[go: up one dir, main page]

BE1028162B1 - Kit, lichtelement, sensorelement, geleidingsbaan en werkwijze voor bevestiging van een element op een geleidingsbaan - Google Patents

Kit, lichtelement, sensorelement, geleidingsbaan en werkwijze voor bevestiging van een element op een geleidingsbaan Download PDF

Info

Publication number
BE1028162B1
BE1028162B1 BE20205193A BE202005193A BE1028162B1 BE 1028162 B1 BE1028162 B1 BE 1028162B1 BE 20205193 A BE20205193 A BE 20205193A BE 202005193 A BE202005193 A BE 202005193A BE 1028162 B1 BE1028162 B1 BE 1028162B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
guideway
hook
connector
shaped recess
side walls
Prior art date
Application number
BE20205193A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1028162A1 (nl
Inventor
Maarten Demunster
Peter Ameloot
Francky Vanlerberghe
Original Assignee
Delta Light Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Delta Light Nv filed Critical Delta Light Nv
Priority to BE20205193A priority Critical patent/BE1028162B1/nl
Publication of BE1028162A1 publication Critical patent/BE1028162A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1028162B1 publication Critical patent/BE1028162B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V21/00Supporting, suspending, or attaching arrangements for lighting devices; Hand grips
    • F21V21/34Supporting elements displaceable along a guiding element
    • F21V21/35Supporting elements displaceable along a guiding element with direct electrical contact between the supporting element and electric conductors running along the guiding element
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V21/00Supporting, suspending, or attaching arrangements for lighting devices; Hand grips
    • F21V21/14Adjustable mountings
    • F21V21/30Pivoted housings or frames
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V23/00Arrangement of electric circuit elements in or on lighting devices
    • F21V23/04Arrangement of electric circuit elements in or on lighting devices the elements being switches
    • F21V23/0442Arrangement of electric circuit elements in or on lighting devices the elements being switches activated by means of a sensor, e.g. motion or photodetectors
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V23/00Arrangement of electric circuit elements in or on lighting devices
    • F21V23/06Arrangement of electric circuit elements in or on lighting devices the elements being coupling devices, e.g. connectors
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R25/00Coupling parts adapted for simultaneous co-operation with two or more identical counterparts, e.g. for distributing energy to two or more circuits
    • H01R25/14Rails or bus-bars constructed so that the counterparts can be connected thereto at any point along their length
    • H01R25/142Their counterparts
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R25/00Coupling parts adapted for simultaneous co-operation with two or more identical counterparts, e.g. for distributing energy to two or more circuits
    • H01R25/14Rails or bus-bars constructed so that the counterparts can be connected thereto at any point along their length
    • H01R25/147Low voltage devices, i.e. safe to touch live conductors
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21YINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES F21K, F21L, F21S and F21V, RELATING TO THE FORM OR THE KIND OF THE LIGHT SOURCES OR OF THE COLOUR OF THE LIGHT EMITTED
    • F21Y2115/00Light-generating elements of semiconductor light sources
    • F21Y2115/10Light-emitting diodes [LED]

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Non-Portable Lighting Devices Or Systems Thereof (AREA)
  • Arrangement Of Elements, Cooling, Sealing, Or The Like Of Lighting Devices (AREA)

Abstract

De huidige uitvinding heeft betrekking op een kit voor bevestiging van een element op een geleidingsbaan, omvattende een element, zoals een lichtelement en/of sensorelement, en een geleidingsbaan, waarbij het element een connector voor het elektrisch connecteren van het element aan de geleidingsbaan omvat, waarbij het element een behuizing omvat, waarbij de geleidingsbaan een profiel, omvattende twee zijwanden en een basiswand, omvat, waarbij de twee zijwanden en de basiswand een U-vormige uitsparing vormen, waarbij het element een haak omvat, waarbij de connector aan een uiteinde van de haak bevestigd is, waarbij de U-vormige uitsparing geconfigureerd is voor het ontvangen van de connector en waarbij de zijwanden geschikt zijn als kraag voor het afsteunen van de haak. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een lichtelement en een sensorelement, op een geleidingsbaan en op een werkwijze voor het bevestigen van een element op een geleidingsbaan.

