BE1026406A1 - Asopstelling voor een landbouwbalenpers - Google Patents
Asopstelling voor een landbouwbalenpers Download PDFInfo
- Publication number
- BE1026406A1 BE1026406A1 BE20185421A BE201805421A BE1026406A1 BE 1026406 A1 BE1026406 A1 BE 1026406A1 BE 20185421 A BE20185421 A BE 20185421A BE 201805421 A BE201805421 A BE 201805421A BE 1026406 A1 BE1026406 A1 BE 1026406A1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- axis
- axle
- baler
- chassis
- coupled
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01F—PROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
- A01F15/00—Baling presses for straw, hay or the like
- A01F15/08—Details
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G11/00—Resilient suspensions characterised by arrangement, location or kind of springs
- B60G11/32—Resilient suspensions characterised by arrangement, location or kind of springs having springs of different kinds
- B60G11/34—Resilient suspensions characterised by arrangement, location or kind of springs having springs of different kinds including leaf springs
- B60G11/46—Resilient suspensions characterised by arrangement, location or kind of springs having springs of different kinds including leaf springs and also fluid springs
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G5/00—Resilient suspensions for a set of tandem wheels or axles having interrelated movements
- B60G5/04—Resilient suspensions for a set of tandem wheels or axles having interrelated movements with two or more pivoted arms, the movements of which are resiliently interrelated, e.g. the arms being rigid
- B60G5/047—Resilient suspensions for a set of tandem wheels or axles having interrelated movements with two or more pivoted arms, the movements of which are resiliently interrelated, e.g. the arms being rigid at least one arm being resilient, e.g. a leafspring
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G9/00—Resilient suspensions of a rigid axle or axle housing for two or more wheels
- B60G9/003—Resilient suspensions of a rigid axle or axle housing for two or more wheels the axle being rigidly connected to a trailing guiding device
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01F—PROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
- A01F15/00—Baling presses for straw, hay or the like
- A01F15/04—Plunger presses
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2200/00—Indexing codes relating to suspension types
- B60G2200/30—Rigid axle suspensions
- B60G2200/31—Rigid axle suspensions with two trailing arms rigidly connected to the axle
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2200/00—Indexing codes relating to suspension types
- B60G2200/30—Rigid axle suspensions
- B60G2200/34—Stabilising mechanisms, e.g. for lateral stability
- B60G2200/341—Panhard rod
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2204/00—Indexing codes related to suspensions per se or to auxiliary parts
- B60G2204/10—Mounting of suspension elements
- B60G2204/14—Mounting of suspension arms
- B60G2204/148—Mounting of suspension arms on the unsprung part of the vehicle, e.g. wheel knuckle or rigid axle
- B60G2204/1482—Mounting of suspension arms on the unsprung part of the vehicle, e.g. wheel knuckle or rigid axle on rigid axle by elastic mount
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2204/00—Indexing codes related to suspensions per se or to auxiliary parts
- B60G2204/80—Interactive suspensions; arrangement affecting more than one suspension unit
- B60G2204/81—Interactive suspensions; arrangement affecting more than one suspension unit front and rear unit
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2204/00—Indexing codes related to suspensions per se or to auxiliary parts
- B60G2204/80—Interactive suspensions; arrangement affecting more than one suspension unit
- B60G2204/83—Type of interconnection
- B60G2204/8302—Mechanical
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2206/00—Indexing codes related to the manufacturing of suspensions: constructional features, the materials used, procedures or tools
- B60G2206/01—Constructional features of suspension elements, e.g. arms, dampers, springs
- B60G2206/30—Constructional features of rigid axles
- B60G2206/31—Straight axle
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2300/00—Indexing codes relating to the type of vehicle
- B60G2300/04—Trailers
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2300/00—Indexing codes relating to the type of vehicle
- B60G2300/08—Agricultural vehicles
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Harvesting Machines For Specific Crops (AREA)
- Harvester Elements (AREA)
Abstract
Een asopstelling (60) voor een balenpers (10) bevat een eerste as (62), een tweede as (64) en een paar langwerpige elementen (90). De eerste as (62) heeft eerste en tweede uiteinden (68A, 68B). De eerste en de tweede ophangcilinder (72A, 72B) zijn gepositioneerd aan het eerste en het tweede uiteinde (68A, 68B). De eerste as (62) is gekoppeld met het chassis (11). De tweede as (64) heeft een eerste en een tweede uiteinde (78A, 78B). De eerste en de tweede ophangcilinders (82A, 82B) zijn gepositioneerd aan het eerste en het tweede uiteinde (78A, 78B) om over het algemeen verticale belastingen op te nemen. Een eerste langwerpige element (90A) verbindt het eerste uiteinde (78A) van tweede as (64) met het eerste uiteinde (68A) van de eerste as (62). Een tweede langwerpig element (90B) verbindt het tweede uiteinde (78B) van tweede as (64) met het tweede uiteinde (68B) van de eerste 15 as (62).
