BE1026523B1

BE1026523B1 - Klemanker voor bevestiging van een beslag op een hol profiel van een raam of deur

Info

Publication number: BE1026523B1
Application number: BE20185559A
Authority: BE
Inventors: PARYS Emmanuel Diederich Camille VAN
Original assignee: PARYS Emmanuel Diederich Camille VAN
Priority date: 2018-08-09
Filing date: 2018-08-09
Publication date: 2020-03-09
Also published as: CN110821924B; BE1026523A1; CN110821924A; EP3608551A1

Abstract

De uitvinding betreft een klemanker voor de bevestiging van een beslag op een hol profiel van een raam of deur, waarbij het hoofdzakelijk bestaat uit een L-vormig lichaam met een eerste been en een tweede been, waarbij het eerste been in verhouding tot het tweede been kort is, waarvan het tweede been voorzien is van een inwendige schroefdraad die zich uitstrekt in de lengterichting van dit been, waarbij het eerste been voorzien is van een klemvlak voor een inwendig wandoppervlak van het profiel, daardoor gekenmerkt dat aan het vrije uiteinde van het tweede been een steunvlak zich aan beide kanten van de schroefdraad van het tweede been bevinden, waarbij een stabiel krachtenevenwicht ontstraat op het klemanker bij het vasttrekken van de schroef.

Description

Klemanker voor bevestiging van een beslag op een hol profiel van een raam of deur.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een klemanker voor de bevestiging van een beslag op een hol profiel van een raam of deur, in het bijzonder voor het bevestigen van een scharnier op een raam of deur.

Bij ramen en deuren die samengesteld zijn uit holle profielen uit aluminium of dergelijke worden tegenwoordig de scharnieren bevestigd op een hol profiel door middel van bouten die doorheen geboorde openingen in een wand van het profiel worden gestoken en die worden vastgedraaid in een aantrekstuk met schroefgaten die tegenover de openingen in de wand van het profiel worden gepositioneerd.

Zulk aantrekstuk wordt bijvoorbeeld gevormd door een plaat die in de holle ruimte van het profiel wordt geschoven tot wanneer de schroefgaten zich tegenover de geboorde gaten in het profiel bevinden, waarbij de plaat tijdens het verschuiven tegen de binnenzijde van de voornoemde wand wordt aangedrukt door middel van een bladveer of dergelij ke.

Dergelijke montage vergt een bepaalde tijd en behendigheid van de monteur, vooral wanneer de scharnieren op een grote afstand van de uiteinden van het profiel dienen te worden bevestigd.

Een nadeel is ook dat de aantrekstukken en de openingen in

BE2018/5559 het profiel op voorhand dienen voorzien te worden bij de assemblage van de profielen tot een raam of deur en dat deze aantrekstukken na assemblage niet meer vervangen kunnen worden.

Nog een nadeel is dat zulke aantrekstukken relatief omvangrijk zijn en bijgevolg veel opslagruimte in beslag nemen en dat het aantrekstuk aangepast moet zijn aan de interne vorm van het betreffende profiel waarop het bevestigd moet worden en er bijgevolg een relatief groot aantal soorten van dergelijke aantrekstukken bestaan en voorradig dienen te zijn.

Men kent reeds een ander type van bevestiging in de vorm van een klemsysteem dat in een opening in een wand van een profiel van een raam of deur kan worden aangebracht en dat verankerbaar is door middel van een beweegbaar onderdeel waarmee het klemsysteem kan worden vastgeklemd achter een inroltand van het profiel.

Dergelijk klemsysteem is relatief complex qua constructie waardoor de kostprijs relatief hoog is.

Om een stabiele bevestiging te verzekeren, dient zulk klemsysteem voldoende tegensteun te vinden aan de tegengestelde zijde van de inroltand, bijvoorbeeld tegen een bijkomende wand van het profiel of in een tweede opening in een tegenoverliggende wand van het profiel, in een boring of dergelijke.

Hierdoor is zulk klemsysteem ook niet overal toepasbaar in

BE2018/5559 een gegeven profiel indien een stabiele bevestiging is vereist.

