BE1024890B1

BE1024890B1 - Werkwijze voor het afwerken van een onderstructuur van een gevel of een dak en hulpstuk daarbij toegepast

Info

Publication number: BE1024890B1
Application number: BE2017/5014A
Authority: BE
Inventors: Koen Breugelmans
Original assignee: Cooperio Bvba
Priority date: 2017-01-12
Filing date: 2017-01-12
Publication date: 2018-08-21
Also published as: BE1024890A1; EP3348745A1; EP3348745B1

Abstract

Werkwijze voor het afwerken van een onderstructuur van een gevel of een dak, waarbij eerst thermisch isolatiepanelen (3) aansluitend tegen elkaar op de onderstructuur (2) worden bevestigd en daarna een bekleding (23) wordt aangebracht op een draagconstructie (22) van latten, platen of dergelijke die op de onderstructuur (2) worden bevestigd, daardoor gekenmerkt dat de latten, platen of dergelijke van de draagconstructie (22) op de onderstructuur (2) worden bevestigd door middel van één of meer hulpstukken (7) in de vorm van een basisplaat (8) die tegen de van de onderstructuur afgekeerde zijde (6) van de isolatiepanelen (3) op de onderstructuur (2) wordt bevestigd en die voorzien is van een regelstang of regelschroef (9) met een kop in de vorm van een bevestigingselement (18) voor de latten, platen of dergelijke, waarbij na plaatsing van de hulpstukken (7) de regelstangen of regelschroeven (9) ten opzichte van de basisplaat (8) regelbaar kunnen verplaatst worden om de latten, platen of dergelijke van de draagconstructie (2) op elkaar uit te lijnen in een vlak.

Description

(30) Voorrangsgegevens :

(73) Houder(s) :

COOPERIO BVBA 3945, HAM België (72) Uitvinder(s) :

BREUGELMANS Koen

2400 MOL

België (54) Werkwijze voor het afwerken van een onderstructuur van een gevel of een dak en hulpstuk daarbij toegepast (57) Werkwijze voor het afwerken van een onderstructuur van een gevel of een dak, waarbij eerst thermisch isolatiepanelen (3) aansluitend tegen elkaar op de onderstructuur (2) worden bevestigd en daarna een bekleding (23) wordt aangebracht op een draagconstructie (22) van latten, platen of dergelijke die op de onderstructuur (2) worden bevestigd, daardoor gekenmerkt dat de latten, platen of dergelijke van de draagconstructie (22) op de onderstructuur (2) worden bevestigd door middel van één of meer hulpstukken (7) in de vorm van een basisplaat (8) die tegen de van de onderstructuur afgekeerde zijde (6) van de isolatiepanelen (3) op de onderstructuur (2) wordt bevestigd en die voorzien is van een regelstang of regelschroef (9) met een kop in de vorm van een bevestigingselement (18) voor de latten, platen of dergelijke, waarbij na plaatsing van de hulpstukken (7) de regelstangen of regelschroeven (9) ten opzichte van de basisplaat (8) regelbaar kunnen verplaatst worden om de latten, platen of dergelijke van de draagconstructie (2) op elkaar uit te lijnen in een vlak.

BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI

FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie

Dienst voor de Intellectuele Eigendom

Publicatienummer: 1024890 Nummer van indiening: BE2017/5014

Internationale classificatie: E04F 13/08 Datum van verlening: 21/08/2018

De Minister van Economie,

Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;

Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;

Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 12/01/2017.

Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.

Besluit:

Artikel 1. - Er wordt aan

COOPERIO BVBA, Voetsveld 3, 3945 HAM België;

vertegenwoordigd door

VAN VARENBERG Patrick, Arenbergstraat 13, 2000, ANTWERPEN;

een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: Werkwijze voor het afwerken van een onderstructuur van een gevel of een dak en hulpstuk daarbij toegepast.

UITVINDER(S):

BREUGELMANS Koen, Rijpad 53, 2400, MOL;

VOORRANG:

AFSPLITSING :

Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :

Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).

Brussel, 21/08/2018,

Bij bijzondere machtiging:

BE2017/5014

Werkwijze voor het afwerken van een onderstructuur van een gevel of een dak en hulpstuk daarbij toegepast.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het afwerken van een onderstructuur van een gevel of een dak.

