BE1020533A3 - DEVICE AND METHOD FOR CATCHING AND PULLING AN IMPOSITION WIRE - Google Patents
DEVICE AND METHOD FOR CATCHING AND PULLING AN IMPOSITION WIRE Download PDFInfo
- Publication number
- BE1020533A3 BE1020533A3 BE2012/0078A BE201200078A BE1020533A3 BE 1020533 A3 BE1020533 A3 BE 1020533A3 BE 2012/0078 A BE2012/0078 A BE 2012/0078A BE 201200078 A BE201200078 A BE 201200078A BE 1020533 A3 BE1020533 A3 BE 1020533A3
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- weft thread
- weft
- stretching
- catching
- holding device
- Prior art date
Links
- 238000000034 method Methods 0.000 title claims description 12
- 238000009941 weaving Methods 0.000 claims description 80
- 235000014676 Phragmites communis Nutrition 0.000 claims description 30
- 239000004744 fabric Substances 0.000 claims description 25
- 238000003780 insertion Methods 0.000 claims description 25
- 230000037431 insertion Effects 0.000 claims description 25
- 238000006073 displacement reaction Methods 0.000 claims description 5
- 230000007423 decrease Effects 0.000 claims description 3
- 230000009471 action Effects 0.000 description 10
- 238000013016 damping Methods 0.000 description 4
- CNQCVBJFEGMYDW-UHFFFAOYSA-N lawrencium atom Chemical compound [Lr] CNQCVBJFEGMYDW-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 4
- 230000007246 mechanism Effects 0.000 description 3
- 239000002699 waste material Substances 0.000 description 2
- 238000013459 approach Methods 0.000 description 1
- 238000007664 blowing Methods 0.000 description 1
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 1
- 230000005489 elastic deformation Effects 0.000 description 1
- 230000003993 interaction Effects 0.000 description 1
- 230000014759 maintenance of location Effects 0.000 description 1
- 239000000463 material Substances 0.000 description 1
- 239000002184 metal Substances 0.000 description 1
Classifications
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D03—WEAVING
- D03D—WOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
- D03D47/00—Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
- D03D47/28—Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed
- D03D47/30—Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed by gas jet
- D03D47/3066—Control or handling of the weft at or after arrival
- D03D47/308—Stretching or holding the weft
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Textile Engineering (AREA)
- Looms (AREA)
Description
Inrichting en werkwijze voor het vangen en strekken van een inslagdraad.Device and method for catching and stretching a weft thread.
De uitvinding betreft een inrichting voor het vangen en strekken van inslagdraden, een weefmachine voorzien van een inrichting van dit type, en een werkwijze voor het vangen en strekken van inslagdraden.The invention relates to a device for catching and stretching weft threads, a weaving machine provided with a device of this type, and a method for catching and stretching weft threads.
Voor het vangen van een voorste einde van een inslagdraad ingebracht in een weefvak (ook in wat volgt aangeduid als een "ingebrachte inslagdraad") en voor het houden van de ingebrachte inslagdraad met een gewenste spanning, is het gebruik van zogenaamde "vangdraden" uit de stand van de techniek gekend. De vangdraden lopen evenwijdig met de kettingdraden naast het weefvak en vormen een apart weefvak dat door bijhorende gaapvormingsmiddelen eerder kan gesloten worden dan het normaal weefvak, om de ingebrachte inslagdraad op een passend ogenblik en met een passende spanning te binden. Door de eindgedeelten van de ingebrachte inslagdraad te houden, wordt er vermeden dat de inslagdraden, die zich na de insertie uitstrekken voorbij de weefselrand, in hét weefsel worden teruggetrokken.To catch a front end of a weft thread inserted into a weaving pocket (also referred to as a "inserted weft thread" below) and to hold the inserted weft thread with a desired tension, the use of so-called "catch threads" from the known in the art. The catch threads run parallel to the warp threads next to the weaving section and form a separate weaving section that can be closed earlier by the associated shed forming means than the normal weaving section, in order to bind the inserted weft thread at a suitable moment and with an appropriate tension. By keeping the end portions of the weft thread inserted, it is prevented that the weft threads that extend beyond the tissue edge after the insertion are withdrawn into the tissue.
Om vangdraden te vermijden, voorziet US 6,206,051 Bl in een mechanisme voor het verwijderen van een inslagdraadeinde omvattende een inslagdraadzuiginrichting en een inslagdraadspaninrichting. Gedurende het weven wordt een voorste eindgedeelte van een ingebrachte inslagdraad dat de aankomstzijde bereikt gevangen en gespannen gehouden door de inslagdraadspaninrichting. Dan wordt de zo in het weefvak gehouden inslagdraad aangeslagen in de weefsellijn door de aanslagbeweging van het riet. De inslagdraadzuiginrichting is voorzien van een eerste en een tweede zuigopening. Wanneer het voorste eindgedeelte van de inslagdraad de eerste zuigopening nadert, wordt de zuigwerking van de inslagdraadspaninrichting gestopt om het voorste eindgedeelte van de inslagdraad doorheen de eerste zuigopening in de inslagdraadzuiginrichting te zuigen. Een bijkomende blazer aangebracht op een onderdeel gecombineerd met het riet kan voorzien worden om lucht te blazen naar de eerste zuigopening van achter de tanden van het riet.To avoid catch threads, US 6,206,051 B1 provides a mechanism for removing a weft thread end comprising a weft thread suction device and a weft thread tensioning device. During weaving, a front end portion of an inserted weft thread that reaches the arrival side is trapped and tensioned by the weft thread tensioner. The weft thread thus held in the weaving section is then struck in the weaving line by the stroke movement of the reed. The weft thread suction device is provided with a first and a second suction opening. When the front end portion of the weft thread approaches the first suction port, the suction action of the weft thread tensioning device is stopped to suck the front end portion of the weft thread through the first suction opening in the weft thread suction device. An additional blower mounted on a component combined with the reed can be provided to blow air to the first suction port from behind the reed teeth.