EP2248975 van de aanvrager beschrijft een klemsysteem via een haak- of L-vormige inkantelmoer met een eerste been en een tweede been, waarvan het tweede been voorzien is van een inwendige schroefdraad die zich uitstrekt in de lengterichting van dit been en van een verbrede kop op het kopse uiteinde van dit been, waarbij de inkantelmoer volledig doorheen een opening in een wand van het profiel gestoken kan worden tot aan de verbrede kop en waarbij de lengte van het tweede been zodanig is dat wanneer de inkantelmoer in het profiel is gestoken tot aan de verbrede kop, het eerste been achter een eerste inwendig wandoppervlak van het profiel gehaakt kan worden en ermee kan vastgeklemd worden door middel van de trekkracht van een bout die in de schroefdraad wordt gedraaid.

De inkantelmoer van EP2248975 bevat twee klemvlakken, een eerste (vlak deel 15) op het eerste been en een tweede (schouder 18) op het tweede been. Het vlakke deel 15 leunt aan tegen wandoppervlak 13. De schouder 18 wordt minstens gedeeltelijk onder het inwendige wandoppervlak 19 gebracht. Wanneer de schroef wordt aangeschroefd, zal het klemanker zich vastklemmen, meer bepaald ter hoogte van het eerste en het tweede inwendige wandoppervlak 13, respectievelijk 19. Hierdoor bekomt men een stabiele bevestiging.

Een nadeel is dat de vorm van de inkantelmoer eerder complex is. De twee klemvakken moeten correct gepositioneerd zijn voor een stabiele bevestiging.

Het

BE2018/5559 productieproces moet de complexe vorm aankunnen. Tevens moet het materiaal van de inkantelmoer voldoende stevig zijn.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan één of meer van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.

Hiertoe betreft de uitvinding een klemanker voor de bevestiging van een beslag op een hol profiel van een raam of deur, waarbij het hoofdzakelijk bestaat uit een L-vormig lichaam met een eerste been en een tweede been, waarvan het tweede been voorzien is van een inwendige schroefdraad die zich uitstrekt in de lengterichting van dit been, waarbij het klemanker een zodanige vorm en afmetingen heeft dat het lichaam, beginnend met de kant van het eerste been, volledig doorheen een opening in een wand van het profiel kan worden gestoken en waarbij de lengte van het tweede been zodanig is dat, wanneer het lichaam in het profiel is gestoken, het klemanker met het eerste been achter een inwendig wandoppervlak van het profiel gehaakt kan worden en via een klemvlak ermee vastgeklemd kan worden door middel van de trekkracht van een schroef die in de voornoemde schroefdraad wordt ingedraaid, waarbij aan het vrije uiteinde van het tweede been een steunvlak voorzien is waartegen het beslag kan steunen zodanig dat bij het vasttrekken van de schroef een krachtenevenwicht ontstaat met het vastgeklemde eerste been.

Een bijzonder voordeel is dat er slechts één klemvlak is, namelijk dat bij inklemming van het eerste been. Het

BE2018/5559 steunvlak van het klemanker met het scharnier zorgt voor een stabiel krachtenevenwicht op het klemanker.

Een ander voordeel is de snelle en eenvoudige, meer intuïtieve montage die gelijkt op het indraaien van een bout, zijnde een (grote) rotatie gevolgd door een (kleine) translatie.

Nog een ander voordeel is dat het klemanker iets langer is en dus ook gemakkelijker handelbaar door de monteurs.

Tevens is de vorm gunstiger en kan daardoor via een eenvoudiger productieproces geproduceerd worden. De vorm heeft een grotere sectie waardoor het klemanker uit een goedkoper materiaal mogelijk is.

Het klemanker kan bovendien op zeer eenvoudige wijze worden aangebracht in een geboorde opening van een profiel van een deur of raam, waarbij de schroefdraad van het klemanker dan dienst kan doen als schroefdraad voor een bout waarmee bijvoorbeeld een scharnier tegen de voornoemde wand van het profiel kan worden vastgeschroefd en waarbij deze schroef dan tevens dienst doet om het klemanker tegen het inwendig wandoppervlak van het profiel vast te trekken. Dit betekent een tijdsbesparing bij de montage.

Bovendien is het klemanker zeer compact, waardoor er slechts weinig stockageruimte voor nodig is.

Een voordeel is ook dat het klemanker niet noodzakelijk op voorhand bij de assemblage van de kaders van het raam of

BE2018/5559 deur in de profielen moet worden ingebracht en zulke klemankers volgens de uitvinding ook achteraf kunnen worden voorzien en ook achteraf makkelijk kunnen worden verwijderd of vervangen.