Description
ASOPSTELLTNG VOOR EEN LANDBOUWBALENPERS
ACHTERGROND VAN DE UTTVTNDTNG
1. Toepassingsgebied van de uitvinding
Deze uitvinding heeft betrekking op landbouwbalenpersen, meer bepaald op opstellingen die gebruikt worden met zulke balenpersen.
2. Beschrijving van de stand van de techniek
Oogstmachines voor landbouwtoepassingen, zoals balenpersen, worden in de landbouw gebruikt om oogstmateriaal samen te voegen en te verpakken om de opslag en de behandeling van het oogstmateriaal voor later gebruik te vergemakkelijken. In het geval van hooi wordt gewoonlijk een maaibord-kneuzer gebruikt om het oogstmateriaal af te snijden en voor te bereiden om het in zwaden in de zon te drogen. In geval van stro ontlaadt een maaidorser vanaf de achterkant van de maaidorser oogstmateriaal dat geen graan is en het stro vormt (bv. tarwe- of haverstro) dat door de balenpers opgeraapt zal worden. Het afgesneden oogstmateriaal wordt gewoonlijk geharkt en gedroogd, en een balenpers, zoals een grote vierkantebalenpers of een rondebalenpers, rijdt schrijlings over en langs de zwaden om het oogstmateriaal op te pikken en er balen van te maken.
Op een grote vierkantebalenpers verzamelt een opraapeenheid aan de voorkant van de balenpers het afgesneden en in zwaden neergelegde oogstmateriaal van de grond. De opraapeenheid bevat een opraaprol, en kan facultatief andere onderdelen bevatten zoals zijdelingse afschermingen, eenzijdig gesteunde korte vijzels, windschermen enz.
Een pakkereenheid wordt gebruikt om het oogstmateriaal vanaf de opraapeenheid toe te voeren aan een toevoerkoker (ook gekend als precompressiekamer”). De pakkereenheid vormt een prop oogstmateriaal binnen de toevoerkoker die daarna overgebracht wordt naar een hoofdbalenkamer. (Voor deze bespreking zal de lading oogstmateriaal in de toevoerkoker een prop genoemd worden, en zal de lading oogstmateriaal na samengeperst te zijn binnen de hoofdbalenkamer een plak genoemd worden). Gewoonlijk bevat zulke pakkereenheid tanden of vorken om het oogstmateriaal vanuit de opraapeenheid tot in de toevoerkoker te verplaatsen. In plaats van een pakkereenheid is
BE2018/5421 ook het gebruik bekend van een rotorsnijeenheid die het oogstmateriaal in kleinere stukken hakt.
Een stouweenheid draagt de prop oogstmateriaal over in ladingen vanuit de toevoerkoker naar de hoofdbalenkamer. Gewoonlijk bevat zulke volpropeenheid volpropvorken die gebruikt worden om de prop oogstmateriaal vanuit de toevoerkoker naar de hoofdbalenkamer over te brengen, synchroon met de heen-en-weergaande beweging van een plunjer binnen de hoofdbalenkamer.
In de hoofdbalenkamer drukt de plunjer de prop oogstmateriaal samen tot plakken om een baal te vormen en terzelfder tijd beweegt de baal geleidelijk naar de uitgang van de balenkamer. De plunjer beweegt heen en weer, naar het ontlaadeinde van de balenpers toe en weg ervan. Wanneer er genoeg plakken werden toegevoegd en de baal een volledige (of een andere voorafbepaalde) grootte bereikt, wordt een aantal knopers geactiveerd die twijn, garen of iets dergelijks rond de baal wikkelen en vastknopen terwijl de baal zich nog altijd in de hoofdbalenkamer bevindt. De twijn wordt doorgesneden en de gevormde baal wordt uit de achterkant van de balenpers gestoten als een nieuwe baal gevormd is.
Grote vierkantebalenpersen bevatten gewoonlijk tandemassen om het gewicht van de balenpers en de balen binnen de balenpers te dragen. De tandemassen zijn gewoonlijk gekoppeld aan het chassis van de balenpers met behulp van een omgekeerde “Y”- of jukopstelling aan het uiteinde van de assen, waarbij de hoogste punt van het juk scharnierbaar gekoppeld is met het chassis van de balenpers. Deze mechanische verbinding tussen de assen stelt de assen in staat samen te bewegen wanneer de balenpers een oneffen bodem dwarst. Deze types tandemasopstellingen kunnen ook “draaistel” genoemd worden.
Voor sommige balenpersopstellingen kan een asophangingssysteem zoals hierboven beschreven, met een omgekeerde jukopstelling niet mogelijk of wenselijk zijn. Bovendien bevat een naaldopstelling die gebruikt wordt om twijn toe te voeren door een gevormde baal gewoonlijk een naaldjuk, dat langs een bewegingspad beweegt onder de balenpers en eventueel in botsing kan komen met de configuratie van de voor- en achteras. Met een naaldjuk, gepositioneerd op de bodem van een balenpers, kan een tandemas in de vorm van een omgekeerde Y of draaistel niet haalbaar zijn.