Het is bekend om voor de afwerking van een onderstructuur van een gevel of een dak, bijvoorbeeld in de vorm van het binnenblad van de gevel of van een onderdak, eerst thermische isolatiepanelen aansluitend tegen elkaar op de onderstructuur te bevestigen.

Daarna wordt een afwerking voorzien uitgevoerd met een bekleding in de vorm van dakpannen, dakplaten of dergelijke in het geval van een dak of in de vorm van sierpanelen of platen waartegen metselwerk, bepleistering, of dergelijke wordt aangebracht in het geval van een gevel.

Voor het aanbrengen	van	de bekleding brengt men op	de
onderstructuur van	het	dak	of	gevel eerst	een
draagconstructie aan	met	latten	of	platen waartegen	de

afwerking wordt voorzien.

Volgens een bekende techniek plaatst men de isolatiepanelen tussen dragende houten constructies. Deze techniek is af te raden aangezien de draagconstructie aanzienlijke bouwknopen vertoont. Bovendien kent deze techniek een rebel en aanzienkijk risico op koudebruggen.

BE2017/5014

Om deze reden kennen doorlopende, ononderbroken isolatietechnieken een opmars waarbij de isolatiepanelen zo goed als naadloos op elkaar aansluiten.

Voor geventileerde, gelsoleerde gevels onderscheiden wij vandaag twee dergelijke doorlopende, ononderbroken technieken.

Een eerste bekende doorlopende isolatietechniek maakt gebruik van een houten regelwerk waarbij men in een eerste fase de thermische isolatie tegen of op de onderstructuur aanbrengt en men vervolgens het houten regelwerk aanbrengt aan de hand van stelschroeven.

Nadelen van deze eerste bekende techniek zijn de volgende:

- er zijn tien verschillende handelingen nodig waardoor het risico bestaat op foutieve uitvoering;

de techniek is niet handig vermits zeer moeilijk te regelen en daardoor ook relatief arbeidsintensief en duur;

- de techniek kent beperkingen, bijvoorbeeid doordat een verlijmde plaatafwerking op het houten regelwerk af te raden is;

- het gewicht van de bekleding wordt volledig door de stelschroeven opgevangen, waardoor het gewicht van de bekleding beperkt moet worden, wat de keuzevrijheden van deze bekleding beperkt.

Een tweede bekende isolatietechniek met doorlopende ononderbroken isolatiepanelen maakt gebruik van een aluminium regelwerk met thermische onderbreking waarbij de draagconstructie door middel van daartoe voorziene L3

BE2017/5014 vormige beugels die met één been op de onderstructuur worden bevestigd en die met andere been doorheen de isolatiepanelen steken ter bevestiging van de draagconstructie met latten of platen.

Zwakke punten van deze techniek zijn de volgende:

- het is een duur systeem en leent zieh daarom minder voor de particulière markt;

er is reëel gevaar op het creëren van koudebruggen aangezien er telkens een stuk uit de isolatie moet worden gezaagd;

- het systeem leent zieh niet voor afwerking met leien, keramische afwerking e.d.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan één of meer van de voornoemde en andere nadelen en zwakke punten een opiossing te bieden.

Hiertoe betreff de uitvinding een werkwijze voor het afwerken van een onderstructuur van een gevel of een dak, waarbij eerst thermisch isolatiepanelen aansluitend tegen elkaar op de onderstructuur worden bevestigd en daarna een bekleding wordt aangebracht op een draagconstructie in de vorm van latten, platen of dergelijke die op de onderstructuur worden bevestigd, daardoor gekenmerkt dat de latten, platen of dergelijke van de draagconstructie op de onderstructuur worden bevestigd door middel van één of meer hulpstukken in de vorm van een basisplaat die tegen de van de onderstructuur afgekeerde zijde van de isolatiepanelen op de onderstructuur wordt bevestigd en die voorzien is van een regelstang of regelschroef met een kop in de vorm van

BE2017/5014 een bevestigingselement voor de latten, platen of dergelijke, waarbij na plaatsing van de hulpstukken de regelstangen of regelschroeven ten opzichte van de basisplaat regelbaar kunnen verplaatst worden om de latten, platen of dergelijke van de draagconstructie op elkaar uit te lijnen in een vlak.

De werkwijze volgens de uitvinding is geschikt zowel voor nieuwbouw als voor renovatie om gevels snel, efficient, doorlopend én duurzaam te isoleren.