Een klemanker volgens de uitvinding kan bijkomend op iedere plaats in het profiel worden voorzien, aangezien in elk profiel wel ergens een inwendig wandoppervlak aanwezig is waarachter het klemanker kan worden vastgehaakt, al was het maar het inwendig wandoppervlak van de wand met de opening voor het inbrengen van het klemanker.

De opening kan een geboorde of gefreesde opening zijn, rond van vorm of niet rond.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een klemanker volgens de uitvinding is het tweede been aan zijn vrije uiteinde voorzien van een verbreding die dienst doet als voornoemd steunvlak, waarbij de verbreding zich bevindt, gezien in langsdoorsnede, aan de tegenovergestelde kant van het eerste been.

Het klemvlak aan het eerste been en het steunvlak aan het tweede been zorgen samen voor een evenwichtig krachtkoppel bij het inklemmen van het klemanker.

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een klemanker volgens de uitvinding is de afstand van de inwendige axiale schroefdraad tot het klemvlak van het eerste been en die van de inwendige axiale schroefdraad tot

BE2018/5559 het steunvlak van het vrije uiteinde van het tweede been quasi gelijk.

Hierdoor ontstaat een stabiel krachtenevenwicht bij vasttrekken door de schroef. Zoals verder in de figuren weergegeven is de afstand tot te beschouwen als de afstand tot het midden van het betreffende klem- en steunvlak.

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een klemanker volgens de uitvinding is de afstand tussen het steunvlak van het eerste been en de schroef zo klein mogelijk en de afstand tussen het steunvlak van het vrije uiteinde van het tweede been (dat tegen het scharnierblad afsteunt) en de schroef zo groot mogelijk.

In nog een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een klemanker volgens de uitvinding is de neerwaartse reactiekracht van enerzijds het profiel op het klemvlak van het eerste been en anderzijds het scharnierblad op het steunvlak van het vrije uiteinde van het tweede been gelijk aan de opwaartse trekkracht en voorspankracht van de schroef.

Hiertoe heeft het klemanker een specifieke vorm waarbij zich aan beide kanten van de schroefdraad een steunvlak/klemvlak bevindt dat een evenwichtig koppel krachten ontwikkelt bij vastklemmen. Aan de ene kant van de schroefdraad, meer bepaald onderaan het tweede been, bevindt zich het eerste been voorzien van een klemvlak waar een neerwaartse kracht op uitgeoefend wordt. Aan de

BE2018/5559 tegenovergestelde kant van de schroefdraad, meer bepaald bovenaan het tweede been, bevindt zich het steunvlak op het vrije uiteinde van het tweede been waar een neerwaartse kracht op uitgeoefend wordt bij het vastklemmen van een schroef in de schroefdraad. De opwaartse trekkracht van de schroef wordt gecompenseerd door het koppel neerwaartse krachten links en rechts van de schroef, in een vlak dat zich bevindt in het vlak van het raam of de deur waarop het beslag wordt gemonteerd.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een klemanker volgens de uitvinding is de lengte van het tweede been, meer bepaald de loodrechte afstand tussen het uiteinde van het tweede been en het eerste been, gelijk aan of iets groter dan de loodrechte afstand tussen het voornoemd inwendige wandoppervlak en de wand van het profiel waarin de voornoemde opening is aangebracht.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een klemanker volgens de uitvinding is de algemene vorm van het lichaam langwerpig en is het eerste been in verhouding tot het tweede been (zeer) kort.

Het klemanker heeft quasi de vorm van een bout, waardoor de montage zeer intuïtief is en gelijkt op het indraaien van een bout.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een klemanker volgens de uitvinding bezit het klemanker een zodanige vorm en afmetingen dat het lichaam quasi verticaal doorheen een opening in een wand van het profiel kan worden gestoken,

BE2018/5559 waarbij de dwarsdiameter van de onderkant van het klemanker nagenoeg dezelfde is als de dwarsdiameter van de opening.

De dwarsdiameter van de onderkant van het klemanker is deze van de onderkant van het tweede been inclusief de lengte van het eerste been.

Bij voorkeur wordt het lichaam, door zijn specifieke vorm, lichtjes schuin getild bij het steken doorheen de opening, zonder dat er sprake is van een kantelbeweging.

