"Identificatie-drager, leesinrichting voor dergelijke drager
en inrichting ter vervaardiging van dergelijke drager".
De uitvinding heeft betrekking op een identificatie" drager., die een eigenlijke drager bevat, waarop in ongecodeerd schrift inlichtingen betreffende de identiteit van een persoon en daarenboven ten minste een vingerafdruk van deze persoon aangebracht zijn.
Dergelijke informatiedragers worden onder vorm van kaarten reeds gebruikt bij bepaalde recherchediensten. De vingerafdruk van de persoon waarop de drager, die normaal een kaart is, betrekking heeft, werd door middel van inkt op de kaart aangebracht.
Door het aanbrengen van een vingerafdruk door middel van inkt zijn deze dragers uiteraard niet geschikt om in het gewone leven gebruikt te worden, bij voorbeeld om als kredietkaart of toegangskaart te dienen.
Vandaar dat de tot nog toe bekende kredietkaarten of toegangskaarten waarop verschillende gegevens betreffende de houder van de kaart gedrukt zijn in sommige gevallen wel een foto bevatten maar niet een vingerafdruk. Hierdoor is het bedrog of misbruik van de kaart niet uitgesloten.
De uitvinding heeft nu tot doel dit nadeel te verhelpen en een identificatie-drager te verschaffen waarvan de fabricage geen ongemakken veroorzaakt aan de persoon waarop de drager betrekking heeft en bijgevolg op grote schaal in het dagelijkse leven, bij voorbeeld als krediet- kaart kan toegepast worden, terwijl anderzijds vervalsingen van de drager of een gebruik door andere personen dan de persoon waarop de drager betrekking heeft, praktisch uitgesloten zijn.
Tot dit doel bevat de drager een gedeelte dat met ten minste een magnetisch gevoelig laagje bedekt is en is de vingerafdruk magnetisch op dit gedeelte gregistreerd.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding is de eigenlijke drager een kaart.
Bij voorkeur is de identificatie-drager dan een kredietkaarten is op dé eigenlijke drager.ten minste een
<EMI ID=1.1>
Doelmatig is ook deze aanduiding betreffende de geldwaarde op het gedeelte met het magnetisch gevoelige laagje magnetisch aangebracht.
In een merkwaardige uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de identificatie-drager een gedeelte dat op de eigenlijke drager aangebracht is en een optische codering toelaat.
Deze-optische codering laat toe langs optische weg bepaalde informatie op de kaart aan te brengen, zoals bij voorbeeld gegevens betreffende een waardevermindering van het bedrag dat aan de drager toegekend wordt indien deze drager een kredietkaart is. De houder van de kaart is praktisch in de onmogelijkheid deze gegevens te wijzi-
<EMI ID=2.1>
Bij voorkeur is het gedeelte dat een optische codering toelaat een lichtgevoelig plaatje, welk plaatje zo samengesteld en gelegen is dat het enkel merkelijk bein vloed wordt door licht van een speciale lichtbron en nagenoeg niet beïnvloed wordt door het gewone daglicht en kunstlicht.
Doelmatig bevat de eigenlijke drager ten minste twee laagjes waarvan er ten minste een het licht van de speciale lichtbron ten minste gedeeltelijk doorlaat en is het lichtgevoelige plaatje tussen de twee laagjes opgesteld.
De uitvinding heeft ook betrekking op een leesinrichting bestemd om de identificatie-drager volgens een
<EMI ID=3.1>
De uitvinding heeft aldus betrekking op een leesinrichting waarvan het kenmerkende erin bestaat dat ze een magnetische lezer bevat voor de magnetische vinger-
<EMI ID=4.1> <EMI ID=5.1>
matie van de beeldaftaster(sensor).
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de leesinrichting ten minste een geheugen dat met de ma-
<EMI ID=6.1>
waarin de informatie van de lezer en eb aftaster toegevoerd worden, en een oscillator voor het uitlezen van het geheugen.
In een doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de leesinrichting een teller die na de comparator geschakeld is en het aantal foutjes telt die de comparator waarneemt bij het vergelijken van de informatie van de magne-
<EMI ID=7.1>
alsmede een inrichting die op de teller aansluit en aangeeft of een vooraf ingesteld aantal al dan niet overschreden wordt.
<EMI ID=8.1>
de uitvinding bevat de leesinrichting ook een optische lezer die een optische code aangebracht op de drager kan lezen.
De uitvinding heeft ten slotte ook nog betrekking op een inrichting ter vervaardiging van een identificatiedrager volgens een van de hierboven vermelde uitvoeringsvormen...
De uitvinding heeft dus ook betrekking op een inrichting waarvan het kenmerkende erin bestaat dat ze een
<EMI ID=9.1>
die met het opnametoestel gekoppeld is om een door de aftaster afgetaste vinger als vingerafdruk magnetisch op een identificatie-drager te plaatsen.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding
<EMI ID=10.1> paalde code op.de identificatie-drager te plaatsen.
In een merkwaardige uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de inrichting een optisch opnameapparaat dat een optische informatie op de identificatie-drager kan plaatsen.
Bij voorkeur is dit optische opnametoestel een fotografische recorder.
Doelmatig bevat de inrichting ook een rekeneenheid die met het magnetische opnametoestel gekoppeld is.
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hier volgende beschrijving van een
<EMI ID=11.1> . lijke drager en van een inrichting ter vervaardiging van een dergelijke-drager, volgens de uitvinding; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet; de verwijzingscijfers betreffen de hieraan toegevoegde tekeningen.
'Figuur 1 is een bovenaanzicht met gedeeltelijke wegsnijding van een identificatiekaart volgens de uitvinding.