Het unieke regelsysteem door middel van de voornoemde hulpstukken zorgt ervoor dat elke gevel snel en eenvoudig kan worden uitgelijnd en leent zieh perfect voor alle geventileerde geveltoepassingen.

De werkwijze is extra händig om de draagconstructie uit te lijnen door het in- en uitschroeven van de regelschroeven, bijvoorbeeld aan de hand van een boormachine met een aangepaste kop om de bevestigingselementen te kunnen grijpen. Met behulp van een grondlaser kan men de draagconstructie uiterst precies en in korte tijd uitlijnen waardoor een aanzienlijke tijdswinst kan geboekt worden en er ook minder manuren nodig zijn.

Gezien de eenvoud van de werkwijze is er ook weinig gevaar op verkeerde handelingen.

De gevel composiet, keramische kan afgewerkt zink, koper, toepassingen, worden in aluminium, betonplaat hout, kunststof, vezelcement en met crépi, en

BE2017/5014 dergelijke meer. De isolatiepanelen vormen als het ware een ononderbroken isolatieschild zonder koudebruggen.

De hulpstukken kunnen op een eenvoudige manier op de onderstructuur worden bevestigd door middel van schroeven die doorheen daartoe voorziene gaten in de basisplaat en doorheen de isolatiepanelen in de onderstructuur worden vastgeschroefd.

Alternatief kunnen de hulpstukken worden vastgeschroefd op een steunlat die tegen de van de onderstructuur afgekeerde zijde van de isolatiepanelen wordt aangebracht en die vast met de onderstructuur wordt verbonden door middel van schroeven die doorheen daartoe voorziene gaten in de steunlat en doorheen de isolatiepanelen in de onderstructuur worden vastgeschroefd.

Voorkeurdragend wordt voor de werkwijze gebruik gemaakt van isolatiepanelen die over de lengte van één van hun randen zijn voorzien van een voornoemde steunlat die in/op het betreffende isolatiepaneel is bevestigd en met een zekere breedte over de voornoemde rand van het isolatiepaneel uitsteekt ter vorming van een uitstekende lip.

Bij voorkeur wordt voor de uitlijning van de latten, platen of dergelijke van de draagconstructie gebruik gemaakt wordt van een laser waardoor snel en precies kan uitgelijnd worden .

De uitvinding heeft tevens betrekking op een hulpstuk voor gebruik in de werkwijze volgens de uitvinding, waarbij het hulpstuk is samengesteld uit een basisplaat en uit een

BE2017/5014 regelschroef die ten opzichte van de basisplaat in- en uitschroefbaar is in een richting haaks op de basisplaat en die voorzien is van een kop in de vorm van een bevestigingselement voor de bevestiging van de latten, platen of dergelijke van de draagconstructie.

Zulk hulpstuk is zeer eenvoudig en goedkoop te fabriceren.

Het volstaat in de basisplaat een schroefdraadgat te voorzien, bijvoorbeeld in de vorm van een moer die op de basisplaat wordt gelast, waar de regelschroef ingeschroefd kan worden.

Tevens heeft de uitvinding betrekking op een combinatie van een hulpstuk zoals hiervoor beschreven en van een steunlat, waarbij de steunlat is voorzien van een gatenpatroon met gaten längs twee overstaande randen die zieh op een vaste afstand van elkaar bevinden die zodanig is dat de basisplaat van een hulpstuk op zodanige manier op de steunlaat kan worden gepositioneerd dat gaten van de basisplaat in positie overstemmen met enkele gaten van steunlat.

Op die manier kunnen	de steunlat en	het	hulpstuk
desgevallend met dezelfde	schroeven op de	onderstructuur
worden vastgemaakt.
Bij voorkeur zijn het	hulpstuk en/of	de	steunlat
vervaardigd uit metaal.

BE2017/5014

Aan de hand isolatiepanelen van de metalen steunlat worden de aan de muur bevestigd. De steunlatten vormen dan een nieuwe vaste structuur waarop een nietgeventileerde afwerking (zink, e.d.) rechtstreeks kan worden geïnstalleerd zonder tussenkomst van hulpstukken.

