BE848591A - Werkwijze en inrichting voor het opnemen van soepele vellen van een stapel. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het opnemen van soepele vellen van een stapel.Info
- Publication number
- BE848591A BE848591A BE172559A BE172559A BE848591A BE 848591 A BE848591 A BE 848591A BE 172559 A BE172559 A BE 172559A BE 172559 A BE172559 A BE 172559A BE 848591 A BE848591 A BE 848591A
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- sheet
- needle
- emi
- stack
- sheets
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65H—HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
- B65H3/00—Separating articles from piles
- B65H3/22—Separating articles from piles by needles or the like engaging the articles
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Sheets, Magazines, And Separation Thereof (AREA)
Description
<EMI ID=1.1> Onderhavige uitvinding betreft werkwijzen en inrichtingen voor het opnemen van soepele vellen; i.h.b. tekstielstofbanen van een stapel. Dergelijke werkwijzen en inrichtingen zijn algemeen <EMI ID=2.1> systemen bekend voor dit doel. De uitvinding betreft een t.o.v. al deze vroegere methoden en systemen, i.h.b. ten opziohte van <EMI ID=3.1> inrichting, met het doel de universele toepasbaarheid ervan tot een zo breed mogelijk gamma van vellen (tekstuur, ruwheid, gewicht, dikte, rekbaarheid enz.) uit te breiden. In dit Brits ootrooi wordt aanbevolen de vellen met de gladste oppervlakken bovenaan in de stapel te situeren en progressief naar onder toe de vellen met ruwer oppervlak te leggen. In de praktijk is dit echter niet altijd doenbaar. Het kan derhalve gebeuren dat de natuurlijke onderlinge aanhechting tussen een reeks bovenste vellen in de stapel groter is dan op een lager niveau in de stapel. Bij het uitrekken zal er dus een neiging bestaan dat deze reeks bovenste vellen enigszins meerekken met het af te nemen vel aan het oppervlak van de stapel en dat een voortijdige afscheiding plaatsvindt op een lager niveau in de stapel terwijl een onvoldoende of moeilijke afscheiding optreedt tussen oppervlaktevel en onmiddellijk daaronder liggende vel. Aan dit euvel kan onverwacht verholpen worden door bijv. tijdens de afsoheidingsbewerking in het op te nemen vel een soort <EMI ID=4.1> wordt o.a. ook nog een oplossing voorgesteld die de toepassing van een speciaal type opneemkoppen omvat waarbij de drukschoenen zo zijn uitgevoerd dat ze tijdens de opspanfase van het vel regelbaar meebe- <EMI ID=5.1> hoefte aan systemen die een minimum van voorzorgsmaatregelen vereisen om onder breed uiteenlopende omstandigheden bedrijfzeker vellen van stapels te kunnen opnemen en waarbij bijv. fijnregeling van de opneemkoppen (uitsteeklengte van de uitsteeksels uit de prikorganen, <EMI ID=6.1> greep (aanvoelen) te bepalen welke stofaard beter zal scheiden dan welke andere om vooraf een gunstige rangschikking in de stapel voor het opnemen te verzekeren. Onderhavige uitvinding verschaft thans maatregelen en <EMI ID=7.1> zodoende de universaliteit van de vroeger geoctrooieerde opneemsystemen sterk bevorderen. De uitvinding laat in het bijzonder toe de opneembewerking feilloos door te voeren op stapels, opgebouwd uit vellen met onderling versohillende samenstelling, tekstuur, appret, dikte, rekbaarheid, oppervlakteruwheid en gewicht en waarbij tege- <EMI ID=8.1> de uitvinding bijv. mogelijk feilloos vellen op te nemen van een stapel die opgebouwd is uit éénzijdig geruwde stoffen die onderling <EMI