[go: up one dir, main page]

BE1029748A1 - Fietskader en modulaire fiets omvattende een dergelijk fietskader - Google Patents

Fietskader en modulaire fiets omvattende een dergelijk fietskader Download PDF

Info

Publication number
BE1029748A1
BE1029748A1 BE20215713A BE202105713A BE1029748A1 BE 1029748 A1 BE1029748 A1 BE 1029748A1 BE 20215713 A BE20215713 A BE 20215713A BE 202105713 A BE202105713 A BE 202105713A BE 1029748 A1 BE1029748 A1 BE 1029748A1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
coupling
coupling means
tube
bicycle
bicycle frame
Prior art date
Application number
BE20215713A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1029748B1 (nl
Inventor
Benjamin Declercq
Original Assignee
Qemu
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Qemu filed Critical Qemu
Priority to BE20215713A priority Critical patent/BE1029748B1/nl
Publication of BE1029748A1 publication Critical patent/BE1029748A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1029748B1 publication Critical patent/BE1029748B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62KCYCLES; CYCLE FRAMES; CYCLE STEERING DEVICES; RIDER-OPERATED TERMINAL CONTROLS SPECIALLY ADAPTED FOR CYCLES; CYCLE AXLE SUSPENSIONS; CYCLE SIDE-CARS, FORECARS, OR THE LIKE
    • B62K3/00Bicycles
    • B62K3/02Frames
    • B62K3/04Frames having a substantially horizontal top bar
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62KCYCLES; CYCLE FRAMES; CYCLE STEERING DEVICES; RIDER-OPERATED TERMINAL CONTROLS SPECIALLY ADAPTED FOR CYCLES; CYCLE AXLE SUSPENSIONS; CYCLE SIDE-CARS, FORECARS, OR THE LIKE
    • B62K13/00Cycles convertible to, or transformable into, other types of cycles or land vehicle
    • B62K13/08Frames
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62KCYCLES; CYCLE FRAMES; CYCLE STEERING DEVICES; RIDER-OPERATED TERMINAL CONTROLS SPECIALLY ADAPTED FOR CYCLES; CYCLE AXLE SUSPENSIONS; CYCLE SIDE-CARS, FORECARS, OR THE LIKE
    • B62K3/00Bicycles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62KCYCLES; CYCLE FRAMES; CYCLE STEERING DEVICES; RIDER-OPERATED TERMINAL CONTROLS SPECIALLY ADAPTED FOR CYCLES; CYCLE AXLE SUSPENSIONS; CYCLE SIDE-CARS, FORECARS, OR THE LIKE
    • B62K7/00Freight- or passenger-carrying cycles
    • B62K7/02Frames
    • B62K7/04Frames having a carrying platform

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Steering Devices For Bicycles And Motorcycles (AREA)
  • Axle Suspensions And Sidecars For Cycles (AREA)

Abstract

Deze uitvinding betreft een fietskader (2), omvattende: - een onderbuis (6); - een aan de onderbuis (6) voorziene staande balhoofdbuis (9), met eerste koppelmiddelen (22) ter koppeling van een voorvork (3); en - een aan het onderste uiteinde (8) van de onderbuis (6) voorziene liggende voormodulekoppelbuis (12), met tweede koppelmiddelen (23); waarbij de koppelmiddelen (22, 23) voorzien zijn ter koppeling van een voormodule (5). Daarnaast betreft deze uitvinding een modulaire fiets (1, 1’), met een dergelijk fietskader (2), een voorvork (3), die koppelbaar is met de balhoofdbuis (9) en een voormodule (5), omvattende: - een staande koppelbuis (34), met derde koppelmiddelen (24), ter koppeling met de eerste koppelmiddelen (22); - en een liggende koppelbuis (36), met vierde koppelmiddelen (25), ter koppeling met de tweede koppelmiddelen (23).