Het is een opgave van de uitvinding te voorzien in een inrichting voor het vangen en strekken van inslagdraden, een ' weefmachine met een inrichting van dit type en een werkwijze voor het vangen en strekken van inslagdraden, waarbij de inslagdraad met een voldoende spanning wordt gehouden tot het vrije eind van de inslagdraad afgesneden is, waarbij het vrije einde kort wordt gehouden en waarbij het gebruik van vangdraden kan worden vermeden.It is an object of the invention to provide a device for catching and stretching weft threads, a weaving machine with a device of this type and a method for catching and stretching weft threads, wherein the weft thread is held with a sufficient tension to the free end of the weft thread is cut, whereby the free end is kept short and the use of catch threads can be avoided.
.· * .. * *.
Deze opgave wordt opgelost door een inrichting volgens conclusie 1, meer in het bijzonder een inrichting voor het vangen en strekken van een in een weefvak van een weefmachine ingebrachte inslagdraad, bevattende een inslagdraadstrekinrichting voor het vangen van het voorste eindgedeelte van de ingebrachte inslagdraad en het strekken van de gevangen inslagdraad, een in een gebied van de aanslaglljn stationair op de weefmachine aangebrachte inslagdraadhoudinrichting voor het houden van het voorste eindgedeelte van ten minste een aangeslagen inslagdraad, en een beweegbare geleidingsinrichting voor het geleiden van de gevangen inslagdraad naar de inslagdraadhoudinrichting, waarbij de inslagdraadstrekinrichting stationair op de weefmachine is aangebracht in een verlengde van een insertiebaan van de inslagdraad en de geleidingsinrichting is aangepast voor het beperken van een verplaatsing van de ingebrachte inslagdraad in een richting dwars op de bewegingsrichting van de geleidingsinrichting bij het geleiden van de gevangen inslagdraad naar de inslagdraadhoudinrichting.This object is solved by a device according to claim 1, more in particular a device for catching and stretching a weft thread inserted into a weaving section of a weaving machine, comprising a weft thread stretching device for catching the front end portion of the inserted weft thread and stretching of the trapped weft thread, a weft thread holding device stationary in a region of the stop line for holding the front end portion of at least one struck weft thread, and a movable guide device for guiding the caught weft thread to the weft thread holding device, the weft thread pulling device is arranged stationarily on the weaving machine in line with an insertion path of the weft thread and the guiding device is adapted to limit a displacement of the inserted weft thread in a direction transverse to the direction of movement of the guiding device when guiding the captured weft thread to the weft thread holding device.
Een inslagdraad ingebracht in een weefvak wordt gevangen en gestrekt om te vermijden dat de ingebrachte inslagdraad terug in het weefvak en/of het weefsel wordt getrokken. De gevangen en gestrekte inslagdraad wordt hierna aangeduid als gevangen inslagdraad. In een uitvoeringsvorm wordt de gevangen inslagdraad gehouden door middel van de inslagdraadstrekinrichting tot de inslagdraad wordt doorgegeven aan de inslagdraadhoudinrichting. In andere uitvoeringsvormen zijn bijkomende kleminrichtingen voorzien om de gevangen inslagdraad ten minste gedeeltelijk te houden bij de beweging van de inslagdraad naar de inslagdraadhoudinrichting. Een inslagdraad binnengebracht in de inslagdraadhoudinrichting wordt hierna aangeduid als "binnengebrachte inslagdraad".A weft thread inserted into a weaving section is caught and stretched to prevent the inserted weft thread from being pulled back into the weaving section and / or the fabric. The caught and stretched weft thread is hereinafter referred to as caught weft thread. In one embodiment, the captured weft thread is held by the weft thread puller until the weft thread is passed to the weft thread holding device. In other embodiments, additional clamping devices are provided to at least partially hold the captured weft thread upon movement of the weft thread toward the weft thread holding device. A weft thread introduced into the weft thread holding device is hereinafter referred to as "weft thread introduced".
Wanneer de geleidingsinrichting wordt bewogen, wordt de gevangen inslagdraad naar de inslagdraadhoudinrichting gebracht. Een stationaire opstelling van de inslagdraadstrekinrichting is voordelig om een zware belasting op .... de weeflade van de weefmachine te vermijden. Echter, een stationaire inslagdraadstrekinrichting kan een trekactie op een gevangen inslagdraad uitoefenen in een richting dwars op een bewegingsrichting van de geleidingsinrichting tijdens het geleiden van de gevangen inslagdraad naar de inslagdraadhoudinrichting. Door het voorzien van een ^ geleidingsinrichting die aangepast is voor het beperken van een verplaatsing van de gevangen inslagdraad in een richting dwars op de bewegingsrichting van de geleidingsinrichting bij het geleiden van de gevangen inslagdraad naar de inslagdraadhoudinrichting wordt een betrouwbare doorgave van de gevangen inslagdraad naar de inslagdraadhoudinrichting bereikt terwijl de inslagdraad wordt gehouden met een bepaalde spanning.When the guiding device is moved, the captured weft thread is brought to the weft thread holding device. A stationary arrangement of the weft thread stretching device is advantageous to avoid a heavy load on the weaving drawer of the weaving machine. However, a stationary weft thread puller can exert a pull action on a captured weft thread in a direction transverse to a direction of movement of the guide device during guiding of the caught weft thread to the weft thread holding device. By providing a guide device adapted to restrict a displacement of the caught weft thread in a direction transverse to the direction of movement of the guide device when guiding the caught weft thread to the weft thread holding device, a reliable transfer of the caught weft thread to the weft thread holding device achieved while holding the weft thread with a certain tension.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de inslagdraadhoudinrichting voorzien van een ingangssleuf tussen een weefselrand van het weefsel, en de bewegingsbaan van de geleidingsinrichting, welke ingangssleuf is aangepast voor het dwars tot zijn lengterichting ontvangen van een inslagdraad.In a preferred embodiment, the weft thread holding device is provided with an entrance slot between a fabric edge of the fabric and the path of movement of the guiding device, which entrance slot is adapted to receive a weft thread transversely to its longitudinal direction.
