BE826567A - Inrichting voor het wijzigen van rookgewoonten - Google Patents

Description

  "Inrichting voor het wijzigen van rookgewoonten"  <EMI ID=1.1> 

  
voor het wijzigen van rookgewoonten, meer speciaal een inrichting die tot doel heeft het roken te verminderen, vooral van sigaretten.

  
Men weet dat het roken in de meeste gevallen een

  
 <EMI ID=2.1> 

  
roker, meer speciaal sigarettenroker, het roken nodig iieeft om onder een bepaalde invloed te komen, en dat liet roken hem helpt om hem een bepaalde houding te geven, onder andere doordat hij aldus iets heeft om zich mee bezig te houden.

  
 <EMI ID=3.1> 

  
zij daar werkelijk behoefte aan hebben doch omdat het een gewoonte is geworden dat men een sigaret tussen de

  
 <EMI ID=4.1> 

  
hieruit een sigaret nemen en deze aansteken.

  
Het vele roken is bij de meesten dan ook het gevolg

  
van deze gewoonte.

  
De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting die toelaat deze gewoonte af te leren, met andere woorden te verhinderen dat uit gewoonte sigaretten worden gerookt en hierdoor het roken te verminderen wat niet enkel

  
van belang is uit gezondheidsoogpunt maar tevens op financieel gebied.

  
Volgens de uitvinding zal men zulke inrichting vormen door een doosje of dergelijke waarin men het pakje sigaretten dat men bij zich draagt kan aanbrengen, waarbij men het slot van net doosje kan vergrendelen voor een welbepaalde tijd zodanig dat het gedurende deze tijd niet mogelijk is een sigaret te nemen.

  
Men verkrijgt hierdoor dat men de gewoonte van een sigaret te nemen kan wijzigen door de tijd tussen twee opeenvolgende sigaretten steeds te vergroten zodat men er toe

  
Kan komen met deze inrichting de rookgewoonte te wijzigen

  
 <EMI ID=5.1> 

  
dit doel uit een eigenlijk doosje met deksel; tussen het eigenlijk doosje en het deksel afsluitmiddelen en, in relatie met de voornoemde afsluitmi-ddelen, een tijdinrichting die toelaat de voornoemde afsluitmiddelen, gedurende een in te stellen, respektievelijk ingestelde, tijd onbereikbaar te

  
 <EMI ID=6.1>  ricnting volgens de uitvinding, waarbij deksel en eigenlijk doosje met elkaar verbonden zijn, <EMI ID=7.1>  Figuur 3 een schematische doorsnede is volgens lijn III-III in figuur 2; Figuur 4 op groter schaal en in doorsnede het gedeelte weergeeft dat in figuur 3 door F4 is aangeduid; Figuur 5 een zicht is volgens pijl F5 in figuur 4; Figuur 6 een doorsnede weergeeft volgens lijn VI-VI in figuur 4; Figuur 7 een doorsnede weergeeft volgens lijn VII-VII in figuur 5; Figuur 8 een zicht is gelijkaardig aan dit van figuur 5, doch met de inrichting in ontgrendelde toestand; Figuur 9 een doorsneue is volgens lijn IX-IX in figuur 8; Figuur 10 een zicht is gelijkaardig aan dit van figuur 5 doch met de inrichting voor een bepaalde tijd vergrendeld, Figuur 11 een doorsnede is volgens lijn XI-XI in figuur 10.

  
 <EMI ID=8.1> 

  
zaak uit een doosje 1 met deksel 2 die bij voorkeur beiden in een kunststof zijn uitgevoerd en die aan de achterzijde van het doosje op geschikte wijze met elkaar verbonden zijn ten einde aldaar een scharnier te vormen, één en ander zodanig dat het voornoemd deksel 2 kan achterwaarts gescharnierd worden om toegang te verkrijgen tot het eigenlijk

  
 <EMI ID=9.1> 

  
het ruimte verschaft voor een normaal pakje sigaretten. Vanzelfsprekend kunnen zulke doosjes in verschillende afmetingen uitgevoerd worden ten tinde te verkrijgen dat voor ieder verschillende afmeting van pakjes sigaretten zulk doosje voorhanden is.