Description

FIETSKADER EN MODULAIRE FIETS OMVATTENDE EEN DERGELIJK
FIETSKADER
Deze uitvinding betreft een fietskader, omvattende: - een onderbuis, met een bovenste uiteinde en een onderste uiteinde; en - een aan het bovenste uiteinde van de onderbuis voorziene staande balhoofdbuis, die een onderste uiteinde omvat, dat voorzien is van eerste koppelmiddelen ter koppeling van een voorvork aan deze balhoofdbuis.
Daarnaast betreft deze uitvinding een modulaire fiets omvattende een dergelijk fietskader.
In deze tekst wordt met boven, onder, voor en achter verwezen naar posities relatief ten opzichte van een fiets in normale gebruikstoestand, wanneer deze met zijn wielen op een ondergrond is geplaatst.
Een staande buis is typisch schuin opgesteld, maar is in de fiets gezien hoofdzakelijk volgens een hoogterichting opgesteld, waarbij deze hoogterichting dwars staat op de genoemde ondergrond. Een liggende buis is eveneens typisch schuin opgesteld, maar is in de fiets gezien hoofdzakelijk volgens de lengterichting van deze fiets opgesteld.
Een fietskader waarop deze uitvinding betrekking heeft, is in heel wat verschillende uitvoeringsvormen gekend.
Het bovenste uiteinde van de balhoofdbuis is daarbij typisch voorzien om hieraan een stuur te bevestigen. De genoemde voorvork, die koppelbaar is met het onderste uiteinde van de balhoofdbuis, is voorzien om hieraan een voorwiel te monteren.
Aan het onderste uiteinde van de onderbuis worden typisch de pedalen van een fiets voorzien.
Naast de genoemde onderbuis en de genoemde balhoofdbuis omvat een fiets normaal ook een staande zitbuis. Het onderste uiteinde van een dergelijke zitbuis is daarbij dan verbonden met het onderste uiteinde van de onderbuis en het bovenste uiteinde van een dergelijke zitbuis is voorzien om hieraan een zadel te bevestigen.
Daarnaast wordt bij heel wat fietskaders ook nog een bovenbuis voorzien, om een steviger fietskader te bekomen. Deze bovenbuis wordt bij zogenaamde damesfietsen typisch weggelaten.
Verder zijn in de meeste fietskaders een liggende achtervork en een staande achtervork onlosmaakbaar verbonden met de staande zitbuis, om hieraan een achterwiel te monteren.
De genoemde buizen van een fietskader werden historisch buisvormig uitgevoerd.
Bij hedendaagse fietsen zijn deze buizen niet steeds meer buisvormig uitgevoerd, maar worden overeenkomstige delen van een fietskader nog steeds met dezelfde benamingen aangeduid. Typisch zijn deze delen wel nog hol uitgevoerd, om bijvoorbeeld remkabels in de holte van deze buizen op te kunnen nemen.
De genoemde buizen zijn samengesteld tot een fietskader. Bij hedendaagse fietsen vormen deze buizen niet steeds discrete delen van dit fietskader, maar zijn deze buizen vaak ook delen van een dergelijk fietskader, die in elkaar overvloeien en die eventueel ook met tussenstukken onderling verbonden kunnen zijn.
Deze uitvinding heeft betrekking op modulaire fietsen, waarbij een fiets die op een klassieke manier voorzien is van 2 wielen omgebouwd kan worden tot een bakfiets en/of een tandem en/of …
Bij bestaande dergelijke modulaire fietsen, wordt typisch bij een bestaande fiets het voorwiel weggenomen. Een voormodule onder de vorm van een bakfietsmodule en/of een tandemmodule en/of … wordt daarbij dan in de plaats van dit voorwiel aan de voorvork bevestigd. Om deze voormodule voldoende stevig te bevestigen, dient het fietskader daarbij typisch ook aangepast te worden om deze voormodule bijkomend nog aan het fietskader zelf te bevestigen. Verder dient men daarbij typisch het remsysteem los te koppelen, terug te monteren en eventueel aan te passen om de aangepaste fiets met een voormodule van een gepast remsysteem te voorzien.
Een voorbeeld van een modulaire fiets waarop deze uitvinding betrekking heeft, is beschreven en afgebeeld in WO 2019/014506 A1.
Een nadeel van deze bestaande modulaire fietsen is, dat het geen sinecure is om een fiets om te bouwen om deze te voorzien van een genoemde voormodule. Typisch dient men daarbij ook de nodige handwerktuigen te gebruiken, die men niet steeds voorhanden heeft.
Het doel van deze uitvinding is dan ook om te voorzien in een fietskader en een modulaire fiets waarmee het eenvoudiger is om een fiets om te bouwen om deze te voorzien van een genoemde voormodule.
Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een fietskader, omvattende: - een onderbuis, met een bovenste uiteinde en een onderste uiteinde; - een aan het bovenste uiteinde van de onderbuis voorziene staande balhoofdbuis, die een onderste uiteinde omvat, dat voorzien is van eerste koppelmiddelen ter koppeling van een voorvork aan deze balhoofdbuis; en - een aan het onderste uiteinde van de onderbuis voorziene liggende voormodulekoppelbuis, die een voorste uiteinde omvat, dat voorzien is van tweede koppelmiddelen; waarbij de eerste en de tweede koppelmiddelen voorzien zijn ter koppeling van een voormodule aan de balhoofdbuis en aan de voormodulekoppelbuis.