Figuur 2 is een blokschema van een gecombineerde leesinrichting voor de identificatiekaart uit figuur 1 en. inrichting ter vervaardiging van deze kaart.
In.de.twee figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde elementen.
De identificatie-drager volgens de figuren is een
<EMI ID=12.1>
aankopen kan doen die hem naderhand in rekening gebracht worden. Voor de zaak waar de kaart voor een betaling gebruikt
<EMI ID=13.1> de houder uitgegeven heeft naderhand het verschuldigde bedrag aan de zaak zou kunnen overmaken.
Deze kredietkaart bevat een eigenlijke rechthoekige
<EMI ID=14.1>
onderlaag 1 en een bovenlaag 2. De randen van de lagen 1 en 2 zijn aan elkaar gelijmd.
Op de bovenzijde van de bovenlaag 2 zijn in nietgecodeerd schrift aanduidingen 3 gedrukt. Deze aanduidingen 3 bestaan uit de naam, de voornaam, het adres, de geboortedatum, de plaats van geboorte,, de burgerlijke stand en eventueel de bloedgroep en/of een foto van de persoon waarop de kaart betrekking heeft. Deze aanduidingen 3 laten reeds een eerste identificatie toe, dit wil zeggen ze laten toe reeds een eerste controle te verrichten of de persoon die de kredietkaart aanbiedt wel de persoon is waarop de kaart betrek-
<EMI ID=15.1>
Deze gegevens zijn meestal ook aanwezig op de bekende kredietkaarten. Ze bieden evenwel geen voldoende waarborg, zeker niet wat betreft de solvabiliteit van de persoon die de kaart aanbiedt.
Vandaar dat op de bovenlaag 2, naast de aanduidingen 3, nog een magnetisch gevoelig laagje 4 aangebracht is waarop langs magnetische weg de volgende bijkomende gegevens gere-
<EMI ID=16.1>
het instituut dat de kredietkaart uitgegeven heeft, een maximale geldwaarde die aan de kaart toegekend kan worden, de actuele geldwaarde die op het ogenblik van het aanbieden van de kaart aan deze kaart toegekend wordt en het soort
<EMI ID=17.1>
Deze gegevens geregistreerd in de laag 4 zijn dit natuurlijk onder vorm van code.-Daarenboven is nog op het magnetisch gevoelig laagje 4 het elektronische patroon van een vingerafdruk van de persoon waarbij de kaart hoort, langs magnetische weg geregistreerd. Het is evident dat om deze magnetisch geregistreerde gegevens van de kaart af te lezen de zaak warin de kaart aangeboden wordt moet beschikken over .een speciaal leesapparaat dat hierna in.detail zal beschre- <EMI ID=18.1>
een bijzonder apparaat bezitten dat eveneens hierna in detail beschreven wordt.
De veiligheid van de kredietkaart wordt nog verhoogd door benevens deze magnetisch geregistreerde gegevens ook nog een optische codering in de kaart op te nemen. Hiertoe bevat de kredietkaart een lichtgevoelig plaatje 5 dat tussen de onderlaag 1 en de bovenlaag 2 zit en een gerasterde metaalfolie 6 die op de bovenkant van het lichtgevoelige plaatje 5 komt, tussen dit plaatp 5 en de bovenlaag 2. Het lichtgevoelige plaatje is van zulkdanige samenstelling dat het enkel gevoelig is voor bijzonder sterk licht, zoals het
<EMI ID=19.1>
<EMI ID=20.1>
voelig materiaal is in de handel en wordt hier niet verder in detail beschreven. Zo kan bij voorbeeld gebruik gemaakt worden van het gevoelige papier in de handel onder de naam "Kodak Linagraph direct print paper type 2022". Dit papier wordt bij belichting met een zeer sterke lichtbron, blauw gekleurd op een lichte achtergrond. Deze kleuring gebeurt zeer snel door zelfontwikkeling. Deze zelfontwikkeling
<EMI ID=21.1> lichtgevoelige plaatje 5 verschillende gebieden afgebakend, zodat door een of meer van deze gebieden te belichten een bepaalde codering kan bekomen worden. De bedoeling is dat elk vakje van het lichtgevoelige plaatje met een bedrag overeenstemt, zodat men op deze manier de reeds met de kaart verrichte aankopen, dit is het gedeelte van het krediet dat reeds opgebruikt is, kan aanduiden. Terzelfder tijd
<EMI ID=22.1>
kaart opgegeven. Indien door alle openingen van de gerasterde metaalfolie 6 licht gevallen is, op dus alle vakjes van de lichtgevoelige plaat 5, is de totale waarde van de kaart volledig opgebruikt en moet dus de lichtgevoelige plaat 5 of de volledige kaart vervangen worden. Dit kan enkel gebeuren door de instelling die de kaart uitgegeven heeft.
In figuur 2 is het blokschema voorgesteld van een leesinrichting voor het aflezen van de hiervoor beschreven kredietkaart.Een dergelijke inrichting is dus nodig in elke zaak waar de kredietkaart kan gebruikt worden. Aangezien, zoals hier verder zal beschreven worden, bij het gebruik van de kredietkaart in een zaak de kaart niet alleen afgelezen wordt maar ook bepaalde gegevens op de kaart aangebracht worden, is de leesinrichting terzelfder�tijd ook een inrichting om de kaart, althans gedeeltelijk te vervaardi� gen. Eenvoudigheidshalve bestaat de inrichting voorgesteld in figuur 2 in feite uit een gecombineerde leesinrichting en een inrichting voor het vervaardigen van de kredietkaart.