BE2018/5421
Wat hier ten opzichte van de stand van de techniek nodig is, is een asopstelling die niet in botsing komt met een naaldopstelling die op de bodem van de landbouwbalenpers gepositioneerd is.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Deze uitvinding verschaft een landbouwbalenpers met een asopstelling met ophangcilinders, waarin een eerste as verbonden is met het chassis, en een tweede as verbonden is met de eerste as via een paar langwerpige elementen op respectieve uiteinden van de as.
In één uitvoeringsvorm is de uitvinding gericht op een balenpers die een chassis, een hoofdbalenkamer gedragen door het chassis en een asopstelling gekoppeld met het chassis bevat. De balenpers is gekenmerkt doordat de asopstelling een tweede as en een paar langwerpige elementen bevat. De eerste as heeft een eerste uiteinde en een tweede uiteinde. Een eerste ophangcilinder is gepositioneerd aan het eerste uiteinde en een tweede ophangcilinder is gepositioneerd aan het tweede uiteinde om over het algemeen verticale belastingen op te kunnen nemen. De eerste as is gekoppeld met het chassis om over het algemeen horizontale belastingen op de eerste as op te kunnen nemen. De tweede as heeft een eerste uiteinde en een tweede uiteinde. Een eerste ophangcilinder is gepositioneerd aan het eerste uiteinde en een tweede ophangcilinder is gepositioneerd aan het tweede uiteinde om over het algemeen verticale belastingen op te kunnen nemen. Een paar langwerpige elementen verbinden de tweede as met de eerste as om over het algemeen horizontale belastingen op de tweede as op te kunnen nemen. Het paar langwerpige elementen bevat een eerste langwerpig element en een tweede langwerpig element. Het eerste langwerpige element verbindt het eerste uiteinde van de tweede as met het eerste uiteinde van de eerste as. Het tweede langwerpige element verbindt het tweede uiteinde van de tweede as met het tweede uiteinde van de eerste as.
In een andere uitvoeringsvorm hebben het eerste langwerpige element en het tweede langwerpige element elk de vorm van een bladveer die zich tussen de tweede as en de eerste as uitstrekt.
In een andere uitvoeringsvorm zijn het eerste langwerpige element en het tweede langwerpige element elk gekoppeld met de eerste as via een scharnierverbinding.
BE2018/5421
In nog een andere uitvoeringsvorm zijn het eerste langwerpige element en het tweede langwerpige element elk gekoppeld met de tweede as via een starre verbinding.
In nog een andere uitvoeringsvorm verbindt een zijdelings stabilisatie-element de tweede as met het chassis.
In nog een andere uitvoeringsvorm is het zijdelingse stabilisatie-element een stang die scharnierbaar gekoppeld is met de tweede as en het chassis.
In een verdere uitvoeringsvorm bevat de balenpers een naaldjuk dat scharniert tijdens de werking langs een boogvormig bewegingspad onder de balenpers, en is het paar langwerpige elementen onder het bewegingspad van het naaldjuk gepositioneerd.
In nog een andere uitvoeringsvorm bevat de balenpers een opraapeenheid en een toevoerkoker voor het van de opraapeenheid ontvangen gewas, en bevat de eerste as een paar bladveren die op de respectieve tegenliggende uiteinden van de eerste as gepositioneerd zijn. De toevoerkoker definieert een structureel element dat aan het chassis gekoppeld is, en de bladveren van de eerste as zijn scharnierbaar gekoppeld aan de toevoerkoker, en daarbij onrechtstreeks gekoppeld aan het chassis d.m.v. de toevoerkoker.
In een verdere uitvoeringsvorm is de eerste as achter de toevoerkoker aangebracht en zorgt daarbij voor een effectieve verlaging van de ashoogte van de asopstelling.
In nog een andere uitvoeringsvorm is elke bladveer een over het algemeen horizontaal opgestelde bladveer.
In een nog een andere uitvoeringsvorm verschaffen alle bladveren een zijdelingse stabilisatie van de eerste as.
In een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de asopstelling minstens twee assen (dus twee, drie, vier assen enz.) met inbegrip van de eerste as en de tweede as.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De bovenvermelde en andere kenmerken en voordelen van deze uitvinding en de manier om ze te bereiken, zullen duidelijker worden en de uitvinding zal beter begrepen kunnen worden door verwijzing naar de volgende beschrijving van uitvoeringsvormen van de uitvinding samen met de bijbehorende tekeningen, waarbij:
Figuur 1 een opengewerkte perspectieftekening is die de inwendige werking weergeeft van een grote vierkantebalenpers, zoals een asopstelling van deze
BE2018/5421 uitvinding;
Figuur 2 een zijaanzicht is van een gedeelte van de balenpers, zoals weergegeven in Figuur 1, die een uitvoeringsvorm bevat van de asopstelling van deze uitvinding, met de twee wielen aan de dichtstbijgelegen zijde verwijderd voor het gemak van de voorstelling;
Figuur 3 een aanzicht is in perspectief van het asgeheel dat weergegeven is in Figuur 2; en
Figuur 4 een ander zijaanzicht is van het gedeelte van de balenpers, zoals weergegeven in Figuren 2 en 3 en dat het bewegingspad van het naaldjuk tijdens de werking illustreert.