Door de genoemde tweede koppelmiddelen te voorzien, dient het fietskader niet langer aangepast te worden om een voormodule hieraan te bevestigen.
Door bovendien te voorzien dat de eerste koppelmiddelen waarmee de voorvork koppelbaar is met de balhoofdbuis nu ook gebruikt kunnen worden ter koppeling van de voormodule aan de fietskader, wordt de bevestiging van een dergelijke voormodule aan een dergelijk fietskader sterk vereenvoudigd ten opzichte van de stand van de techniek.
De genoemde koppelmiddelen zijn daarbij bij voorkeur uitgevoerd als snelkoppelingen, zodat de nodige koppelingen met de voormodule gerealiseerd kunnen worden zonder gebruik te moeten maken van handwerktuigen.
In een eerste specifieke uitvoeringsvorm kunnen de tweede koppelmiddelen een aanbrengholte omvatten in het voorste uiteinde van de voormodulekoppelbuis, voor het hierin aanbrengen van een aanbrengpen van de voormodule.
Een koppeling met behulp van een dergelijke aanbrengholte en een dergelijke aanbrengpen kan op een eenvoudige manier gerealiseerd worden.
Bijkomend of alternatief kunnen de eerste koppelmiddelen ook voorzien worden van een dergelijke aanbrengholte voor het hierin aanbrengen van een aanbrengpen van de voorvork.
In een tweede specifieke uitvoeringsvorm kunnen de tweede koppelmiddelen een eerste haakelement omvatten, dat voorzien is aan het voorste uiteinde van de voormodulekoppelbuis, ter inhaken van een corresponderend tweede haakelement van de voormodule.
Ook een koppeling met dergelijke haakelementen kan op een eenvoudige manier gerealiseerd worden.
Bij voorkeur worden de tweede koppelmiddelen daarbij dan naast het genoemde eerste haakelement voorzien van een afdekhuls, dat telescopisch verschuifbaar ten opzichte van het voorste uiteinde van de voormodulekoppelbuis is voorzien, om het eerste haakelement en het eventuele hierin gehaakte corresponderende tweede haakelement vrij te maken of af te dekken.
Alternatief, maar minder voorkeurdragend zou een dergelijke afdekhuls ook voorzien kunnen worden aan de voormodule.
In een verdere specifieke uitvoeringsvorm omvatten de eerste koppelmiddelen een derde haakelement, dat voorzien is aan het onderste uiteinde van de balhoofdbuis, ter inhaken van een corresponderend vierde haakelement van de voorvork of een corresponderend vierde haakelement van de voormodule.
Bij voorkeur worden de eerste koppelmiddelen daarbij dan naast het genoemde derde haakelement voorzien van een afdekhuls, dat telescopisch verschuifbaar ten opzichte 5 van het onderste uiteinde van de balhoofdbuis is voorzien, om het derde haakelement van de eerste koppelmiddelen en het eventuele hierin gehaakte corresponderende vierde haakelement van de voorvork of de voormodule vrij te maken of af te dekken.
Alternatief, maar minder voorkeurdragend zou een dergelijke afdekhuls ook voorzien kunnen worden aan de voorvork en de voormodule.
Het doel van deze uitvinding wordt verder ook bereikt door te voorzien in een modulaire fiets, omvattende een hier boven genoemd fietskader volgens deze uitvinding, een voorvork die koppelbaar is met de balhoofdbuis en een voormodule die voorzien is van: - een staande koppelbuis, die een bovenste uiteinde omvat, dat voorzien is van derde koppelmiddelen ter koppeling met de eerste koppelmiddelen; en - een liggende koppelbuis, die een achterste uiteinde omvat, dat voorzien is van vierde koppelmiddelen ter koppeling met de tweede koppelmiddelen.
De genoemde eerste en derde koppelmiddelen maken daarbij bij voorkeur deel uit van een eerste snelkoppeling en de tweede en vierde koppelmiddelen maken daarbij bij voorkeur deel uit van een tweede snelkoppeling.
Bij een modulaire fiets volgens deze uitvinding waarin de tweede koppelmiddelen van het fietskader een genoemde aanbrengholte omvatten, omvatten de vierde koppelmiddelen bij voorkeur meer specifiek een telescopische aanbrengpen, die verschuifbaar in het achterste uiteinde van de liggende koppelbuis is voorzien tussen een ingeschoven positie en een uitgeschoven positie en die in de uitgeschoven positie aanbrengbaar is in de aanbrengholte van de tweede koppelmiddelen.
Bij voorkeur zijn in een dergelijke uitvoeringsvorm dan ook blokkeermiddelen voorzien voor het blokkeren van de telescopische aanbrengpen in de uitgeschoven positie.
Dergelijke blokkeermiddelen kunnen meer specifiek bijvoorbeeld voorzien zijn onder de vorm van een blokkeerpen, die zich radiaal op de telescopische aanbrengpen uitstrekt en verschuifbaar aangebracht is in een corresponderende blokkeersleuf in de liggende koppelbuis, dit bij voorkeur in het achterste uiteinde van deze liggende koppelbuis.