Description

KIT, LICHTELEMENT, SENSORELEMENT, GELEIDINGSBAAN EN WERKWIJZE VOOR BEVESTIGING VAN EEN ELEMENT OP EEN GELEI DINGSBAAN
TECHNISCH DOMEIN De uitvinding heeft betrekking op een kit voor bevestiging van een element op een geleidingsbaan. De uitvinding heeft in een tweede aspect eveneens betrekking op een lichtelement voor bevestiging op een geleidingsbaan. De uitvinding heeft in een derde aspect eveneens betrekking op een sensorelement voor bevestiging op een geleidingsbaan. De uitvinding heeft in een vierde aspect betrekking op een geleidingsbaan voor bevestiging van elementen. De uitvinding heeft in een vijfde aspect betrekking op een werkwijze voor het bevestigen van een element op een geleidingsbaan.
De uitvinding heeft tenslotte in een zesde aspect betrekking op een werkwijze volgens het vijfde aspect, uitgevoerd met een kit volgens het eerste aspect.
STAND DER TECHNIEK Verlichtingssystemen omvattende een geleidingsbaan en lichtelementen die op de geleidingsbaan monteerbaar zijn, bestaan al vele jaren en zijn vaak gebruikt omwille van de flexibiliteit van dergelijke verlichtingssystemen. Lichtelementen kunnen na installatie van het verlichtingssysteem verplaatst, verwijderd of toegevoegd worden naargelang de behoeften. Dit vereist bij voorkeur zo weinig mogelijk handelingen en werktuigen. Dergelijke inrichting is onder meer gekend uit US 9 989 228 B2. US ‘228 beschrijft een verlichtingssysteem omvattende een geleidingsbaan en lichtelementen monteerbaar aan de geleidingsbaan. In een uitvoeringsvorm is een lichtelement monteerbaar in een uitsparing van de geleidingsbaan. In een uitvoeringsvorm omvat de geleidingsbaan 4 geleiders die langs de geleidingsbaan lopen. In een uitvoeringsvorm omvat een lichtelement een fixatiegedeelte geconfigureerd voor magnetische bevestiging aan de geleidingsbaan.
Eveneens gekend is de inrichting uit BE2019/5258. BE ‘258 heeft betrekking op een simpel en gebruiksvriendelijk verlichtingssysteem waarin lichtelementen zeer nauwkeurig kunnen gepositioneerd worden. Het verlichtingssysteem omvat geleidingsbanen en een scharnierbaar koppelelement voor het mechanisch en/of elektrisch connecteren van geleidingsbanen. De geleidingsbaan is geconfigureerd zodat een geconnecteerd lichtelement langsheen de geleidingsbaan verplaatsbaar is, met direct elektrisch contact tussen het geconnecteerd lichtelement en de één of meerdere elektrische geleiders.
Deze gekende inrichtingen hebben volgend nadeel of probleem. Een geleidingsbaan beschreven in zowel US ‘228 als BE ‘258 omvat een opening, omvattende elektrische geleiders, gericht naar een lichtelement dat op de geleidingsbaan is geconnecteerd. Dit betekent dat deze opening voor personen in ruimtes met een dergelijk verlichtingssysteem zichtbaar en bereikbaar is. Een persoon kan gewild of ongewild een geleidend voorwerp in deze opening brengen, waardoor de geleiders kortgesloten worden. Dit levert afhankelijk van de gebruikte spanning een gevaar voor de persoon op en resulteert vaak in beschadiging van het verlichtingssysteem. Bovendien levert dit ook een storend optisch effect op doordat verschillende materialen en technische elementen van de geleidingsbaan zichtbaar naar de gebruiker gericht zijn en bijvoorbeeld door hinderlijke lichtreflecties kunnen geaccentueerd worden.
Een bijkomend probleem van verlichtingssystemen volgens US ‘228 en BE 258 is dat een lichtelement in de opening minstens gedeeltelijk magnetisch wordt vastgehouden. Dit levert een beperking voor het gewicht van een lichtelement op dat op de geleidingsbaan kan bevestigd worden. Bijkomend is een lichtelement na bevestiging op de geleidingsbaan niet verzekerd. Het is mogelijk dat een lichtelement ogenschijnlijk op de geleidingsbaan bevestigd is, maar slechts gedeeltelijk bevestigd isen na een tijd loskomt, wat tot beschadiging van het lichtelement leidt.
De huidige uitvinding beoogt minstens een oplossing te vinden voor enkele van bovenvermelde problemen of nadelen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING In een eerste aspect betreft de huidige uitvinding een kit volgens conclusie 1.
Een dergelijke kit is voordelig omdat het een element, zoals een lichtelement en/of een sensorelement, en een geleidingsbaan omvat, waarbij het element een haak omvat, waarbij aan een uiteinde van de haak een connector bevestigd is. De connector is geschikt voor het elektrisch connecteren van het element aan de geleidingsbaan. De geleidingsbaan omvat een profiel. Het profiel omvat twee zijwanden en een basiswand, waarbij de twee zijwanden en de basiswand een U- vormige uitsparing vormen. De U-vormige uitsparing is geconfigureerd voor het ontvangen van de connector, waarbij de zijwanden geschikt zijn als kraag voor het afsteunen van de haak.
Door het gebruik van een haak met een connector is in tegenstelling tot de stand der techniek een geleidingsbaan mogelijk waarbij de U-vormige uitsparing in de geleidingsbaan niet naar het element, maar bijvoorbeeld naar een plafond gericht is. De U-vormige uitsparing is daarom voor een persoon niet onmiddellijk zichtbaar of bereikbaar. Enkel het materiaal van de geleidingsbaan is zichtbaar. Materialen en technische elementen in de U-vormige uitsparing zijn onzichtbaar en kunnen geen storend optisch effect veroorzaken. Mogelijk gevaar voor de persoon of beschadiging van de geleidingsbaan of het element wordt door de onbereikbaarheid van de U- vormige uitsparing vermeden.
De haak is eveneens voordelig om een element zonder gebruik van werktuigen aan een geleidingsbaan te bevestigen. Het element kan simpelweg over de geleidingsbaan geschoven en in de geleidingsbaan gehaakt worden.
Bijkomend voordelig is dat het gebruik van de haak toelaat om een zwaar element op de geleidingsbaan te bevestigen. Het gewicht van het element wordt niet geheel of gedeeltelijk door een magneet gedragen, maar wordt door de haak die op een zijwand van de U-vormige uitsparing afsteunt, op de geleidingsbaan overgedragen. Het element is door het gebruik van een haak aan de geleidingsbaan verzekerd.
Voorkeursvormen van de kit worden weergegeven in de conclusies 2 tot en met 10. Een specifieke voorkeursvorm betreft de uitvinding een kit volgens conclusie 7.
In deze voorkeursvorm omvat de haak een klemelement, omvattende een centraal deel met een eerste en een tweede einde en een omhullend deel, waarbij de connector zich aan het eerste eind van het centrale deel bevindt en waarbij aan het omhullende deel een vlak deel is, geconfigureerd voor het afsteunen tegen de geleidingsbaan. Het omhullende deel is in de richting van het eerste eind van het centrale deel voorgespannen. Het gebruik van het klemelement is voordelig om een element om de geleidingsbaan te klemmen, waardoor mogelijke torsiekrachten door het gewicht van het element beter kunnen opgevangen worden. Dit is bijkomend voordelig bij het richten van een lichtelement, waarbij door een gebruiker torsiekrachten op een lichtelement worden uitgeoefend. In een tweede aspect betreft de huidige uitvinding een lichtelement volgens conclusie
11. Dit lichtelement heeft onder meer als voordeel dat het een haak omvat, waarbij aan een uiteinde van de haak een connector bevestigd is. De connector is geschikt voor het elektrisch connecteren van het lichtelement aan de geleidingsbaan. In een derde aspect betreft de huidige uitvinding een sensorelement volgens conclusie 12. Dit sensorelement heeft onder meer als voordeel dat het een haak omvat, waarbij aan een uiteinde van de haak een connector bevestigd is. De connector is geschikt voor het elektrisch connecteren van het sensorelement aan de geleidingsbaan. In een vierde aspect betreft de huidige uitvinding een geleidingsbaan volgens conclusie 13. De geleidingsbaan heeft als voordeel dat het een profiel omvat, waarbij het profiel twee zijwanden en een basiswand omvat, waarbij de twee zijwanden en de basiswand een U-vormige uitsparing vormen. Deze U-vormige uitsparing is geconfigureerd voor het ontvangen van een connector van een element en het elektrisch connecteren met een element. De zijwanden van de U-vormige uitsparing zijn geschikt als kraag voor het afsteunen van een haak van een element.
In een vijfde aspect betreft de huidige uitvinding een werkwijze voor het bevestigen van een element op een geleidingsbaan volgens conclusie 14. Deze werkwijze is voordelig omdat door een eenvoudige handeling, het haken van een element in een geleidingsbaan, een element op een geleidingsbaan kan bevestigd worden, waarbij een U-vormige uitsparing in de geleidingsbaan niet naar het element, maar bijvoorbeeld naar een plafond gericht is. De U-vormige uitsparing is daarom voor een persoon niet onmiddellijk zichtbaar of bereikbaar. Mogelijk gevaar voor de persoon of beschadiging van de geleidingsbaan of het element kan zo vermeden worden.
5 Een voorkeursvorm van de werkwijze wordt beschreven in de volgconclusie 15. Deze voorkeursvorm is voordelig omdat, door het haken van een element in een geleidingsbaan, het element zonder gebruik van werktuigen automatisch elektrisch met de geleidingsbaan verbonden is.
In een zesde aspect betreft de huidige uitvinding een werkwijze volgens het vijfde aspect, uitgevoerd met behulp van een kit volgens het eerste aspect.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Figuur 1 toont een explosief aanzicht van een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede van een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.
“Een”, ”de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.
De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.
Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen. Een “geleidingsbaan” refereert in dit document aan een inrichting voor connectie van een element, zoals een lichtelement en/of een sensorelement. Bij voorkeur is een geleidingsbaan langwerpig. Een geleidingsbaan omvat één of meerdere geleiders die langs de geleidingsbaan lopen voor het van energie voorzien en/of het aansturen van een element. Een gedeelte van de geleidingsbaan kan recht zijn. Een gedeelte van de geleidingsbaan kan een eindige kromtestraal omvatten, i.e. een geleidingsbaan kan een bocht omvatten. Bij voorkeur omvat de geleidingsbaan een lengterichting. Bij voorkeur strekt de geleidingsbaan zich uit volgens de lengterichting. Bij voorkeur is de geleidingsbaan langgerekt in essentie parallel aan de lengterichting. Bij voorkeur omvat de geleidingsbaan een in essentie uniforme dwarsdoorsnede loodrecht op de lengterichting. Bij voorkeur is een geleidingsbaan geconfigureerd voor connectie van een element aan de geleidingsbaan op elke positie van een continuüm van posities langsheen de geleidingsbaan. Bij voorkeur is de geleidingsbaan geconfigureerd zodat een geconnecteerd element verplaatsbaar is langsheen de geleidingsbaan, met direct elektrisch contact tussen het geconnecteerde element en de één of meerdere elektrische geleiders.
