<EMI ID=1.1> <EMI ID=2.1>
huis een aandrijf schijf voor de kabel die aan een vast punt is opgehangen, waarbij deze aandrijfschijf voorzien is van
<EMI ID=3.1>
<EMI ID=4.1>
kabel in de schijf de voornoemde vastdrukmiddelen uit elkaar
<EMI ID=5.1>
paalde omstandigheden 3 nodig is het koncept van d eze uitvinding enigszins aan te passen.
<EMI ID=6.1>
gevallen nodig kan zijn, minstens één der schijven van de tweedelige aandrijfschijf in een veerkrachtig materiaal uit te voeren waardoor nen bekomt dat de druk van deze schijf op de
<EMI ID=7.1>
de kabeluitgang een grote wrijving optreedt waardoor vastlopen tot de mogelijkheden behoort, waarbij men om dit te vermijden volgens de huidige uitvinding een smering van deze wieltjes voorziet, waardoor dit voornoemd vastlopen totaal is uitgesloten.
Zulke smering kan op om het even welke wijze worden
<EMI ID=8.1>
genoemde molykote stiften.
Een ander uitermate belangrijk voorwerp nog van de verbeteringen volgens deze uitvinding is dat de voornoemde middelen die de tweedelige aandrijfschijf openhouden, ter plaatse van de kabelingang, respektievelijk ter plaatse van de kabel- <EMI ID=9.1>
dat de plaatselijke omtreksnelheden van deze middelen,respec-
<EMI ID=10.1>
nagenoeg aan elkaar gelijk zijn.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enige voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin : figuur 15 een schematisch vooraanzicht weergeeft met gedeeltelijke wegsnijding van een inrichting volgens de uitvinding; figuur 16 een doorsnede weergeeft volgens lijn XVI-XVI in figuur 15; figuur 17 een zicht is gelijkaardig aan dit van figuur 15, doch voor een uitvoeringsvariante; <EMI ID=11.1> in figuur 17; figuren 19, 20 en 21 drie mogelijke uitvoeringsvormen weergeven van de aandrijfschijf, ter plaatse van de kabel die zij moet aandrijven.
Het is zo dat in een uitvoering waarbij de twee schijfhelften, ter plaatse van de ingang van de kabel in de aandrijfschijf en ter plaatse van de uitgang van de kabel uit de aandrijfschijf, uit elkaar worden gehouden door middel van uitwendige rollen en dat deze rollen aan een grote axiale druk, respektievelijk grote wrijving, worden onderworpen tijdens hun beweging tussen de voornoemde schijf helften waardoor een zo grote warmteontwikkeling wordt veroorzaakt dat een relatief lang gebruik van de lier in vele gevallen onmogelijk is.
Ook is het zo dat wanneer voor dit openhouden der twee schijfhelften twee wieltjes worden gebruikt, met als resultaat een relatief plaatselijke druk krijgt op de kabel tussen de <EMI ID=12.1>
kabelvervorming door samendrukken.
Volgens de huidige verbeteringen zal men dus enerzijds een aandrijf schijf verwezenlijken waarbij de druk
<EMI ID=13.1>
danig dat er tussen kabel en aandrijf schijf geen slip mogelijk is terwijl tevens beschadiging van de kabel wordt uitge-
<EMI ID=14.1> de binnenzijde en over de ganse omtrek voorzien van ring-
<EMI ID=15.1>
<EMI ID=16.1> <EMI ID=17.1>
aanwezigheid van de bouten en veren 10 en anderzijds door de
<EMI ID=18.1>
<EMI ID = 1.1> <EMI ID = 2.1>
housing a drive pulley for the cable suspended from a fixed point, said drive pulley being provided with
<EMI ID = 3.1>
<EMI ID = 4.1>
cable in the sheave the aforementioned tightening means apart
<EMI ID = 5.1>
In certain circumstances, it is necessary to slightly modify the concept of this invention.
<EMI ID = 6.1>
it may be necessary to make at least one of the pulleys of the two-part traction sheave in a resilient material so that the pressure of this pulley on the
<EMI ID = 7.1>
a great friction occurs at the cable outlet, whereby jamming is possible, whereby in order to avoid this, according to the present invention, a lubrication is provided for these wheels, so that said jamming is totally excluded.
Such lubrication can be done in any way
<EMI ID = 8.1>
mentioned molykote markers.
Another extremely important object of the improvements according to this invention is that the aforementioned means which keep the two-part traction sheave open, at the location of the cable entry and at the location of the cable, respectively. <EMI ID = 9.1>
that the local peripheral speeds of these means, respec-
<EMI ID = 10.1>
are almost identical.
With the insight to better demonstrate the characteristics of the invention, some preferred embodiments are described below, by way of example without any limitation, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 15 shows a schematic front view with partial cut-away of a device according to the invention; figure 16 represents a section according to line XVI-XVI in figure 15; figure 17 is a view similar to that of figure 15, but for an embodiment variant; <EMI ID = 11.1> in Figure 17; Figures 19, 20 and 21 represent three possible embodiments of the traction sheave, at the location of the cable it is to drive.
In an embodiment in which the two sheave halves, at the entrance of the rope into the traction sheave and at the exit of the rope out of the traction sheave, are kept apart by means of external rollers and that these rollers are a great axial pressure and a great friction, respectively, are subjected during their movement between the aforementioned disc halves, causing such a great heat development that a relatively long use of the winch is impossible in many cases.
It is also the case that when two wheels are used to keep the two disc halves open, the result is a relatively local pressure on the cable between the <EMI ID = 12.1>
cable deformation due to compression.
According to the current improvements, one will thus realize on the one hand a drive disc at which pressure
<EMI ID = 13.1>
so that no slip is possible between the cable and the drive sheave, while also preventing damage to the cable.
<EMI ID = 14.1> the inside and over the entire circumference with ring
<EMI ID = 15.1>
<EMI ID = 16.1> <EMI ID = 17.1>
presence of the bolts and springs 10 and, on the other hand, by the
<EMI ID = 18.1>