De telescopische aanbrengpen is daarbij dan bij voorkeur ook roteerbaar in dit achterste uiteinde aangebracht en de blokkeersleuf omvat dan bij voorkeur een eerste blokkeersleufdeel dat zich axiaal op de koppelbuis uitstrekt en een tweede blokkeersleufdeel dat zich boogvormig op de koppelbuis uitstrekt, zodat bij uitschuiven van de aanbrengpen in de koppelbuis, de blokkeerpen eerst verschuift in het eerste blokkeersleufdeel en in uitgeschoven positie, bij verdraaien van de aanbrengpen in de koppelbuis, de blokkeerpen verschuift in dit tweede boogvormige blokkeersleufdeel.
Alternatief kunnen deze blokkeermiddelen bijvoorbeeld voorzien zijn onder de vorm van een pen die in een corresponderende holte in de aanbrengpen aanbrengbaar is.
Bij een modulaire fiets volgens deze uitvinding waarin de tweede koppelmiddelen een genoemd eerste haakelement omvatten, omvatten de vierde koppelmiddelen bij voorkeur een tweede haakelement, dat voorzien is aan het achterste uiteinde van de liggende koppelbuis en dat corresponderend is uitgevoerd met het eerste haakelement van de tweede koppelmiddelen.
Bij een modulaire fiets volgens deze uitvinding waarin de eerste koppelmiddelen een genoemd derde haakelement omvatten, omvatten de derde koppelmiddelen bij voorkeur een vierde haakelement, dat voorzien is aan het bovenste uiteinde van de staande koppelbuis en dat corresponderend is uitgevoerd met het derde haakelement van de eerste koppelmiddelen.
Een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een modulaire fiets volgens deze uitvinding omvat een remsysteem, omvattende remkoppelmiddelen voor het onderling koppelen van verschillende delen van dit remsysteem.
Deze remkoppelmiddelen zijn daarbij bij voorkeur uitgevoerd als een snelkoppeling.
Verschillende snelkoppelingen voor remsystemen voor fietsen zijn gekend en kunnen ook gebruikt worden in een remsysteem van een modulaire fiets volgens deze uitvinding. Zo zijn er snelkoppelingen voor mechanische remsystemen, waarbij een dergelijke snelkoppeling voorzien is ter verbinding van verschillende delen van een
Bowdenkabel. Ook zijn er snelkoppelingen voor hydraulische remsystemen, waarbij een dergelijke snelkoppeling voorzien is ter verbinding van verschillende delen van hydraulische deelleidingen van dit hydraulische remsysteem.
De remkoppelmiddelen van een modulaire fiets volgens deze uitvinding zijn bij voorkeur geïntegreerd in de eerste koppelmiddelen en in de derde koppelmiddelen.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van enkele uitvoeringsvormen van fietskaders en modulaire fietsen volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvinding aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in - Figuur 1 een eerste fiets met een eerste uitvoeringsvorm van een fietskader volgens deze uitvinding in zijaanzicht is weergegeven; - Figuur 2 de fiets uit figuur 1 in zijaanzicht is weergegeven, waarbij de voorvork is losgekoppeld van de fietskader;
- Figuur 3 de fiets uit figuur 1 in zijaanzicht is weergegeven, met een voormodule in plaats van de voorvork met voorwiel uit figuur 1, waarbij deze voormodule is losgekoppeld van de fietskader;
- Figuur 4 de fiets uit figuur 1 met de voormodule uit figuur 3 in zijaanzicht is weergegeven, waarbij de voormodule is gekoppeld met de fietskader, maar de koppeling niet is geblokkeerd;
- Figuur 5 de fiets uit figuur 1 met de voormodule uit figuur 3 in zijaanzicht is weergegeven, waarbij de voormodule is gekoppeld met de fietskader, en waarbij de koppeling is geblokkeerd,
- Figuur 6 detail A uit figuur 3 in meer detail in perspectief is weergegeven;
- Figuur 7 detail B uit figuur 4 in meer detail in perspectief is weergegeven;
- Figuur 8 detail C uit figuur 5 in meer detail in perspectief is weergegeven;
- Figuur 9 een tweede fiets met een tweede uitvoeringsvorm van een fietskader volgens deze uitvinding in zijaanzicht is weergegeven;
- Figuur 10 de fiets uit figuur 9 in zijaanzicht is weergegeven, waarbij de voorvork is losgekoppeld van de fietskader;
- Figuur 11 de fiets uit figuur 9 in zijaanzicht is weergegeven, met een voormodule in plaats van de voorvork met voorwiel uit figuur 9, waarbij deze voormodule is losgekoppeld van de fietskader;
- Figuur 12 de fiets uit figuur 9 met de voormodule uit figuur 11 in zijaanzicht is weergegeven, waarbij de voormodule is gekoppeld met de fietskader, maar de koppeling niet is geblokkeerd;
- Figuur 13 de fiets uit figuur 9 met de voormodule uit figuur 11 in zijaanzicht is weergegeven, waarbij de voormodule is gekoppeld met de fietskader, en waarbij de koppeling is geblokkeerd,
- Figuur 14 een tweede fiets met een tweede uitvoeringsvorm van een fietskader volgens deze uitvinding in zijaanzicht is weergegeven;
