BE873584A - Drooginrichting - Google Patents

Description

  "Drooginrichting".

  
De uitvinding heeft betrekking op een drooginrichting, welke een droogkamer voor de te drogen produkten bevat, welke droogkamer een luchtinlaat en een luchtafvoer

  
bevat, een verwarmingsinrichting voor het opwarmen van de

  
aanvoer naar de afvoer stromende lucht, welke lucht door

  
 <EMI ID=1.1>   <EMI ID=2.1> 

  
zowel door natuurlijke convectie als gedwongen door een ventilator plaatsvinden.

  
 <EMI ID=3.1> 

  
meer de huishoudelijke droogkasten voor het drogen van gewassen wasgoed. Bij deze droogkasten is de droogkamer gevormd door een roterende trommel. De verwarmingsinr ichting

  
 <EMI ID=4.1> 

  
vormd door elektrische weerstanden. De afkoelinrichting bestaat uit een warmtewisselaar welke gevoed wordt door stromend water. Zowel het koelwater als de gekoelde lucht wordt afgevoerd en niet gerecupereerd. Het koelen heeft enkel tot doel te beletten dat de vochtigheidsgraad in

  
 <EMI ID=5.1> 

  
de droogkast de lucht vrij uitlaat teveel zou stijgen waardoor condensatie zou kunnen ontstaan.

  
Deze bekende droogkasten verbruiken evenwel relatief veel energie. Steeds moet verse aangevoerde lu cht door de elektrische weerstanden verwarmd worden. De warmte van

  
 <EMI ID=6.1> 

  
en wordt niet gerecupereerd. Daarenboven vergt het koelen

  
 <EMI ID=7.1>  in de buitenlucht, vrijgelaten wordt. In het eerste geval heeft men dus de hoger genoemde nadelen van condensatie en in het tweede geval is een schouw vereist.

  
 <EMI ID=8.1> 

  
te verhelpen en een drooginrichting te verschaffen waarvan het energieverbruik relatief laag is en waarbij ook condenaatie in het lokaal waarin de drooqinrichting opgesteld is,

  
 <EMI ID=9.1> 

  
Tot dit doel bevat de drooginrichting een warmte-

  
 <EMI ID=10.1> 

  
verdamper opgesteld zijn, van welke warmtepomp de condensor ten minste een gedeelte vormc van de hoger gedoelde ver-

  
 <EMI ID=11.1> 

  
vormt van de hoger gedoelde koelinrichting.

  
Ben gedeelte van de warmte welke onttrokken wordt aan de uit de droogkamer stromende lucht wordt gerecupereerd en wordt via de warmtepomp gebruikt voor het verwarmen van de door de droogkamer stromende lucht.

  
In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding staan de uitlaat en de inlaat van de droog-

  
 <EMI ID=12.1> 

  
samen met deze inlaat en uitlaat een gesloten kringloop

  
voor de lucht, zodat dus de in de uitlaat gekoelde lucht terug naar de kamer stroomt en verw armd wordt door de condensor.

  
Voordelig is de drooginrichting in een huis gemonteerd, welk huis door een scheiding in ten minste twee,met elkaar in

  
 <EMI ID=13.1> 

  
ene compartiment de droogkamer vormt en het andere compar- <EMI ID=14.1> 

  
In een merkwaardige uitvoeringsvorm van de uit-

  
 <EMI ID=15.1> 

  
 <EMI ID=16.1> 

  
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de hoger genoemde verwarmingsinrichting zowel de condensor all de compressor.

  
 <EMI ID=17.1> 

  
 <EMI ID=18.1> 

  
van wasgoed.

  
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hier volgende beschrijving van een drooginrichting volgens de uitvinding; deze beschrij-

  
 <EMI ID=19.1>  inrichting volgens de uitvinding. Figuur 2 stelt het blokschema voor van de droog-  inrichting uit figuur 1.

  
 <EMI ID=20.1> 

  
1 blijft een spleet 5 over terwijl tussen de bovenkant van  <EMI ID=21.1>   <EMI ID=22.1> 

  
zich daarin bevindende wasgoed vocht onttrekt. De verdamper
12 neemt warmte op en koelt dus de lucht in de kamer 4 af.