Overeenkomstige verwijzingen (nummers en/of letters) geven door alle verschillende aanzichten heen overeenkomstige onderdelen aan. Het hier uiteengezette voorbeeld illustreert een uitvoeringsvorm van de uitvinding, en zulk voorbeeld mag niet geïnterpreteerd worden alsof het de reikwijdte van de uitvinding op enige wijze zou beperken.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING
Nu met verwijzing naar de tekeningen, en meer bepaald naar Figuur 1, wordt er een perspectief opengewerkt aanzicht getoond dat de inwendige werking van een grote vierkantebalenpers 10 toont. Balenpers 10 bevat een chassis 11 dat een aantal onderdelen van de balenpers bevat (hier onder beschreven), en werkt met een tweetrapstoevoersysteem. Oogstmateriaal wordt met behulp van een opraapeenheid 12 van zwaden opgetild en aan de balenpers 10 toegevoerd. De opraapeenheid 12 bevat een draaiende opraaprol 14 met tanden 16 die het gewas achterwaarts bewegen naar een pakkereenheid 18. Een facultatief paar eenzijdig gesteunde korte vijzels (waarvan er één is weergegeven, maar zonder nummer) is boven de opraaprol 14 gepositioneerd om het oogstmateriaal zijdelings naar binnen te bewegen. De pakkereenheid 18 bevat pakkertanden 20 die het gewas in een toevoerkoker 22 drukken om een prop oogstmateriaal te vormen. De pakkertanden 20 strengelen het gewas ineen en pakken het samen in de toevoerkoker 22. De toevoerkoker 22 en de pakkertanden 20 werken als de eerste stap van het samendrukken van het gewas. Eens de druk in de toevoerkoker 22 een voorafbepaalde gemeten waarde bereikt, beweegt een stouweenheid 24 de prop gewas uit
BE2018/5421 de toevoerkoker 22 naar een hoofdbalenkamer 26. De stouwereenheid 24 bevat stouwervorken 28 die de gewasprop rechtstreeks tot voor een plunjer 30 drukken, die heen en weer beweegt binnen de hoofdbalenkamer 26 en de prop gewas in een plak samenperst. De stouwervorken 28 keren terug naar hun originele stationaire toestand nadat de prop materiaal tot in de hoofdbalenkamer 26 werd bewogen. Plunjer 30 drukt de gewasproppen samen in plakken om een baal te vormen en terzelfder tijd beweegt de baal geleidelijk naar een uitgang 32 van de hoofdbalenkamer 26. De hoofdbalenkamer 26 en de plunjer 30 functioneren als tweede trap voor het samendrukken van het gewas. Wanneer er genoeg plakken werden toegevoegd en de baal een volledige (of een andere voorafbepaalde) grootte bereikt, worden knopers 34 geactiveerd die twijn rond de baal wikkelen en binden, terwijl de baal zich nog altijd in de hoofdbalenkamer 26 bevindt. Naalden 36 brengen het onderste twijn omhoog naar de knopers 34 waarna het knoopproces plaatsvindt. De twijn wordt doorgesneden en wanneer een nieuwe baal gevormd is, wordt de gevormde baal via een ontlaadhelling 38 uitgestoten.
Plunjer 30 is verbonden via een krukarm 40 met een tandwielkast 42. Tandwielkast 42 wordt aangedreven door een vliegwiel 44, dat op zijn beurt via een aandrijfas 46 verbonden is met de aftakaskoppeling (PTO-koppeling) 48. De aftakaskoppeling 48 is afneembaar verbonden met de spieas van de aftakas aan de achterkant van de tractieeenheid, zoals een tractor (niet weergegeven). Aftakaskoppeling 48, aandrijfas 46 en vliegwiel 44 definiëren samen een gedeelte van een aandrijflijn 50 die draaiend vermogen toevoert aan de tandwielkast 42. Vliegwiel 44 heeft een voldoende massa om de plunjer 30 door een compressieslag heen te helpen wanneer de tractie-eenheid energie overbrengt op aandrijfas 46.
Volgens een aspect van deze uitvinding, en met verwijzing naar de Figuren 2-4, bevat de landbouwbalenpers 10 een asopstelling 60 met een eerste as 62 en een tweede as 64. De eerste as 62 is verbonden met het chassis 11, en de tweede as 64 is verbonden met de eerste as 62, waarbij de asopstelling 60 in staat gesteld wordt gepositioneerd te worden onder een naaldopstelling 66 op de bodem van de balenpers 10.