ID=9.1> gestapeld hetzij al dan niet beurtelings met rechtse kanten op elkaar en averechtse kanten op elkaar hetzij rechtse op averechtse <EMI ID=10.1> dezelfde stapel. Teneinde onder toepassing van de werkwijzen beschreven o.a. in het Brits octrooi 1.443*498 of in de Belgische oo�rooiaanvrage 7650 (1976) van aanvrager doeltreffend opneembewerkingen van stapels in bovenvermelde toestanden te kunnen uitvoeren werd nu gevonden dat een aantal vellen die vlak onder het bovenste af te nemen vel liggen onderling plaatselijk en losmaakbaar verankerd dienen te worden. De verankeringsplaatsen zijn bij voorkeur niet willekeurig verspreid <EMI ID=11.1> de verankeringsplaatsen behorend tot dezelfde reeks nagenoeg loodrecht onder elkaar liggen. Dit verankeringsprincipe kan praktisch verwezenlijkt worden <EMI ID=12.1> de stapel te brengen zodanig dat hun boveneinde (hierna te noemen <EMI ID=13.1> moeten uiteindelijk waarborgen dat telkens slechts het gewenste aantal op te nemen bovenliggende vellen (meestal één per één) worden afgescheiden van de stapel en dat bovendien de stapel of een deel ervan door de afscheidingsbeverkingen voor het bovenste vel nergens verschuift of op een lager niveau afsdeidt en mee opgetild wordt. Ook <EMI ID=14.1> <EMI ID=15.1> Toldoen, bijv. door de naaldkoppen naar boven toe iets te laten verdikken (bijv. konisoh). <EMI ID=16.1> <EMI ID=17.1> opwelving van het vel op de uitsteeksels (en de spanning op het vel) de greep van de opneeakop op dit vel bijzonder stevig is. Elke hapering van het op te nemen vel op de naaldkop kan overigens de spanning en dus ook de klemming van het vel op de uitsteeksels van de opnemers in de hand werken en i.p.v. het vel van de opnemer af te trekken - een gevaar voor schending (scheuren) van het vel op de uitsteeksels met zich brengen. De wrijvingskraohten van het vel op <EMI ID=18.1> kleiner zijn dan de soheurweerstand van het vel, Proefondervindelijk werd echter vastgesteld dat de orde van grootte van naaldkopdikte, <EMI ID=19.1> zou bewerkstelligen of een schending van het vel op deze uitsteeksels met zich zou brengen, buiten het bereik valt van de naaldkopdikten die gesohikt bevonden werden om aan de twee eerste bovenvermelde funktionele behoeften te voldoen. Principieel kunnen de reeksen verankeringsplaatsen, i.h.b. de naaldvoraige elementen in willekeurige plaatsen in het bovenvlak van de stapel ingebracht worden ; ook hun aantal is niet bijzonder <EMI ID=20.1> plaatsen of naaldvormige elementen in de omgeving van de grijpzones, meer bepaald van de opneemkoppen te monteren, in het bijzonder wanneer deze koppen op de stap! drukken omdat hierdoor de aanheohting van de vellen onderling ekstra bevorderd wordt. Soms gebeurt het dat bepaalde zones in de stapel een grotere natuurlijke aanheohting vertonen dan andere : bijv. bepaalde stapelranden waar een sterkere verstrengeling van uitgerafelde randen <EMI ID=21.1> waar met behulp van een bijv. verhitte naald gaatjes werden geboord als blijvend merkteken in de stofbanen, maar waardoor tegelijk enige plaatselijke aaneenkitting van de lagen onderling ontstaat. In derge-lijke gevallen kan het aangewezen zijn een geschikt naaldvormig verankeringselement volgens de uitvinding in de nabijheid van deze zones aan te brengen. De uitvinding omvat ook inriohtingen die geschikt zijn om de naaldvormige elementen doelmatig in de stapel te brengen. Deze inriohtingen omvatten in hoofdzaak een houder voor het naaldvormige element in welke houder