Een dergelijke gecombineerde inrichting is zeker noodzakelijk bij de instelling die de kaart vervaardigt maar een dergelijke inrichting kan ook geplaatst worden in de zaken waar de kaart gebruikt wordto Het is évenwel evident dat bepaalde gedeelten van de inrichting die uitsluitend bestemd zijn om de kaart te vervaardigen en dus enkel door de.instelling die de kaart uitgeeft moeten gebruikt worden, kunnen afwezig zijn bij de inrichtingen die geplaatst worden
in de zaken waar de kaart gebruikt wordt, dit om uit te sluiten dat deze zaken zelf kaarten zouden vervaardigen.
Hierna zal achtereenvolgens het leesgedeelte en het vervaardigingsgedeelte van de gecombineerde inrichting beschreven worden, zodat het duidelijk zal blijken welke gedeelten van de gecombineerde inrichting weggelaten kunnen worden bij inrichtingen bestemd voor de zaken waar de kaart gebruikt wordt.
<EMI ID=23.1> tische lezer 7 die het laagje 4 kan aftasten en dus onder meer ook de vingerafdruk die elektronisch op het laagje 4 opgenomen werd, kan lezen. De constructie van deze lezer
is voor een vakman voor de hand liggend, zodat deze lezer hier niet verder in detail beschreven wordt. Zo kan deze lezer van het type zijn gebruikt bij bandrecorders of in automatische schrijfmachines die magnetische kaarten gebruiken.
De inrichting bevat vervolgens nog een beeldaftaster (sensor) 8 die een vinger van de persoon die de kaart aanbiedt kan aftasten. Deze persoon moet zijn vinger, bij ' voorbeeld zijn duim, in een gleuf leggen die in het huis, dat eenvoudigheidshalve niet in de figuur voorgesteld is, van de inrichting aangebracht is. Dergelijke beeldaftasters zijn in de handel, zodat de beeldaftaster hier niet verder in detail beschreven wordt. Een in de handel zijnde beeldaftaster (sensor) die kan gebruikt worden in de aftaster in de handel onder de benaming "Fairchild type CCD202". Deze beeldaftaster (sensor) bevat in feite 10.000 beeld-sensor- <EMI ID=24.1> en 100 verticale kolommen. De 10.000 beeld-sensorelementen zijn 18 micron horizontaal en 30 micron verticaal en zijn gelocaliseerd in�40 micron horizontale centers en 30 micron verticale centers. Het beeldgevoelig oppervlak is dus 4 mm op
<EMI ID=25.1>
heden laat een precisie-identificatie toè van ieder component \an het beeldsignaal zodat deze sensor kan gebruikt worden in toepassingen waar dimensionele precisiemetingen gevraagd worden.
De informatie van de magnetische lezer 7 wordt langs de leiding 9 gestuurd naar een detector 10 die de informatie van de magnetische lezer 7 scheidt in bits en synchrosignalen.
De bits worden langs de leiding 11 gestuurd naar een geheugen
13 terwijl de synchrosignalen langs de leiding 12 naar dit geheugen gestuurd worden.
De informatie van de beeldaftaster 8 wordt langs de leiding 14 gestuurd naar een detector 15 die deze informatie scheidt in bits en synchrosignalen. De bits worden langs de leiding 16 naar een tweede geheugen 18 gestuurd terwijl de synchrosignalen langs de leiding 17 naar ditzelfde geheugen
18 gestuurd worden..
De hoger genoemde synchrosignalen vormen de referentiesignalen die respectievelijk door de lezer 7 en de beeldaftaster 8 afgegeven worden. De afscheiding van de synchrosignalen van de bits.is niet absoluut noodzakelijk
<EMI ID=26.1>
van in de handel zijnde standaardgeheugens.
De inrichting bevat nog een synchro-oscillator 19 die door een startkhop 20 in werking kan gebracht worden.
Deze synchro-oscillator stuurt een signaal langs de leiding
21 naar een teller-stabilisator 22. Deze teller-stabilisator
22 kan in feite een geheel vormen met de synchro-oscillator
19. Deze teller-stabilisator telt het aantal synchrosignalen en laat toe de geheugens 13 en 18 met een andere snelheid uit te lezen dan de snelheid waarmee de magnetische lezer 7
<EMI ID=27.1>
hebben. Het uitgaande signaal van de teller-stabilisator 22 wordt langs de leiding 23 over een schakelaar 24 naar de leiding 12 en dus het geheugen 13 gestuurd en over een schakelaar 25 naar de leiding 17 en bijgevolg het geheugen
18 gestuurd. Door deze laatste signalen wordt het uitlezen van de geheugens 13 en 18 dus op de juiste plaats begonnen. De informatie van de geheugens 13 en 18 wordt respectievelijk langs de leidingen 26 en 27 gestuurd naar een comparator 28. In de leidingen 26 en 27 zijn schakelaars 29 gemonteerd die in een bepaalde stand de informatie ook nog langs een leiding
30 sturen naar een computer. In de comparator 28 worden de in de geheugens 13 en 18 opgenomen bits vergeleken of wordt met andere woorden de op het laagje 4 geregistreerde magnetische
<EMI ID=28.1>
vinger. Een teller 31 die langs de leiding 55 met de comparator 28 in verbinding staat, telt het aantal foutjes. Aangezien een vingerafdruk zich in de tijd wel een weinig kan wijzigen, bij voorbeeld door toevallige oorzaken zoals een kleine insnijding enz., is een aantal foutjes toegelaten. Dit toegelaten aantal foutjes wordt ingesteld in een eenheid 32. De teller 31 geeft de informatie betreffende het aantal foutjes langs de leiding 33 door aan deze eenheid
32 die enkel een signaal geeft wanneer het aantal foutjes <EMI ID=29.1>
foutjes niet overschrijdt.