In combinatie met het regelprofiel kan zeer eenvoudig een geventileerde houten of metalen draagconstructie worden gemonteerd. Dit profiel werd zo ontworpen dat het, afhankelijk van het gewicht van de gevelbekleding, met 2 of 4 zelftappende schroeven in de metalen drager kan worden vastgemaakt. Voor zeer zware gevelbekledingen (betonplaat, steenstrips, e.d.) is er ook de mogelijkheid de regelprofielen via de voorgeboorde schroefgaten in de metalen drager tot in de gevel te fixeren.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende toepassingen beschreven van een werkwij ze volgens de uitvinding voor het afwerken van een onderstructuur van een gevel of van een dak en van een daarbij toegepast hulpstuk al of niet in combinatie met steunlat, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:

figuur 1 schematisch en in verticale doorsnede een gevel toont die is afgewerkt volgens de werkwijze van de uitvinding;

figuur 2 een frontaal aanzicht volgens pijl F2 toont van de gevel· van figuur 1;

BE2017/5014 figuur 3 een frontaal aanzicht volgens pijl F2 toont van de gevel van figuur 1, doch zonder afwerking,· figuur 4 schematisch een perspectief zieht weergeeft volgens pijl F4 in figuur 3;

figuur 5 op grotere schaal het hulpstuk weergeeft dat

in figuu:	r 4	met F5	is aangeduid, maar dan	in	een
uiteengenomen	toestand	r
figuur 6	een	alternatieve uitvoeringsvorm toont	van
figuur 3;
figuur 7	op	grotere schaal de steunlat toont	die	in
figuur 6	met	F7 is aangeduid;
figuur 8	in	frontaal	aanzicht een gedeelte	van	het
hulpstuk	van	figuur 5	weergeeft naast de steunlat	van
figuur 7;
figuur 9	op	grotere	schaal een doorsnede weergeeft
volgens lijn	IX-IX in	figuur 6;

figuur 10 een alternatieve regelschroef toont.

De in de figuren 1 en 2 weergegeven afgewerkte gevel 1 is opgebouwd op een onderstructuur 2 die in dit geval wordt gevormd door een binnenblad van een gevel.

Tegen de onderstructuuur zijn op bekende wijze isolatiepanelen 3 bevestigd die met hun randen 4 en 5, respectievelijk onderrand 4 en bovenrand 5 en met hun zijranden tegen elkaar aansluiten ter vorming van een zo goed als gesloten isolerende schil rond de onderstructuur 2 van de gevel 1.

Tegen de van de onderstructuur 2 afgekeerde zijde 6 van de isolatiepanelen wordt een hulpstuk 7 volgens de uitvinding

BE2017/5014 aangebracht zoals weergegeven in figuur 5 en op de manier zoals weergegeven in de figuren 1, 3 en 4 in het geval gebruik wordt gemaakt van lichte afwerkingsmaterialen.

Het hulpstuk is samengesteld uit een basisplaat 8 en uit een regelschroef 9, bij voorkeur uit metaal.

De basisplaat 8 is in dit geval een Vierkante basisplaat met een centrale schroefdoorgang 10 die in dit geval wordt gevormd door een moer 11 die op de basisplaat 8 is gelast tegenover een doorgang 12 in de basisplaat 8.

De basisplaat 8 is verder voorzien van een eerste serie gaten 13 nabij de hoeken van de basisplaat 8 op een vaste radiale afstand A van de centrale schroefdoorgang 10 en gesitueerd op de hoeken van een denkbeeidig vierkant 14 dat in streeplijn is weergegeven in figuur 8 met een zijde met lengte B.

Een tweede serie gaten 15 is in de basisplaat 8 voorzien op een vaste radiale afstand C van de centrale schroef doorgang 10 die kleiner is dan de voornoemde afstand A en die gelegen zijn op de diagonalen van het voornoemde denkbeeidig vierkant 14.

De basisplaat 8 is voorzien van zieh ten opzichte van de schroefdoorgang 10 radiaal uitstrekkende versterkingen 16, bijvoorbeeld in de vorm van geponste verdiepte gedeelten.

De regelschroef 9 wordt gevormd door een draadstang 17 die in de schroef doorgang 12 is geschroefd en die op een

BE2017/5014 uiteinde is voorzien van een bevestigingselement 18 dat in dit geval is uitgevoerd om latten 19 in te bevestigen en dat daartoe is uitgevoerd als een U-vormig geplooid element met benen 20 die zieh evenwijdig aan de lengterichting X-X' van de draadstang 17 uitstrekken, één en ander zodat er tussen de benen 20 een lat 19 kan bevestigd worden

Het gebruik van een dergelijk hulpstuk is zeer eenvoudig en wordt geillustreerd aan de hand van de figuren 1 tot 4 in het geval van lichte afwerkingsmaterialen voor het afwerken van een gevel of dak.