“Verbinden”, “connecteren”, “verbinding” en “connectie” refereren in dit document aan mechanisch en/of elektrisch connecteren, i.e. mechanisch connecteren; elektrisch connecteren; of mechanisch én elektrisch connecteren.
Een elektrische draad, zoals gebruikt in dit document, bestaat uit een metalen kern en een isolatie. De isolatie is hierbij rond de metalen kern gepositioneerd. De elektrische draad kan een massieve metalen kern omvatten. De elektrische draad kan een gevlochten metalen kern omvatten.
In een eerste aspect betreft de uitvinding een kit voor bevestiging van een element op een geleidingsbaan.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de kit een element en een geleidingsbaan, - waarbij het element een connector voor het elektrisch connecteren van het element aan de geleidingsbaan omvat, - waarbij het element een behuizing omvat,
- waarbij het element een lichtelement en/of een sensorelement is, - waarbij de geleidingsbaan een profiel, omvattende twee zijwanden en een basiswand, omvat, - waarbij de twee zijwanden en de basiswand een U-vormige uitsparing vormen, waarbij het element een haak omvat, waarbij de connector aan een uiteinde van de haak bevestigd is, waarbij de U-vormige uitsparing geconfigureerd is voor het ontvangen van de connector en waarbij de zijwanden geschikt zijn als kraag voor het afsteunen van de haak.
Een element omvat een connector voor het elektrisch connecteren van het element aan de geleidingsbaan. De connector is geconfigureerd voor invoer in een U-vormige uitsparing in de geleidingsbaan en translatie langsheen de geleidingsbaan in de U- vormige uitsparing. De connector is geconfigureerd voor elektrische connectie met de geleidingsbaan op elke positie van een continuüm van posities langsheen de geleidingsbaan, en in het bijzonder volgens de lengterichting van de geleidingsbaan. De connector is voordelig bij het bevestigen van een element op de geleidingsbaan voor het elektrisch connecteren van een element aan de geleidingsbaan, waarbij het element flexibel op een continuüm van posities langsheen de geleidingsbaan positioneerbaar is.
Een element is een lichtelement en/of een sensorelement.
Het lichtelement omvat een behuizing met lichtbron. De lichtbron is bij voorkeur een LED-lichtbron. De behuizing met lichtbron omvat een houder met metalen contacten geconfigureerd voor het mechanisch en elektrisch bevestigen van de lichtbron in de behuizing. De lichtbron omvat bij voorkeur een geïntegreerde reflector of een lens. De geïntegreerde reflector omvat bij voorkeur plastiek. De lens is bij voorkeur een total internal reflection (TIR) lens. De lens omvat bij voorkeur PMMA. De behuizing met lichtbron omvat een metaal of legering. Meer bij voorkeur omvat de behuizing met lichtbron aluminium. De behuizing met lichtbron omvat een inzetstuk geconfigureerd voor het mechanisch verzekeren van de lichtbron in de behuizing. Het sensorelement omvat een behuizing met minstens één sensor. Een sensor is geconfigureerd voor het bepalen van omgevingstfactoren. Niet-limitatieve voorbeelden van omgevingsfactoren zijn aanwezigheidsdetectie, geluidsdetectie, luchtkwaliteit zoals CO:-niveau, temperatuur, lichtintensiteit, lichttint en luchtvochtigheid. Niet-limitatieve voorbeelden van mogelijke sensoren zijn infrarood-
sensoren zoals PIR, microfoon, lichtsensor, schemersensor, kleursensor, gassensor zoals COz-sensor en CO-sensor, rooksensor, temperatuursensor zoals een thermistor, ultrasone sensor, akoestische sensor, camerasensor en vochtsensor. De behuizing met minstens één sensor omvat een metaal of legering. Meer bij voorkeur omvat de behuizing met minstens één sensor aluminium. Volgens een uitvoeringsvorm omvat de behuizing een voedingsmodule voor het omzetten van een op de geleidingsbaan beschikbare voedingsspanning naar een voor de lichtbron en/of sensor geschikte voedingsspanning en/of -stroom.
Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm omvat de behuizing een transformator voor het omzetten van een op de geleidingsbaan beschikbare voedingsspanning naar een voor de lichtbron en/of sensor geschikte voedingsspanning en/of -stroom.
Volgens nog een andere uitvoeringsvorm is de lichtbron en/of sensor geschikt voor het rechtstreeks aansluiten op een op de geleidingsbaan beschikbare voedingsspanning en/of -stroom.
De geleidingsbaan omvat een profiel, omvattende twee zijwanden en een basiswand, waarbij de twee zijwanden en de basiswand een U-vormige uitsparing vormen. De U-vormige uitsparing is bij voorkeur weg van een persoon in een ruimte gericht. De U-vormige uitsparing is bij nog meer voorkeur naar een plafond gericht. Dit is voordelig omdat de U-vormige uitsparing voor een persoon in een ruimte niet onmiddellijk zichtbaar of bereikbaar is. Mogelijk gevaar voor de persoon of beschadiging van de geleidingsbaan of het element kan zo vermeden worden.
Bij voorkeur omvat het profiel een metaal of een legering. Meer bij voorkeur omvat het profiel aluminium. De geleidingsbaan omvat bij voorkeur een lengterichting en een uniforme dwarsdoorsnede op de lengterichting.
Het element omvat een haak. Bij voorkeur omvat de haak een metaal of legering. Meer bij voorkeur omvat de haak aluminium. De zijwanden van de U-vormige uitsparing zijn geschikt als kraag voor het afsteunen van de haak. Het element is aan de geleidingsbaan bevestigbaar door het haken van de haak in de geleidingsbaan.
Dit is een heel eenvoudige handeling die zonder werktuigen kan uitgevoerd worden. De haak is geschikt om op de kraag, gevormd door minstens één zijwand van de U- vormige uitsparing, af te steunen. Het gewicht van een element wordt door de haak op de kraag overgebracht. Dit is voordelig voor het bevestigen van zware elementen aan de geleidingsbaan. Bijkomend voordelig is dat het element door het gebruik van een haak aan de geleidingsbaan verzekerd is.
De connector is aan een uiteinde van de haak bevestigd. De U-vormige uitsparing in de geleidingsbaan is geconfigureerd voor het ontvangen van de connector. Dit is voordelig omdat na het haken van de haak in de geleidingsbaan de connector in de U-vormige uitsparing in de geleidingsbaan opgenomen is. De connector is hierdoor meteen correct gepositioneerd voor het elektrisch connecteren van het element aan de geleidingsbaan. Volgens een uitvoeringsvorm omvat de geleidingsbaan aan elk van de twee zijwanden in de U-vormige uitsparing één, twee, drie of meerdere geleiders, waarbij de geleiders bij voorkeur koper omvatten en waarbij elk van de twee zijwanden bij voorkeur een elektrisch isolerende kunststof tussen de geleiders en de zijwand omvatten. De geleidingsbaan omvat in de U-vormige uitsparing aan elk van de twee zijwanden één geleider. Dit betekent dat de U-vormige uitsparing twee geleiders omvat. Twee geleiders zijn noodzakelijk voor het aanbieden van een voedingsspanning aan een element, waarbij een eerste geleider aan een eerste zijwand geconfigureerd is voor het voeren van een positieve potentiaal en een tweede geleider aan een tweede zijwand geconfigureerd is voor het voeren van een negatieve potentiaal. De voedingsspanning is nominaal 110 VAC of 230 VAC. De voedingsspanning is bij voorkeur een laagspanning. Laagspanning is voordelig in functie van de veiligheid van een persoon die met de geleidingsbaan in aanraking komt. De voedingsspanning is een gelijkstroom of een wisselstroom. Niet-limitatieve voorbeelden van geschikte laagspanningen zijn 12 VDC, 12 VAC, 24 VDC, 24 VAC, 48 VDC en 48 VAC. De geleidingsbaan omvat in de U-vormige uitsparing aan elk van de twee zijwanden twee geleiders. Dit betekent dat de U-vormige uitsparing vier geleiders omvat. Op elke zijwand is een eerste geleider geconfigureerd voor het voeren van een positieve potentiaal en een tweede geleider voor een negatieve potentiaal. Dit is voordelig voor een goede elektrische connectie tussen de connector en de geleiders in de geleidingsbaan. Door het gewicht van een element is er een torsiekracht rond een as, evenwijdig met de lengterichting van de geleidingsbaan. Hierdoor kan de connector in de richting van één van beide zijwanden verplaatst worden, waardoor een minder elektrisch contact met minstens een deel van een andere zijwand kan ontstaan. Door het voorzien van een geleider geconfigureerd voor het voeren van een positieve potentiaal als zowel een geleider geconfigureerd voor het voeren van een negatieve potentiaal op eenzelfde zijwand, is steeds een goed elektrisch connectie tussen de geleidingsbaan en het element mogelijk. Bij goed elektrisch contact aan elk van de twee zijwanden zijn twee geleiders op elke zijwand bijkomend voordelig voor het verminderen van ohmse weerstand en overeenkomstige elektrische verliezen.
De geleidingsbaan omvat in de U-vormige uitsparing aan elk van de twee zijwanden twee geleiders. Dit betekent dat de U-vormige uitsparing vier geleiders omvat. Op een eerste zijwand zijn twee geleiders geconfigureerd voor het voeren van een positieve potentiaal, terwijl op een tweede zijwand twee geleiders geconfigureerd zijn voor het voeren van een negatieve potentiaal. Dit is voordelig voor het verminderen van ohmse weerstand en overeenkomstige elektrische verliezen.
De geleidingsbaan omvat in de U-vormige uitsparing aan elk van de twee zijwanden twee, drie of meerdere geleiders, waarbij minstens één geleider op een eerste zijwand geconfigureerd is voor het voeren van een positieve potentiaal en minstens één geleider op een tweede zijwand geconfigureerd is voor het voeren van een tweede potentiaal en waarbij minstens één geleider geconfigureerd is voor een controlesignaal. Niet-limitatieve voorbeelden van geschikte controle-signalen zijn een 0-10 V signaal, een 1 -10 V signaal, een KNX-bus, een DALI-bus, een Qbus of een ander geschikt controle-signaal.