De eenheid 32 geeft indien het aantal foutjes beneden het toegelaten aantal ligt, langs 34 een signaal aan de magnetische lezer 7 die na het eerste lezen onmid-
<EMI ID=30.1>
signaal opnieuw in werking treedt. en aan een optische lezer 35. In feite vormen de magnetische lezer 7 en de optische lezer 35 een constructief geheel zodat, wanneer .de creditkaart in een gleuf van dit geheel gebracht wordt, tegelijkertijd de magnetische lezer het laagje 4 kan aftasten en de optische .lezer 35 de rest van de kaart kan aftasten. Deze optische lezer 35 bevat een gewone lichtbron en een aantal gevoelige elementjes die aan de zijde van de bovenlaag 2 naast elkaar opgesteld zijn. Het licht van de lichtbron gaat door de bovenlaag 2 van de eigenlijke kaart, welke bovenlaag dit licht gedeeltelijk doorlaat. De lichtgevoelige elementjes kunnen dan een beeld ontvangen <EMI ID=31.1>
schilt dit beeld naargelang dit plaatje 5 reeds met een speciale sterke lichtbron belicht werd. De informatie gelezen door de magnetische lezer 7 en de optische lezer 35 wordt respectievelijk langs leidingen 36 en 37 gevoerd naar een scherm 54 waarop deze informatie verschijnt. Op dit scherm kan men dus de volgende gegevens aflezen : de magnetisch geregistreerde naam of code van de instelling van uitgifte van de-kredietkaart, dé zowel magnetisch als optisch geregistreerde maximum geldwaarde en actuele geldwaarde van
<EMI ID=32.1> <EMI ID=33.1>
treerde actuele geldwaarde aangepast worden.
De inrichting in elke zaak waar de kaart kan gebruikt worden, bevat daarom ook nog een numerische codeerinrichting 38 en een bij -voorbeeld langs de leiding 40 ermee gekoppelde rekeneenheid 39. Het geheel codeerinrichting 38 rekeneenheid 39 staat langs de leiding 41 in verbinding met de optische lezer 35 en over het scherm 54 en de leiding 36 met de magnetische lezer 7. Dit geheel staat daarenboven nog in verbinding langs een leiding 42 met een magnetisch opnameapparaat 43 en langs de leiding 44 met een optisch opnameapparaat 45 dat in feite een fotografische recorder is. Wanneer men de kredietkaart gebruikt om een voorwerp te kopen, wordt door de verkoper of verkoopster de afgeronde koopsom op het klavier van de numerische codeerinrichting 38 getypt.
De actuele waarde van de kredietkaart die door de magnetische lezer 7 en de optische lezer 35 gelezen worden wordt, ofwel
-automatisch langs de leidingen 41 en 36-naar de rekeneenheid
39 gevoerd ofwel van het scherm 54 afgelezen en op het klavier van de numerische codeerinrichting 38 getypt en dan langs de leiding 40 naar de rekeneenheid 39 gevoerd. Ook de hoger genoemde getypte koopsom wordt langs de leiding 40 naar de rekeneenheid 39 gevoerd die het verschil maakt. Deze rekeneenheid 39 geeft dus een nieuwe geldwaárde. Een ermee overeenstemmend signaal wordt langs de leiding 40 naar de coder- <EMI ID=34.1>
nieuwe waarde van de kredietkaart automatisch zowel magnetisch als optisch op de kredietkaart geregistreerd. Het af-
<EMI ID=35.1> <EMI ID=36.1>
of meer vakjes die door de gerasterde metaalfolie 6 afgebakend zijn op het lichtgevoelige plaatje 5 worden door deze bijzondere lichtbron belicht waardoor deze vakjes verkleuren.
Aangezien aan elk vakje slechts een ronde waarde toegekend wordt, is het normaal dat op deze manier niet het juiste bedrag tot op de frank na kan aangeduid worden. Men kan op verschillende manieren tewerk gaan.Men kan de koopsom willekeurig naar boven of naar onder afronden en dan het afgeronde bedrag op het plaatje 5 aanduiden.Men kan ook steeds de koopsom naar boven afronden en die afgeronde bedrag dan ook gebruiken als het bedrag dat door de houder van de kaart moet betaald worden. Het verschil tussen dit afgeronde bedrag en het werkelijke bedrag kan dan onmiddellijk in speciën aan de houder terugbetaald worden.