  
 <EMI ID=23.1> 

  
de kamer 4 opgevangen en bij voorbeeld langs een afvoeropening afgevoerd. Door deze afkoeling gaat de lucht in de

  
 <EMI ID=24.1> 

  
latie van lucht waarbij in de kamer 3 lucht opgewarmd wordt en vocht opneemt en dus in de kamer 4 dezelfde lucht afgekoeld wordt en vocht afgeeft.

  
Het aan het wasgoed onttrokken vocht wordt afgevoerd

  
 <EMI ID=25.1> 

  
 <EMI ID=26.1> 

  
veroorzaken.

  
 <EMI ID=27.1> 

  
aangezien het opwarmen van de lucht en het koelen in gesloten kring gebeurt en dus er in feite alleen een verplaatsing

  
van warmte moet verwezenlijkt worden.

  
De uitvind ing is geenszins beperkt tot de h iervoor

  
 <EMI ID=28.1> 

  
veranderingen aangebracht worden, onder meer wat betreft de

Claims (1)

1. <EMI ID=29.1>

   onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding gebruikt worden.

   In het bijzonder moet de drooginrichting niet

   <EMI ID=30.1>

   maar kunnen ze bij voorbeeld uit een bouwmateriaal vervaar-

   digd zijn.

   De scheiding van het huia in twee compartimenten,

   namelijk een droogkamer en een koelkamer moet niet noodzakelijk door een vlakke wand gevormd zijn. Deze scheiding

   kan bij voorbeeld twee wanden bevatten welke het huis in een

   <EMI ID=31.1>

   <EMI ID=32.1>

   de binnenkant van deze mantel eveneens de trommel althana gedeeltelijk omringt.

   <EMI ID=33.1>

   1. Drooginrichting, welke een droogkamer voor

   de te drogen produkten bevat, welke droogkamer een luch tinlaat en een luchtafvoer bevat, een verwarmingsinrichting

   voor het opwarmen van de aanvoer naar de afvoer stromende

   lucht, welke lucht door zijn temperatuur vocht kan opnemen

   <EMI ID=34.1> droogkamer gestroomde lucht om althans een gedeelte van het door deze lucht opgenomen vocht te condenseren, met

   <EMI ID=35.1>

   bevat die zelf een gesloten kring bezit waarin achtereenvolgens een compressor, een condensor een smoorklpp en een verdamper opgesteld zijn. van welke warmtepomp de condensor ten minste een gedeelte vormt van de hogergedoelde verwarmingsinrichting en de verdamper ten minste een gedeelte vormt van de hogergedoelde koelinrichting.

   2. Drooginrichting volgens vorige conclusie, m e t h e t k e n m e r k dat de uitlaat en de inlaat van de droogkamer met elkaar in verbinding staan en dus

   de droogkamer samen met deze inlaat en uitlaat een gesloten kringloop voor de lucht vormt zodat dus de in de uitlaat gekoelde lucht terug naar de kamer stroomt en verwarmd wordt door de condensor.

   3. Drooginrichting volgens vorige conclusie, m e t h e t k e n m e r k dat ze in een huis gemonteerd is, welk huis door een scheiding in ten minste twee, met elkaar in verb inding staande compartimenten verdeeld is, waarvan het ene compartiment de droogkamer vormt en het

   <EMI ID=36.1>

   inlaat als de op de droogkamer uitgevende uitlaat vormt,

   in welk tweede compartiment dus de verdamper opgesteld is.

   4. Drooginrichting volgens vorige conclusie,

   m e t h e t k e n m e r k dat de twee compartimenten

   van het huis met elkaar in verbinding staan respectievelijk nabij de bodem en nabij de bovenkant van het huis en de stroming van de lucht in gesloten kring van het ene compar- timent naar het andere door natuurlijke convectie plaatsvindt. <EMI ID=37.1>

   6. Drooginrichting volgens een van de vorige

   <EMI ID=38.1>

   compressor bevat.

   7. Drooginrichting volgens een van de vorige

   <EMI ID=39.1>

   8. Drooginrichting zoals hiervoor beschreven of in de hieraan toegevoegde tekeningen voorgeoteld.