dit element met zijn boveneinde (de naaldkop) losaaakbaar is ingeklemd. Enkele uitvoeringsvormen van de uitvinding worden thans bij wijze van voorbeeld nader toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen waarin figuur 1 een opneemelement voorstelt boven een vellenstapel waaraan de naaldenhouder is bevestigd ; figuur 2 een los van het opneemelement op een raamwerk bevestigbare naaldenhouder weergeeft. <EMI ID=22.1> element 4 is (desgewenst verstelbaar) een stift 7 ingeklemd terwijl omheen het element een oilindrisoh lichaam 8 vertikaal verschuifbaar over een afstand bepaald door uitsparing 5 en schroef 9 is aangebracht. In de onderkant van dit lichaam 8 is een vertikale boring voorzien waardoorheen de stift 7 kan op en neer sohuiven. <EMI ID=23.1> zorgt ervoor dat de naald geklemd bli jft zitten in de boring en er niet uitvalt* Bij het starten van de eerste opneembewerking worden nu de stapel vellen 12 en de opnemer met naaldenhouder naar elkaar toegebracht zoals gesuggereerd met pijl 13. De naald 10 prikt doorheen de stapel en het oilindrisoh lichaam 8 schuift omhoog over het element 4 zodat de stift 7 de naald 10 omlaag voorbij het klemkogeltje uit de bering duwt. Nadat de opneemkop het bovenste vel van de <EMI ID=24.1> iets dieper drukken in de stapel (over een afstand die ongeveer gelijk is aan de dikte van het vooraf opgenomen vel). <EMI ID=25.1> type Singer "Class" 21 x 125 en 16 x 87 worden geschikt bevonden. Teneinde alle vellen van de stapel tot de onderste toe te kunnen opnemen is het gewenst een onderkussen voor de stapel op de opneemtafel te leggen met een samengedrukte dikte die iets groter is dan de toegepaste naaldlengte. Het onderkussen zal bij voorkeur uit een <EMI ID=26.1> Toor het geval men de naalden in de stapel wil aanbrengen op andere plaatsen dan in de onmiddellijke omgeving van de opneem- <EMI ID=27.1> is terug verstelbaar in hoogte (klemschroef 6) in het verbindingsstuk 3 gemonteerd. Omheen de onderkant van het oilindrisoh lichaam 8 kan echter een ring 14, verstelbaar in hoogte worden bevestigd. Deze ring heeft tot doel de uitsteekhoogte van naald 10 boven de <EMI ID=28.1> voordeel plaatselijk een zekere druk uit te oefenen op de stapel bij het indrukken van de naald. De werking van deze naaldenhouder is overigens analoog aan deze hiervoor beschreven. De werkwijzen en opneeminriohtingen beschreven in het <EMI ID=29.1> de opneemkoppen, opprikken van het vel van de stapel, opspannen van het opgeprikte vel en tenslotte opliohten van dit opgespannen vel. Bij toepassing van het verankeringsprinoipe in de stapel volgens de uitvinding bij deze opnéemsystemen is verrassenderwijze gebleken dat bij de opspanfaze de kans op schending door overmatig rekken, teneinde een voldoende afscheiding te kunnen verwezenlijken, gevoelig <EMI ID=30.1> stand op een minimum in te stellen, juist voldoende om de kleine opwelving voort te brengen tussen de drukschoenen terwijl ook de rekkracht van de tegenoverliggende opneemkop gevoelig kan verminderd worden. Wanneer stoffen met een aanzienlijk onderling verschil in elasticiteit in de stapel aanwezig zijn zal men als nora voor de regeling van de rekafstand aannemen deze afstand die nodig is om de minst rekbare vellen te scheiden. Een variante uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat bijv, ook nog in het geval dat men slechts twee tegenover elkaar liggende opneemkoppen boven de stapel aanbrengt tussen dewelke het opgeprikte vel opgespannen wordt.