In een specifieke uitvoeringsvorm van een klemanker volgens de uitvinding is het tweede been in hoofdzaak cilindrisch aan de binnenzijde boven het eerste been en loopt het tweede been conisch uit naar zijn vrije uiteinde aan de tegenovergestelde buitenzijde.

Aan dit conisch uitlopende vrije uiteinde van het tweede been bevindt zich een verbreding die dienst doet als steunvlak.

Op het vrije uiteinde van de conische uitloper van het tweede been is het steunvlak voor het scharnierblad voorzien, als tegenhanger van het klemvlak op het eerste been. De conische vorm is nog steeds eenvoudig en laat toe het klemanker intuïtief te bedienen als een bout.

In een bepaalde uitvoeringsvorm van een klemanker volgens de uitvinding heeft het tweede been aan de zijkant van de verbreding over een bepaalde afstand van het vrije uiteinde een quasi cilindrisch deel waartegen de wand van het

BE2018/5559 profiel kan aanleunen. Dit voorkomt dat het klemanker doorheen de opening kan vallen.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een klemanker volgens de uitvinding vormt de hoek tussen het eerste been en het tweede been een rechte hoek.

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een klemanker volgens de uitvinding is het klemanker uitgevoerd in één deel. Dankzij de eenvoudige vorm van het klemanker is de productie eveneens eenvoudig en goedkoop.

Het klemanker kan op een eenvoudige manier op zijn plaats worden gemonteerd. Het klemanker wordt eerst met het eerste been doorheen de opening in het profiel gestoken door middel van een translatiebeweging. Daarna wordt het eerste been achter een inwendig wandoppervlak van het profiel gehaakt door middel van een rotatiebeweging.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een klemanker volgens de uitvinding kan het klemanker vanaf de buitenzijde van een profiel doorheen een opening in een wand van het profiel worden gemonteerd, alsook gedemonteerd, en is het klemanker herbruikbaar na demontage.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een klemanker volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekening, waarin:

BE2018/5559 figuur 1 schematisch een klemanker volgens de uitvinding weergeeft ;

figuur 2 schematisch een doorsnede weergeeft van een scharnier die is vastgezet met een klemanker volgens de uitvinding.

Figuur 2 geeft een deel van een scharnier 3 weer waarvan één scharnierblad 4 op een hol profiel 2 is bevestigd door middel van een klemanker 1 volgens de uitvinding.

Zoals gedetailleerder is weergegeven in figuur 1 bestaat het klemanker 1 hoofdzakelijk uit een L-vormig lichaam 6 met een eerste been 7 en een tweede been 8, waarvan het tweede been 8 voorzien is van een inwendige schroefdraad 9 die zich uitstrekt in de lengterichting van dit been 8.

Het klemanker 1 heeft een langwerpige vorm met een lang been (tweede been 8) en een kort been (eerste been 7).

Aan het vrije uiteinde 10 van het tweede been 8 bevindt zich een steunvlak 15 dat tegen het scharnierblad 4 aanleunt bij vastklemmen van de schroef 9.

Dit steunvlak 15 kan voorzien zijn aan de kop van het vrije uiteinde 10 van het tweede been 8, zoals weergegeven op de figuur, maar het vrije uiteinde 10 kan ook een vorm hebben waarbij het steunvlak zich niet volledig op het kopse uiteinde bevindt maar iets verlaagd, zodanig dat het scharnierblad 4 toch nog kan aanleunen tegen dit steunvlak.

BE2018/5559

Het vrije uiteinde 10 is aan één kant breder uitgevoerd, zijnde conisch (gezien in zijaanzicht) aan de kant van het tweede been 8 tegenovergesteld van de kant waar het eerste been 7 zich bevindt. Hierdoor kan een krachtenkoppel ontstaan.

Het klemanker 1 bezit een zodanige vorm en afmetingen dat het lichaam 6, beginnend met het eerste been 7, volledig doorheen een opening 11, in dit voorbeeld een ronde opening, in een wand 12 van het profiel 2 gestoken kan worden en waarbij de lengte van het tweede been 8 zodanig is dat, wanneer het lichaam 6 in het profiel 2 is gestoken, het klemanker 1 met het eerste been 7 achter een eerste inwendig wandoppervlak 13 van het profiel 2 gehaakt kan worden waarin het inwendig wandoppervlak 13 zich bevindt in een versterkte zone van het profiel 2.