In de context van de aanvraag wordt een ingangssleuf gedefinieerd als een smalle opening waar doorheen een inslagdraad kan worden binnengebracht in de inslagdraadhoudinrichting. De ingangssleuf strekt zich ten minste gedeeltelijk wezenlijk in de lengterichting van de binnen te brengen inslagdraad uit en is daarom aangepast voor het ontvangen van een inslagdraad dwars op de lengterichting van " de inslagdraad. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen strekt de ingangssleuf zich ten minste wezenlijk parallel uit aan de aanslaglijn van het weefsel. De inslagdraad wordt in de inslagdraadhoudinrichting binnengebracht via de ingangssleuf door een beweging van de geleidingsinrichting met de gevangen inslagdraad voorbij het ingangsbereik van de ingangssleuf. De ingangssleuf heeft een beperkte breedte dwars op de bewegingsrichting van de geleidingsinrichting. Aangezien de verplaatsing van de inslagdraad dwars op de bewegingsrichting wordt beperkt door middel van de geleidingsinrichting, wordt er vermeden dat de geleidingsinrichting de inslagdraad boven of onder de ingangssleuf duwt, in plaats van doorheen de ingangssleuf en in de inslagdraadhoudinrichting. Daarbij wordt een betrouwbaar binnenbrengen verzekerd, ondanks een mogelijke trekactie van de inslagdraadstrekinrichting op de gevangen inslagdraad, in het bijzonder trekacties in een richting dwars op de bewegingsrichting. Een kans op beschadiging van de inslagdraad bij insertie wordt geminimaliseerd, welke beschadiging anders kan leiden tot een gebroken inslagdraad, waarvan het overblijvende deel niet lang genoeg is om gehouden te worden door de inslagdraadhoudinrichting.In the context of the application, an input slot is defined as a narrow opening through which an weft thread can be introduced into the weft thread holding device. The entrance slot extends at least partially substantially in the longitudinal direction of the weft thread to be introduced and is therefore adapted to receive a weft thread transversely of the longitudinal direction of the weft thread. In preferred embodiments, the entrance slot extends at least substantially parallel to The weft thread is introduced into the weft thread holding device via the entry slot by a movement of the guide device with the trapped weft thread beyond the input range of the input slot. The input slot has a limited width transverse to the direction of movement of the guiding device. of the weft thread being limited transversely to the direction of movement by means of the guiding device, the guiding device is prevented from pushing the weft thread above or below the input slot, instead of through the input slot and into the weft holding device. and reliable introduction assured, despite a possible pulling action of the weft thread pulling device on the caught weft thread, in particular pulling actions in a direction transverse to the direction of movement. A chance of damage to the weft thread upon insertion is minimized, which damage can otherwise lead to a broken weft thread, the remaining part of which is not long enough to be held by the weft thread holding device.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de ingangssleuf aangepast voor het tegenhouden van een inslagdraad binnengebracht in de inslagdraadhoudinrichting via de ingangssleuf. Daarbij verhindert de ingangssleuf dat de inslagdraad binnengebracht in de inslagdraadhoudinrichting terug achteruit en uit de inslagdraadhoudinrichting getrokken wordt door de geleidingsinrichting wanneer de geleidingsinrichting weg van de aanslaglijn beweegt en de inslagdraad nog niet door de kettingdraden is gebonden. In het bijzonder bij snellopende weefmachines is een dergelijk tegenhouden voordelig.In a preferred embodiment, the input slot is adapted to retain a weft thread introduced into the weft thread holding device via the input slot. Thereby, the entry slot prevents the weft thread introduced into the weft thread holding device from being pulled back and pulled out of the weft holding device by the guide device when the guide device moves away from the stop line and the weft thread is not yet bound by the warp threads. Such retention is particularly advantageous with fast-running weaving machines.
In een uitvoeringsvorm is een breedte van de ingangssleuf beperkt om een tegenhoudfunctie van de ingangssleuf toe te laten. In een uitvoeringsvorm is de ingangssleuf begrensd door minstens een tegenhoudrand, bij voorkeur twee elkaar tegenoverliggende tegenhoudranden. De tegenhoudranden vermijden of minstens beperken een terugtrekking of terugnemen van binnengebrachte inslagdraden uit de inslagdraadhoudinrichting. In een uitvoeringsvorm zijn de tegenhoudranden voorzien in de vorm van weerhaken of haken.In one embodiment, a width of the input slot is limited to allow a hold function of the input slot. In one embodiment the entrance slot is bounded by at least one retaining edge, preferably two opposite retaining edges. The retaining edges prevent or at least limit a retraction or withdrawal of introduced weft threads from the weft thread holding device. In one embodiment, the retaining edges are provided in the form of barbs or hooks.
In andere uitvoeringsvormen zijn de tegenhoudranden gevormd als ondersneden bereiken.In other embodiments, the retaining edges are formed as undercut areas.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevat de geleidingsinrichjing een haakvormig geleidingselement voorzien van een inkeping die inwaarts convergerende zijwanden heeft voor het ontvangen van de inslagdraad. De inkeping is bijvoorbeeld wigvormig gevormd en heeft een of twee hellende zijwanden. Bij beweging van de geleidingsinrichting wordt de gevangen inslagdraad achterwaarts in de inkeping getrokken, bijvoorbeeld door middel van de stationaire inslagdraadstrekinrichting. De inwaarts convergerende zijwanden laten toe een ingangsbereik van de inkeping voldoende hoog te kiezen om interferentie van de geleidingsinrichting met de inslagdraden te vermijden bij insertie vooraf aan een vangen van de inslagdraad door de inslagdraadstrekinrichting en/of om een betrouwbaar binnenbrengen van de gevangen inslagdraad in de inkeping toe te laten. Aan de onderkant van de inkeping worden inslagdraden geleid bij hun beweging naar de inslagdraadhoudinrichting voor een binnenbrengen van de inslagdraden in de ingangssleuf die een beperkte breedte heeft.In a preferred embodiment the guide device comprises a hook-shaped guide element provided with a notch which has inwardly converging side walls for receiving the weft thread. The notch, for example, is wedge-shaped and has one or two sloping side walls. Upon movement of the guiding device, the caught weft thread is pulled backwards into the notch, for example by means of the stationary weft thread drawing device. The inwardly converging side walls allow an entry range of the notch to be sufficiently high to avoid interference from the guide device with the weft threads upon insertion prior to catching the weft thread by the weft thread puller and / or reliably introducing the caught weft thread into the weft thread. allow notch. At the bottom of the notch, weft threads are guided in their movement to the weft thread holding device for introducing the weft threads into the entrance slot that has a limited width.