- Figuur 15 de fiets uit figuur 14 in zijaanzicht is weergegeven, waarbij de voorvork is losgekoppeld van de fietskader;
- Figuur 16 de fiets uit figuur 14 in zijaanzicht is weergegeven, met een voormodule in plaats van de voorvork met voorwiel uit figuur 14, waarbij deze voormodule is losgekoppeld van de fietskader; - Figuur 17 de fiets uit figuur 14 met de voormodule uit figuur 16 in zijaanzicht is weergegeven, waarbij de voormodule is gekoppeld met de fietskader, maar de koppeling niet is geblokkeerd, - Figuur 18 de fiets uit figuur 14 met de voormodule uit figuur 16 in zijaanzicht is weergegeven, waarbij de voormodule is gekoppeld met de fietskader, en waarbij de koppeling is geblokkeerd.
De in de figuren afgebeelde modulaire fietsen (1, 1’) omvatten telkens een fietskader (2) waaraan een achterwiel (21) bevestigd is, een voorvork (3) die koppelbaar is met het fietskader (2), waaraan een voorwiel (4) roteerbaar is bevestigd en een voormodule (5) die uitwisselbaar met de voorvork (3) eveneens koppelbaar is met het fietskader (2).
In de afgebeelde uitvoeringsvormen is de voormodule (5) telkens uitgevoerd als een bakfietsmodule (5). Deze voormodule (5) omvat telkens een bak (45), waaraan achteraan een staande koppelbuis (34) is voorzien en een liggende koppelbuis (36).
Vooraan de bak (45) is in de afgebeelde uitvoeringsvorm een voorvork (3’) gemonteerd, waaraan een voorwiel (4’) roteerbaar is bevestigd.
Het ligt voor de hand hoe men op een vergelijkbare manier alternatieve voormodules (5) kan uitwerken. Zo kan men bijvoorbeeld alternatieve uitvoeringsvormen voor de afgebeelde bakfietsmodules uitwerken, zoals bijvoorbeeld een bakfietsmodule met een afsluitbare bak, of een bakfietsmodule die aan weerszijden is ondersteund door een wiel in plaats van vooraan ondersteund met het ene afgebeeld voorwiel (47), enz.
Deze bakfietsmodules kunnen daarbij uitgewerkt worden voor het vervoeren van mensen, dieren en/of goederen. Verder kan men bijvoorbeeld tandemmodules uitwerken, zoals een tandemmodule voor een tweede volwassen persoon, of een tandemmodule voor een kind, enz. Nog verder kan men bijvoorbeeld een driewielmodule voorzien voor het omvormen van een tweewieler in een driewieler.
De verschillende afgebeelde uitvoeringsvormen van fietskaders (2) voor de afgebeelde modulaire fietsen (1, 1’) omvatten telkens een onderbuis (6), een zitbuis (14), een liggende achtervork (19) een staande achtervork (20), een balhoofdbuis (9) en een voormodulekoppelbuis (12).
Het spreekt voor zich dat een dergelijk fietskader (2) naast deze afgebeelde buizen (6, 14, 19, 20, 9, 12) ook op een gekende manier voorzien zou kunnen worden van een bovenbuis of één of meerdere bijkomende buizen.
De onderbuis (6) van elk fietskader (2) omvat een bovenste uiteinde (7), waaraan de balhoofdbuis (9) is voorzien en een onderste uiteinde (8), waaraan de pedalen (18) zijn voorzien en waaraan de voormodulekoppelbuis (12) is voorzien.
De zitbuis (14) omvat telkens een bovenste uiteinde (15) waaraan een zadel (17) is voorzien en een onderste uiteinde (16), dat vloeiend overloopt in het onderste uiteinde (8) van de onderbuis (6). De pedalen (18) en de voormodulekoppelbuis (12) zijn dus eveneens voorzien aan het onderste uiteinde (16) van deze zitbuis (14).
De liggende achtervork (19) en de staande achtervork (20) zijn aan een eerste uiteinde respectievelijk verbonden met het onderste uiteinde (16) van de zitbuis (14) en het bovenste uiteinde (15) van de zitbuis (14). Aan een tweede uiteinde van deze liggende achtervork (19) en deze staande achtervork (20) is het achterwiel (21) roteerbaar bevestigd.
Tussen de achtervorken (19, 20) en het achterwiel (21) kunnen op een gekende manier één of meerdere tandwielen opgesteld worden, voor een niet afgebeelde kettingaandrijving van de fiets (1, 1’). Corresponderend kunnen het onderste uiteinde (8) van de onderbuis (6) en het onderste uiteinde (16) van de zitbuis (14) dan verder ook op een gekende manier voorzien zijn van één of meerdere tandwielen voor deze kettingaandrijving.
De balhoofdbuis (9) omvat telkens een bovenste uiteinde (10) waaraan het stuur (40) is gemonteerd en een onderste uiteinde (11) waaraan enerzijds de voorvork (3) koppelbaar is en waaraan anderzijds inwisselbaar met de voorvork (3) ook de voormodule (5) koppelbaar is.
In de figuren 1, 9 en 14 is telkens een voorvork (3) met een voorwiel (4) gekoppeld aan het onderste uiteinde (11) van de balhoofdbuis (9). Hiertoe is telkens een eerste snelkoppeling voorzien, met onderling koppelbare en vijfde koppelmiddelen (41). De eerste koppelmiddelen (22) zijn daarbij aan het onderste uiteinde (11) van de balhoofdbuis (9) voorzien en de vijfde koppelmiddelen (41) zijn bovenaan de voorvork (3) voorzien.
