevestigen van bedoelde panelen 2 bedoelde pot 7 tegen de bodem 1 van de verpakking wordt gehouden.

Description

"Verpakking voor minstens een pot of

een in een bloempot gekweekte plant" Deze uitvinding heeft betrekking op een verpakking voor minstens een pot of een in een bloempot gekweekte plant, bestaande uit een bodem waarop de pot of bloempot rust, en twee t.o.v. deze bodem scharnierende panelen die onder elkaar kunnen worden verbonden om een draagbare verpakking te vormen.

Een dergelijke verpakking die met een blisterverpakking kan worden vergeleken, is bekend. Het bekende type biedt meerdere nadelen die als volgt kunnen worden samengevat:

1. Trage en moeilijke vulling van de verpakking te wijten aan het feit dat de panelen onvoldoende naar buiten kunnen worden geplooid en tijdens het vullen van de verpakking moeilijk in de volledige open stand kunnen worden gehouden.

2. Onvoldoende bevestiging van de potten of bloempotten in de verpakking waardoor zij bij een geringe schommeling van de verpakking kantelen met het gevaar dat de plantjes ontworteld geraken, wanneer het bloempotten betreft.

3. Ingewikkelde sluiting van de verpakking door de afwezigheid op de binnenzijde van de panelen van snelsluitende middelen.

4. Wanneer het om plantjes gaat, gevaar van uitdrogen van de planten doordat geen middelen zijn voorzien om schoteltjes op te vangen en op hun plaats te houden, evenmin als voor het benuttigen van het zich op de binnenzijde van de panelen ontwikkelend condenswater.

De uitvinding heeft tot doel deze en andere nadelen van de bekende verpakkingen van deze aard te verhelpen. De uitvinding zal met betrekking tot bloempotjes worden beschreven.

Te dien einde vertonen hogerbedoelde panelen, telkens tegenover een bloempot, een naar binnen springend gedeel-te waardoor bij het aan elkaar bevestigen van bedoelde panelen, bedoelde pot tegen de bodem van de verpakking wordt gehouden.

Steeds volgens de uitvinding vertoont elk paneel, telkens tegenover een bloempot, wanneer het om plantjes gaat, een naar buiten springend gedeelte waardoor het volume van de verpakking ter hoogte van de plant wordt vergroot en dit buitenspringend gedeelte een verticale of nagenoeg verticale wand vertoont die onderaan, in de richting van de bloempot, in een schuine wand overgaat die zich tot boven de rand van een bloempot uitstrekt, één en ander zodanig dat condenswater dat zich inwendig op hogerbedoelde panelen ontwikkelt en langsbedoelde verticale wand naar onder toe afdrupt, door hogerbedoelde bloempot wordt opgevangen.

Andere details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van een verpakking voor minstens een pot of een in een bloempot gekweekte plant, volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt uitsluitend bij wijze van voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.

Figuur 1 is een zijaanzicht van de verpakking volgens de uitvinding in de gesloten stand voorgesteld, waarbij de open stand in punt-streep lijn voorkomt. Figuur 2 is een doorsnede door de verpakking ter hoogte van een daarin opgenomen bloempot.

De verpakking, door deze figuren voorgesteld, kan als een z.g. "blisterverpakking" worden beschouwd en bestaat dan ook uit een folie doorzichtig materiaal.

De verpakking heeft een bodem l, waarmede twee scharnierende panelen 2 zijn verbonden. De bodem 1 heeft langs beide einden een verhoogd gedeelte 3 dat zijdelings als een trapezium 4 voorkomt. In het verhoogde gedeelte 3 zijn meerdere uithollingen 5 voorzien voor het opvangen van schoteltjes 6 waarin de bloempotten 7 rusten.

In principe kan de verpakking uitgedacht en gestructureerd zijn voor het opvangen van één enkele bloempot met plant maar de voorkeur gaat naar een uitvoeringsvorm voor meerdere bloempotjes met plantjes.

De weerstand van de bodem 1 wordt verhoogd door de schuin opstaande randen van de uithollingen 5 of kuipjes voor het opvangen van de schoteltjes 6. De panelen 2 worden versterkt enerzijds door de omgeplooide eindvlakken 8 en door de naar binnen springende gedeelten 9 die juist boven een bloempot 7 in elk paneel zijn gevormd, en anderzijds door de naar buiten springende gedeelten
10 die ter hoogte van de plantjes 11 voorkomen.

Het tegen de bodem 1 vasthouden van een schoteltje gebeurt, in de gesloten toestand van de verpakking, dank zij de aanwezigheid van een naar binnen gekeerde uitsprong
12 die evenwijdig loopt met de plooilijn tussen bodem 1 en een paneel

2. In figuur 2, die de positie van de bloempotjes in de gesloten verpakking voorstelt, is de "klemming" van de schoteltjes 6 met de bloempotten 7 zeer duidelijk merkbaar.