Wanneer de isolatiepanelen 3 tegen de onderstructuur 2 zijn bevestigd, worden de hulpstukken 7 met hun gaten 13 verticaal boven elkaar tegen de isolatiepanelen 3 aangebracht en door middei van schroeven 21 of dergelijke doorheen de gaten 15 van de basisplaat 8 en doorheen de isolatiepanelen op de onderstructuur 2 bevestigd zoals getoond in figuur 1.

Vervoigens worden de regelschroeven van de geplaatste

hulpstukken in-	of	uitgeschroefd		om	de
bevestigingselementen	18 ten	opzichte van	elkaar uit	te
lijnen in eenzelfde	vlak, in dit geval in	ssn	verticaal
25 vlak, een en ander	zodanig	dat de latten	19	die er	in
worden aangebracht,	samen	met deze die	er	reeds	in

aangebracht zijn, een vlakke uitgelijnde draagconstructie 22 vormen van bijvoorbeeld verticale of horizontale latten waartegen dan bijvoorbeeld afwerkingsplaten of een andere bekleding 23 op een bekende manier tegen kunnen bevestigd worden.

BE2017/5014

Het uitlijnen wordt bij voorkeur uitgevoerd met behulp van een laser, alhoewel ook andere bekende technieken daarvoor in aanmerking komen.

Door het feit dat de draagconstructie 22 vlak is zal ook automatisch de afgewerkte gevel vlak zijn zonder dat er ander pas- of stelwerk nodig is. De bekleding 23 kan rechtstreeks op de draagconstructie 22 worden bevestigd.

Voor de meest courante zwaardere afwerkingsmaterialen 23, worden de hulpstukken 7 in het merendeel van de gevallen door tussenkomst van een steunlat 24 uit metaal of dergelijke, op de onderstructuur 2 bevestigd zoals weergegeven in de figuren 6 en 9.

De steunlat 24 vormt dan als het ware een vaste structuur die de krachten die op de hulpstukken 7 worden uitgeoefend zal opvangen en de krachten van meerdere hulpstukken die op een steunlat 24 zijn bevestigd beter verdelen over de lengte van de steunlat 24.

De steunlat 24 is daartoe bijvoorbeeld voorzien van gaten 25 voor de schroeven 21 met een gatenpatroon dat zodanig is dat de hulpstukken 7 met hun gaten 13 tegenover de gaten 25 kunnen uitgelijnd worden.

De steunlat 24 vertoont daartoe twee reeksen gaten 25, respectievelijk gaten 25' en gaten 25, die zieh längs twee overstaande randen van de steunlat 24 volgens twee evenwijdige lijnen op een afstand D van elkaar bevinden die

BE2017/5014 gelijk is aan de voornoemde afstand B tussen de gaten 13 en voor elke reeks gaten 25' en 25 een tussenhartaf stand E die gelijk is aan de helft van de voornoemde afstand B.

Hierdoor kunnen de hulpstukken 7 telkens over een halve breedte van het gatenpatroon van de gaten 13 längs de steunlat 24 in uitgelijnde posities worden verplaatst.

In deze uitgelijnde posities kunnen eventueel de steunlatten 24 en de hulpstukken 7 samen met dezelfde schroeven 21 vastgezet worden, alhoewel niet noodzakelijk.

De steunlatten 24 kunnen ter plaatse van de gaten 25 een zitting vormen voor de kop van de schroeven 21, zodat de schroeven 21 met een verzonken kop onder de basisplaat 8 van het hulpstuk 7 passen.

In dit gevai kan alternatief enkel de steunlat 24 met de schroeven 21 worden vastgezet in de onderstructuur 2 en kunnen de hulpstukken 7 op hun heurt door middel van zelftappende schroeven 26 of dergelijke doorheen de gaten 15 in de basisplaat 8 in de steunlat 24 worden vastgeschroefd zoals geïllustreerd in figuur 9.

De steunlatten 24 kunnen nog voorzien zijn van een bijkörnende reeks gaten 27 om eventueel plaats te maken voor de moeren 11 van de hulpstukken 7.

De steunlatten 24 kunnen voigens een ander aspect van de uitvinding ook geintegreerd zijn in de isolatiepanelen 3, waarbij de steunlat 24 op de voornoemde zijde 6 van het

BE2017/5014 isolatiepaneel 3 is bevestigd en zieh over de lengte van de onderrand 4 van het isolatiepaneel 3 uitstrekt.