Bij het weven met dezelfde weefmachine kan de positie van de aanslaglijn variëren, bijvoorbeeld door het gebruik van verschillende kettingdraden en/of inslagdraden, door verschillende weefpatronen en/of weefsnelheden en/of door andere invloeden op een weefmachine instelling. Hierdoor kan een afstand tussen een achterste omkeerpunt van de weeflade en de aanslaglijn variëren bij het aanslaan van een inslagdraad. In geval de geleidingsinrichting niet is bevestigd op de weeflade, kan een bewegingsbaan van de geleidingsinrichting worden aangepast. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen is de geleidïngsinrichtïng echter aangebracht op de weefïade om de nood aan een bijkomend bewegend mechanisme te vermijden.When weaving with the same weaving machine, the position of the stop line can vary, for example by using different warp threads and / or weft threads, by different weaving patterns and / or weaving speeds and / or by other influences on a weaving machine setting. As a result, a distance between a rear turning point of the weaving drawer and the stop line can vary when a weft thread is struck. In case the guiding device is not mounted on the weaving drawer, a path of movement of the guiding device can be adjusted. However, in preferred embodiments, the guiding device is mounted on the weave to avoid the need for an additional moving mechanism.
Om de variatie in de positie van de aanslaglijn te compenseren en om te verzekeren dat de gevangen inslagdraad wordt binnengebracht met een bepaalde binnenbrengdiepte in de inslagdraadhoudinrichting, wordt in een uitvoeringsvorm de inslagdraadhoudinrichting aanpasbaar aangebracht op de weefmachine en wordt de positie van de inslagdraadhoudinrichting afgestemd op de aanslaglijn.In order to compensate for the variation in the position of the stop line and to ensure that the captured weft thread is introduced with a certain introduction depth into the weft holding device, in one embodiment the weft holding device is adaptably arranged on the weaving machine and the position of the weft holding device is adjusted to the stop line.
In een andere uitvoeringsvorm bevat de geleidingsinrichting een aanpasbaar stopelement voor het aanpassen van de diepte van de inkeping. Door het gebruik van een aanpasbaar stopelement kan de diepte van de inkeping van het geleidingselement worden aangepast, daarbij kan een binnenbrengdiepte van de inslagdraad in de inslagdraadhoudinrichting via de ingangssleuf worden gevarieerd. Het aanpasbaar stopelement laat toe de diepte van de inkeping af te stemmen op een positie van de aanslaglijn gekozen bij bepaalde weefcondities voor het verzekeren van een wezenlijk constant binnenbrengen of een constante binnenbrengdiepte van de inslagdraad via de ingangssleuf. Op “vf ":?· deze wijze is het mogelijk om de noodzaak te vermijden van het veranderen van een positie van de inslagdraadhoudinrichting, r welke positie ook beïnvloed hoe de reeds aangeslagen inslagdraden worden gepresenteerd aan en gesneden door een snijinrichting. In een uitvoeringsvorm kan het aanpasbaar stopelement worden gevormd als een kleine plaat, aangebracht op de geleidingsinrichting op dergelijke wijze dat het aanpasbaar stopelement de diepte van de inkeping vermindert. Met andere woorden is het aanpasbaar stopelement aangebracht nabij een bodem van de inkeping. Bij voorkeur is het stopelement vervangbaar gemonteerd op de geleidingsinrichting wat een vervanging yan het stopelement toelaat wanneer het stopelement is versleten. Aangezien het stopelement het element van de geleidingsinrichting is dat het meest blootgesteld is aan slijtage, wordt de algemene levensduur van de geleidingsinrichting verlengd.In another embodiment, the guiding device comprises an adjustable stop element for adjusting the depth of the notch. By using an adjustable stop element, the depth of the notch of the guide element can be adjusted, whereby an insertion depth of the weft thread into the weft thread holding device can be varied via the entrance slot. The adjustable stop element allows the depth of the notch to be adjusted to a position of the stop line selected under certain weaving conditions to ensure a substantially constant insertion or a constant insertion depth of the weft thread through the entry slot. In this way, it is possible to avoid the necessity of changing a position of the weft thread holding device, which position also influences how the weft threads already struck are presented to and cut by a cutting device. the adjustable stop element are formed as a small plate mounted on the guide device in such a way that the adjustable stop element reduces the depth of the notch, in other words the adjustable stop element is arranged near a bottom of the notch. on the guide device which allows replacement of the stop element when the stop element is worn out, since the stop element is the element of the guide device that is most exposed to wear, the overall life of the guide device is extended.