De geleiders in de geleidingsbaan omvatten een metaal of legering. Bij voorkeur omvatten de geleiders koper. Koper is voordelig omwille van zijn lage ohmse weerstand, wat in lage elektrische verliezen resulteert.
Elk van de twee zijwanden omvat bij voorkeur een elektrisch isolerende kunststof tussen de geleiders en de zijwand. Een elektrisch isolerende kunststof is in het bijzonder voordelig bij het gebruik van een geleidingsbaan die een metalen profiel omvat voor het vermijden van elektrische spanningen op een aanraakbaar oppervlak, wat potentieel gevaar voor een persoon oplevert, en voor het vermijden van korstsluitingen tussen geleiders. Een elektrisch isolerende kunststof is eveneens voordelig bij het gebruik van een geleidingsbaan die een metalen profiel omvat dat gelakt of gespoten is omdat dergelijke lak of verflaag tijdens productie of montage beschadigd kan worden en alsnog tot kortsluiting tussen geleiders of een elektrische spanning op een aanraakbaar oppervlak van de geleidingsbaan kan leiden. Volgens een uitvoeringsvorm omvat de connector een meervoud van geleidende contactpunten, bij voorkeur protrusies, meer bij voorkeur indrukbare protrusies, voor elektrisch contact met de geleiders in de geleidingsbaan en waarin bij voorkeur een contactpunt koper omvat. De connector omvat een meervoud van geleidende contactpunten. De connector omvat minstens twee geleidende contactpunten, waarbij een eerste contactpunt geconfigureerd is voor het voeren van een positieve potentiaal en een tweede contactpunt geconfigureerd is voor het voeren van een negatieve potentiaal. De contactpunten zijn bij voorkeur protrusies, meer bij voorkeur indrukbare protrusies. De indrukbare protrusies zijn door een veer naar buiten voorgespannen. De contactpunten zijn geconfigureerd voor elektrisch contact met de geleiders zodat de contactpunten na opname van de connector in de U-vormige uitsparing in contact staan met de geleiders. Dit is voordelig voor het elektrisch connectoren van een element aan een geleidingsbaan zonder gebruik van werktuigen. Indrukbare protrusies zijn bijkomend voordelig voor het elektrisch connectoren van een element aan een geleidingsbaan doordat de connector niet tegen de zijwanden van de U- vormige uitsparing hoeft aan te sluiten. De contactpunten omvatten een metaal of legering. Bij voorkeur omvatten de contactpunten koper. Koper is voordelig omwille van zijn lage ohmse weerstand, wat in lage elektrische verliezen resulteert.
Volgens een uitvoeringsvorm omvat een lichtelement een behuizing met lichtbron, waarbij de behuizing met lichtbron minstens 340° omheen een rotatieas volgens de lengterichting van de haak roteerbaar is, bij voorkeur minstens 345°, bij meer voorkeur minstens 350°, bij nog meer voorkeur minstens 355° en bij zelfs nog meer voorkeur 360°.
Een lichtelement aan een geleidingsbaan is geschikt voor het flexibel belichten van een deel van een ruimte. Het flexibel belichten is mogelijk door het transleren van het lichtelement over de geleidingsbaan. Een lichtelement waarvan de behuizing met lichtbron minstens 340° omheen een rotatieas volgens de lengterichting van de haak roteerbaar is, is bijkomend voordelig voor het flexibel belichten omdat nu niet enkel alle punten op een lijn, maar eveneens alle punten op een cirkel kunnen belicht worden, waarbij het middelpunt van de cirkel door translatie van het lichtelement verplaatsbaar is.
Volgens een uitvoeringsvorm omvat een lichtelement een behuizing met lichtbron, waarbij de behuizing met lichtbron minstens 90° omheen een rotatieas loodrecht op de lengterichting van de haak roteerbaar is.
Een lichtelement aan een geleidingsbaan is geschikt voor het flexibel belichten van een deel van een ruimte. Het flexibel belichten is mogelijk door het transleren van het lichtelement over de geleidingsbaan. Een lichtelement waarvan de behuizing met lichtbron minstens 90° omheen een rotatieas loodrecht op de lengterichting van de haak roteerbaar is, is bijkomend voordelig voor het flexibel belichten omdat nu niet enkel alle punten op een eerste lijn, maar eveneens alle punten op een tweede lijn, kruisend of samenvallend met de eerste lijn, kunnen belicht worden, waarbij in het geval van kruisende lijnen het kruisingspunt door translatie van het lichtelement verplaatsbaar is.
Bij voorkeur is de behuizing met lichtbron minstens 90° omheen een rotatieas loodrecht op de lengterichting van de haak en minstens 340° omheen een rotatieas volgens de lengterichting van de haak roteerbaar, bij voorkeur minstens 345°, bij meer voorkeur minstens 350°, bij nog meer voorkeur minstens 355° en bij zelfs nog meer voorkeur 360°. Dit is bijkomend voordelig omdat nu niet enkel alle punten op een lijn, maar eveneens alle punten op minstens een halve sfeer kunnen belicht worden, waarbij het middelpunt van de sfeer door translatie van het lichtelement verplaatsbaar is.
Volgens een uitvoeringsvorm omvat de behuizing met lichtbron een scharnierelement geconfigureerd voor het 90° roteren omheen een rotatieas loodrecht op de lengterichting van de haak en minstens 340° roteren omheen een rotatieas volgens de lengterichting van de haak, bij voorkeur minstens 345°, bij meer voorkeur minstens 350°, bij nog meer voorkeur minstens 355° en bij zelfs nog meer voorkeur
360°. Het scharnierelement omvat een metaal of legering. Meer bij voorkeur omvat het scharnierelement aluminium.
Volgens een uitvoeringsvorm omvat de haak inwendige elektrische geleidingen van de connector naar de behuizing.
De inwendige elektrische geleidingen zijn elektrische draden die vanaf contactpunten op de connector, inwendig door de connector en inwendig door de haak, inwendig door de behuizing met lichtbron naar de houder met metalen contacten lopen. De elektrische draden zijn geconfigureerd voor het voorzien van de lichtbron van elektrische spanning.
De inwendige elektrische geleidingen zijn elektrische draden die vanaf contactpunten op de connector, inwendig door de connector en inwendig door de haak, inwendig door de behuizing met minstens één sensor naar de minstens één sensor lopen. De elektrische draden zijn geconfigureerd voor het voorzien van de minstens één sensor van elektrische spanning.
Alternatief zijn de elektrische geleidingen geheel of gedeeltelijk metalen strips of stiften in de haak. De metalen strips zijn bij voorkeur door een isolatiemateriaal van de haak geïsoleerd.
Alternatief zijn de elektrische geleidingen geheel of gedeeltelijk printplaten in de haak.
Inwendige elektrische geleidingen zijn voordelig doordat deze inwendige elektrische geleidingen bij het plaatsen, verplaatsen of verwijderen van een element beter tegen beschadiging beschermd zijn dan uitwendige elektrische draden.
Volgens een uitvoeringsvorm omvat de haak een klemelement, omvattende een centraal deel met een eerste en een tweede einde, waarbij de connector zich aan het eerste einde en de behuizing zich aan het tweede einde bevindt, en een omhullend deel, waarbij het omhullende deel het centrale deel gedeeltelijk omhult, waarbij het centrale deel en het omhullende deel volgens de lengterichting van het klemelement beperkt ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn, waarbij het omhullende deel in de richting van het eerste einde van het centrale deel voorgespannen is en waarbij het omhullende deel een vlak deel, dwars op de lengteas van het klemelement omvat, geconfigureerd voor het afsteunen tegen de geleidingsbaan.
Het klemelement omvat bij voorkeur een veer voor het voorspannen van het omhullende deel van het klemelement in de richting van het eerste einde van het centrale deel. Zonder inwerking van een tegenkracht verschuift het omhullende deel in de richting van het eerste einde van het centrale deel. Het klemelement is geschikt voor het bijkomend klemmen van een element op een geleidingsbaan, waarbij de haak aan het eerste einde van het centrale deel van het klemelement in de geleidingsbaan haakt en waarbij het vlakke deel aan het omhullende deel van het klemelement tegen een zijde van de geleidingsbaan afsteunt, tegenoverliggende de zijde waarin de U-vormige uitsparing van de geleidingsbaan zich bevindt. Door de voorspanning zijn de haak en het vlakke deel aan het omhullende deel van het klemelement naar elkaar geschoven en wordt het element op de geleidingsbaan geklemd. Dit is voordelig om torsiekrachten op een connector, in het bijzonder in het geval van een element met een zwaar gewicht of bij het richten van een lichtelement, geheel of gedeeltelijk op te vangen en van de connector af te leiden, waardoor contactpunten in de connector niet extra belast worden. Zware belasting op contactpunten kan tot vroegtijdige slijtage en/of tot slecht contacten tussen contactpunten in de connector en geleiders in de geleidingsbaan leiden. Bijkomend voordelig is het gebruik van een klemelement in het geval de U-vormige uitsparing in een geleidingsbaan niet naar een plafond, maar bijvoorbeeld naar een muur in een ruimte gericht is. In dat geval zou een element onder invloed van de zwaartekracht zich mogelijks naar beneden kunnen verplaatsen, wat door het klemmen door het klemelement verhinderd wordt. Het omhullende deel en het centrale deel van het klemelement zijn beperkt verschuifbaar, zodat de haak met aan zijn uiteinde de connector door het verschuiven van het omhullende deel ten opzichte van het centrale deel uit de U-vormige uitsparing verwijderbaar is. Volgens een verdere uitvoeringsvorm omvat het oppervlak van het klemelement een vlak deel, substantieel evenwijdig met de lengteas van het klemelement, geconfigureerd voor het afsteunen tegen de geleidingsbaan.
De geleidingsbaan omvat een profiel. Het profiel heeft bij voorkeur een substantieel rechthoekige doorsnede die aan een zijde een U-vormige uitsparing omvat. Het klemelement heeft een vlak deel, substantieel evenwijdig met de lengteas van het klemelement. Dit klemelement omvat aan een eerste einde van het centrale deel een haak, waarbij de haak een connector omvat. De U-vormige uitsparing is geconfigureerd voor het ontvangen van de connector. Het klemelement omvat aan het omhullende deel een vlak deel, dat geconfigureerd is om af te steunen tegen een zijde van de geleidingsbaan liggend tegenover de zijde die de U-vormige uitsparing omvat. Het klemelement omvat een vlak deel, substantieel evenwijdig met de lengteas van het klemelement, geconfigureerd voor het afsteunen tegen een zijde van het profiel, substantieel dwars op de zijde die de U-vormige uitsparing omvat.
