<Desc/Clms Page number 1>
Deze uitvinding heeft betrekking op een fotografische werk- wijze voor het vervaardigen van direct positieve fotografische beelden en op fotografisch materiaal hierbij gebruikt.
Bij de in de fotografische praktijk gebruikelijke omkeer- werkwijzen wordt gewoonlijk het na ontwikkeling overgebleven zilverhalogenide gebruikt tot het vervaardigen van het fotogra- fisch beeld. Na verwijdering van het ontwikkelde zilver wordt het resterende zilverhalogenide belicht en ontwikkeld, ofwel door chemische stoffen gesluierd en verder ontwikkeld. Alhoewel deze werkwijze zeer interessant is, toch vertoont zij nog vele onvolmaaktheden.
Een merkelijke verbetering bracht de zilverhalogenide-
EMI1.1
dif fusie overdraohtswerkwij ze, beschreven in ons Belgisch octrooi 441.852 en zijn late Verbeteringsoctrooi 444. 784, waarbij een belichte en ontwikkelde fotografische afdruk, nog doordrenkt met ontwikkelaar, aangedrukt wordt op een afdrukmateria al dat geen lichtgevoelige stoffen bevat. Het niet ontwikkelde zilver-
<Desc/Clms Page number 2>
halogenide wordt door diffusie overgedragen van de lichtgevoelige laag op het ontvangstmateriaal. Na verwijdering van de laag die het origineel beeld bevat blijft er op het ontvangst materiaal een omkeerbeeld over van de originele afdruk.
Bovengenoemde octrooien be@hrijven verder hoe de diffusie- werkwijze werkelijk kan verbeterd en versneld worden door de toevoeging van ontwikkelingskiemen, of stoffen die zulke kiemen kunnen vormen, in het ontvangstmateriaal.
Ons Belgisch octrooi 444.785 (2de Verbeteringsootrooi van ons octrooi 441.852) beschermt een werkwijze waarbij de diffusie heel eenvoudig en gemakkelijk kan uitgevoerd wordne door een fotografisch materiaal te gebruiken waarbij ten minste twee lagen op de drager verenigd zijn en waarvan de ene een licht- gevoelige zilverhalogenide-emulsie is en de andere een ontvangst- laag, die ontwikkelingskiemen, of stoffen die ontwikkelings- kiemen kunnen vormen, bevat. De lichtgevoelige laag kan in rechtstreekse aanraking zijn met de ontvangstlaag of kan hiervan gescheiden zijn door een tussenlaag. Het bekomen van een omkeer- beeld op zulk een lichtgevoelig materiaal is zeer eenvoudig.
Het materiaal wordt belicht, ontwikkeld, en daarna voor enkele Sijd aan zichzelf overgelaten. Gedurende die tijd heeft de diffusieoverdracht plaats van het niet ontwikkelde zilver- halogenide in de ontvangstlaag, onder gelijktijdige reductie van het zilverhalogenide tot metalliek zilver dat het omkeer- beeld vormt in de ontvangstlaag. Ten einde het omkeerbeeld te voorschijn te brengen wordt de lichtgevoelige laag verwijderd of door afsmelten, of door aftrekken, of. door chemische behande- ling.
Tot het bekomen van rechtstreekse positieve beelden volgens de hierboven beschreven diffusiewerkwijze werd nu door aan- vraagster een nieuwe werkwijze gevonden gekenmerkt door het invoeren in het systeem van pigmentstoffen of van stoffen die gedurende de processing een pigment kunnen vormen, waardoor
<Desc/Clms Page number 3>
een pigmentlaag wordt gevormd met een lichtabsorptie minstens gelijk aan de lichtabsorptie van het negatief zodathet negatief beeld niet meer te zien is en alleen het gevormde positieve diffusiebeeld zichtbaar blijft. Volgens deze werkwijze is het dus niet meer nodig de lichtgevoelige laag die het . negatief beeld bevat te verwijderen.
Voor de uitvoering van de nieuwe werkwijze komen verschil- lende methodes in aanmerking.
Volgens de ene werkwijze wordt het pigment (of de pigment- vormende verbinding) toegevoegd aan de op een drager gegoten lichtgevoelige emulsielaag waarop de ontvangstlaag-aangebracht is. Het pigment kan ook toegevoegd worden aan de ontvangstlaag of tegelijkertijd aan de lichtgevoelige laag en de ontvangst- laag.
Volgens een andere werkwijze kan het pigment toegevoegd worden aan een speciale, tussen de lichtgevoelige emulsielaag en de ontvangstlaag, aangebrachte laag.
Volgens een derde werkwijze kan het direot-positief materiaal bestaan uit één laag, die én het lichtgevoelige zilver- halogenide, én de ontwikkelingskiemen (of de verbindingen die door chemische inwerking op de in de ontwikkelaar aanwezige verbindingen ontwikkelingskiemen vormen) en het pigment bevat.