In voorkeurdragende uitvoeringsvormen bevat de inslagdraadhoudinrichting een zuigmondstuk met een zuigopening, aan welke zuigopening.de ingangssleuf is voorzien. Het zuigmondstuk van de inslagdraadhoudinrichting wordt ook aangeduid als het houdmondstuk. Het houdmondstuk is voorzien van de zuigopening met een opening aan de achterzijde, gericht naar het riet. De zuigopening heeft in voorkeurdragende uitvoeringsvormen de vorm van een zuigpijp of zuigbuis. Via het zuigmondstuk kan een continu zuigkracht of zuigactie worden uitgeoefend voor het houden van de binnengebrachte inslagdraden nadat deze inslagdraden zijn vrijgegeven door de inslagdraadstrekinrichting. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen heeft het houdmondstuk een afvalleiding aangebracht om inslagdraadeindgedeelten te verwijderen die afgesneden werden door een draadsnijinrichting, door de eindgedeelten doorheen de afvalleiding te zuigen. Het houdmondstuk heeft in deze uitvoeringsvorm twee functies, het dient zowel om de binnengebrachte inslagdraden gespannen te houden en om de afgesneden inslagdraadeinden te verwijderen. De zuigopening is voorzien van de ingangssleuf om de gevangen inslagdraad toe te laten dwars op de lengterichting van de inslagdraad te worden ingebracht door de geleidingsinrichting. In een uitvoeringsvorm is de ingangssleuf integraal of ten minste gedeeltelijk integraal gevormd met de zuigopening. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen is de ingangssleuf niet symmetrisch ten opzichte van een vlak loodrecht op het weefsel en evenwijdig met de weefselrand, waarbij een diepte van de ingangssleuf aan een zijde weg gericht van de weefselrand kleiner is dan de diepte van de ingangssleuf aan de zijde gericht naar de weefselrand.In preferred embodiments, the weft thread holding device comprises a suction nozzle with a suction opening, on which suction opening the entrance slot is provided. The suction nozzle of the weft thread holding device is also referred to as the holding nozzle. The holding nozzle is provided with the suction opening with an opening at the rear facing the reed. In preferred embodiments, the suction opening is in the form of a suction pipe or suction pipe. A continuous suction force or suction action can be exerted via the suction nozzle for holding the weft threads introduced after these weft threads have been released by the weft thread puller. In preferred embodiments, the holding nozzle has a waste line disposed to remove weft thread end portions that have been cut off by a thread cutter by sucking the end portions through the waste line. The holding nozzle has two functions in this embodiment, it serves both to keep the introduced weft threads tensioned and to remove the cut weft thread ends. The suction opening is provided with the entrance slot to allow the captured weft thread to be inserted transversely of the longitudinal direction of the weft thread by the guiding device. In one embodiment, the entrance slot is integrally or at least partially integrally formed with the suction port. In preferred embodiments, the input slot is not symmetrical with respect to a plane perpendicular to the fabric and parallel to the fabric edge, wherein a depth of the input slot on a side away from the fabric edge is smaller than the depth of the input slot on the side facing the tissue edge.
In een andere uitvoeringsvorm neemt een dwarsdoorsnede van de ingangssleuf ten minste aan een ingangsbereik vah de ingangssleuf af van een verwijderd einde naar het zuigmondstuk voor het leiden van de inslagdraad naar het zuigmondstük. Met andere woorden is de ingangssleuf wijder aan de achterzijde, die is gericht naar het riet, en versmalt naar de voorzijde, die is gericht weg van het riet. Daarbij kunnen de wanden van de ingangssleuf de geleidingsinrichting ondersteunen bij het geleiden van de inslagdraad naar de binnenkant van de inslagdraadhoudinrichting. Bij het geleiden, van een gevangen inslagdraad naar het houdmondstuk via wanden van de ingangssleuf wordt de inslagdraad echter voorwaarts in de inslagdraadhoudinrichting gedrukt. Een drukkracht is meer beschadigend voor een inslagdraad dan de trekkracht uitgeoefend door de inslagdraadstrekinrichting om de inslagdraad in de inkeping van het geleidingselement te trekken. Daarom wordt de inkeping van het geleidingselement in voorkeurdragende uitvoeringsvormen voldoende smal gekozen aan een onderkant of bodem daarvan om een precieze positionering toe te laten van de inslagdraad ten opzichte van de inslagdraadhoudinrichting, waarbij slechts weinig of geen geleidingsondersteuning wordt vereist van de wanden van de ingangssleuf.In another embodiment, a cross-sectional view of the entry slot decreases at least at an entry area of the entry slot from a remote end to the suction nozzle for guiding the weft thread to the suction nozzle. In other words, the entrance slot is wider at the rear, which is facing the reed, and narrows towards the front, which is directed away from the reed. The walls of the entrance slot can thereby support the guiding device when guiding the weft thread to the inside of the weft thread holding device. However, when guiding a captured weft thread to the holding nozzle via walls of the entry slot, the weft thread is pressed forward into the weft thread holding device. A pressing force is more damaging to a weft thread than the tensile force exerted by the weft thread puller to pull the weft thread into the notch of the guide element. Therefore, in preferred embodiments, the notch of the guide element is selected to be narrow enough at a bottom or bottom thereof to allow precise positioning of the weft thread with respect to the weft thread holding device, requiring only little or no guiding support from the walls of the entrance slot.
In een andere uitvoeringsvorm is ten minste een hulpmondstuk voorzien in het gebied van de ingangssleuf van de inslagdraadhoudinrichting dat blaast naar de binnenzijde van de inslagdraadhoudinrichting in een richting weg van het riet. Het hulpmondstuk voorziet in een bijkomende houdkracht voor het houden van reeds binnengebrachte inslagdraden en voor het verhinderen dat binnengebrachte inslagdraden uit de inslagdraadhoudinrichting worden getrokken. Daarbij ondersteunt het hulpmondstuk het binnenbrengen van een inslagdraad in de inslagdraadhoudinrichting en het houden van binnengebrachte inslagdraden.In another embodiment, at least one auxiliary nozzle is provided in the area of the entrance slot of the weft holding device that blows toward the inside of the weft holding device in a direction away from the reed. The auxiliary nozzle provides an additional holding force for holding already introduced weft threads and for preventing introduced weft threads from being pulled out of the weft thread holding device. The auxiliary nozzle thereby supports the introduction of a weft thread into the weft thread holding device and the holding of weft threads introduced.