Dit is voordelig om torsiekrachten op een connector, in het bijzonder in het geval van een element met een zwaar gewicht of bij het richten van een lichtelement, bijkomend op te vangen en van de connector af te leiden, waardoor contactpunten in de connector niet extra belast worden en waardoor vroegtijdige slijtage aan contactpunten en/of slecht contact tussen contactpunten in de connector en geleiders in de geleidingsbaan vermeden wordt. Dit is bijkomend voordelig om schuin bevestigen van een element op een geleidingsbaan ter voorkomen. Bij een schuine bevestiging van een element op de geleidingsbaan wordt een connector extra belast en is het bij het gebruik van smalle profielen mogelijk dat het vlak deel aan de tweede zijde van de geleidingsbaan afglijdt.
Volgens een uitvoeringsvorm strekt de connector zich in een richting loodrecht op de lengteas van het klemelement uit, waarbij de lengte van de connector minstens gelijk is aan de lengte van het klemelement en waarbij de lengte van het klemelement vanaf het tweede einde tot een punt van de haak, geconfigureerd voor het afsteunen op de kraag, volgens de lengteas gemeten is. De connector omvat een connectorrichting. De connector is langwerpig in de connectorrichting. Een connector ingevoerd in de U-vormige uitsparing van de geleidingsbaan omvat een connectorrichting in essentie parallel aan de lengterichting van de geleidingsbaan. De connector strekt zich uit in een richting loodrecht op de lengteas van het klemelement. Dit is voordelig voor het bijkomend opvangen van torsiekrachten, loodrecht op de lengterichting van de connector, waardoor minder voorspanning in het klemelement vereist is. Doordat de lengte van de connector minstens gelijk is aan de lengte van het klemelement, hebben zowel de connector als het klemelement ten opzichte van de haak een ongeveer gelijke krachtarm. Hierdoor werken kleinere krachten op de connector in vergelijking met een connector met minimale afmetingen.
Volgens een uitvoeringsvorm is de afstand tussen het vlakke deel van het omhullende deel van het klemelement tot een punt van de haak, geconfigureerd voor het afsteunen op de kraag in voorgespannen toestand kleiner dan de kortste afstand tussen de kraag en de onderzijde van de geleidingsbaan, geconfigureerd voor het afsteunen van het vlakke deel van het omhullende deel van het klemelement. De kortste afstand tussen de kraag en een zijde van de geleidingsbaan, tegenoverliggend een zijde die de U-vormige uitsparing omvat, is een minimaal mogelijke afstand tussen de haak aan het eerste einde van het klemelement en het vlakke deel aan het omhullende deel van het klemelement na bevestiging van het element op de geleidingsbaan. Doordat de de afstand tussen het vlakke deel van het omhullende deel van het klemelement tot een punt van de haak, geconfigureerd voor het afsteunen op de kraag in voorgespannen toestand kleiner is dan deze minimale afstand, zullen door de voorspanning de haak en het vlak deel aan het omhullende deel van het klemelement tegen de geleidingsbaan getrokken of geduwd worden, wat voor een betere klemming op de geleidingsbaan zorgt, zonder bijkomende mechanisch middelen zoals bijvoorbeeld schroeven. Dit is voordelig om een element zonder het gebruik van werktuigen op de geleidingsbaan te bevestigen en klemmen.
In een tweede aspect betreft de uitvinding een lichtelement voor bevestiging op een geleidingsbaan.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het lichtelement een connector voor het elektrisch connecteren van het lichtelement aan een geleidingsbaan en een behuizing met lichtbron, waarbij het lichtelement een haak omvat, waarbij de connector aan een uiteinde van de haak bevestigd is, waarbij de haak geconfigureerd is voor het haken in, het afsteunen op en het elektrisch connecteren met een geleidingsbaan.
Een lichtelement omvat een connector voor het elektrisch connecteren van het lichtelement aan de geleidingsbaan. De connector is geconfigureerd voor invoer in een U-vormige uitsparing in een geleidingsbaan en translatie langsheen de geleidingsbaan in de U-vormige uitsparing. De connector is geconfigureerd voor elektrische connectie met de geleidingsbaan op elke positie van een continuüm van posities langsheen de geleidingsbaan, en in het bijzonder volgens de lengterichting van de geleidingsbaan. De connector is voordelig bij het bevestigen van een lichtelement op de geleidingsbaan voor het elektrisch connecteren van een lichtelement aan de geleidingsbaan, waarbij het lichtelement flexibel op een continuüm van posities langsheen de geleidingsbaan positioneerbaar is.
Het lichtelement omvat een behuizing met lichtbron. De lichtbron is bij voorkeur een LED-lichtbron. De lichtbron omvat bij voorkeur een geïntegreerde reflector.
Volgens een uitvoeringsvorm omvat de behuizing een voedingsmodule voor het omzetten van een op de geleidingsbaan beschikbare voedingsspanning naar een voor de lichtbron geschikte voedingsspanning en/of -stroom.
Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm omvat de behuizing een transformator voor het omzetten van een op de geleidingsbaan beschikbare voedingsspanning naar een voor de lichtbron geschikte voedingsspanning en/of -stroom.
Volgens nog een andere uitvoeringsvorm is de lichtbron geschikt voor het rechtstreeks aansluiten op een op de geleidingsbaan beschikbare voedingsspanning en/of -stroom.
Het lichtelement omvat een haak. De haak is geschikt voor het afsteunen op een geleidingsbaan. Het lichtelement is aan de geleidingsbaan bevestigbaar door het haken van de haak in een geleidingsbaan. Dit is een heel eenvoudige handeling die zonder werktuigen kan uitgevoerd worden. Het gewicht van een lichtelement wordt door de haak op de geleidingsbaan overgebracht. Dit is voordelig voor het bevestigen van zware lichtelementen aan de geleidingsbaan.
De connector is aan een uiteinde van de haak bevestigd. Dit is voordelig omdat na het haken van de haak in een geleidingsbaan de connector in een U-vormige uitsparing in de geleidingsbaan opgenomen is. De connector is hierdoor meteen correct gepositioneerd voor het elektrisch connecteren van het lichtelement aan de geleidingsbaan.
In een derde aspect betreft de uitvinding een sensorelement voor bevestiging op een geleidingsbaan.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het sensorelement een connector voor het elektrisch connecteren van het sensorelement aan een geleidingsbaan en een behuizing met minstens één sensor, waarbij het sensorelement een haak omvat, waarbij de connector aan een uiteinde van de haak bevestigd is, waarbij de haak geconfigureerd is voor het haken in, het afsteunen op en het elektrisch connecteren met een geleidingsbaan.
Een sensorelement omvat een connector voor het elektrisch connecteren van het sensorelement aan de geleidingsbaan. De connector is geconfigureerd voor invoer in een U-vormige uitsparing in een geleidingsbaan en translatie langsheen de geleidingsbaan in de U-vormige uitsparing. De connector is geconfigureerd voor elektrische connectie met de geleidingsbaan op elke positie van een continuüm van posities langsheen de geleidingsbaan, en in het bijzonder volgens de lengterichting van de geleidingsbaan. De connector is voordelig bij het bevestigen van een sensorelement op de geleidingsbaan voor het elektrisch connecteren van een sensorelement aan de geleidingsbaan, waarbij het sensorelement flexibel op een continuüm van posities langsheen de geleidingsbaan positioneerbaar is.
Het sensorelement omvat een behuizing met minstens één sensor.
Volgens een uitvoeringsvorm omvat de behuizing een voedingsmodule voor het omzetten van een op de geleidingsbaan beschikbare voedingsspanning naar een voor de minstens één sensor geschikte voedingsspanning en/of -stroom.
Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm omvat de behuizing een transformator voor het omzetten van een op de geleidingsbaan beschikbare voedingsspanning naar een voor de minstens één sensor geschikte voedingsspanning en/of -stroom.
Volgens nog een andere uitvoeringsvorm is de minstens één sensor geschikt voor het rechtstreeks aansluiten op een op de geleidingsbaan beschikbare voedingsspanning en/of -stroom.
Het sensorelement omvat een haak. De haak is geschikt voor het afsteunen op een geleidingsbaan. Het sensorelement is aan de geleidingsbaan bevestigbaar door het haken van de haak in een geleidingsbaan. Dit is een heel eenvoudige handeling die zonder werktuigen kan uitgevoerd worden. Het gewicht van een sensorelement wordt door de haak op de geleidingsbaan overgebracht. Dit is voordelig voor het bevestigen van zware sensorelementen aan de geleidingsbaan.
De connector is aan een uiteinde van de haak bevestigd. Dit is voordelig omdat na het haken van de haak in een geleidingsbaan de connector in een U-vormige uitsparing in de geleidingsbaan opgenomen is. De connector is hierdoor meteen correct gepositioneerd voor het elektrisch connecteren van het sensorelement aan de geleidingsbaan.
In een vierde aspect betreft de uitvinding een geleidingsbaan voor bevestiging van elementen.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de geleidingsbaan een profiel, omvattende twee zijwanden en een basiswand, waarbij de twee zijwanden en de basiswand een U-vormige uitsparing vormen, waarbij de U-vormige uitsparing geconfigureerd is voor het ontvangen van een connector van een element en het elektrisch connecteren met een element en waarbij de zijwanden geschikt zijn als kraag voor het afsteunen van een haak van een element.
Een element is een lichtelement en/of een sensorelement. De geleidingsbaan omvat een profiel, omvattende twee zijwanden en een basiswand, waarbij de twee zijwanden en de basiswand een U-vormige uitsparing vormen. De U-vormige uitsparing is bij voorkeur weg van een persoon in een ruimte gericht. De U-vormige uitsparing is bij nog meer voorkeur naar een plafond gericht. Dit is voordelig omdat de U-vormige uitsparing voor een persoon in een ruimte niet onmiddellijk zichtbaar of bereikbaar is. Mogelijk gevaar voor de persoon of beschadiging van de geleidingsbaan of het element kan zo vermeden worden.