Zoals afgebeeld in de figuren 2, 10 en 15 is deze snelkoppeling ook voorzien voor het terug loskoppelen van de voorvork (3), en zijn de eerste koppelmiddelen (22) ook voorzien om in plaats daarvan een tweede snelkoppeling te vormen met derde koppelmiddelen (24), die voorzien zijn aan het bovenste uiteinde (35) van de staande koppelbuis (34) van de voormodule (5). Naast deze tweede snelkoppeling is een derde snelkoppeling voorzien voor het koppelen van de voormodule (5) aan de fietskader (2). Deze tweede snelkoppeling omvat tweede koppelmiddelen (23) aan het voorste uiteinde (13) van de voormodulekoppelbuis (12) en vierde koppelmiddelen (25) aan het achterste uiteinde (37) van de liggende koppelbuis (36) van de voormodule (5).
In de uitvoeringsvormen zoals afgebeeld in de figuren 1-13 zijn de eerste koppelmiddelen (22) op een gekende manier voorzien van een aanbrengholte (42) waarin een corresponderende aanbrengpen (43) van de vijfde koppelmiddelen (41) of inwisselbaar hiermee een aanbrengpen (44) van de derde koppelmiddelen (24) aanbrengbaar is. In de uitvoeringsvorm uit de figuren 14-18 zijn de tweede koppelmiddelen (23) voorzien van een vergelijkbare aanbrengholte (26), waarin op een vergelijkbare manier het achterste uiteinde (37) van de liggende koppelbuis (36) van de voormodule (5) als een verglijkbare aanbrengpen (27) aanbrengbaar is.
In plaats daarvan is in de eerste uitvoeringsvorm zoals afgebeeld in figuren 1-8 de aanbrengpen (27) telescopisch verschuifbaar voorzien is in het achterste uiteinde (37) van de liggende koppelbuis (36). Deze aanbrengpen (27) is daarbij verschuifbaar tussen een ingeschoven positie, zoals afgebeeld in de figuren 3 en 6 en een uitgeschoven positie, zoals afgebeeld in de figuren 4 en 7. Deze schuifbeweging wordt daarbij geleid doordat een blokkeerpen (39), die zich radiaal uitstrekt ten opzichte van de aanbrengpen (27), verschuifbaar is voorzien in een blokkeersleuf (38) in het achterste uiteinde (37) van de liggende koppelbuis (36). Deze blokkeersleuf (38) is hierbij doorheen de mantel van deze koppelbuis (36) voorzien.
De blokkeerpen (39) strekt zich doorheen deze blokkeersleuf (38) uit zodat men deze handmatig kan bedienen. Tijdens de genoemde schuifbeweging beweegt de blokkeerpen (39) in een eerste deel van de blokkeersleuf (38) dat zich axiaal op de koppelbuis (36) uitstrekt. Wanneer de aanbrengpen (27) in uitgeschoven positie is, is deze aanbrengpen (27) ook roteerbaar in de koppelbuis (36) en de blokkeerpen (39) verschuift daarbij in een tweede deel van de blokkeersleuf (38), dat zich boogvormig uitstrekt op de koppelbuis (36). Daarbij wordt de koppeling geblokkeerd, zodat de aanbrengpen (27) niet ongewenst terug los kan komen uit de corresponderende aanbrengholte (26) in de voormodulekoppelbuis (12).
In de tweede uitvoeringsvorm zoals afgebeeld in figuren 9-13 omvatten de tweede koppelmiddelen (22) een eerste haakelement (28), dat voorzien is aan het voorste uiteinde (13) van de voormodulekoppelbuis (12) en omvatten de vierde koppelmiddelen (25) een corresponderend uitgevoerd tweede haakelement (29), dat voorzien is aan het achterste uiteinde (37) van de liggende koppelbuis (36). Het tweede haakelement (29) is daarbij inhaakbaar in het eerste haakelement (28) om een snelkoppeling te realiseren. Om te verhinderen dat deze snelkoppeling ongewenst zou loskomen, zijn de tweede koppelmiddelen (23) voorzien van een afdekhuls (30), dat telescopisch verschuifbaar ten opzichte van het voorste uiteinde (13) van de voormodulekoppelbuis (12) is voorzien, om het eerste haakelement (28) en het hierin gehaakte corresponderende tweede haakelement (29) vrij te maken of af te dekken.
Bij afdekken van de haakelementen (28, 29) wordt de koppeling geblokkeerd.
In de derde uitvoeringsvorm zoals afgebeeld in figuren 14-18 omvatten de eerste koppelmiddelen (22) op een analoge manier een derde haakelement (31), dat voorzien is aan het onderste uiteinde (11) van de balhoofdbuis (9), en omvatten zowel de derde koppelmiddelen (24) als de vijfde koppelmiddelen (41) analoog een corresponderend uitgevoerd vierde haakelement (32). Het vierde haakelement (32) is daarbij inhaakbaar in het derde haakelement (31) om een snelkoppeling te realiseren.
Om te verhinderen dat deze snelkoppeling ongewenst zou loskomen, zijn de eerste koppelmiddelen (22) voorzien van een afdekhuls (33), dat telescopisch verschuifbaar ten opzichte van het onderste uiteinde (11) van de balhoofdbuis (9) is voorzien, om het derde haakelement (31) van de eerste koppelmiddelen (22) en het hierin gehaakte corresponderende vierde haakelement (32) van de voorvork (3) of van de voormodule (5) vrij te maken of af te dekken. Bij afdekken van de haakelementen (31, 32) wordt de koppeling geblokkeerd.