De inslagdraadstrekinrichting is stationair aangebracht op de weefmachine, naast het riet en het geleidingselement in het verlengde van de insertiebaan. Bij voorkeur bevat de inslagdraadstrekinrichting een zuigmondstuk, in het bijzonder een ring-jet zuigmondstuk, waarvan de opening is gericht naar een geleidingskanaal van het riet wanneer het riet in zijn achterste positie is, weg van de aanslaglijn. Bij voorkeur wordt een ring-jet zuigmondstuk met een voldoende grote diameter gekozen als een strekmondstuk om een goed vangen en strekken van de inslagdraad toe te laten en om toe te laten grote hoeveelheden inslagdraad eenvoudig er doorheen te. laten passeren, in het geval een verwijdering van een verkeerd ingebrachte inslagdraad nodig is. In een uitvoeringsvorm wordt een ring-jet zuigmondstuk zoals beschreven in WO2011/000561 gebruikt, waarvan de inhoud hierbij wordt geïncorporeerd door referentie.The weft thread drawing device is stationary arranged on the weaving machine, in addition to the reed and the guide element in line with the insertion path. Preferably the weft thread puller comprises a suction nozzle, in particular a ring-jet suction nozzle, the opening of which is directed towards a guide channel of the reed when the reed is in its rear position away from the stop line. Preferably, a ring-jet suction nozzle with a sufficiently large diameter is chosen as an extension nozzle to allow good catching and stretching of the weft thread and to allow large quantities of weft thread to be easily passed through. pass, in case a removal of a wrongly inserted weft thread is necessary. In one embodiment, a ring-jet suction nozzle as described in WO2011 / 000561 is used, the contents of which are hereby incorporated by reference.
In andere uitvoeringsvormen is een stationair hulpzuigmondstuk voorzien voor het verwijderen van verkeerd ingebrachte inslagdraden. Het stationaire hulpzuigmondstuk bevat een grote opening en wordt enkel bediend wanneer een verwijdering van verkeerd ingebrachte inslagdraden nodig wordt.In other embodiments, a stationary auxiliary suction nozzle is provided for removing incorrectly inserted weft threads. The stationary auxiliary suction nozzle has a large opening and is only operated when removal of incorrectly inserted weft threads becomes necessary.
Zoals hoger vermeld, wordt in voorkeu rd ragende uitvoeringsvormen de geleidingsinrichting aangebracht op de weeflade voor beweging met de weeflade om de noodzaak aan een bijkomend mechanisme voor het bewegen van de geleidingsinrichting te vermijden. In dit geval is de geleidingsinrichting bij voorkeur gepositioneerd op de weeflade op een afstand van het riet weg van de aanslaglijn om interferentie met ingebrachte inslagdraden te vermijden bij insertie van de inslagdraden. Bij insertie moet de inslagdraad de - geleidingsinrichting passeren voor het bereiken van de inslagdraadstrekinrichting voorzien voorbij het riet. Enkel nadat de inslagdraad is gevangen door de inslagdraadstrekinrichting, is een interactie tussen de gevangen inslagdraad en de geleidingsinrichting gewenst voor het bewegen van de gevangen inslagdraad naar de inslagdraadhoudinrichting.As mentioned above, in preferred embodiments, the guiding device is mounted on the weaving drawer for movement with the weaving drawer to avoid the need for an additional mechanism for moving the guiding device. In this case, the guiding device is preferably positioned on the weave drawer at a distance from the reed away from the stop line to avoid interference with inserted weft threads upon insertion of the weft threads. Upon insertion, the weft thread must pass through the guide device to reach the weft thread puller provided beyond the reed. Only after the weft thread has been caught by the weft thread puller is an interaction between the caught weft thread and the guide device desirable for moving the caught weft thread to the weft thread holding device.
In een uitvoeringsvorm wordt het eindgedeelte van de ingebrachte inslagdraad gevangen door de inslagdraadstrekinrichting en gehouden door de inslagdraadstrekinrichting tot de inslagdraad is doorgegeven aan ; vri de inslagdraadhoudinrichting en gehouden door de inslagdraadhoudinrichting.In one embodiment, the end portion of the inserted weft thread is caught by the weft thread puller and held by the weft thread puller until the weft thread is passed to; for the weft holding device and held by the weft holding device.
In een alternatieve uitvoeringsvorm is de geleidingsinrichting voorzien van een draadkiem, in het bijzonder een actieve draadkiem. In een uitvoeringsvorm zijn ten minste een bek of beide bekken van de draadkiem aangebracht om een haakvormig geleidingselement te vormen. In dit geval wordt de inslagdraad ingebracht, gestrekt door de insiagdraadstrekinrichting en daarna gehouden door de draadkiem.In an alternative embodiment, the guiding device is provided with a wire germ, in particular an active wire germ. In one embodiment, at least one jaw or both jaws of the wire germ are provided to form a hook-shaped guide element. In this case, the weft thread is introduced, stretched through the weft thread drawing device, and then held by the wire germ.
Als een draadkiem wordt voorzien, wordt een schikking getrokken om te voorzien dat tijdens de voorwaartse beweging en/of tijdens aanslag een ingebrachte inslagdraad, in het bijzonder het eindgedeelte van de ingebrachte inslagdraad, nog steeds wordt gehouden door de inslagdraadstrekinrichting en daardoor in de draadkiem getrokken wordt tussen de twee klemelementen. Nadat de inslagdraad met voldoende kracht is geklemd en gehouden door de draadkiem, kan de inslagdraadstrekinrichting worden gedeactiveerd. De draadkiem is gepositioneerd voor het geleiden van het eindgedeelte van de geklemde inslagdraad in de inslagdraadhoudinrichting via de ingangssleuf van de inslagdraadhoudinrichting.If a thread germ is provided, an arrangement is drawn to provide that during the forward movement and / or during stop an inserted weft thread, in particular the end portion of the inserted weft thread, is still held by the weft thread pulling device and thereby pulled into the thread germ is between the two clamping elements. After the weft thread has been clamped and held by the wire germ with sufficient force, the weft thread drawing device can be deactivated. The wire germ is positioned to guide the end portion of the clamped weft thread into the weft thread holding device via the input slot of the weft thread holding device.