Bij voorkeur omvat het profiel een metaal of een legering. Meer bij voorkeur omvat het profiel aluminium. De geleidingsbaan omvat bij voorkeur een lengterichting en een uniforme dwarsdoorsnede op de lengterichting.
De U-vormige uitsparing in de geleidingsbaan is geconfigureerd voor het ontvangen van een connector van een element en voor translatie van een connector van een element langsheen de geleidingsbaan in de U-vormige uitsparing. De U-vormige uitsparing in de geleidingsbaan is geconfigureerd voor elektrische connectie met een connector van een element op elke positie van een continuüm van posities langsheen de geleidingsbaan, en in het bijzonder volgens de lengterichting van de geleidingsbaan. De geleidingsbaan omvat aan elk van de twee zijwanden in de U-
vormige uitsparing één, twee, drie of meerdere geleiders, waarbij de geleiders bij voorkeur koper omvatten en waarbij elk van de twee zijwanden bij voorkeur een elektrisch isolerende kunststof tussen de geleiders en de zijwand omvatten.
De geleidingsbaan is voordelig voor het bevestigen en het elektrisch connectoren van een element, waarbij het element flexibel op een continuüm van posities langsheen de geleidingsbaan positioneerbaar is en waarbij de U-vormige uitsparing bij voorkeur weg van een persoon in een ruimte gericht is.
De zijwanden van de U-vormige uitsparing zijn geschikt als kraag voor het afsteunen van een haak van een element. Een element is aan de geleidingsbaan bevestigbaar door het haken van de haak in de geleidingsbaan. Dit is een heel eenvoudige handeling die zonder werktuigen kan uitgevoerd worden. De haak is geschikt om op de kraag, gevormd door minstens één zijwand van de U-vormige uitsparing, af te steunen. Het gewicht van een element wordt door de haak op de kraag overgebracht. Dit is voordelig voor het bevestigen van zware elementen aan de geleidingsbaan.
In een vijfde aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het bevestigen van een element op een geleidingsbaan.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de werkwijze de stappen van het voorzien van een geleidingsbaan en een element, waarbij het element een connector voor het elektrisch connecteren van het element op de geleidingsbaan en een behuizing omvat, waarbij het element een lichtelement en/of een sensorelement is en waarbij de geleidingsbaan een profiel, omvattende twee zijwanden en een basiswand, omvat, waarbij de twee zijwanden en de basiswand een U-vormige uitsparing vormen; het haken van het element in de geleidingsbaan en het elektrisch aansluiten aan de geleidingsbaan van het element, waarbij het element een haak omvat, waarbij de connector aan een uiteinde van de haak bevestigd is, waarbij de U-vormige uitsparing geconfigureerd is voor het ontvangen van de connector en waarbij de zijwanden geschikt zijn als kraag voor het afsteunen van de haak.
Een element is een lichtelement en/of een sensorelement.
In een eerste stap wordt een geleidingsbaan en een element voorzien. De geleidingsbaan omvat een profiel, omvattende twee zijwanden en een basiswand, waarbij de twee zijwanden en de basiswand een U-vormige uitsparing vormen. De geleidingsbaan wordt met behulp van kabels of stangen aan een plafond bevestigd.
De geleidingsbaan wordt met behulp van stangen aan een muur bevestigd.
De U- vormige uitsparing wordt bij voorkeur weg van een persoon in een ruimte gericht.
De U-vormige uitsparing wordt bij nog meer voorkeur naar een plafond of muur gericht.
Dit is voordelig omdat de U-vormige uitsparing voor een persoon in een ruimte niet onmiddellijk zichtbaar of bereikbaar is.
Enkel het materiaal van de geleidingsbaan is zichtbaar.
Materialen en technische elementen in de U-vormige uitsparing zijn onzichtbaar en kunnen geen storend optisch effect veroorzaken.
Mogelijk gevaar voor de persoon of beschadiging van de geleidingsbaan of het element kan door de onbereikbaarheid van de U-vormige uitsparing vermeden worden.
Het element omvat een connector voor het elektrisch connecteren van het element op de geleidingsbaan en een behuizing.
In een tweede stap wordt het element in de geleidingsbaan gehaakt.
Het element omvat hiertoe een haak, waarbij de connector aan een uiteinde van de haak bevestigd is.
De U-vormige uitsparing in de geleidingsbaan is geconfigureerd voor het ontvangen van de connector.
Door het haken van het element in de geleidingsbaan, is de connector in de U-vormige uitsparing van de geleidingsbaan gepositioneerd.
De haak van het element steunt af op een zijwand van de U-vormige uitsparing.
De zijwanden zijn geschikt als kraag voor het afsteunen van de haak.
Dit is voordelig voor het bevestigen van zware elementen aan de geleidingsbaan.
Het element is door het gebruik van een haak aan de geleidingsbaan verzekerd.
In een derde stap wordt het element elektrisch aan de geleidingsbaan aangesloten.
Dit gebeurt met behulp van elektrische verbindingen tussen de connector van het element in de U-vormige geleidingsbaan en geleiders in de geleidingsbaan.
Bij voorkeur omvat de geleidingsbaan geleiders in de U-vormige uitsparing.
Volgens een uitvoeringsvorm is na haken van het element in de geleidingsbaan het element met behulp van de connector automatisch elektrisch met de geleidingsbaan verbonden.
De geleidingsbaan omvat aan elk van de twee zijwanden in de U-vormige uitsparing één, twee, drie of meerdere geleiders, waarbij de geleiders bij voorkeur koper omvatten en waarbij elk van de twee zijwanden bij voorkeur een elektrisch isolerende kunststof tussen de geleiders en de zijwand omvatten.
De connector omvat een meervoud van geleidende contactpunten. De contactpunten zijn bij voorkeur protrusies, meer bij voorkeur indrukbare protrusies. De indrukbare protrusies zijn door een veer naar buiten voorgespannen. De contactpunten zijn geconfigureerd voor elektrisch contact met de geleiders zodat de contactpunten, na haken van het element in de geleidingsbaan en dus na opname van de connector in de U-vormige uitsparing, in contact staan met de geleiders. Dit is voordelig voor het automatisch elektrisch connectoren van een element aan een geleidingsbaan zonder gebruik van werktuigen. Indrukbare protrusies zijn bijkomend voordelig voor het elektrisch connectoren van een element aan een geleidingsbaan doordat de connector niet tegen de zijwanden van de U-vormige uitsparing hoeft aan te sluiten. In een zesde aspect betreft de uitvinding een werkwijze volgens het vijfde aspect, uitgevoerd met behulp van een kit volgens het eerste aspect.
De huidige uitvinding zal nu meer in detail worden beschreven, onder verwijzing naar figuren die niet beperkend zijn.
FIGUURBESCHRIJVING Figuur 1 toont een explosief aanzicht van een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding. Het toont een lichtelement omvattende een haak en een behuizing met lichtbron (6) en een geleidingsbaan (11). De haak omvat een haakvormig element (4), een centraal deel (1) en een omhullend deel (2) van een klemelement. Het haakvormig element (4) is met behulp van schroeven (9) aan een eerste eind van het centrale deel (1) van het klemelement bevestigd. Het omhullende deel (2) van het klemelement is beperkt verschuifbaar over het centrale deel (1) van het klemelement. Het omhullende deel (2) is met behulp van een veer (3) in de richting van het eerste eind van het centrale deel (1) voorgespannen. Aan centrale deel (1) is aan een tweede eind met behulp van een schroef (18) de behuizing met lichtbron (6) bevestigd. Het klemelement omvat een vlak deel (15), substantieel evenwijdig met de lengteas van het klemelement, geconfigureerd voor het afsteunen tegen de geleidingsbaan (11). Het centrale deel (2) van het klemelement omvat een vlak deel (16), dwars op de lengteas van het klemelement, geconfigureerd voor het afsteunen tegen de geleidingsbaan (11) aan een zijde liggend tegenover de U-vormige uitsparing.
De behuizing met lichtbron (6) is minstens 340° omheen een rotatieas volgens de lengterichting van de haak roteerbaar en is 90° omheen een rotatieas loodrecht op de lengterichting van de haak roteerbaar. Aan het haakvormig element (4) is met behulp van schroeven (10) een connector (8) voor het elektrisch connecteren van het lichtelement aan de geleidingsbaan (11) bevestigd. De connector (8) omvat contactpunten (17) voor het elektrisch connectoren met geleiders in de geleidingsbaan (11). Op de figuur is slechts één contactpunt (17) zichtbaar. De geleidingsbaan (11) omvat een profiel, omvattende twee zijwanden (13) en (14) en een basiswand (12), waarbij de twee zijwanden (13) en (14) en de basiswand (12) een U-vormige uitsparing vormen. De U-vormige uitsparing is geconfigureerd voor het ontvangen van de connector (8), waarbij de zijwanden (13) en (14) geschikt zijn als kraag voor het afsteunen van de haak. Op deze figuur zou de haak op de zijwand (14) afsteunen.
Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede van een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding. De uitvoeringsvorm in Figuur 2 is eenzelfde uitvoeringsvorm als in Figuur 1. Het lichtelement is volgens de lengteas doormidden gesneden. Het haakelement (4) en het centrale deel (1) van het klemelement hebben een boring, geconfigureerd voor het doorvoeren van elektrische kabels (19) vanaf de connector (8) doorheen de haak en het klemelement naar een houder met metalen contacten (24) in de behuizing (6).
De behuizing (6) is roteerbaar rond de lengteas van de haak alsook rond een rotatieas dwars op de lengteas van de haak. Hiervoor omvat het lichtelement een scharnierelement, met een eerste deel (22) dat aan de haak bevestigd is en een tweede deel (23) dat aan de behuizing (6) bevestigd is. Voor de doorvoer van de elektrische kabels (19) doorheen het scharnierelement, omvat het scharnierelement een zeshoekige trompetnippel (21).
In de houder met metalen contacten (24) is een lichtbron (25) geplaatst. Dit is een LED. Bovenop de lichtbron is een plastieken reflector (26) gemonteerd. Het geheel wordt door een plastieken inzetstuk (27) op zijn plaats in de behuizing gehouden.
Het omhullende deel (2) van het klemelement is met behulp van een veer (3) in de richting van het eerste eind van het centrale deel (1) van het klemelement voorgespannen. De veer (3) wordt met behulp van een schroef (20) in het omhullende deel (2) en het centrale deel (1) gepositioneerd.