Normaal zullen alle inrichtingen die bij de zaken waar dergelijke kredietkaarten kunnen gebruikt worden, opgesteld zijn, de hierboven beschreven elementen bezitten. In sommige gevallen kan nog een bijkomend element 46 aanwezig zijn dat langs een leiding 47_over een schakelaar 48 met
de leiding.9 in verbinding staat. Dit bijkomend element 46 laat toe, bij een bepaalde stand van de schakelaar 48, de gegevens die normaal door de ter plaatse aanwez� elementen 7 en 35, en/of 8, en/of 38, 39 gegeven worden nu telefonisch in te brengen, bij voorbeeld van dezelfde hoger genoemde elementen die op een andere plaats dan in de zaak opgesteld zouden zijn. Ook omgekeerd kunnen de gegevens van de laatstgenoemde elementen door dit bijkomend element 46 langs de tele-
<EMI ID=37.1> dat in elke zaak slechts de magnetische lezer 7, de aftaster 8, de optische lezer 35, het magnetisch opnameapparaat 43 en het optische opnameapparaat 45 opgesteld zijn, terwijl de rest van de inrichting voor verschillende zaken gemeenschap. pelijk is en bij voorbeeld bij de instelling die de kaarten uitgeeft opgesteld is. Het eigenlijke leesgedeelte en opneemgedeelte van de leesinrichting is dus gescheiden van het controlegedeelte. Elke zaak moet slechts een relatief eenvoudig en goedkoop toestel bezitten terwijl de meer ingewikkelde en duurdere,geheugens 13 en 18, comparator 28, enz., buiten de zaak opgesteld zijn en voor verschillende zaken kunnen gebruikt worden. Het gebruik van het bijkomend element 46 kan <EMI ID=38.1>
Bij het vervaardigen van een kredietkaart zoals hiervoor beschreven moet men niet alleen met behulp van de opnameapparaten 43 en 45 gegevens op de kaart kunnen aanbrengen maar daarenboven ook onmiddellijk kunnen controleren of dezegegevens juist aangebracht werden. Men heeft bijgevolg ook de lezers 7 en 35 nodig en bijgevolg het volledige hiervoor beschreven gedeelte van de inrichting. Daarenboven moet men nog een verbinding hebben tussen de beeldaftaster (sensor) 8 en het magnetische opnameapparaat 43 om het door deze beeldaftaster 8 afgetaste beeld van de vinger, of althans
het elektronische patroon van dit beeld, magnetisch op het magnetisch gevoelige laagje 4-van de kaart aan te brengen. Hiertoe is het magnetische opnameapparaat 43 langs een leiding 49 en een schakelaar 50 in verbinding gesteld met de leiding 14 die op de aftaster 8 aansluit. Bij het maken
<EMI ID=39.1> en bij het lezen van de kaart in de andere stand. Bij het
-maken van de kaart moet men ook nog op het laagje 4 andere <EMI ID=40.1>
gebeurt door een bijkomende codegenerator 51 die langs de leiding 52 en een schakelaar 53 in verbinding staat met de hoger genoemde leiding 44 en, voor een bepaalde stand van de schakelaar 53 dus in verbinding met het magnetisch opnameapparaat 43. Deze codegenerator 51 bevat een klavier waarop verschillende gegevens in een code of althans in signalen voor het opnameapparaat 43 kunnen omgezet worden.
Op deze manier brengt men op het laagje 4 van de kaart magnetisch de aanduidingen 3 aan betreffende de maximum waarde van de kaart, de gegevens over de instelling die de kaart uitgeeft, de soort valuta van de geldwaarde en desgevallend nog bepaalde identiteitsgegevens van de eigenaar andere dan de vingerafdruk.
<EMI ID=41.1>
in figuur 2 aanwezig is in de zaken waar met de hiervoor beschreven kredietkaart kan gekocht worden, kan bij voorkeur het onmogelijk gemaakt worden dat de codegenerator 51 zonder toestemming van de instelling die de kaart uitgeeft haar code op een kaart zou kunnen aanbrengen. Het hoger genoemde bijkomende element 46 dat in feite een telefoonadaptor is kan onder meer juist gebruikt worden door de instelling om van
<EMI ID=42.1>
stand door tussenkomst van aan de in een zaak opgestelde inrichting, een nieuwe kredietkaart 'maakt , bij voorbeeld indien de kaart van de persoon die ze aanbiedt een te lage actuele waarde heeft.
Al de hoger genoemde elektronische elementen die
<EMI ID=43.1>
aangeduid zijn, zijn in de handel verkrijgbaar en/of van een constructie die voor een vakman voor de hand ligt zodat deze elementen hier niet in detail beschreven worden.
<EMI ID=44.1>
van de kaart aangeduid zijn, kan de zaak waarin met een dergelijke kaart betaald wordt, volledig zeker zijn van de solvabiliteit van de persoon die de kaart aanbiedt. Doordat deze afgenomen waarde ook optisch geregistreerd wordt, is het zo goed als onmogelijk aan de gebruiker van de kaart of aan anderen terug waarde aan de kaart toe te voegen. Door de
<EMI ID=45.1>
en de controle van deze vingerafdruk met een vinger van de houder van de kaart, kan de zaak ook zeker zijn dat degene die de kaart aanbiedt ook de rechthebbende van de kaart is.
<EMI ID=46.1>
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm en binnen het raam van de octr.ooiaanvrage kunnen aan de beschreven uitvoeringsvorm vele veranderingen aangebracht worden, onder meer wat betreft de vorm, de samenstelling, de schikking en het aantal van de onderdelen
<EMI ID=47.1>
<EMI ID=48.1>
i i
<EMI ID=49.1>
een ingangskaart zijn. Het is evident dat in dit geval geen geldwaarde noch magnetisch noch optisch op de kaart moet geregistreerd worden. Wel blijft de mogelijkheid bepaalde magnetisch geregistreerde gegevens ook nog optisch te registre-. ren, maar dit is niet absoluut noodzakelijk.
Identification carrier, reading device for such carrier
and apparatus for manufacturing such a support ".
The invention relates to an identification carrier, which contains an actual carrier, on which information relating to the identity of a person and, in addition, at least one fingerprint of this person, has been provided in clear writing.
Such information carriers are already used in the form of cards in certain investigation services. The fingerprint of the person to which the carrier, which is normally a card, refers, was applied to the card by means of ink.
By applying a fingerprint by means of ink, these carriers are of course not suitable for use in normal life, for example to serve as a credit card or access card.
Hence the hitherto known credit cards or access cards on which various data concerning the holder of the card are printed in some cases contain a photo but not a fingerprint. This does not rule out fraud or misuse of the card.