Claims (12)

CONCLUSIES
1. Fietskader (2), omvattende: — een onderbuis (6), met een bovenste uiteinde (7) en een onderste uiteinde (8); en — een aan het bovenste uiteinde (7) van de onderbuis (6) voorziene staande balhoofdbuis (9), die een onderste uiteinde (11) omvat, dat voorzien is van eerste koppelmiddelen (22) ter koppeling van een voorvork (3) aan deze balhoofdbuis (9); met het kenmerk dat dit fietskader (2) een aan het onderste uiteinde (8) van de onderbuis (6) voorziene liggende voormodulekoppelbuis (12) omvat, die een voorste uiteinde (13) omvat, dat voorzien is van tweede koppelmiddelen (23) en dat de eerste koppelmiddelen (22) en de tweede koppelmiddelen (23) voorzien zijn ter koppeling van een voormodule (5) aan de balhoofdbuis (9) en aan de voormodulekoppelbuis (12).
2. Fietskader (2) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de tweede koppelmiddelen (23) een aanbrengholte (26) omvatten in het voorste uiteinde (13) van de voormodulekoppelbuis (12) voor het hierin aanbrengen van een aanbrengpen (27) van de voormodule (5).
3. Fietskader (2) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de tweede koppelmiddelen (23) een eerste haakelement (28) omvatten, dat voorzien is aan het voorste uiteinde (13) van de voormodulekoppelbuis (12), ter inhaken van een corresponderend tweede haakelement (29) van de voormodule (5).
4. Fietskader (2) volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de tweede koppelmiddelen (23) voorzien zijn van een afdekhuls (30), dat telescopisch verschuifbaar ten opzichte van het voorste uiteinde (13) van de voormodulekoppelbuis (12) is voorzien, om het eerste haakelement (28) en het eventuele hierin gehaakte corresponderende tweede haakelement (29) vrij te maken of af te dekken.
5. Fietskader (2) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de eerste koppelmiddelen (22) een derde haakelement (31) omvatten, dat voorzien is aan het onderste uiteinde (11) van de balhoofdbuis (9), ter inhaken van een corresponderend vierde haakelement (32) van de voorvork (3) of van de voormodule (5).
6. Fietskader (2) volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de eerste koppelmiddelen (22) voorzien zijn van een afdekhuls (33), dat telescopisch verschuifbaar ten opzichte van het onderste uiteinde (11) van de balhoofdbuis (9) is voorzien, om het derde haakelement (31) van de eerste koppelmiddelen (22) en het eventuele hierin gehaakte corresponderende vierde haakelement (32) van de voorvork (3) of van de voormodule (5) vrij te maken of af te dekken.
7. Modulaire fiets (1, 1°), omvattende een fietskader (2) volgens één van de voorgaande conclusies, een voorvork (3) die koppelbaar is met de balhoofdbuis (9) en een voormodule (5) die voorzien is van: — een staande koppelbuis (34), die een bovenste uiteinde (35) omvat, dat voorzien is van derde koppelmiddelen (24) ter koppeling met de eerste koppelmiddelen (22); — en een liggende koppelbuis (36), die een achterste uiteinde (37) omvat, dat voorzien is van vierde koppelmiddelen (25) ter koppeling met de tweede koppelmiddelen (23).
8. Modulaire fiets (1, 1’) volgens conclusie 7, met het kenmerk dat het fietskader (2) een fietskader (2) is volgens conclusie 2, waarbij de vierde koppelmiddelen (25) een telescopische aanbrengpen (27) omvatten, die verschuifbaar in het achterste uiteinde (37) van de liggende koppelbuis (36) is voorzien tussen een ingeschoven positie en een uitgeschoven positie en die in de uitgeschoven positie aanbrengbaar is in de aanbrengholte (26) van de tweede koppelmiddelen (23).
9. Modulaire fiets (1, 1°) volgens conclusie 8, met het kenmerk dat blokkeermiddelen (38, 39) zijn voorzien voor het blokkeren van de telescopische aanbrengpen (27) in de uitgeschoven positie.
10. Modulaire fiets (1, 1’) volgens conclusie 7, met het kenmerk dat het fietskader (2) een fietskader (2) is volgens conclusie 3, waarbij de vierde koppelmiddelen (25) een tweede haakelement (29) omvatten, dat voorzien is aan het achterste uiteinde (37) van de liggende koppelbuis (36) en dat corresponderend is uitgevoerd met het eerste haakelement (28) van de tweede koppelmiddelen (23).
11. Modulaire fiets (1, 1’) volgens één van de conclusies 7 tot 10, met het kenmerk dat deze fiets (1, 1°) een remsysteem omvat, omvattende remkoppelmiddelen voor het onderling koppelen van verschillende delen van dit remsysteem.
12. Modulaire fiets (1, 1’) volgens conclusie 11, met het kenmerk dat de remkoppelmiddelen geïntegreerd zijn in de eerste koppelmiddelen (22) en in de derde koppelmiddelen (24).
BE20215713A 2021-09-13 2021-09-13 Fietskader en modulaire fiets omvattende een dergelijk fietskader BE1029748B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20215713A BE1029748B1 (nl) 2021-09-13 2021-09-13 Fietskader en modulaire fiets omvattende een dergelijk fietskader