Claims (16)

CONCLUSIES
1. Kit voor bevestiging van een element op een geleidingsbaan, omvattende een element en een geleidingsbaan, - waarbij het element een connector voor het elektrisch connecteren van het element aan de geleidingsbaan omvat, - waarbij het element een behuizing omvat, - waarbij het element een lichtelement en/of een sensorelement is, - waarbij de geleidingsbaan een profiel, omvattende twee zijwanden en een basiswand, omvat, - waarbij de twee zijwanden en de basiswand een U-vormige uitsparing vormen, met het kenmerk, dat het element een haak omvat, waarbij de connector aan een uiteinde van de haak bevestigd is, waarbij de U-vormige uitsparing geconfigureerd is voor het ontvangen van de connector en waarbij de zijwanden geschikt zijn als kraag voor het afsteunen van de haak.
2. Kit volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geleidingsbaan aan elk van de twee zijwanden in de U-vormige uitsparing één, twee, drie of meerdere geleiders omvat, waarbij de geleiders bij voorkeur koper omvatten en waarbij elk van de twee zijwanden bij voorkeur een elektrisch isolerende kunststof tussen de geleiders en de zijwand omvatten.
3. Kit volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de connector een meervoud van geleidende contactpunten, bij voorkeur protrusies, meer bij voorkeur indrukbare protrusies omvat, voor elektrisch contact met de geleiders in de geleidingsbaan en waarin bij voorkeur een contactpunt koper omvat.
4. Kit volgens één der voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat een lichtelement een behuizing met lichtbron omvat, waarbij de behuizing met lichtbron minstens 340° omheen een rotatieas volgens de lengterichting van de haak roteerbaar is.
5. Kit volgens één der voorgaande conclusies 1-4, met het kenmerk, dat een lichtelement een behuizing met lichtbron omvat, waarbij de behuizing met lichtbron minstens 90° omheen een rotatieas loodrecht op de lengterichting van de haak roteerbaar is.
6. Kit volgens één der voorgaande conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de haak inwendige elektrische geleidingen van de connector naar de behuizing omvat.
7. Kit volgens één der voorgaande conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de haak een klemelement omvat, omvattende een centraal deel met een eerste en een tweede einde, waarbij de connector zich aan het eerste einde en de behuizing zich aan het tweede einde bevindt, en een omhullend deel, waarbij het omhullende deel het centrale deel gedeeltelijk omhult, waarbij het centrale deel en het omhullende deel volgens de lengterichting van het klemelement beperkt ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn, waarbij het omhullende deel in de richting van het eerste einde van het centrale deel voorgespannen is en waarbij het omhullende deel een vlak deel, dwars op de lengteas van het klemelement omvat, geconfigureerd voor het afsteunen tegen de geleidingsbaan.
8. Kit volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het oppervlak van het klemelement een vlak deel, substantieel evenwijdig met de lengteas van het klemelement, omvat, geconfigureerd voor het afsteunen tegen de geleidingsbaan.
9. Kit volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de connector zich in een richting loodrecht op de lengteas van het klemelement uitstrekt, waarbij de lengte van de connector minstens gelijk is aan de lengte van het klemelement en waarbij de lengte van het klemelement vanaf het tweede einde tot een punt van de haak, geconfigureerd voor het afsteunen op de kraag, volgens de lengteas gemeten is.
10.Kit volgens één der voorgaande conclusies 7-9, met het kenmerk, dat de afstand tussen het vlakke deel van het omhullende deel van het klemelement tot een punt van de haak, geconfigureerd voor het afsteunen op de kraag in voorgespannen toestand kleiner is dan de kortste afstand tussen de kraag en de onderzijde van de geleidingsbaan, geconfigureerd voor het afsteunen van het vlakke deel van het omhullende deel van het klemelement.
11.Lichtelement voor bevestiging op een geleidingsbaan, omvattende een connector voor het elektrisch connecteren van het lichtelement aan een geleidingsbaan en een behuizing met lichtbron, met het kenmerk, dat het lichtelement een haak omvat, waarbij de connector aan een uiteinde van de haak bevestigd is, waarbij de haak geconfigureerd is voor het haken in, het afsteunen op en het elektrisch connecteren met een geleidingsbaan.
12. Sensorelement voor bevestiging op een geleidingsbaan, omvattende een connector voor het elektrisch connecteren van het sensorelement aan een geleidingsbaan en een behuizing met minstens één sensor, met het kenmerk, dat het sensorelement een haak omvat, waarbij de connector aan een uiteinde van de haak bevestigd is, waarbij de haak geconfigureerd is voor het haken in, het afsteunen op en het elektrisch connecteren met een geleidingsbaan.
13. Geleidingsbaan voor bevestiging van elementen, omvattende een profiel, omvattende twee zijwanden en een basiswand, waarbij de twee zijwanden en de basiswand een U-vormige uitsparing vormen, met het kenmerk, dat de U-vormige uitsparing geconfigureerd is voor het ontvangen van een connector van een element en het elektrisch connecteren met een element en waarbij de zijwanden geschikt zijn als kraag voor het afsteunen van een haak van een element.
14. Werkwijze voor het bevestigen van een element op een geleidingsbaan, omvattende de stappen van het voorzien van een geleidingsbaan en een element, waarbij het element een connector voor het elektrisch connecteren van het element op de geleidingsbaan en een behuizing omvat, waarbij het element een lichtelement en/of een sensorelement is en waarbij de geleidingsbaan een profiel, omvattende twee zijwanden en een basiswand, omvat, waarbij de twee zijwanden en de basiswand een U-vormige uitsparing vormen; het haken van het element in de geleidingsbaan en het elektrisch aansluiten aan de geleidingsbaan van het element met het kenmerk, dat het element een haak omvat, waarbij de connector aan een uiteinde van de haak bevestigd is, waarbij de U-vormige uitsparing geconfigureerd is voor het ontvangen van de connector en waarbij de zijwanden geschikt zijn als kraag voor het afsteunen van de haak.
15. Werkwijze volgens conclusie 14 met het kenmerk, dat na haken van het element in de geleidingsbaan het element met behulp van de connector automatisch elektrisch met de geleidingsbaan verbonden is.
16. Werkwijze volgens conclusie 14 of 15, uitgevoerd met een kit volgens één der conclusies 1-10.
BE20205193A 2020-03-25 2020-03-25 Kit, lichtelement, sensorelement, geleidingsbaan en werkwijze voor bevestiging van een element op een geleidingsbaan BE1028162B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205193A BE1028162B1 (nl) 2020-03-25 2020-03-25 Kit, lichtelement, sensorelement, geleidingsbaan en werkwijze voor bevestiging van een element op een geleidingsbaan