The object of the invention is now to overcome this drawback and to provide an identification carrier, the manufacture of which does not cause any inconvenience to the person to which the carrier relates and can therefore be used on a large scale in daily life, for example as a credit card. , while on the other hand forgeries of the carrier or use by persons other than the person to which the carrier relates are practically excluded.
For this purpose, the support comprises a portion which is covered with at least one magnetically sensitive layer and the fingerprint is magnetically recorded on this portion.
In a particular embodiment of the invention, the actual carrier is a card.
Preferably, the identification carrier is then a credit card on the actual carrier. At least one
<EMI ID = 1.1>
This indication of the monetary value is also expediently applied magnetically to the portion with the magnetically sensitive layer.
In a remarkable embodiment of the invention, the identification carrier comprises a portion which is arranged on the actual carrier and which allows optical coding.
This optical coding makes it possible to provide specific information on the card by optical means, such as, for example, data concerning a depreciation of the amount allocated to the carrier if this carrier is a credit card. The holder of the card is practically unable to change these data.
<EMI ID = 2.1>
Preferably, the portion permitting optical coding is a photosensitive plate, which plate is composed and located so that it is only significantly affected by light from a special light source and is substantially unaffected by ordinary daylight and artificial light.
The carrier proper contains at least two layers, at least one of which at least partially transmits the light from the special light source, and the photosensitive plate is arranged between the two layers.
The invention also relates to a reading device for reading the identification carrier according to a
<EMI ID = 3.1>
The invention thus relates to a reading device characterized in that it comprises a magnetic reader for the magnetic finger
<EMI ID = 4.1> <EMI ID = 5.1>
mation of the image sensor (sensor).
In a special embodiment of the invention, the reading device comprises at least one memory which is
<EMI ID = 6.1>
wherein the information from the reader and scanner are supplied, and an oscillator for reading the memory.
In an efficient embodiment of the invention, the reader comprises a counter which is connected after the comparator and counts the number of errors that the comparator detects when comparing the information from the magnet.
<EMI ID = 7.1>
as well as a device that connects to the counter and indicates whether or not a preset number is exceeded.
<EMI ID = 8.1>
In the invention, the reader also includes an optical reader capable of reading an optical code disposed on the carrier.
Finally, the invention also relates to a device for manufacturing an identification carrier according to one of the abovementioned embodiments ...
The invention thus also relates to a device characterized in that it comprises a
<EMI ID = 9.1>
which is coupled to the recording device to magnetically place a finger scanned by the scanner on an identification carrier as a fingerprint.
In a special embodiment of the invention
<EMI ID = 10.1> to place the code on the identification carrier.
In a curious embodiment of the invention, the device comprises an optical recording device which can place optical information on the identification carrier.
Preferably, this optical recording device is a photographic recorder.
Conveniently, the device also includes a computing unit coupled to the magnetic recording device.
Other particularities and advantages of the invention will become apparent from the following description of one
<EMI ID = 11.1>. a support and an apparatus for manufacturing such a support according to the invention; this description is given by way of example only and does not limit the invention; the reference numbers relate to the attached drawings.
Figure 1 is a partial cutaway top view of an identification card according to the invention.
Figure 2 is a block diagram of a combined identification card reader of Figures 1 and 2. device for producing this card.
In the two figures, the same reference numbers refer to the same elements.
The identification carrier according to the figures is one
<EMI ID = 12.1>
can make purchases that will be charged to him afterwards. For the business where the card is used for a payment
<EMI ID = 13.1> the holder could subsequently transfer the amount due to the item.
This credit card contains an actual rectangular one
<EMI ID = 14.1>
bottom layer 1 and a top layer 2. The edges of layers 1 and 2 are glued together.
Designations 3 are printed in non-coded writing on the top side of the top layer 2. These indications 3 consist of the surname, first name, address, date of birth, place of birth, civil status and possibly the blood group and / or a photo of the person to which the card relates. These indications 3 already allow a first identification, that is to say they allow a first check to be carried out whether the person offering the credit card is the person to whom the card relates.
<EMI ID = 15.1>
This information is usually also present on the known credit cards. However, they do not provide a sufficient guarantee, certainly not with regard to the solvency of the person offering the card.
That is why, in addition to the indications 3, a magnetically sensitive layer 4 is provided on the top layer 2, on which the following additional data is obtained by magnetic means.
<EMI ID = 16.1>
the institution that issued the credit card, a maximum cash value that can be assigned to the card, the current cash value assigned to this card at the time of presentation of the card and the type
<EMI ID = 17.1>
These data recorded in the layer 4 are, of course, in the form of a code. In addition, on the magnetically sensitive layer 4, the electronic pattern of a fingerprint of the person to which the card belongs is recorded by magnetic means. It is evident that in order to read this magnetically recorded data from the card, the case in which the card is presented must have a special reading device that will be described in detail below. <EMI ID = 18.1>
have a special apparatus which is also described in detail below.
The security of the credit card is further increased by including an optical coding in the card in addition to these magnetically recorded data. To this end, the credit card contains a photosensitive plate 5 that is located between the bottom layer 1 and the top layer 2 and a gridded metal foil 6 that comes on the top of the photosensitive plate 5, between this plate 5 and the top layer 2. The photosensitive plate is of such a composition. that it is only sensitive to very strong light, such as the
<EMI ID = 19.1>
<EMI ID = 20.1>
sensitive material is commercially available and is not described in further detail here. For example, use can be made of the sensitive paper on the market under the name "Kodak Linagraph direct print paper type 2022". When exposed to a very strong light source, this paper is colored blue on a light background. This coloring happens very quickly through self-development. This self-development
<EMI ID = 21.1> photosensitive image 5 different areas delimited, so that by illuminating one or more of these areas, a certain coding can be obtained. The intention is that each box of the photosensitive plate corresponds to an amount, so that in this way one can indicate the purchases already made with the card, ie the part of the credit that has already been used up. At the same time
<EMI ID = 22.1>
card specified. If light has fallen through all openings of the gridded metal foil 6, that is to say on all compartments of the photosensitive plate 5, the total value of the card is completely used up and therefore the photosensitive plate 5 or the entire card must be replaced. This can only be done by the institution that issued the card.