  
 <EMI ID=10.1> 

  
een sluiting of grendel voorzien die in dit geval gevormd wordt door een ruimte 3 in het deksel waarin een bij voorkeur wigvormig blokje 4 is voorzien, enerzijds, en een eigenlijke grendel die gevormd wordt door een lat 5, anderzijds. Deze lat 5 is door middel van een spil 6 draaibaar verbonden met de voorwand van het doosje 1 en is aan het naar het deksel gericht uiteinde voorzien van een schuin uiteinde 7 dat tevens een aan de voorzijde van de lat 5 voorzien uitsteeksel 8_ begrenst. Het tweede uiteinde van de grendel 5 vertoont een aan de voorzijde bij voorkeur geribte knop 9 die passeert doorheen een ovaalvormige gebogen opening 10 die tot dit doel in de voorwand van het doosje 1 is voorzien.

  
 <EMI ID=11.1>  steeksel 8 zich boven het blokje 4 bevindt dat het deksel 2 wordt vergrendeld ten opzichte van het eigenlijke doosje 1

  
 <EMI ID=12.1> 

  
naar boven kan geklapt worden.

  
Bij voorkeur voorziet men nog een veertje 11 ten einde te verkrijgen dat de grendel 5 steeds in de stand wordt gebracht of gehouden die bij sluiten van het deksel 2 automatisch de vergrendeling teweegbrengt tussen dit deksel met het eigenlijk doosje.

  
Volgens de huidige uitvinding voorziet men ter plaatse van de voornoemde knop 9 van de grendel 5 een tijdinrichting, één en ander zodanig dat door het instellen, met behulp van deze tijdinrichting, de knop 9 voor een bepaalde tijd onbereikbaar wordt zodat men gedwongen moet wachten tot wanneer de ingestelde tijd is verstreken om het doosje 1 te kunnen openen.

  
Deze tijdinrichting bestaat in de uitvoeringsvorm zoals weergegeven in de bijgaande tekeningen hoofdzakelijk uit een kiesschijf 12 die vast verbonden is met een asje 13 en waarbij dit asje vrij draaibaar is aangebracht, enerzijds, in een wand 14 die deel uitmaakt van het lichaam van het

  
 <EMI ID=13.1> 

  
veer 16 voorzien die met één uiteinde verbonden is met deze as 13 en met het tweede uiteinde verbonden is met een spil

  
 <EMI ID=14.1> 

  
stuk 15.

  
Tussen de kiesschijf 12 en de wand 14 is een vertragingsinrichting aangebracht die op bekende wijze gevormd /

  
wordt en waarbij deze vertragingsinrichting in dit geval schematisch is voorgesteld door twee tandradertjes, respektievelijk 17 en 18 waarmede een ankertje 19 samenwerkt.

  
 <EMI ID=15.1> 

  
schijfke 20 tijdaanduidingen 21 aangebracht en tenslotte

  
is in de kiesschijf 12 een uitsparing 22 voorzien die toelaat, op een bepaald ogenblik, de knop 9 te kunenn bedienen.

  
 <EMI ID=16.1> 

  
de uitvinding is zeer eenvoudig.

  
Inderdaad brengt men het gekocht pakje sigaretten

  
aan in een inrichting 1-2 volgens de uitvinding waarbij

  
men deze inrichting door middel van de grendel 5 sluit om vervolgens door middel van de kiesschijf 12 een bepaalde

  
tijd in te stellen bij voorbeeld 30 minuten (figuren 10 en 11).

  
 <EMI ID=17.1> 

  
dekt door de kiesschijf 12 en he&#65533; is dus onmogelijk het doosje

  
 <EMI ID=18.1> 

  
Op dit ogenblik zorgt de veer 16 ervoor dat de kiesschijf 12 terugloopt waarbij de voornoemde vertragingsinrichting er zorg voor draagt dat dit teruglopen volgens de ingestelde tijd geschiedt. Wanneer de voornoemde tijd verstreken is bevindt de uitsparing 21 zich juist voor de

  
 <EMI ID=19.1> 

  
te verschuiven, het doosje te openen. Op dit ogenblik kan men een sigaret nemen om vervolgens het doosje terug te sluiten en opnieuw een bepaalde tijd in te stellen.

  
 <EMI ID=20.1> 

  
kleine tijd kan beginnen om vervolgens deze tijd steeds te verlengen en aldus de rookgewoonte te wijzigen met als doel minder te roken.