In een uitvoeringsvorm is de draadkiem voorzien van een aanpasbaar stopelement, wat de diepte van de opening bepaalt die wordt bepaald door de twee klemelementen.In one embodiment, the wire germ is provided with an adjustable stop element, which determines the depth of the opening determined by the two clamping elements.
Bij voorkeur is een actieve draadkiem voorzien. In de context van de aanvraag wordt een draadkiem die kan worden geopend of gesloten door het uitoefenen van een bepaalde kracht, bijvoorbeeld een hydraulisch, pneumatisch of motoraanged reven draadkiem aangeduid als een actieve draadkiem. Een actieve draadkiem laat een onafhankelijke bediening van de draadkiem toe. In een uitvoeringsvorm wordt een draadkiem als beschreven in WO2011/000561 gebruikt.An active wire germ is preferably provided. In the context of the application, a wire germ that can be opened or closed by the application of a certain force, for example a hydraulic, pneumatic or motor-driven revenue wire germ is referred to as an active wire germ. An active wire germ allows an independent operation of the wire germ. In one embodiment, a wire germ as described in WO2011 / 000561 is used.
De opgave wordt verder opgelost door een weefmachine bevattende een inrichting voor het vangen en strekken van een inslagdraad.The task is further solved by a weaving machine comprising a device for catching and stretching a weft thread.
De opgave wordt verder opgelost door een werkwijze volgens conclusie 14, meer in het bijzonder een werkwijze voor het vangen en strekken van een in een weefvak van een weefmachine ingebrachte inslagdraad gebruik makend van een inrichting met een inslagdraadstrekinrichting, een inslagdraadhoudinrichting stationair aangebracht op de weefmachine in een gebied van een aanslaglijn en een beweegbare geleidingsinrichting, waarbij de werkwijze het vangen en strekken van het voorste eindgedeelte van de inslagdraad ter hoogte van een verlengde van een insertiebaan van de inslagdraad bevat door middel van de inslagdraadstrekinrichting, het geleiden van de gevangen inslagdraad naar de inslagdraadhoudinrichting door middel van de geleidingsinrichting terwijl een verplaatsing van de gevangen inslagdraad wordt beperkt in een richting dwars op de bewegingsrichting van de geleidingsinrichting en het binnenbrengen van de gevangen inslagdraad in de inslagdraadhoudinrichting via een ingangssleuf.The object is further solved by a method according to claim 14, more in particular a method for catching and stretching an weft thread inserted into a weaving section of a weaving machine using a device with a weft thread pulling device, an weft holding device stationarily arranged on the weaving machine in an area of a stop line and a movable guide device, the method comprising catching and stretching the front end portion of the weft thread at an extension of an insertion path of the weft thread by means of the weft thread puller, guiding the captured weft thread to the weft thread weft thread holding device by means of the guide device while limiting a displacement of the caught weft thread in a direction transverse to the direction of movement of the guide device and introducing the caught weft thread into the weft thread holding device via an entrance slot.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de inslagdraadhoudinrichting continu geactiveerd voor het overnemen en houden van ingebrachte inslagdraden, en de inslagdraadstrekinrichting bij het inbrengen van een inslagdraad in het weefvak is geactiveerd voor het vangen van de ingebrachte inslagdraad en is gedeactiveerd wanneer of nadat de gevangen inslagdraad wordt aangeslagen of aangeslagen is geweest. In een uitvoeringsvorm bevat de inslagdraadhoudinrichting en/of de inslagdraadstrekinrichting een zuigmondstuk, waarbij in een geactiveerde toestand een zuigkracht is voorzien door bijvoorbeeld een negatieve druk uit te oefenen.According to a preferred embodiment, the weft thread holding device is continuously activated for taking over and holding inserted weft threads, and the weft thread pulling device is inserted for inserting a weft thread into the weaving compartment and is deactivated when or after the captured weft thread is struck or has been excited. In one embodiment the weft thread holding device and / or the weft thread pulling device comprises a suction nozzle, wherein in an activated state a suction force is provided by exerting, for example, a negative pressure.
Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de volgende beschrijving van de uitvoeringsvormen geïllustreerd in de tekeningen.Further features and advantages of the invention will be apparent from the following description of the embodiments illustrated in the drawings.