Als pigment kan bijvoorbeeld bariumsulfaat, titaandioxyde, zinkoxyde, lithopoon, magnesiumoxyde, aluminiumhydroxyde, calcium- oxalaat, antimoonoxyde en loodtitanaat gebruikt worden of als directe toevoeging aan een van de lagen, of gevormd gedurende de processing door onderlinge reactie van verschillende compo- nenten. Zo kan bariumohloride aan het fotografisch materiaal en natriumsulfaat aan de ontwikkelaar toegevoegd worden; gedurende de processing wordt het bariumsulfaat door chemische reactie gevormd in het fotografisch materiaal. Op dezelfde wijze kan zinksulfaat toegevoegd worden aan het materiaal dat met het in de ontwikkelaar aanwezige natriumhydroxyde zinkoxyde vormt.
<Desc/Clms Page number 4>
Het pigment kan ten minste gedeeltelijk bestaan uit stoffen die langzaam het alkali van het ontwikkelbad verbruiken, zoals bijvoorbeeld zink- en aluminiumverbindingen. Daarenboven kunnen andere stoffen, die langzaam alkali verbruiken, zoals bijvoor- beeld hogere vetzuren en hun esters, macromoleculaire bind- middelen met zure of verzeepbare functies, aan een van de lagen toegevoegd worden.
Volgende voorbeelden illustreren de uitvinding zonder deze evenwel hiertoe te beperken.
Voorbeeld 1
Op een papieren onderlaag worden achtereenvolgens drie lagen gegoten van de volgende samenstelling:
EMI4.1
<tb> 1) <SEP> laaggevoelige <SEP> zilverhalogenide-emulsie <SEP> 70 <SEP> g
<tb> water <SEP> 50 <SEP> cm3
<tb>
EMI4.2
2-mer capto-3-antino-4., 6,6-trimethyldihydro-
EMI4.3
<tb> pyrimidine <SEP> in <SEP> ethanol <SEP> 1% <SEP> 2 <SEP> cm3
<tb>
<tb>
<tb> antimoonoxyde <SEP> 3 <SEP> g
<tb>
<tb>
<tb> formaldehyde <SEP> 1,5 <SEP> cm3
<tb>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb> 2) <SEP> gelatine <SEP> 3 <SEP> g
<tb>
<tb>
<tb>
<tb> titaandioxyde <SEP> 2,5 <SEP> g <SEP>
<tb>
<tb>
<tb> water <SEP> 100 <SEP> cm3
<tb>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb> 3) <SEP> met <SEP> zuur <SEP> behandelde <SEP> gelatine <SEP> 12,
5 <SEP> g <SEP>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb> water <SEP> 300 <SEP> cm3
<tb>
<tb>
<tb> goudchloride <SEP> 1% <SEP> 5 <SEP> cm3
<tb>
<tb>
<tb>
<tb> formaldehyde <SEP> . <SEP> 0,5 <SEP> cm3
<tb>
Dit materiaal wordt belicht en ingewreven met een spons, boomwol of een borstel doordrenkt met ontwikkelaar van de volgende samenstelling:
EMI4.4
<tb> water <SEP> 1000 <SEP> cm3
<tb>
<tb> hydrochinon <SEP> 13 <SEP> g
<tb>
<tb> metol
<tb>
<tb> natriumsulfiet <SEP> (watervrij) <SEP> 60 <SEP> g
<tb>
<tb> natriumhydroxyde <SEP> 13 <SEP> g
<tb>
<tb> natriumthiosulfaat <SEP> (krist.) <SEP> 15 <SEP> g
<tb>
EMI4.5
jkaliumbromide 0,8 g
<Desc/Clms Page number 5>
Na 45 a 60 seconden bekomt men een zwart positief beeld op witte achtergrond.
Voorbeeld 2
Op een papieren onderlaag worden achtereenvolgens lagen gegoten van de volgende samenstelling:
EMI5.1
<tb> 1) <SEP> emulsie <SEP> voor <SEP> kernuitstraling <SEP> 60 <SEP> g
<tb>
<tb>
<tb> water <SEP> 40 <SEP> cm3
<tb>
<tb>
<tb> bariumsulfaat <SEP> 3 <SEP> g
<tb>
<tb>
<tb>
<tb> formaldehyde <SEP> 1,2 <SEP> cm3
<tb>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb> 2) <SEP> met <SEP> zuur <SEP> behandelde <SEP> gelatine <SEP> 12,5 <SEP> cm3
<tb>
<tb>
<tb>
<tb> water <SEP> 300 <SEP> -
<tb>
<tb>
<tb>
<tb> thioureum <SEP> 1% <SEP> 3
<tb>
<tb>
<tb>
<tb> zilvernitraat <SEP> 1% <SEP> 3
<tb>
<tb>
<tb>
<tb> loodtitanaat <SEP> 3 <SEP> g
<tb>
<tb>
<tb> formaldehyde <SEP> 0,5 <SEP> cm3
<tb>
Dit materiaal wordt verder behandeld zoals in voorbeeld 1, en na 45 tot 60 seconden bekomt men een zwart positief beeld op witte achtergrond.