De lengte van het tweede been 8, meer bepaald de loodrechte afstand tussen het vrije uiteinde 10 en het eerste been 7, is daarbij bij voorkeur gelijk aan of iets groter dan de loodrechte afstand tussen het voornoemd inwendig wandoppervlak 13 en het uitwendig wandoppervlak 14 van de profielwand 12 waarin de voornoemde opening 11 is aangebracht.

Het uiteinde van het klemanker 1 naar het eerste been 7 toe (de buitenhoeken van het lichaam 6) heeft afgeschuinde randen 20 om gemakkelijker doorheen de opening 11 te steken.

In het weergegeven voorbeeld van figuur 2 heeft het

BE2018/5559 klemanker 1 een langwerpige, conisch cilindrische vorm. Op die manier kan het klemanker 1 gemakkelijk doorheen de voornoemde opening 11 in het profiel 2 gestoken worden door middel van een translatiebeweging. Op zijn diepste punt ingestoken, kan het klemanker 1 via een kleine rotatiebeweging met het eerste been 7 geklemd worden met het inwendig wandoppervlak 13.

Het eerste been 7 is cilindrisch uitgevoerd en is zeer kort in vergelijking met het tweede been 8. Het tweede been 8 is in hoofdzaak cilindrisch met een conische verbreding 16 naar het vrije uiteinde 10 toe. Aan de grootste diameter van de conische verbreding 16 (aan de kop van het vrije uiteinde van het tweede been) doet de kop dienst als steunvlak 15 met het scharnier.

Het klemanker 1 is ééndelig uitgevoerd.

Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede van het klemanker 1 met inwendige schroefdraad 9. Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede waarbij het klemanker 1 vastgeschroefd is met een schroef

5.

Het gebruik van een klemanker 1 volgens de uitvinding voor de bevestiging van een scharnierblad 4 op een wand 12 van een hol profiel 2 is eenvoudig en als volgt.

Eerst wordt in de wand 12 een opening 11 geboord met een diameter die iets groter is dan de onderste diameter van het tweede been 8, opgeteld met de lengte van het uitstekende deel van het eerste been 7.

BE2018/5559

Vervolgens wordt het klemanker 1 met het eerste been 7 iets schuin getild in de opening 11 gestoken en vervolgens quasi verticaal neergelaten met het tweede been 8 tot het eerste been 7 achter het wandoppervlak 13 haakt.

Vervolgens wordt de scharnierplaat 4 over het klemanker 1 op de wand 12 geplaatst, waarbij een bevestigingsgat 20 in het scharnierblad 4 tegenover het klemanker 1 wordt uitgelijnd. Het scharnierblad 4 steunt dan op het vrije uiteinde 10 van het tweede been 8 via het steunvlak 15.

Nadien wordt een schroef 5 doorheen het bevestigingsgat 20 gestoken en wordt de schroef 5 in de schroefdraad 9 van het klemanker 1 aangedraaid.

Tenslotte wordt de schroef 5 vast aangeschroefd, waardoor het klemanker 1 zich vastklemt tegen het profiel 2, meer bepaald ter hoogte van het klemvlak 21 met het eerste been 7 en het steunvlak 15 met het tweede been 8. Door de reactiekracht van het aantrekken van de schroef 5 wordt een evenwichtig krachtkoppel gevormd tussen enerzijds de profielwand 12 en het eerste been 7 en anderzijds het scharnierblad 4 en het tweede been 8.

Doordat deze vlakken 13/21 en 19/15 zich aan weerskanten van het tweede been 8 bevinden, bekomt men aldus een stabiele bevestiging.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een klemanker volgens de uitvinding

BE2018/5559 zoals gedefinieerd door allerlei varianten worden de conclusies, kunnen volgens verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