Figure 2 shows the block diagram of a reading device for reading the above described credit card. Thus, such a device is needed in any business where the credit card can be used. Since, as will be further described here, when the credit card is used in a business, the card is not only read but also certain data is applied to the card, the reader is at the same time also a device for storing the card, at least partially manufactured � gene. For the sake of simplicity, the device represented in figure 2 actually consists of a combined reading device and a device for manufacturing the credit card.
Such a combined device is certainly necessary at the institution that manufactures the card, but such a device can also be placed in the shops where the card is used. O It is evident, however, that certain parts of the device that are exclusively intended for manufacturing the card and thus only to be used by the institution issuing the card may be absent from the devices being deployed
in the cases where the card is used, this to exclude that these goods would produce cards themselves.
In the following, the reading portion and the manufacturing portion of the combined device will be described in turn, so that it will become clear which parts of the combined device can be omitted in devices intended for the business where the card is used.
<EMI ID = 23.1> tical reader 7 which can scan the layer 4 and thus, among other things, also read the fingerprint that has been recorded electronically on the layer 4. The construction of this reader
is obvious to a person skilled in the art, so that this reader is not described in further detail here. For example, this reader may be of the type used in tape recorders or in automatic typewriters using magnetic cards.
The device then further comprises an image scanner (sensor) 8 which can scan a finger of the person presenting the card. This person must place his finger, for example his thumb, in a groove which is arranged in the housing, which is not shown in the figure for the sake of simplicity. Such image sensors are commercially available, so the image sensor is not described in further detail here. A commercially available image scanner (sensor) that can be used in the scanner commercially under the designation "Fairchild type CCD202". This image scanner (sensor) actually contains 10,000 image sensor <EMI ID = 24.1> and 100 vertical columns. The 10,000 image sensing elements are 18 micron horizontal and 30 micron vertical and are located in ~ 40 micron horizontal centers and 30 micron vertical centers. The image-sensitive surface is thus 4 mm up
<EMI ID = 25.1>
Today allows precision identification of each component of the image signal so that this sensor can be used in applications where dimensional precision measurements are required.
The information from the magnetic reader 7 is sent along the line 9 to a detector 10 which separates the information from the magnetic reader 7 into bits and sync signals.
The bits are sent along the line 11 to a memory
13 while sending the sync signals along line 12 to this memory.
The information from the image sensor 8 is sent along line 14 to a detector 15 which separates this information into bits and sync signals. The bits are sent along line 16 to a second memory 18 while the sync signals are sent along line 17 to the same memory.
18 are sent.
The above-mentioned sync signals form the reference signals which are output from the reader 7 and the image sensor 8 respectively. The separation of the sync signals from the bits is not absolutely necessary
<EMI ID = 26.1>
of commercially available standard memories.
The device also contains a synchro-oscillator 19 which can be activated by a start header 20.
This synchro oscillator sends a signal along the line
21 to a counter stabilizer 22. This counter stabilizer
22 can, in fact, be integral with the synchro-oscillator
19. This counter-stabilizer counts the number of synchro signals and allows to read the memories 13 and 18 at a different speed than the speed at which the magnetic reader 7
<EMI ID = 27.1>
to have. The output signal from counter stabilizer 22 is sent along line 23 via switch 24 to line 12 and thus memory 13 and via switch 25 to line 17 and hence memory.
18 sent. The read-out of the memories 13 and 18 is thus started at the correct place by the latter signals. The information from the memories 13 and 18 is sent respectively along the lines 26 and 27 to a comparator 28. In the lines 26 and 27 switches 29 are mounted which, in a particular position, also transmit the information along a line.
30 send to a computer. In the comparator 28 the bits contained in the memories 13 and 18 are compared or, in other words, the magnetic data recorded on the layer 4 is
<EMI ID = 28.1>
finger. A counter 31 which communicates with the comparator 28 along line 55 counts the number of errors. Since a fingerprint can change a little over time, for instance due to accidental causes such as a small incision, etc., a number of errors are allowed. This permissible number of errors is set in a unit 32. The counter 31 passes the information regarding the number of errors along the line 33 to this unit.
32 which only gives a signal when the number of errors <EMI ID = 29.1>
mistakes.
If the number of errors is below the permitted number, the unit 32 sends a signal along 34 to the magnetic reader 7 which is immediately after the first reading.
<EMI ID = 30.1>
signal is triggered again. and to an optical reader 35. In fact, the magnetic reader 7 and the optical reader 35 form a structural unit so that when the credit card is inserted into a slot of the assembly, the magnetic reader can simultaneously scan the layer 4 and the optical one. reader 35 can scan the rest of the card. This optical reader 35 contains a common light source and a number of sensitive elements arranged side by side on the side of the top layer 2. The light from the light source passes through the top layer 2 of the actual map, which top layer partially transmits this light. The photosensitive elements can then receive an image <EMI ID = 31.1>
this image differs according to whether this image 5 has already been illuminated with a special strong light source. The information read by the magnetic reader 7 and the optical reader 35 is fed along lines 36 and 37, respectively, to a screen 54 on which this information appears. On this screen, the following data can therefore be read: the magnetically registered name or code of the institution of issuing the credit card, the both magnetically and optically recorded maximum cash value and current cash value of
<EMI ID = 32.1> <EMI ID = 33.1>
current monetary value can be adjusted.