In het weergegeven voorbeeld steekt de steunlat 24 met een 5 zekere breedte F over deze rand 4 uit als een naar beneden uitstekende lip 28 die overlappend over een tegen deze rand aanliggend isolatiepaneel 3 kan worden aangebracht, waarbij de gaten 25 zijn voorzien ter plaatse van deze lip 8 boven één isolatiepaneel 3 en de andere gaten 25' ter plaatse van het aanliggend isolatiepaneel 3.

De steunlatten 24 steunen aldus telkens op twee isolatiepanelen 3.

De geïntegreerde steunlatten 24 kunnen längs één rand voorzien zijn van een haaks omgeplooide lip 29 die in het materiaal van het isolatiepaneel 3 is ingebed en een grotere stabiliteit geeft.

Indien de isolatiepanelen 3 met het gatenpatroon van hun steunlatten 24 op elkaar zijn uitgelijnd in verticale of horizontale richting, dan is makkelijk om de hulpstukken 7 overeenkomstig verticaal of horizontaal op elkaar uit te lijnen door ze met hun gaten 13 uit te lijnen op overeenkomstige gaten van de steunlatten 24 die op een verticale of horizontale lijn liggen.

Het gebruik van hulpstukken 7 is toepasbaar bij geventileerde toepassingen waarbij er tussen de 30 isolatiepanelen 3 en de bekleding 23 luchtspieet 30 aanwezig moet zijn.

een geventileerde

BE2017/5014

Dergelijke isolatiepanelen 3 met geintegreerde steunlatten 24 kunnen volgens een ander aspect van de uitvinding ook gebruikt worden voor niet geventileerde toepassingen zonder hulpstukken 7 indien de bekleding 23 tegen de isolatiepanelen 3 worden aangebracht zonder luchtspieet tussen de isolatie en de bekleding. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer voor een afwerking met zink. De gaten 25 kunnen dan gebruikt worden voor de bevestiging van z inkklangen.

De uitvinding is niet enkel bedoeid voor de afwerking van een gevel, maar is evengoed toepasbaar op andere onderstructuren 2, zoals een dakconstructie of dergelijke.

Het is duidelijk dat de regelschroeven 9 van de hulpstukken 7 kunnen voorzien zijn van bevestigingselementen van diverse soorten, naargelang de draagconstructie wordt gevormd met latten, platen of dergelijke. In figuur 10 is een voorbeeld weergegeven een regelschroef met een plat bevestigingselement 18 dat zieh als het ware in het verlengde van de draadstang 17 uitstrekt.

Het spreekt voor zieh dat de uitvinding niet beperkt is tot het uitlijnen van de draagconstructie in een recht vlak, maar ook toepasbaar is voor een gebogen vlak.

Het is duidelijk dat in de plaats van een regelschroef 9 ook een in de diepte verstelbare stang kan worden gebruikt die bijvoorbeeld met klemmiddelen of dergelijke in zijn ingestelde positie kan worden vastgehouden.

BE2017/5014

De huldige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeid beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een werkwijze volgens de uitvinding voor het afwerken van een onderstructuur 2 van een gevel of van een dak en van een daarbij toegepast hulpstuk, al of niet in combinatie met steunlat, kunnen in allerlei variaties worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

BE2017/5014

Claims

Conclusies.

1.™ Werkwijze voor het afwerken van een onderstructuur van 5 een gevel of een dak, waarbij eerst thermisch isolatiepanelen (3} aansluitend tegen elkaar op de onderstructuur (
2} worden bevestigd en daarna een bekleding (23) wordt aangebracht op een draagconstructie (22) van latten, platen of dergelijke die op de onderstructuur (2)

10 worden bevestigd, daardoor gekenmerkt dat de latten, platen of dergelijke van de draagconstructie (22) op de onderstructuur (2) worden bevestigd door middel van één of meer hulpstukken (7) in de vorm van een basisplaat (8) die tegen de van de onderstructuur afgekeerde zijde (6) van de

15 isolatiepanelen (3) op de onderstructuur (2) wordt bevestigd en die voorzien is van een regelstang of regelschroef (9) met een kop in de vorm van een bevestigingselement (18) voor de latten, platen of dergelijke, waarbij na plaatsing van de hulpstukken 7 de

20 regelstangen of regelschroeven (9) ten opzichte van de basisplaat (8) regelbaar kunnen verplaatst worden om de latten, platen of dergelijke van de draagconstructie (2) op elkaar uit te lijnen in een vlak.