Claims (1)
- In dit geval kunnen naalden ingebracht worden zowel in <EMI ID=31.1>koppen kunnen nabij éénzelfde rand van de stapel gesitueerd zijn, welke rand evenwijdig is aan de rekrichting van het opgeprikte vel. In dit geval wordt het vel dus slechts in de twee hoeken, grenzende aan bovengenoemite rand, opgelioht en toch is een feilloze afscheiding verzekerd.Uiteraard is de uitvinding niet beperkt tot de bovenbeschreven uitvoeringsvormen die slechts als voorbeelden zijn op te vatten. Onderhavige aanvrage wordt derhalve geacht elke variant, toepassing en/of aanpassing van de uitvinding te omvatten in zover ze binen het kader van de uitvindingsgedaohte vallan en in zover ze<EMI ID=32.1>leid worden, meer bepaald in zover ze binnen de omvang vallen van onderstaande konklusies.<EMI ID=33.1>1. Werkwijze voor het afscheiden en opnemen van tenminste éénsoepel vel van een stapel met het kenmerk dat een aantal vellen die vlak onder het bovenste af te nemen vel liggen onderling plaatselijk en losmaakbaar verankerd worden.<EMI ID=34.1>reeksen verankeringsplaatsen tussen opeenvolgende vellen aanwezig zijn en dat de verankeringsplaatsen in dezelfde reeks nagenoeg loodrecht onder elkaar liggen.3. Werkwijze volgens konklusie 2, met het kemmerk dat voor de opneembewerking naaldvormige verankeringselementen nagenoeg vertikaal in de stapel gebracht worden zodanig dat hun boveneinde (naaldkop) reikt tot aan het bovenvlak van de stapel of hoogstens ongeveer 0,5 cm daarboven uitsteekt.<EMI ID=35.1>ting van elk vel aan het bovenliggende op te nemen vel nabij de haaldkoppen kleiner is dan de wrijvingskracht van dit mderliggende vel op deze naaldkoppen.5. Werkwijze volgens konklusie 4 met het kenmerk dat bovendiende wrijvingskraoht van elk vel op de naaldkop tijdens de<EMI ID=36.1>gende zodanig is dat dit vel het naaldvormige element niet mee omhoogtrekt, zowel met als zonder een aantal daarop geprikte onderliggende vellen van de stapel.6. Werkwijze volgens konklusie 4 of 5 met het kenmerk dat dewrijvingskrachten van elk vel op de naaldkop tijdens de afscheidings- en opneembewerking van dit vel kleiner is dan de scheurweerstand van het vel en dan de grijpkraoht van de grijporganen op het vel.7. Werkwijze volgens konklusie 2, met het kenmerk dat de reeksenverankeringsplaatsen nabij de grijpzones van het bovenste vel gelegen zijn.<EMI ID=37.1>soepel vel van een stapel onder toepassing van gekende opneemsystemen met het kenmerk dat ze organen omvatten om naaldvormige elementen (als verankeringsmiddelen voor de vellen in de stapel die onder het (de) op te nemen vel(len) liggen) nagenoeg vertikaal in de stapel te brengen.9. Inrichting volgens konklusie 8 met het kenmerk dat genoemdeorganen een houder omvatten voor de naaldvormige elementen waarin deze elementen met hun naaldkop losmaakbaar zijn ingeklemc 10. Inrichting volgens konklusie 9 met het kenmerk dat de naalden-houders met behulp van een verbindingsstuk verstelbaar hetzij aan de opneemelementen zelf, hetzij aan het de opneemelementen dragende raamwerk zijn bevestigd.11. Inrichting volgens konklusie 10 met het kenmerk dat de naalden-<EMI ID=38.1>van een vertikale stift 7 is aangebracht en om welke element 4 een cilindrisch lichaam 8 verschuifbaar is gemonteerd, welk lichaam een dwarsklemmend middel (11) voor de naaldvormige<EMI ID=39.1>ringvormig element 14 omvatten dat omheen de onderkant van het oilindrisch lichaam 8 verstelbaar is gemonteerd.13. Inrichting volgens voorgaande konklusies met het kenmerk datde naaldvormige elementen een lengte hebben tussen ongeveer 1,5 om en 2,5 cm.<EMI ID=40.1>kop iets dikker is dan de naaldschacht.15. Inrichting volgens konklusie 13 of 14 met het kenmerk dat denaaldkop een ruwer oppervlak heeft dan de naaldschacht.16. Inrichting volgens konklusie 13 of 14 met het kenmerk dat denaald een ruw oppervlak heeft.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE172559A BE848591A (nl) | 1976-11-22 | 1976-11-22 | Werkwijze en inrichting voor het opnemen van soepele vellen van een stapel. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE172559A BE848591A (nl) | 1976-11-22 | 1976-11-22 | Werkwijze en inrichting voor het opnemen van soepele vellen van een stapel. |