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20215713A BE1029748B1 (nl) 2021-09-13 2021-09-13 Fietskader en modulaire fiets omvattende een dergelijk fietskader

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1029748A1 true BE1029748A1 (nl) 2023-04-04
BE1029748B1 BE1029748B1 (nl) 2023-04-11

Family

ID=77821515

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20215713A BE1029748B1 (nl) 2021-09-13 2021-09-13 Fietskader en modulaire fiets omvattende een dergelijk fietskader

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1029748B1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP4335737A1 (de) * 2022-09-06 2024-03-13 Sphaer Bikes GmbH Anschlussvorrichtung zum kuppeln eines fahrradrahmens mit einem fahrradvorderteil, sowie ein set zum umwandeln eines fahrrads in ein lastenfahrrad

Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2019014506A1 (en) 2017-07-12 2019-01-17 Scott Taylor CARGO BIKE TRANSFORMATION SYSTEM

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US9114844B2 (en) * 2012-10-03 2015-08-25 Hauler Cycles, LLC Bicycle conversion kit and tricycle apparatus
CH708860A2 (de) * 2013-11-15 2015-05-15 Josef Von Ah Umtausch-Vorrichtung für ein alternierend werkzeuglos umbaubares Fahr-/Lastenrad.
CH712352A2 (de) * 2016-04-02 2017-10-13 Von Ah Josef Mehrbereichs-Kupplung für ein alternierend-werkzeugloses Wechseln diverser Frontrahmen an einem umbaubaren Fahrrad.

Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2019014506A1 (en) 2017-07-12 2019-01-17 Scott Taylor CARGO BIKE TRANSFORMATION SYSTEM

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP4335737A1 (de) * 2022-09-06 2024-03-13 Sphaer Bikes GmbH Anschlussvorrichtung zum kuppeln eines fahrradrahmens mit einem fahrradvorderteil, sowie ein set zum umwandeln eines fahrrads in ein lastenfahrrad

Also Published As

Publication number Publication date
BE1029748B1 (nl) 2023-04-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN103921830B (zh) 用于手推童车的座椅附接件
US6497426B2 (en) Convertible bicycle
US8720927B2 (en) Collapsible recumbent tricycle
CN109641632B (zh) 自行车转换套件和货物自行车设备
US7992889B2 (en) Convertible stroller-cycle
US7445224B2 (en) Folding bicycle
US20200148302A1 (en) Child's Riding Bike that Converts Between a Balance Bike and a Pedal-Powered Bicycle
US7766359B2 (en) Trailer/jogger combination
TWI584990B (zh) 轉換式滑行車
TW201431733A (zh) 用於兩輪車的可折疊車架
EP3489110A1 (en) Sibling board
BE1029748A1 (nl) Fietskader en modulaire fiets omvattende een dergelijk fietskader
US5947500A (en) Cycle frame assembly
US9327791B2 (en) Foldable vehicle
EP3797064B1 (en) A child carrier and docking assembly
US11136088B2 (en) Adaptable children's bicycle
FR2970936A1 (fr) Tricycle transformable
NL9201848A (nl) Multi-functionele kinderwagen.
CN105253233B (zh) 折叠式自行车把手收合构造
FR2837160A1 (fr) Voiture pliable pour le transport d'enfant a structure telescopique
GB2490308A (en) Convertible child transport
CN204037801U (zh) 折叠式自行车把手收合构造
EP2236397A1 (en) Mounting assembly for a child bicycle seat
CA3091498A1 (en) Collapsible bicycle frame
GB2480659A (en) Bicycle seat convertible to a pushchair

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20230411