Meer bepaald heeft de eerste as 62 tegenoverliggende uiteinden 68A en 68B, met een paar bladveren 70A en 70B, en een paar ophangcilinders 72A en 72B, gepositioneerd aan elk respectief uiteinde. De over het algemeen verticaal opgestelde ophangcilinders 72A en 72B nemen over het algemeen verticale belastingen op, zoals het gewicht van de baal/balen en de dynamische verticale belastingen wanneer de balenpers 10 over de grond
BE2018/5421 rijdt.
De eerste as 62 is ook gekoppeld met het chassis 11 om over het algemeen horizontale belastingen op te nemen. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm is het eerste uiteinde 68A gekoppeld met het chassis 11 door de eerste bladveer 70A, en is het tweede uiteinde 68B met het chassis 11 door de tweede bladveer 70B. Deze verbinding tussen de eerste as 62 en het chassis 11 kan rechtstreeks of onrechtstreeks zijn.
Bijvoorbeeld, kan in één uitvoeringsvorm de toevoerkoker 22 een structureel element definiëren dat met het chassis 11 gekoppeld is. Dit is in tegenstelling tot conventionele constructies, waarbij de toevoerkoker 22 een niet-structureel onderdeel is, gemaakt van lichtmetaal dat het gewas naar de hoofdbalenkamer 26 richt. De bladveren 70A en 70B zijn scharnierbaar gekoppeld met de toevoerkoker 22 (Figuren 2 en 4), en zijn daardoor onrechtstreeks gekoppeld aan het chassis 11 d.m.v. de toevoerkoker 22. De eerste as 62 kan achter de toevoerkoker 22 aangebracht worden, en verlaagt daarbij een effectieve ashoogte van de asopstelling 60.
In de uitvoeringsvorm van de uitvinding die weergegeven is in de tekeningen, zijn de bladveren 70A en 70B over het algemeen horizontaal opgestelde bladveren. Het is echter in andere toepassingen mogelijk om de bladveren anders dan horizontaal op te stellen. Bovendien verschaft, in de uitvoeringsvorm van de uitvinding die weergegeven is in de tekeningen, elk van de bladveren 70A en 70B zijdelingse stabilisatie van de eerste as 62. Het is echter mogelijk om in andere toepassingen de zijdelingse steun te bieden met een andere structuur, zoals een trekstang die zich tussen het chassis 11 en de eerste as 62 uitstrekt, of een andere structuur die zijdelingse steun biedt.
De tweede as 64 heeft een eerste uiteinde 78A en tweede uiteinde 78B, met een paar ophangcilinders 82A en 82B, gepositioneerd op elk respectief uiteinde. De over het algemeen verticaal opgestelde ophangcilinders 82A en 82B nemen over het algemeen verticale belastingen op, zoals het gewicht van de baal/balen en de dynamische verticale belastingen wanneer de balenpers 10 over de grond rijdt.
De naaldopstelling 66 kan in botsing komen met de bevestiging van de tweede as 64 aan het chassis 11 om horizontale belastingen op te kunnen nemen. Een omgekeerd Y-juk of draaistel-opstelling aan de buitenwaartse uiteinden van de tweede as 64 kan niet mogelijk of onhaalbaar zijn. Dienovereenkomstig kan de tweede as 64 gekoppeld worden met de eerste as 62 om over het algemeen horizontale belastingen op te nemen.
BE2018/5421
In één uitvoeringsvorm van de uitvinding verbindt een paar langwerpige elementen 90 de tweede as 64 met de eerste as 62 om over het algemeen horizontale belastingen op de tweede as 64 op te nemen. Meer bepaald bevat het paar langwerpige elementen 90 een eerste langwerpig element 90A en een tweede langwerpig element 90B. Het eerste langwerpige element 90A verbindt het eerste uiteinde 78A van de tweede as 64 met het eerste uiteinde 68A van de eerste as 62. Het tweede langwerpige element 90B verbindt het tweede uiteinde 78B van de tweede as 64 met het tweede uiteinde 68B van de eerste as 62.
In de geïllustreerde uitvoeringsvorm zijn het eerste langwerpige element 90A en het tweede langwerpige element 90B elk ontworpen als een bladveer die zich tussen de tweede as 64 en de eerste as 62 uitstrekt. De specifieke configuratie van de bladveren kan variëren van de ene toepassing naar de andere, zoals het aantal van bladen waaruit de bladveer is opgetrokken, de afmetingen van de bladveer, het type materiaal enz. Ook kan elk langwerpig element 90A en 90B verschillende gebouwd zijn. Bijvoorbeeld kan elk langwerpig element 90A en 90B gebouwd zijn als een buis (met ronde, vierkante, rechthoekige enz. dwarsdoorsnede), massieve stang, hoekijzer, U-profiel enz.