Voorbeeld 3
Op een papieren onderlaag worden achtereenvolgens lagen gegoten van de volgende samenstelling:
EMI5.2
<tb> 1) <SEP> laaggevoelige <SEP> zilverohloride-emulsie <SEP> 90 <SEP> g
<tb>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb> water <SEP> 80 <SEP> cm3
<tb>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb> formaldehyde <SEP> 1,6 <SEP> cm3
<tb>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb> titaandioxyde <SEP> 4 <SEP> g
<tb>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb> 2) <SEP> met <SEP> zuur <SEP> behandelde <SEP> gelatine <SEP> 12,5g
<tb>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb> water <SEP> 300 <SEP> cm3
<tb>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb> natriumsulfide <SEP> 1% <SEP> 2,5 <SEP> g
<tb>
EMI5.3
kwiknitraat 1 2,5 g
EMI5.4
<tb> formaldehyde <SEP> 0,5cm2
<tb>
Dit materiaal wordt verder behandeld zoals in voorbeeld 1, en eveneens bekomt men na 45 a 60 seconden een zwart positief beeld op witte achtergrond.
<Desc/Clms Page number 6>
Voorbeeld 4
Op een papieren onderlaag worden achtereenvolgens lagen gegoten van de volgende samenstelling:
EMI6.1
<tb> 1) <SEP> zilverchloridebromideemulsie <SEP> 50 <SEP> g
<tb>
<tb> water <SEP> 50 <SEP> cm3 <SEP>
<tb>
<tb>
<tb> formaldehyde <SEP> 1 <SEP> cm3
<tb>
<tb>
<tb>
<tb> 2) <SEP> ammoniumalginaat <SEP> 2 <SEP> g
<tb>
<tb>
<tb> zilvernitraat <SEP> 1% <SEP> 3 <SEP> g
<tb>
<tb>
<tb> water <SEP> 100 <SEP> cm3
<tb>
<tb>
<tb> ammoniak <SEP> 0,5 <SEP> cm3
<tb>
Dit mengsel wordt gedurende 1 h verwarmd op het waterbad en vervolgens worden hieraan toegevoegd:
EMI6.2
<tb> met <SEP> zuur <SEP> behandelde <SEP> gelatine <SEP> 8 <SEP> g
<tb> water <SEP> 200 <SEP> cm3
<tb>
<tb>
<tb> titaandioxyde <SEP> 2,5 <SEP> g <SEP>
<tb>
<tb> lithopoon <SEP> 3 <SEP> g
<tb>
<tb> formaldehyde <SEP> 0,5 <SEP> cm3
<tb>
Dit materiaal wordt verder behandeld zoals in voorbeeld 1 en eveneens bekomt men na 45 a 60 seconden een zwart positief beeld op een witte achtergrond.
Voorbeeld 5
Op een filmonderlaag wordt een laag gegoten van de volgende samenstelling:
EMI6.3
<tb> Roentgenemulsie <SEP> 25 <SEP> g
<tb>
<tb>
<tb>
<tb> wate <SEP> 70 <SEP> cm3
<tb>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb> titaandioxyde <SEP> 3 <SEP> g
<tb>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb> inerte <SEP> gelatine <SEP> 5 <SEP> g
<tb>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb> zinkohloride <SEP> 1 <SEP> g
<tb>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb> formaldehyde <SEP> 0,4 <SEP> cm3
<tb>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb> colloïdaal <SEP> zilver <SEP> 0,003 <SEP> g
<tb>
Dit materiaal wordt verder behandeld zoals in voorbeeld 1, maar in een ontwikkelaar van de volgende samenstelling:
<Desc/Clms Page number 7>
EMI7.1
<tb> water <SEP> 1000 <SEP> cm3
<tb>
<tb> hydrochinon <SEP> 30 <SEP> g
<tb>
<tb> natriumsulfiet <SEP> (water'vrij) <SEP> 75 <SEP> g
<tb>
<tb> kaliumhydroxyde <SEP> 45 <SEP> g
<tb>
<tb> natriumthiosulfaat <SEP> (krist.) <SEP> 18 <SEP> g
<tb>
<tb> kaliumbromide <SEP> 3 <SEP> g
<tb>
en eveneens na 45 à 60 seconden bekomt men een zwart positief beeld op een witte achtergrond, hetwelk zowel langs de emulsie- zijde als doorheen de rugzijde van de film kan 'beschouwd worden.