BE848591 | 1976-11-22 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE848591A true BE848591A (nl) | 1977-05-23 |
Family
ID=25649704
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE172559A BE848591A (nl) | 1976-11-22 | 1976-11-22 | Werkwijze en inrichting voor het opnemen van soepele vellen van een stapel. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE848591A (nl) |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0039969A1 (en) * | 1980-05-12 | 1981-11-18 | Byttebier, Gaspar A. H. | Process and apparatus for separating flexible sheets from a stack |
US4348018A (en) * | 1978-08-10 | 1982-09-07 | Gaspar A. H. Bijttebier | Method and apparatus for the separation of flexible sheets from a stack and their transportation to a processing unit |
-
1976
- 1976-11-22 BE BE172559A patent/BE848591A/nl unknown
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4348018A (en) * | 1978-08-10 | 1982-09-07 | Gaspar A. H. Bijttebier | Method and apparatus for the separation of flexible sheets from a stack and their transportation to a processing unit |
EP0039969A1 (en) * | 1980-05-12 | 1981-11-18 | Byttebier, Gaspar A. H. | Process and apparatus for separating flexible sheets from a stack |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US3981495A (en) | Process and apparatus for separating supple sheets from a stack | |
US3813094A (en) | Mechanism for transfering flexible work pieces | |
US4557472A (en) | Multi-purpose feeder for successively delivering single sheet or multi-leaved articles from a stack thereof | |
US4157825A (en) | Device for separating single textile workpieces from a stack | |
US5269645A (en) | Material loads and methods for handling material | |
BE848591A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het opnemen van soepele vellen van een stapel. | |
US3690476A (en) | Apparatus for feeding lifts of sheets without marking same | |
DE3882652D1 (de) | Vorrichtung zum abstapeln von boegen. | |
EP0039969B1 (en) | Process and apparatus for separating flexible sheets from a stack | |
HU181297B (en) | Device for separating flexible plane figures | |
CA1124757A (en) | Method and apparatus for the separation of flexible sheets from a stack and their transportation to a processing unit | |
JP2594701B2 (ja) | パターンピースを廃棄材料から分離する装置及び方法 | |
JPS60248538A (ja) | 柔軟な層状体、特に織物類の把持方法及び装置及び前記層状体の把持及び移送機械 | |
BE836666R (nl) | Werkwijze voor het openen van een of meer lagen soepel materiaal vanaf een stapel en inrichting die deze werkwijze toepast | |
JPS5936047A (ja) | 針ピツクアツプ装置 | |
DK162706B (da) | Indretning til fjernelse af en haefteklamme fra et sammenhaeftet bundt ark | |
BE846649A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het opnemen van soepele vellen van een stapel | |
US6457927B1 (en) | Apparatus for stacking and delivering plastic bags, especially bags for packaging machines | |
JPH0227256B2 (ja) | Pitsukuatsupusochi | |
EP1138624A1 (en) | Apparatus and method for forming a block of folded material | |
EP0290104A2 (en) | Device to be used for fastening a hanger in a curtain plait and hanger suitable for using the device | |
NL8403909A (nl) | Werkwijze voor het van etiketten voorzien, bevestigingsmiddel en inrichting. | |
US20010025869A1 (en) | Apparatus and method for forming a block of folded material | |
JPS5941902B2 (ja) | シ−ト状物の自動重ね合せ装置 | |
JPH0611981Y2 (ja) | 粘着性シート材の分離装置 |