  
Het is duidelijk dat de huidige uitvinding geens-

  
 <EMI ID=21.1> 

Claims (1)

1. bijgaande tekeningen weergegeven uitvoering doch zulk doosje, respektievelijk grendel tussen eigenlijk doosje en deksel, respektievelijk tijdmekanisme of onderdeel van het tijdmekanisme kunnen in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.

   EISEN.

   1.- Inrichting voor net wijzigen van rookgewoonten, met net kenmerk dat zij in iioofdzaak gevormd wordt door een eigenlijk doosje met deksel; tussen het eigenlijk doosje en het deksel afsluitmiddelen en, in relatie met de voornoemde afsluitmiddelen, een tijdinrichting die toelaat de voornoemde afsluitmiddelen, gedurende een in te stellen, respektievelijk ingestelde, tijd onbereikbaar te houden.

   2.- Inrichting volgens eis 1, met het kenmerk dat

   de voornoemde afsluitmiddelen gevormd worden door een haakvormig element dat bevestigd is met het eigenlijk dooslichaam en waarvan de eigenlijke haak kan samenwerken met een aanslag in het voornoemd deksel.

   3.- Inrichting volgens eis 2, met het kenmerk dat

   de voornoemde afsluitmiddelen gevormd worden door een lat

   die wentelbaar bevestigd is op het dooslichaam en die aan

   één uiteinde, doorheen een ovaal gat, uit het dooslichaam naar buiten treedt en aldaar kan bediend worden en die aan het tweede uiteinde afgeschuind is en voorzien is van een naar het deksel gericht uitsteeksel.

   4.- Inrichting volgens één der voorgaande eisen,

   met het kenmerk dat, ter plaatse van de voornoemde afsluitmiddelen in de binnenwand van het deksel een ruimte is uitgespaard waarbij deze ruimte over de halve breedte voorzien is van een naar het inwendige van de doos gericht uitsteeksel waarmede de haak van de voornoemde lat kan samenwerken. <EMI ID=22.1>

   bijvoorbeeld een spiraalveer, enerzijds, en een vertragingsmekanisme, bijvoorbeeld een inrichting met anker, anderzijds, waarbij de draaischijf, respektievelijk instelschijf, van deze inrichting zich over de bedieningsknop van de voornoemde afsluitinrichting, respektievelijk lat, kan verplaatsen.

   6.- Inrichting volgens eis 5, met het kenmerk dat

   in de voornoemde instelschijf, respektievelijk kiesschijf, een uitsparing is aangebracht ten einde te verkrijgen dat in de neutrale stand van de kies schijf de voornoemde bedienings-

   <EMI ID=23.1>

   7.- Inrichting volgens één der voorgaande eisen,

   met het kenmerk dat het doosje met deksel inwendige afmetingen vertoont die overeenstemmen met of enigszins groter zijn

   dan de uitwendige afmetingen van een pakje sigaretten of dergelijke.

   8.- Inrichting voor het wijzigen van rookgewoonten, hoofdzakelijk zoals voorafgaand beschreven en weergegeven

   in de bijgaande tekeningen. INFORMATIENOTA

   Bij nazicht van de indieningsformulieren van bovengenoemde octrooiaanvrage bemerken wij dat een referentie is vergeten aan de tekeningen.

   Hierbij laten wij U nieuwe tekeningen geworden, waarbij de referentie 22 nu werd bijgevoegd (zie blz 6, lijn 6 van de beschrijving).

   De ondergetekende weet dat geen enkel document gevoegd bij het dossier van een uitvindingsoctrooi van zulke aard mag zijn, dat het grondwijzigingen aanbrengt, hetzij aan de beschrijving, hetzij aan de tekeningen, en verklaart dat de inhoud van deze nota zulke wijzigingen niet aanbrengt en slechts als doel heeft één of meerdere materiële vergissingen aan te duiden.

   Hij erkent dat de inhoud van deze nota niet als uitwerking kan hebben de octrooiaanvrage nr. 2/54200 volledig of gedeeltelijk geldig te maken indien dit het niet was in het geheel of gedeeltelijk, krachtens de huidige in voege zijnde Wetgeving. Hij machtigt de Administratie deze nota bij het dossier te voegen en er fotocopie van te leveren.