Het eerste langwerpige element 90A en het tweede langwerpige element 90B kunnen gekoppeld worden aan de respectieve tegenoverliggende uiteinden via geschikte verbindingen met de eerste 62 en de tweede as 64. Bijvoorbeeld kunnen het eerste langwerpige element 90A en het tweede langwerpige element 90B gekoppeld zijn met de eerste as 62 via respectieve scharnierverbindingen, en kunnen ze gekoppeld zijn met de tweede as 64 via respectieve starre verbindingen. In de weergegeven uitvoeringsvorm bevat de eerste as 62 een paar beugels 92 die scharnierbaar verbonden zijn via boutverbinding met het voorste uiteinde van het eerste langwerpige element 90A en het tweede langwerpige element 90B. De achterste uiteinden van het eerste langwerpige element 90A en het tweede langwerpige element 90B zijn weergegeven als zijnde met bouten verbonden met de tweede as 64 via geschikte U-bouten of dergelijke. Andere verbindingstypes zijn ook mogelijk.
Vanwege de manier waarop de tweede as 64 gekoppeld is met het chassis d.m.v. de ophangcilinders 82A, 82B en het minstens één langwerpige element 90, kan het wenselijk zijn om de tweede as 64 zijdelings te steunen of te stabiliseren. Bijvoorbeeld kan een zijdelings stabilisatie-element 98 tussen de tweede as 64 en het chassis 11 aangebracht zijn. Het zijdelingse stabilisatie-element 98 kan ontworpen zijn als een stang die
BE2018/5421 scharnierbaar gekoppeld is met de tweede as 64 en het chassis 11 (zoals met een kogelgewricht, bout met bus enz.). Als alternatief kan de zijdelingse stabilisatie anders aangebracht zijn, zoals een vloeistofcilinder, veer/veren enz. In geval van een cilinder, zou de cilinder ook gebruikt kunnen worden om de extra functionaliteit van het zijwaarts bewegen van de as te verschaffen.
Nu met verwijzing naar Figuur 4, is het boogvormige bewegingspad van de naaldopstelling 66 te zien, dat in wezen overeenkomt met het onbruikbare gebied onder de balenpers 10 dat in botsing kan komen met de configuratie van de asopstelling 60. De naaldopstelling 66 bevat een naaldjuk 100 dat scharniert tijdens de werking langs en onder de balenpers 10. De langwerpige elementen 90 die onderling verbonden zijn met de eerste en tweede as 62 en 64 en de horizontale lading op de tweede as 64 opnemen, zijn onder het bewegingspad van het naaldjuk 100 gepositioneerd.
In de hierboven weergegeven en beschreven uitvoeringsvorm heeft de asopstelling 60 de vorm van een tandemasopstelling, met inbegrip van de eerste as 62 en de tweede as 64. De eerste as 62 is ontworpen als de vooras en de tweede as 64 is ontworpen als de achteras. Het kan echter ook mogelijk zijn om de asopstelling van deze uitvinding met meer dan twee assen te ontwerpen. Bijvoorbeeld kan het mogelijk zijn om de asopstelling van deze uitvinding met 3 assen te ontwerpen, waarbij de derde as gekoppeld is met de tweede as d.m.v. een ander paar langwerpige elementen 90 die de derde as (niet weergegeven) verbinden met de tweede as 64 om over het algemeen horizontale belastingen op de derde as op te nemen. Dus kan het concept van deze uitvinding uitgebreid worden naar een asopstelling met twee of meer assen.
Hoewel deze uitvinding werd beschreven met betrekking tot minstens één uitvoeringsvorm, kan deze uitvinding verder gewijzigd worden binnen de geest en de reikwijdte van deze onthulling. Deze octrooiaanvrage is dan ook bedoeld om alle variaties en gebruiken of aanpassingen van de uitvinding te omvatten door gebruik te maken van de algemene principes ervan. Verder is deze octrooiaanvraag bedoeld om zulke afwijkingen van deze onthulling te dekken die mogelijk zijn binnen bekende of gebruikelijke praktijken volgens de stand van de techniek waarop deze uitvinding betrekking heeft en die binnen de grenzen van de bijgevoegde conclusies vallen.