25 2.- Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de hulpstukken (7) op de onderstructuur (2) worden bevestigd door middel van schroeven (21) die doorheen daartoe voorziene gaten (13) in de basisplaat (8) en doorheen de isolatiepanelen (3) in de onderstructuur (2)

30 worden vastgeschroefd.

BE2017/5014
3. - Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de hulpstukken (7) worden vastgeschroefd op een steunlat (24) die tegen de van de onderstructuur afgekeerde zijde (6) van de isolatiepanelen (3) wordt aangebracht en die

5 vast met de onderstructuur (2) wordt verbonden door middel van schroeven (21} of dergelijke die doorheen daartoe voorziene gaten (25) in de steunlat (24) en doorheen de isolatiepanelen (3) in de onderstructuur (2) worden bevestigd.
4. - Werkwijze volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat gebruik wordt gemaakt van een steunlat (24) met een regelmatig gatenpatroon (25) en van een hulpstuk (7) met gaten (13) voor de schroeven of dergelijke die samenvallen

15 met één of meer gaten (25) van de steunlat (24) en dat de steunlat (24) en de basisplaat (8) van de hulpstukken (7) samen worden bevestigd door middel van schroeven of dergelijke die doorheen de samenvallende gaten (13-25) en doorheen de isolatiepanelen (3) in de onderstructuur (2)

20 worden bevestigd.
5. - Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat gebruik wordt gemaakt van isolatiepanelen (3) die over de lengte van één van hun randen (4) zijn voorzien van een

25 voornoemde steunlat (24) die op het betreffende isolatiepaneel (3) is bevestigd en met een zekere breedte (F) over de betreffende rand (4) van het isolatiepaneel (3) uitsteekt ter vorming van een uitstekende lip (28).

30 6.- Werkwijze volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de isolatiepanelen (3) met een rand (4-5) aansluitend tegen

BE2017/5014 elkaar worden aangebracht op zodanige manier dat een rand (4) van een isolatiepaneel met een steunlat (24) aanligt tegen een rand (5) zonder steunlat (24) van een aanliggend isolatiepaneel (3) en dat de uitstekende lip (28) van de

5 steunplaat (24) over de aanliggende randen (4-5) van beide tegen elkaar aansluitende isolatiepanelen (3) grijpt.

ΊWerkwijze volgens conclusie 5 of 6, daardoor gekenmerkt dat gebruik wordt gemaakt van isolatiepanelen (3) met een

10 daarop bevestigde steunlat (24), waarbij het gatenpatroon minstens twee reeksen gaten (25) bevat, respectievelijk een eerste reeks gaten (25) die zieh uitstrekt over de lengte van de uitstekende lip (28) van de steunlat (24) en een tweede reeks gaten (25') die zieh uitstrekt over de lengte

15 van het gedeelte van de steunlat (24) waarmee de steunlat (24) op het isolatiepaneel (3) is bevestigd.
8.- Werkwijze volgens één van de conclusies 5 tot 7, daardoor gekenmerkt dat gebruik wordt gemaakt van

20 isolatiepanelen (3) met een daarop bevestigde steunlat (24), waarbij de steunlat (24) aan de rand tegenover de uitstekende lip (28) haaks is overgeplooid ter vorming van een lip (29) die in de isolatieplaat is ingebed.

25
9.- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat voor de uitlijning van de latten (19), platen of dergelijke van de draagconstructie (22) gebruik gemaakt wordt van een laser.

30 10.- Hulpstuk voor gebruik in een werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het

BE2017/5014 hulpstuk (7) is samengesteld uit een basisplaat (8) en uit een regelschroef (9) die in de basisplaat (8) in- en uitschroefbaar is in een richting (X-X^f) haaks op de basisplaat (8) en die voorzien is van een kop in de vorm van een bevestigingselement (18) voor de bevestiging van de latten (19), platen of dergelijk van de draagconstructie (22) .

11. - Hulpstuk volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat de basisplaat (8) is voorzien van een schroefdoorgang (10) waar de regelschroef (9) in geschroefd is.

12. - Hulpstuk volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat het schroefdoorgang (10) wordt gevormd door een centrale moer (11) op de basisplaat (8).

