BE1023637B1

BE1023637B1 - Werkwijze voor het vervaardigen van een plaatvormig element waaruit bijvoorbeeld een palletklos gevormd kan worden

Info

Publication number: BE1023637B1
Application number: BE2015/5755A
Authority: BE
Inventors: Leon Ide
Original assignee: Holding Ter Dos Bvba
Priority date: 2015-11-19
Filing date: 2015-11-19
Publication date: 2017-05-29
Also published as: EP3170637B1; EP3170637A2; PL3170637T3; BE1023637A1; EP3170637A3

Abstract

Deze uitvinding betreft een werkwijze voor het vormen van een plaatvormig vormelement (1) uit een houtmengsel omvattende houtplaketten, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: het aanvoeren van een houtmengsel omvattende houtplaketten waarvan de breedte gelegen is tussen 1 en 4 cm., de lengte gelegen is tussen 2 en 5 cm. en de dikte gelegen is tussen 0,2 en 2 cm.; het mechanisch persen van het aangevoerde houtmengsel zodat een houtmengsel met een vochtgehalte gelegen tussen 30 en 45 % bekomen wordt en het uitgeperste houtmengsel mengen met een lijmmiddel en vormpersen tot een plaatvormig vormelement (1).

Description

WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN EEN PLAATVORMIG ELEMENT WAARUIT BIJVOORBEELD EEN PALLETKLOS GEVORMD

KAN WORDEN

Deze uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een plaatvormig element uit een houtmengsel omvattende houtplaketten waarvan de breedte gelegen is tussen 1 en 4 cm., de lengte gelegen is tussen 2 en 5 cm. en de dikte gelegen is tussen 0,2 en 2 cm.. De uitvinding heeft verder betrekking op het vervaardigen van een vormelement uit het gevormde plaatvormig element. Het vormelement is bij voorkeur een tussenblok voor pallet, een balkvormig element voor het maken van een tweewegspallet of een vormelement dat gebruikt kan worden voor het ondersteunen van bijv. verpakte goederen.

Pallet tussenblokken, de zogenaamde palletklossen, zijn onderdelen van een pallet. Ze kunnen vervaardigd zijn uit een massieve houtbalk die op de gepaste afmeting gezaagd werd. Dergelijke massieve palletklossen zijn veelal duurder dan geperste klossen. Geperste klossen zijn vervaardigd uit een mengsel houtspaanders en/of houtzaagsel die in de gepaste vorm geperst zijn.

De houtspaanders zijn veelal afkomstig van houtplaketten die eerst via bijv. een hamer- of messenmolen verkleind werden. Deze houtspaanders kunnen eventueel nog vermengd worden met houtzaagsel. De houtplaketten zijn restproducten van hout- of boomzagerijen, hebben een onregelmatige vorm, met een grootte (b x 1) van 1 à 4 cm. op 2 à 5 cm., en een dikte van 0,2 à 2 cm. Afhankelijk van het seizoen en de mate van uitdroging hebben de houtplaketten een vochtgehalte dat kan variëren tussen 25 en 100 %.

Om nu geperste palletklossen te bekomen, worden de houtspaanders en/of houtzaagsel gedroogd zodat het betreffende mengsel nog een vochtgehalte heeft van 2 à 3%. Vervolgens wordt het gedroogde mengsel vermengd met lijm en gepest tot klossen. Het persen gebeurt met een vormpers, een stootpers of met behulp van een (pers)extruder. Tijdens het persen dient er nog bijkomend verwarmd te worden om zo de lijm te laten uitharden.

Door op deze manier klossen te gaan vervaardigen wordt een stabiel eindproduct bekomen met een vochtgehalte van maximaal 12%. De beschreven werkwijze heeft echter een aantal nadelen, namelijk: energie nodig voor het verkleinen van houtplaketten tot houtspaanders, thermische energie nodig voor het drogen van de houtspaanders en thermische energie nodig voor het uitharden van de lijm.

Deze uitvinding heeft nu tot doel een werkwijze te verschaffen om een plaatvormig vormproduct uit een houtmengsel omvattende houtplaketten, te gaan vervaardigen, waaruit verschillende eindproducten, zoals bijvoorbeeld een palletklos, gevormd kunnen worden die veel minder energie vergt dan de gekende werkwijze.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een werkwijze voor het vormen van een plaatvormig vormelement uit een houtmengsel omvattende houtplaketten waarvan de breedte gelegen is tussen 1 en 4 cm., de lengte gelegen is tussen 2 en 5 cm. en de dikte gelegen is tussen 0,2 en 2 cm., waarbij het aangevoerde houtmengsel mechanisch geperst wordt zodat een houtmengsel met een vochtgehalte gelegen tussen 30 en 45 % bekomen wordt, waarbij het uitgeperste houtmengsel vervolgens gemengd wordt met een lijmmiddel en wordt gevormperst tot een plaatvormig vormelement en dit zonder toepassing van thermische warmte om het beoogde vochtgehalte te bereiken.