Claims (12)
1. Balenpers (10) voor landbouwtoepassingen, dat het volgende bevat:
een chassis (11);
een hoofdbalenkamer (26) gedragen door het chassis (11); en een asopstelling (60) gekoppeld met het chassis;
gekenmerkt doordat:
de asopstelling (60) bestaat uit:
een eerste as (62) die een eerste uiteinde (68A) en een tweede uiteinde (68B) bevat, een eerste ophangcilinder (72A) gepositioneerd aan het eerste uiteinde (68A) en een tweede ophangcilinder (72B) gepositioneerd aan het tweede uiteinde (68B) om over het algemeen verticale belastingen op te nemen, waarbij de eerste as (62) gekoppeld is met het chassis (11) om over het algemeen horizontale belastingen op de eerste as (62) op te kunnen nemen;
een tweede as (64) die een eerste uiteinde (78a) en een tweede uiteinde (78B) bevat, een eerste ophangcilinder (82A) gepositioneerd aan het eerste uiteinde (78A) en een tweede ophangcilinder (82B) gepositioneerd aan het tweede uiteinde (78B) om over het algemeen verticale belastingen op te nemen; en een paar langwerpige elementen (90) die de tweede as (64) met de eerste as (62) verbinden om over het algemeen horizontale belastingen op de tweede as (64) op te nemen, waarbij het paar langwerpige elementen (90) een eerste langwerpig element (90A) en een tweede langwerpig element (90B) bevat, waarbij het eerste langwerpige element (90A) het eerste uiteinde (78A) van de tweede as (64) met het eerste uiteinde (68A) van de eerste as (62) verbindt, en het tweede langwerpige element (90B) het tweede uiteinde (78B) van de tweede as (64) met het tweede uiteinde (68B) van de eerste as (62) verbindt.
BE2018/5421
2. Landbouwbalenpers (10) volgens conclusie 1, waarbij het eerste langwerpige element (90A) en het tweede langwerpige element (90B) elk een bladveer bevatten die zich tussen de tweede as (64) en de eerste as (62) uitstrekt.
3. Landbouwbalenpers (10) volgens conclusie 1 of 2, waarbij het eerste langwerpige element (90A) en het tweede langwerpige element (90B) elk gekoppeld zijn met de eerste as (62) via een scharnierverbinding.
4. Landbouwbalenpers (10) volgens conclusie 1 of 2, waarbij het eerste langwerpige element (90A) en het tweede langwerpige element (90B) elk gekoppeld zijn met de tweede as (64) via een starre verbinding.
5. Landbouwbalenpers (10) volgens een van de vorige conclusies, die verder een zijdelings stabilisatie-element (98) bevat tussen de tweede as (64) en het chassis (11).
6. Landbouwbalenpers (10) volgens conclusie 5, waarbij het zijdelingse stabilisatie-element (98) een stang is die scharnierbaar gekoppeld is met de tweede as (64) en het chassis (11).
7. Landbouwbalenpers (10) volgens een van de vorige conclusies, waarbij de balenpers (10) een naaldjuk (100) bevat dat tijdens de werking langs een boogvormig bewegingspad onder de balenpers (10) scharniert, en waarbij het paar langwerpige elementen (90A, 90B) onder het bewegingspad van het naaldjuk gepositioneerd (100) is.
9. Landbouwbalenpers (10) volgens een van de vorige conclusies, waarbij de balenpers (10) een opraapeenheid (12) en een toevoerkoker (22) bevat voor het ontvangen van gewas van de opraapeenheid (12), en waarbij de eerste as (62) een paar bladveren (70A, 70B) bevat die gepositioneerd zijn aan de respectieve
BE2018/5421 tegenoverliggende uiteinden (68A, 68B) van de eerste as (62), waarbij de toevoerkoker (22) een structureel element bepaalt dat gekoppeld is met het chassis (11), en waarbij de bladveren (70A, 70B) van de eerste as (62) scharnierbaar gekoppeld zijn met de toevoerkoker (22), en daardoor onrechtstreeks gekoppeld 5 zijn aan het chassis (11) d.m.v. de toevoerkoker (22).
10. Landbouwbalenpers (10) volgens conclusie 9, waarbij de eerste as (62) achter de toevoerkoker (22) aangebracht is, en daarbij een effectieve ashoogte van de asopstelling (60) verlaagt.
11. Landbouwbalenpers (10) volgens conclusie 9 of 10, waarbij elke bladveer (70A, 70B) een over het algemeen horizontale aangebrachte bladveer is.
12. Landbouwbalenpers (10) volgens conclusie 9 of 10, waarbij elke bladveer 70A
15 70B zorgt voor zijdelingse stabilisatie van de eerste as (62).
13. Landbouwbalenpers (10) volgens een van de vorige conclusies, waarbij de asopstelling (60) minstens twee assen heeft, nl. de eerste as (62) en de tweede as (64).