1.- Klemanker (1) voor de bevestiging van een beslag (4) op een hol profiel (2) van een raam of deur, waarbij het hoofdzakelijk bestaat uit een L-vormig lichaam (6) met een eerste been (7) en een tweede been (8), waarvan het tweede been (8) voorzien is van een inwendige schroefdraad (9) die zich uitstrekt in de lengterichting van dit been (8), waarbij het klemanker (1) een zodanige vorm en afmetingen bezit dat het lichaam (6), beginnend met de kant van het eerste been (7), volledig doorheen een opening (11) in een wand (12) van het profiel (2) kan worden gestoken en waarbij de lengte van het tweede been (8) zodanig is dat, wanneer het lichaam (6) in het profiel (2) is gestoken, het klemanker (1) met het eerste been (7) achter een inwendig wandoppervlak (13) van het profiel (2) gehaakt kan worden en via een klemvlak (21) ermee vastgeklemd kan worden door middel van de trekkracht van een schroef (5) die in de voornoemde schroefdraad (9) wordt ingedraaid, daardoor gekenmerkt dat aan het vrije uiteinde (10) van het tweede been (8) een steunvlak (15) voorzien is waartegen het beslag (4) kan steunen zodanig dat bij het vasttrekken van de schroef (5) een krachtenevenwicht ontstaat met het vastgeklemde eerste been (7).

2,- Klemanker (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het tweede been (8) aan zijn vrije uiteinde (10) voorzien is van een verbreding (16) die dienst doet als voornoemd steunvlak (15), waarbij de verbreding (16) zich

BE2018/5559 bevindt, gezien in langsdoorsnede, aan de tegenovergestelde kant van het eerste been (7) .

3. - Klemanker (1) volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de afstand tussen het klemvlak (21) van het eerste been (7) en de schroefdraad (9) zo klein mogelijk is en de afstand tussen het steunvlak (15) van het vrije uiteinde (10) van het tweede been (8) en de schroefdraad (9) zo groot mogelijk.

4. - Klemanker (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de neerwaartse reactiekracht (17) van enerzijds het profiel (2) op het klemvlak (21) van het eerste been (7) en anderzijds het scharnierblad (4) op het steunvlak (15) van het tweede been (8) gelijk is aan de opwaartse trekkracht (18) van de schroef (9).

5. - Klemanker (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de lengte van het tweede been (8), meer bepaald de loodrechte afstand tussen het uiteinde van het tweede been (8) en het eerste been (7), gelijk is aan of iets groter is dan de loodrechte afstand tussen het voornoemd inwendig wandoppervlak (13) en de wand (12) van het profiel (2) waarin de voornoemde opening (11) is aangebracht.

6.- Klemanker (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de algemene vorm van het lichaam (6) langwerpig is en het eerste been (7) in verhouding tot het tweede been (8) kort is.

BE2018/5559

7. - Klemanker (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het klemanker (1) een zodanige vorm en afmetingen bezit dat het lichaam (6) guasi verticaal doorheen een opening (11) in een wand (12) van het profiel (2) kan worden gestoken, waarbij de dwarsdiameter van de onderkant van het klemanker nagenoeg dezelfde is als de dwarsdiameter van de opening (11).

8. - Klemanker (1) volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat het lichaam (6) lichtjes schuin getild wordt bij het steken doorheen de opening (11).

9. - Klemanker (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de vorm van het tweede been (8) in hoofdzaak cilindrisch is aan de binnenzijde boven het eerste been (7) en het tweede been (8) conisch uitloopt naar zijn vrije uiteinde (10) aan de tegenovergestelde buitenzijde.

10. - Klemanker (1) volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de verbreding (16) zich bevindt aan het conisch uitlopende vrije uiteinde (10) van het tweede been (8).

11. - Klemanker (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het tweede been (8) aan de zijkant van de verbreding (16) over een bepaalde afstand van het vrije uiteinde (10) een quasi cilindrisch deel (19) heeft waartegen de wand (12) van het profiel (2) kan aanleunen.

BE2018/5559

12 . - Klemanker (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de hoek tussen het eerste been (7) en het tweede been (8) een rechte hoek vormt. 13.- Klemanker (1) volgens één van de voorgaande

conclusies, daardoor gekenmerkt dat het ééndelig is uitgevoerd.

14.- Klemanker (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het klemanker (1) doorheen de opening (11) in het profiel (2) gestoken kan worden door middel van een translatiebeweging.

15. - Klemanker (1) volgens conclusie 14, daardoor gekenmerkt dat het eerste been (7) daarna achter een inwendig wandoppervlak (13) van het profiel (2) gehaakt kan worden door middel van een rotatiebeweging.

16. - Klemanker (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het klemanker (1) vanaf de buitenzijde van een profiel (2) doorheen een opening (11) in een wand (12) van het profiel (2) kan worden gemonteerd, alsook gedemonteerd, en dat het klemanker (1) herbruikbaar is na demontage.