De verpakking kan dan kantelen of mag zelfs over 180[deg.] worden verdraaid zonder gevaar voor de schoteltjes 6 en de bloempotjes 7 uit de daartoe voorziene uitholling van de verpakking te zien wegschuiven.

Een zeer merkwaardig kenmerk van de verpakking volgens de uitvinding is de wijze waarop het zich aan de binnenzijde op de wanden van de panelen vormende condenswater wordt teruggewonnen en naar de bloempotten 7 afgevoerd.

Dit gebeurt dank zij de aanwezigheid onder de zich in de sluitstand verticale uitstrekkende wand 10' van een zich naar omlaag en naar binnen toe uitstrekkende schuine wand 13
- 13' die tot boven de bloempotten 7 reikt, zodat het condenswater langs deze wand afdrupt en in de bloempotjes terechtkomt.

Door haar structuur kan de verpakking bij het vullen met bloempotjes gemakkelijk opengedaan worden en blijft de verpakking ook in deze toestand, zodat het vullen met potjes zonder moeite plaatsvindt. Het sluiten van de verpakking geschiedt door het samenbrengen van de panelen 2 en door gebruik te maken van de mannelijke en vrouwelijke elementen 14 en 15 die in elkaar kunnen worden gedrukt en dankzij de zwaluwstaartvormige doorsnede van het mannelijk element in het vrouwelijk element vastzit.

Hoewel de beschrijving van de verpakking volgens de uitvinding is gegeven aan de hand van een voorbeeld waarbij beroep wordt gedaan op ronde klassieke bloempotjes, kan dezelfde verpakking dienst doen voor het verpakken van kleine houders voor planten die een rechthoekige vorm vertonen. In een dergelijk geval hoeft het reliëf van het onderste gedeelte van een paneel 2 aan de bijzondere vorm van dergelijke houders worden aangepast.

Het is ook duidelijk dat de uitvinding geenszins beperkt is tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm en dat hieraan vele wijzigingen zouden kunnen worden aangebracht zonder buiten het raam van de octrooiaanvrage te treden. Zo kunnen buiten ronde potten of bloempotten ook driehoekige, vierkante of ovale potjes op dezelfde wijze verpakt en vervoerd worden.

Claims

CONCLUSIES

1. Verpakking voor minstens een pot of een in een bloempot gekweekte plant, bestaande uit een bodem waarop de bloempot rust en twee t.o.v. deze bodem scharnierende panelen die onder elkaar kunnen worden verbonden om een draagbare verpakking te vormen, met het kenmerk dat telkens tegenover elke pot of bloempot 7 hogerbedoelde panelen 2 een naar binnen springend gedeelte 9 vertonen waardoor bij het aan elkaar bevestigen van bedoelde panelen 2 bedoelde pot 7 tegen de bodem 1 van de verpakking wordt gehouden.

2. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk dat elk paneel 2 telkens tegenover een bloempot 7 een naar buiten springend gedeelte 10 vertoont, waardoor het volume van de verpakking ter hoogte van de plant 11 wordt vergroot en dit buitenspringend gedeelte een verticale of nagenoeg verticale wand 10' vertoont die onderaan in de richting van een bloempot 7 in een schuine wand 13 - 13' overgaat, die zich tot boven de rand van een bloempot 7 uitstrekt, één en ander zodanig dat condenswater dat zich inwendig op hogerbedoelde panelen 2 ontwikkelt en langs bedoelde verticale wand 10' naar onder toe afdrupt, door hogerbedoelde bloempot 7 wordt opgevangen.

3. Verpakking volgens één van de conclusies 1 - 2, met het kenmerk dat hogerbedoelde panelen in de nabijheid van hogerbedoelde bodem 1 nog een naar binnen gekeerde uitsprong 12 vertonen waardoor in de gesloten stand van de verpakking elk schoteltje 6 onder elke bloempot 7 wordt tegengehouden.

4. Verpakking volgens één van de conclusies 1 - 3, met het kenmerk dat hogerbedoelde bodem 1 voor elke bloempot een uitholling 5 voor een schoteltje 6 vertoont.

5. Verpakking volgens één van de conclusies 1 - 4, met het kenmerk dat hogerbedoelde bodem 1 zich langs weerszijden van het symmetrievlak van de verpakking naar binnen toe en naar omhoog uitstrekt.

6. Verpakking volgens conclusie 5, met het kenmerk dat hogerbedoelde bodem 1 plaatselijk, tussen de uithollingen 5 een verhoogd gedeelte 3 vertoont.

7. Verpakking volgens één van de conclusies 1 - 6, met het kenmerk dat hogerbedoelde panelen 2 aan elkaar worden bevestigd door het voorzien van mannelijke en vrouwelijke sluitingselementen 14, resp. 15.