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20185421A BE1026406B1 (nl) | 2018-06-20 | 2018-06-20 | Asopstelling voor een landbouwbalenpers |
EP19731291.1A EP3809817B1 (en) | 2018-06-20 | 2019-06-19 | Agricultural baler with an axle arrangement |
PCT/EP2019/066301 WO2019243475A1 (en) | 2018-06-20 | 2019-06-19 | Axle arrangement for an agricultural baler |
US17/252,901 US11161382B2 (en) | 2018-06-20 | 2019-06-19 | Axle arrangement for an agricultural baler |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20185421A BE1026406B1 (nl) | 2018-06-20 | 2018-06-20 | Asopstelling voor een landbouwbalenpers |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1026406A1 true BE1026406A1 (nl) | 2020-01-22 |
BE1026406B1 BE1026406B1 (nl) | 2020-01-30 |
Family
ID=63586635
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE20185421A BE1026406B1 (nl) | 2018-06-20 | 2018-06-20 | Asopstelling voor een landbouwbalenpers |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US11161382B2 (nl) |
EP (1) | EP3809817B1 (nl) |
BE (1) | BE1026406B1 (nl) |
WO (1) | WO2019243475A1 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
BE1026399B1 (nl) * | 2018-06-20 | 2020-01-30 | Cnh Ind Belgium Nv | Asopstelling voor een landbouwbalenpers |
Family Cites Families (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2270022A (en) * | 1939-09-15 | 1942-01-13 | Cadillac Malleable Iron Compan | Motor vehicle |
US2396720A (en) * | 1944-04-29 | 1946-03-19 | New Holland Machine Company | Hydraulically controlled baler |
US3740069A (en) * | 1971-03-29 | 1973-06-19 | Moog Industries Inc | Vehicle tandem axle suspension system |
DE2811873C2 (de) * | 1978-03-18 | 1984-04-05 | Klöckner-Humboldt-Deutz AG, 5000 Köln | Selbsttätige Steuervorrichtung für die Hubvorrichtung einer anhebbaren Radachse eines Doppelachsaggregats |
GB9106226D0 (en) * | 1991-03-23 | 1991-05-08 | Norde Suspensions Ltd | Vehicle suspension system |
US6585286B2 (en) * | 2000-12-12 | 2003-07-01 | The Boler Company | Vehicle suspension |
US7866680B2 (en) * | 2008-02-11 | 2011-01-11 | Agco Corporation | Steering lock indicator for self-steering axle |
DE102010027539B3 (de) * | 2010-07-16 | 2011-12-29 | Maschinenfabrik Bernard Krone Gmbh | Ballenpresse |
DE102016222081A1 (de) * | 2016-11-10 | 2018-05-17 | Deere & Company | Rechteckballenpresse mit einer die Stopferbewegung kompensierenden Gegenmasse |
BE1026399B1 (nl) * | 2018-06-20 | 2020-01-30 | Cnh Ind Belgium Nv | Asopstelling voor een landbouwbalenpers |
BE1026480B1 (nl) * | 2018-07-19 | 2020-02-19 | Cnh Ind Belgium Nv | Opstelling van twijnspanners voor een landbouwbalenpers |
-
2018
- 2018-06-20 BE BE20185421A patent/BE1026406B1/nl active IP Right Grant
-
2019
- 2019-06-19 EP EP19731291.1A patent/EP3809817B1/en active Active
- 2019-06-19 WO PCT/EP2019/066301 patent/WO2019243475A1/en unknown
- 2019-06-19 US US17/252,901 patent/US11161382B2/en active Active
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
US11161382B2 (en) | 2021-11-02 |
US20210252929A1 (en) | 2021-08-19 |
EP3809817B1 (en) | 2023-12-27 |
BE1026406B1 (nl) | 2020-01-30 |
WO2019243475A1 (en) | 2019-12-26 |
EP3809817A1 (en) | 2021-04-28 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
BE1026400B1 (nl) | Asopstelling voor een landbouwbalenpers | |
BE1022128B1 (nl) | Vuleenheid voor een balenpers voor gebruik in de landbouw met een automatische densiteitsregeling | |
BE1026399B1 (nl) | Asopstelling voor een landbouwbalenpers | |
BE1022621B1 (nl) | Opraapeenheid met een zwadconditioneringsrol voor een balenpers voor gebruik in de landbouw | |
US12010951B2 (en) | Arrangement of twine tensioners for an agricultural baler | |
BE1026406B1 (nl) | Asopstelling voor een landbouwbalenpers | |
BE1021143B1 (nl) | Opraapeenheid voor een oogstmachine met verwijderbare verlengplaten | |
BE1024103B1 (nl) | Balenpers voor landbouwtoepassingen met verlengd baaluitstootsysteem | |
BE1022659B1 (nl) | Balenpers voor gebruik in de landbouw met een gedeeltelijke baaluitstoter | |
BE1021885B1 (nl) | Plunjergleufafdekgeheel voor een balenpers voor gebruik in de landbouw. | |
BE1025546B9 (nl) | Strohaakopstelling voor een landbouwbalenpers | |
US11974521B2 (en) | Bale chamber arrangement for an agricultural baler | |
BE1023019B1 (nl) | Balenpers voor gebruik in de landbouw met een plunjergleufriem | |
BE1024216B1 (nl) | Plunjergleufreiniger voor een balenpers voor landbouwtoepassingen | |
US20250063986A1 (en) | Crop intake device for an agricultural harvester | |
BE1022892B1 (nl) | balenpers voor de landbouw met densiteitsdeuren | |
WO2024261572A1 (en) | Agricultural baler | |
WO2024261573A1 (en) | Agricultural baler | |
WO2024261574A1 (en) | Agricultural baler |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
FG | Patent granted |
Effective date: 20200130 |