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205193A BE1028162B1 (nl) 2020-03-25 2020-03-25 Kit, lichtelement, sensorelement, geleidingsbaan en werkwijze voor bevestiging van een element op een geleidingsbaan

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1028162A1 BE1028162A1 (nl) 2021-10-19
BE1028162B1 true BE1028162B1 (nl) 2021-10-25

Family

ID=70109988

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20205193A BE1028162B1 (nl) 2020-03-25 2020-03-25 Kit, lichtelement, sensorelement, geleidingsbaan en werkwijze voor bevestiging van een element op een geleidingsbaan

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1028162B1 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4749358A (en) * 1986-03-06 1988-06-07 Soleanski Christian B Device for the suspension and lighting of objects
FR2660048A1 (fr) * 1990-03-22 1991-09-27 Rondinaud Alain Dispositif d'eclairage mobile a fixer a une paroi verticale.
DE4302560C1 (de) * 1993-01-29 1994-04-07 Horst Lettenmayer Galerielichtleiste
US5353209A (en) * 1991-08-09 1994-10-04 Roberto Foottit Electrical distribution and/or lighting system with continuous connection point
FR2809159A1 (fr) * 2000-03-06 2001-11-23 Alain Minville Cymaise electrique polyvalente
DE20101581U1 (de) * 2001-01-31 2002-06-20 Keferstein, Ralf, 53757 Sankt Augustin Hochvolt-Stromschienensystem

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DK3259525T3 (da) 2015-02-17 2019-09-23 Chocolate Lighting Company Ltd Effektkontaktsamling til et lysskinnebelysningssystem

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4749358A (en) * 1986-03-06 1988-06-07 Soleanski Christian B Device for the suspension and lighting of objects
FR2660048A1 (fr) * 1990-03-22 1991-09-27 Rondinaud Alain Dispositif d'eclairage mobile a fixer a une paroi verticale.
US5353209A (en) * 1991-08-09 1994-10-04 Roberto Foottit Electrical distribution and/or lighting system with continuous connection point
DE4302560C1 (de) * 1993-01-29 1994-04-07 Horst Lettenmayer Galerielichtleiste
FR2809159A1 (fr) * 2000-03-06 2001-11-23 Alain Minville Cymaise electrique polyvalente
DE20101581U1 (de) * 2001-01-31 2002-06-20 Keferstein, Ralf, 53757 Sankt Augustin Hochvolt-Stromschienensystem

Also Published As

Publication number Publication date
BE1028162A1 (nl) 2021-10-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9835320B2 (en) Power supply system for shelf track lighting device
US9820402B2 (en) Slide lock for circuit boards
US2908743A (en) Electrical outlet
US20140024249A1 (en) Systems and methods for connector enabling vertical removal
US20080123354A1 (en) Telescoping power medium
CA2470525A1 (en) Universal wall mounting bracket
US6273587B1 (en) Light strip power block
US6093037A (en) Track and connector arrangement
US20150293146A1 (en) Laminate structure and clamping mechanism for faulted circuit indicator
US5661453A (en) Wire harness assembly fixture retainer holder and detector
BE1028162B1 (nl) Kit, lichtelement, sensorelement, geleidingsbaan en werkwijze voor bevestiging van een element op een geleidingsbaan
WO1998051963A2 (en) Lighting system
US2483165A (en) Adapter for fluorescent lamp sockets
US4744010A (en) Electrical component mounting apparatus with isolated conductors
EP2282379A1 (en) Device for power supply
JP6342475B2 (ja) 取り付けやすい照明器具
US11454382B1 (en) Lighting device system and movable mount for same
JP2010021123A (ja) 薄型フレキシブル照明器
US20100291778A1 (en) Detection of improperly seated electronic component
CN111474458A (zh) Led光源测试工装及led光源测试系统
CA2199365A1 (en) Current supply device for low voltage equipment
JP4870674B2 (ja) 天井標識ホルダー
US8065921B2 (en) Airflow speed detection device
PL346319A1 (en) Electrically conductive pipe clip or cable clip
EP0515315A1 (en) Current distributing apparatus for electric lines of the type exhibiting an exposed section member, in particular for low-voltage lighting installations

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20211025