The device in any business where the card can be used therefore also comprises a numerical encoder 38 and an arithmetic unit 39 coupled thereto, for example along line 40. The whole encoding device 38 computing unit 39 communicates along line 41 with the optical system. reader 35 and across the screen 54 and the line 36 with the magnetic reader 7. This assembly is also in communication along a line 42 with a magnetic recording device 43 and along the line 44 with an optical recording device 45 which is in fact a photographic recorder . When using the credit card to purchase an item, the seller or seller types the rounded purchase price on the keypad of the numerical encoder 38.
The current value of the credit card being read by the magnetic reader 7 and the optical reader 35, either
- automatically along lines 41 and 36 - to the computer
39 or read from screen 54 and typed on the keypad of numeric encoder 38 and then passed along line 40 to arithmetic unit 39. The above-mentioned typed purchase price is also fed along line 40 to the calculation unit 39 which makes the difference. This unit of account 39 thus gives a new monetary value. A corresponding signal is sent along line 40 to the coder <EMI ID = 34.1>
new value of the credit card is automatically registered on the credit card both magnetically and optically. The finish
<EMI ID = 35.1> <EMI ID = 36.1>
or more boxes which are delineated by the gridded metal foil 6 on the photosensitive plate 5 are illuminated by this special light source, causing these boxes to discolor.
Since only one round value is assigned to each box, it is normal that the correct amount to the nearest franc cannot be indicated in this way. One can proceed in different ways: One can round the purchase price up or down at random and then indicate the rounded amount on picture 5. One can also always round up the purchase price and use that rounded amount as the amount must be paid by the holder of the card. The difference between this rounded amount and the actual amount can then be immediately refunded to the holder in cash.
Normally, all devices installed in the business where such credit cards can be used will have the elements described above. In some instances, an additional element 46 may be provided along a line 47 across a switch 48
the line.9 is connected. This additional element 46 allows, at a certain position of the switch 48, the data normally sent by the person present on the spot. elements 7 and 35, and / or 8, and / or 38, 39 can now be brought in by telephone, for example from the same elements mentioned above which would be arranged at a different place than in the case. Conversely, the data of the latter elements can be transmitted through this additional element 46 along the tele-
<EMI ID = 37.1> that in each case, only the magnetic reader 7, the scanner 8, the optical reader 35, the magnetic pickup device 43 and the optical pickup device 45 are arranged, while the rest of the device is common for different cases. and is, for example, drawn up at the institution that issues the cards. The actual reading part and recording part of the reading device is thus separated from the control part. Each business should have only a relatively simple and inexpensive device, while the more complicated and more expensive, memories 13 and 18, comparator 28, etc., are located outside the business and can be used for various purposes. The use of the additional element 46 can <EMI ID = 38.1>
When manufacturing a credit card as described above, it must not only be possible to apply data to the card with the aid of the recording devices 43 and 45, but also to immediately check whether these data have been correctly applied. Accordingly, one also needs the readers 7 and 35 and thus the entire above-described portion of the device. In addition, one must also have a connection between the image sensor (sensor) 8 and the magnetic recording device 43 in order to receive the image of the finger, or at least, scanned by this image sensor 8.
to apply the electronic pattern of this image magnetically to the magnetically sensitive layer 4 of the card. For this purpose, the magnetic recording device 43 is connected along a line 49 and a switch 50 to the line 14 connecting to the sensor 8. When making
<EMI ID = 39.1> and when reading the card in the other position. At the
-Making the card must also be done on the layer 4 other <EMI ID = 40.1>
is carried out by an additional code generator 51 which is in communication along the line 52 and a switch 53 with the above-mentioned line 44 and, for a specific position of the switch 53, thus in communication with the magnetic recording device 43. This code generator 51 contains a keyboard on which various data can be converted into a code or at least into signals for the recording device 43.
In this way, one applies magnetically to the layer 4 of the card the indications 3 concerning the maximum value of the card, the data about the institution that issues the card, the type of currency of the money value and, if necessary, certain identity data of the owner. than the fingerprint.
<EMI ID = 41.1>
is present in Figure 2 in the shops where purchases can be made with the credit card described above, it can preferably be made impossible that the code generator 51 could apply its code to a card without the consent of the institution issuing the card. The aforementioned additional element 46, which is in fact a telephone adapter, can be properly used inter alia by the setting of
<EMI ID = 42.1>
state through the intermediary of the establishment established in a business, makes a new credit card, for example if the card of the person presenting it has a current value that is too low.
All the aforementioned electronic elements that
<EMI ID = 43.1>
are commercially available and / or of a construction that would be obvious to one of skill in the art, so that these elements are not described in detail herein.
<EMI ID = 44.1>
of the card, the business in which such a card is used can be fully assured of the solvency of the person presenting the card. Because this decreased value is also optically registered, it is virtually impossible to add value back to the user of the card or to others. By the
<EMI ID = 45.1>
and verifying this fingerprint with a finger of the card holder, the case can also be sure that the one presenting the card is also the cardholder.
<EMI ID = 46.1>
The invention is by no means limited to the embodiment described above and within the scope of the patent application many changes can be made to the described embodiment, including with regard to the shape, the composition, the arrangement and the number of the parts.
<EMI ID = 47.1>
<EMI ID = 48.1>
i i
<EMI ID = 49.1>
be an entrance card. It is evident that in this case no monetary value, neither magnetically nor optically, must be recorded on the card. However, it is still possible to optically record certain magnetically recorded data. run, but this is not absolutely necessary.