13. “ Hulpstuk volgens conclusie 11 of 12, daardoor gekenmerkt dat de basisplaat (8) is voorzien van een eerste serie gaten op een vaste afstand van het schroefdraadgat (10) voor de bevestiging van de basisplaat (8) op de onderstructuur (2) door middel van schroeven (21) of dergelij ke.

14. - Hulpstuk volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat de basisplaat is voorzien van een tweede serie gaten (15) op een kleinere vaste afstand van het schroefdraadgat (10) voor de bevestiging van de basisplaat (8) op een steunlat (24) door middel van schroeven (26) of dergelijke.

15. - Hulpstuk volgens één van de conclusies 11 tot 14, daardoor gekenmerkt dat de basisplaat (8) voorzien is van

BE2017/5014 versterkingen 16) die zieh ten opzichte van het schroefdraadgat (10) in radiale richting uitstrekken.

16.- Hulpstuk volgens één van de conclusies 10 tot 15, 5 daardoor gekenmerkt dat het bevestigingselement (18) een Uvormig element is met twee benen (20) die zieh evenwijdig aan de lengterichting (X-X') van de regelschroef (9) uitstrekken.
10 17.- Hulpstuk volgens één van de conclusies 10 tot 15, daardoor gekenmerkt dat het bevestigingselement (18) een plaatje is dat zieh hoofdzakelijk in het verlengde van de regelschroef (9) uitstrekt.
15 18.“ Hulpstuk volgens één van de conclusies 10 tot 17, daardoor gekenmerkt dat het uit metaal is vervaardigd.

19. - Combinatie van een hulpstuk volgens één van de conclusies 13 tot 18 en van een steunlat, daardoor

20 gekenmerkt dat de steunlat (24) is voorzien van een gatenpatroon met gaten (25), waarbij de steunlat (24) längs twee overstaande randen is voorzien van gaten (25) die zieh op een vaste afstand van elkaar bevinden die zodanig is dat de basisplaat (8) van een hulpstuk (7) op zodanige manier

25 op de steunlat (24) kan worden gepositioneerd dat de eerste serie gaten (13) van de basisplaat (8) overeenstemt met enkele gaten (25) van steunlat (24).

20. - Combinatie volgens conclusie 19, daardoor gekenmerkt

30 dat gaten (13) van de eerste serie gaten van de basisplaat (8) gepositioneerd zijn volgens de hoeken van een

BE2017/5014 denkbeeidig Vierkant (14) en dat de centerafstand tussen de gaten (25') van de eerste reeks gaten (25) van de steunlat (24) en de centeraf stand tussen de gaten (25) van de tweede reeks gaten (25) van de steunlat (14) gelijk is aan

5 de helft van de lengte van een zijde van het voornoemd Vierkant (14).

21.- Combinatie volgens conclusie 20, daardoor gekenmerkt dat de steunlat (24) uit metaal is vervaardigd.

BE2017/5014

BE2017/5014

Ί 22—L \ ! j 22—q- i I Z;

22— s

BE2017/5014

BE2017/5014

BE2017/5014

BE2017/5014

BE2017/5014

BE2017/5014

Werkwijze voor het afwerken van een onderstructuur van een gevel of een dak en hulpstuk daarbij toegepast.

wordt van latten, platen

Werkwijze voor het afwerken van een onderstructuur van een gevel of een dak, waarbij eerst thermisch isolatiepanelen (3) aansluitend tegen elkaar op de onderstructuur (2) worden bevestigd en daarna een bekleding (23} aangebracht op een draagconstructie <22;

of dergelijke die op de onderstructuur (2) worden bevestigd, daardoor gekenmerkt dat de latten, platen of dergelijke van de draagconstructie (22) op de onderstructuur (2) worden bevestigd door middel van één of meer hulpstukken (7) in de vorm van een basisplaat (8) die tegen de van de onderstructuur afgekeerde zijde (6) van de isolatiepanelen (3) op de onderstructuur (2} wordt bevestigd en die voorzien is regelschroef (9) met een kop bevestigingselement
18) voor van de een regelstang de vorm van latten, platen dergelijke, waarbij na plaatsing van de hulpstukken (7;

of een of de regelstangen of regelschroeven (9) ten opzichte van de basisplaat (8} regelbaar kunnen verplaatst worden om de latten, platen of dergelijke van de draagconstructie (2) op elkaar uit te lijnen in een vlak.