De aangevoerde houtplaketten hebben een natuurlijk vochtgehalte dat kan variëren van 25% tot 100%, dit afhankelijk van het seizoen, de luchtvochtigheid in de omgeving van de opslagplaats, enz.. Door het mechanisch persen, zal een deel van het in het materiaal aanwezige water (vrije water), verwijderd worden en wordt een houtmengsel met een uniform vochtgehalte bekomen. Voordeel van de werkwijze volgens de uitvinding is dat er enkel gebruikt gemaakt wordt van mechanisch persen, en niet van thermische warmte om het beoogde vochtgehalte (30 à 45 %), te bereiken, wat veel voordeliger en milieuvriendelijker is. Het plaatvormpersen zal bij voorkeur gebeuren met ofwel een vormpers die discontinue werkt, ofwel een continue pers waarbij de vormplaat eindeloos uit de pers komt. Het via de werkwijze bekomen plaatvormig vormelement heeft bij voorkeur een dikte gelegen tussen 50 en 150 mm.

In een voorkeurdragende werkwijze volgens deze uitvinding zijn de houtplaketten van het aangevoerde houtmengsel afkomstig van de zijkant van een boom in een zagerij en/of gehakt klein rondhout en/of ronde stammen en/of gerecycleerd hout. De afmetingen (b x 1 x d) van de houtplaketten zijn ongeveer 1 à 4 cm x 2 à 5 cm x 0,2 à 2 cm. kleinere fracties die in de houtplaketten zitten kunnen er eventueel uit verwijderd worden, bijvoorbeeld via zeven.

Bij een meer voorkeurdragende werkwijze volgens deze uitvinding omvat het uitgeperste houtmengsel 5 à 15 gew.% lijmmiddel. Het lijmmiddel zal ervoor zorgen dat de (vochtige) houtplaketten aan elkaar kleven. De gebruikte lijm zal gaan reageren met het nog aanwezige vocht in de houtplaketten en op die manier alles met elkaar zal verlijmen tijdens het persen. Doordat het houtmengsel van plaketten met een grootte van ongeveer 1 à 4 cm x 2 à 5 cm en een dikte van 0,2 à 2 cm, is er ook veel meer contactoppervlak dan bijvoorbeeld een houtmengsel van houtspaanders en/of houtzaagsel, waardoor de hoeveelheid lijm in het geheel beperkt kan worden.

Het aldus gevormde plaatvormig vormelement kan gebruikt worden als wand- of vloerpaneel. De afmetingen worden gekozen i.f.v. de toepassingen maar zijn standaard (b x 1) gelegen tussen 500 à 1000 mm. en 1500 à 2500 mm. Vanzelfsprekend zijn hiervan afwijkende afmetingen perfect mogelijk.

Volgens een bijzondere werkwijze overeenkomstig deze uitvinding wordt het plaatvormig vormelement verder versneden tot een balkvormig vormelement met een lengte gelegen tussen 50 en 200 cm. en een breedte gelegen tussen 30 en 120 mm.

Dergelijk vormelement wordt bij voorkeur gebruikt bij de vervaardiging van een zogenaamde tweewegspallet.

Het balkvormig vormelement wordt bij voorkeur voorzien van een uitsparing, bij voorkeur gleufvormig, geschikt voor het opnemen van een bindmateriaal. Een dergelijk vormelement kan perfect gebruikt worden om onder verpakkingen te steken.

In een meer bijzondere werkwijze volgens deze uitvinding wordt het plaatvormig vormelement verder versneden tot een palletklos met een lengte gelegen tussen 70 en 150 mm, een breedte gelegen tussen 30 en 150 mm. en een hoogte gelegen tussen 60 en 120 mm. dergelijk palletklossen worden gebruikt bij de vervaardiging van zogenaamde vierwegspalleten.

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van de werkwijze volgens de uitvinding en aantal vormproducten vervaardigd volgens deze werkwijze. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend een verduidelijkend voorbeeld te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvinding aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij : figuur 1: een perspectiefvoorstelling is van een plaatvormig vormelement vervaardigd overeenkomstig de werkwijze volgens de uitvinding; figuur 2: een per spectiefvoor stelling is van een tweewegspallet; figuur 3: een voorstelling is van een vormelement voorzien van een gleufvormige uitsparing voor het opnemen van een afbindmateriaal; figuur 4: een perspectiefvoorstelling is van een vierwegspallet met palletklossen.

Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vormen van een plaatvormig vormelement (1) uit een houtmengsel omvattende houtplaketten, waarvan de breedte gelegen is tussen 1 en 4 cm., de lengte gelegen is tussen 2 en 5 cm. en de dikte gelegen is tussen 0,2 en 2 cm. Hierbij bestaat bij voorkeur minstens 95 % van het aangevoerde houtmengsel uit houtplaketten waarvan de afmetingen binnen de genoemde grenzen liggen. De plaketten hebben een natuurlijk vocht (vrij water) gehalte van 25 tot 100 % en zijn afkomstig van het verhakken van rondhout of van een zagerij (restproduct) of van recycling hout. Ze zijn heel onregelmatig van vorm.

De plaketten van het houtmengsel worden onderworpen aan een mechanische persbewerking om het (vrije) water eruit te persen. Door het mechanisch persen van het aangevoerde houtmengsel wordt een houtmengsel met een vochtgehalte gelegen tussen 30 en 45 % bekomen. Het persen zal gebeuren met een gekende (mechanische) persinrichting.

Na het persen worden de plaketten met een bepaalde hoeveelheid lijmmiddel vermengd en vervolgens vorm geperst tot een plaatvormig vormelement (1). Bij voorkeur wordt er 5 à 15 gew.% lijm gebruikt. Tijdens de vervaardiging van het plaatvormig vormelement (1) wordt op geen enkel moment thermische warmte gebruikt. Het vormpersen kan gebeuren met behulp van een vormpers of een continue pers.

Figuur 1 toont een mogelijke uitvoeringsvorm van een plaatvormig vormelement (1). Dergelijk vormelement (1) kan gebruikt worden als vloer- of wandpaneel.

Zoals blijkt uit de bijgevoegde figuren kan uit het gevormde plaatvormig vormelement (1) verschillende andere producten vervaardigd worden. Bijvoorbeeld kan het plaatvormig vormelement (1) verder versneden worden tot een balkvormig vormelement (2) met een lengte gelegen tussen 50 en 200 cm. en een breedte gelegen tussen 30 en 120 mm. Dergelijk vormelement wordt bij voorkeur gebruikt bij de vervaardiging van een zogenaamde tweewegspallet (5) zoals afgebeeld op figuur 2.

Het balkvormig vormelement (2) kan voorzien worden van een gleufvormige uitsparing (3) geschikt voor het opnemen van een bindmateriaal (8) (bijv. afbindband). Een dergelijk vormelement staat afgebeeld op figuur 3 en kan perfect gebruikt worden als onderligger (7) om onder een verpakt materiaal (9) te steken.

Het plaatvormig vormelement (1) verder versneden tot een palletklos (4) met een lengte gelegen tussen 70 en 150 mm., een breedte gelegen tussen 30 en 150 mm. en een hoogte gelegen tussen 60 en 120 mm. Dergelijk palletklossen worden gebruikt bij de vervaardiging van zogenaamde vierwegspalleten (6) (zie figuur 4).

Claims

CONCLUSIES

1. Werkwijze voor het vormen van een plaatvormig vormelement (1) uit een houtmengsel omvattende houtplaketten waarvan de breedte gelegen is tussen 1 en 4 cm., de lengte gelegen is tussen 2 en 5 cm. en de dikte gelegen is tussen 0,2 en 2 cm., met het kenmerk dat het aangevoerde houtmengsel mechanisch geperst wordt zodat een houtmengsel met een vochtgehalte gelegen tussen 30 en 45 % bekomen wordt, waarbij het uitgeperste houtmengsel vervolgens gemengd wordt met een lijmmiddel en wordt gevormperst tot een plaatvormig vormelement (1) en dit zonder toepassing van thermische warmte om het beoogde vochtgehalte te bereiken.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het uitgeperste houtmengsel 5 à 15 gew.% lijmmiddel omvat.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de houtplaketten van het aangevoerde houtmengsel afkomstig zijn van de zijkant van een boom en/of ronde stammen en/of gerecycleerd hout.
4. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het plaatvormig vormelement(l) een dikte heeft gelegen tussen 50 en 150 mm.
5. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het plaatvormig vormelement (1) verder versneden wordt tot een balkvormig vormelement (2) met een lengte gelegen tussen 50 en 200 cm. en een breedte gelegen tussen 30 en 120 mm
6. Werkwijze volgens conclusies 5, met het kenmerk dat het balkvormig vormelement (2) voorzien wordt van een uitsparing (3) geschikt voor het opnemen van een afbindmateriaal (8).
7. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 t/m 4, met het kenmerk dat het plaatvormig vormelement (1) verder versneden wordt tot een palletklos (4) met een lengte gelegen tussen 70 en 150 mm., een breedte gelegen tussen 30 en 150 mm. en een hoogte gelegen tussen 60 en 120 mm.