Figuur 1 is een schematisch bovenaanzicht van een gedeelte van een weefmachine met een inrichting volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding tijdens het inbrengen van een inslagdraad;Figure 1 is a schematic plan view of a portion of a weaving machine with an apparatus according to a first embodiment of the invention during the insertion of a weft thread;
Figuur 2 is een perspectiefaanzicht van een gedeelte van de weefmachine weergegeven in figuur 1;Figure 2 is a perspective view of a portion of the weaving machine shown in Figure 1;
Figuur 3 is een perspectiefaanzicht van een gedeelte van de weefmachine met de inrichting weergegeven in figuur 1 gezien van de achterzijde van een riet;Figure 3 is a perspective view of a portion of the weaving machine with the device shown in Figure 1 viewed from the rear of a reed;
Figuur 4 is een schematische tekening die een detail van een inslagdraadhoudinrichting en een geleidingsinrichting van de weefmachine met de inrichting weergegeven in figuur 1 weergeeft; '}<Figure 4 is a schematic drawing showing a detail of a weft thread holding device and a guiding device of the weaving machine with the device shown in Figure 1; "} <
Figuur 5 is een schematisch bovenaanzicht van de weefmachine weergegeven in figuur 1 tijdens de beweging van een weeflade naar een aanslaglijn;Figure 5 is a schematic top view of the weaving machine shown in Figure 1 during the movement of a weaving drawer to a stop line;
Figuur 6 is een schematisch bovenaanzicht van de weefmachine weergegeven in figuur 1 tijdens aanslag;Figure 6 is a schematic top view of the weaving machine shown in Figure 1 during stop;
Figuur 7 is een schematisch bovenaanzicht van de weefmachine weergegeven in figuur 1 tijdens een achterwaartse beweging van de weeflade weg van de aanslaglijn;Figure 7 is a schematic plan view of the weaving machine shown in Figure 1 during a backward movement of the weaving drawer away from the stop line;
Figuur 8 is een schematisch bovenaanzicht van de weefmachine weergegeven in figuur 1 tijdens het inbinden;Figure 8 is a schematic plan view of the weaving machine shown in Figure 1 during binding;
Figuur 9 is een perspectiefaanzicht van een gedeelte van een weefmachine vergelijkbaar met figuur 2 met een inrichting volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding;Figure 9 is a perspective view of a portion of a weaving machine similar to Figure 2 with an apparatus according to a second embodiment of the invention;
Figuur 10 is een schematisch zijaanzicht van een detail van de inrichting weergegeven in figuur 9;Figure 10 is a schematic side view of a detail of the device shown in Figure 9;
Figuur 11 is een schematisch zijaanzicht van een variante uitvoeringsvorm van een inslagdraadhoudinrichting om te worden gebruikt in een inrichting weergegeven in figuur 1 of 9; enFigure 11 is a schematic side view of a variant embodiment of a weft holding device for use in a device shown in Figures 1 or 9; and
Figuur 12 is een schematisch bovenaanzicht van de variante weergegeven in figuur 11.Figure 12 is a schematic plan view of the variant shown in Figure 11.
Figuur 1 is een schematisch bovenaanzicht van een gedeelte van een weefmachine met een inrichting 1 volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding tijdens het inbrengen van een inslagdraad 2. Figuren 2 en 3 tonen perspectiefaanzichten van een gedeelte van een weefmachine vergelijkbaar met figuur 1.Figure 1 is a schematic top view of a portion of a weaving machine with an apparatus 1 according to a first embodiment of the invention during the insertion of a weft thread 2. Figures 2 and 3 show perspective views of a portion of a weaving machine similar to Figure 1.
De inslagdraad 2 wordt ingebracht in een weefvak 30 gevormd tussen vlakken kettingdraden 3 door selectiëf optillen en neerlaten van kettingdraden 3. Tijdens de insertie wordt de inslagdraad 2 op gekende wijze ondersteund door bijmondstukken 4 (zie figuur 1) en geleid in een geleidingskanaal 509 (zie figuur 2) van een riet 5, welk geleidingskanaal 509 de insertiebaan 510 van de ingebrachte inslagdraad bepaalt. In de afgebeelde uitvoeringsvorm is een inslagwachter 6 aangebracht aan het einde van de insertiebaan naast het riet 5 om de aankomst van de inslagdraad 2 te detecteren.The weft thread 2 is inserted into a weaving pocket 30 formed between planes of warp threads 3 by selectively lifting and lowering warp threads 3. During the insertion, the weft thread 2 is supported in a known manner by auxiliary nozzles 4 (see Figure 1) and guided in a guide channel 509 (see Figure 2) of a reed 5, which guide channel 509 defines the insertion path 510 of the inserted weft thread. In the illustrated embodiment, a weft guard 6 is disposed at the end of the insertion path adjacent to the reed 5 to detect the arrival of the weft thread 2.
Het voorste eindgedeelte 2f van de ingebrachte inslagdraad 2 wordt gevangen en gestrekt met een vooraf bepaalde spanning door een inslagdraadstrekinrichting 7. Zoals schematisch wordt weergegeven, is de inslagdraadstrekinrichting 7 stationair aangebracht op de weefmachine in een verlengde van een door het geleidingskanaal 509 bepaalde insertiebaan van de inslagdraad 2, bijvoorbeeld door middel van een draagbalk of balk 700.The front end portion 2f of the weft thread 2 inserted is caught and stretched with a predetermined tension by a weft thread puller 7. As shown schematically, the weft thread puller 7 is stationarily arranged on the weaving machine in an extension of an insertion path of the insertion channel 509 defined by the guide channel 509. weft thread 2, for example by means of a support beam or beam 700.
Het riet 5 is vastgemaakt aan de weeflade 500 (zie figuur 3) en wordt bewogen naar een aanslaglijn 800 van een weefsel 8 voor een aanslagbeweging. De inslagdraad 2, die is gevangen en gestrekt door de inslagdraadstrekinrichting 7, zoals schematisch is weergegeven in figuur 1, wordt bewogen met het riet 5 naar de aanslaglijn 800 en wordt aangeslagen in het weefsel 8.The reed 5 is attached to the weaving drawer 500 (see Figure 3) and is moved to a stop line 800 of a fabric 8 for a stop movement. The weft thread 2, which is caught and stretched by the weft thread drawing device 7, as schematically shown in Figure 1, is moved with the reed 5 to the stop line 800 and is struck in the fabric 8.
Volgens de aanvraag is een inslagdraadhoudinrichting 9 j stationair aangebracht op de weefmachine in een gebied van een aanslaglijn 800 voor het houden van de voorste eindgedeelten van een aantal aangeslagen inslagdraden 2d. Zoals boven vermeld, is de inslagdraadstrekinrichting 7 eveneens stationair op de weefmachine aangebracht, op een afstand van de aanslaglijn 800 in het verlengde van een insertiebaan van de inslagdraad 2. Een beweegbare geleidingsinrichtiiig 10 is voorzien voor het geleiden van de gevangen inslagdraad 2 näar de inslagdraadhoudinrichting 9. Zoals wordt weergegeven in figuur 1, is de geleidingsinrichting 10 op een afstand van het riet 5 gepositioneerd weg van de aanslaglijn 800 om interferentie té vermijden van de geleidingsinrichting 10 met inslagdraden bij het inbrengen van de inslagdraden.According to the application, a weft thread holding device 9 is stationarily arranged on the weaving machine in an area of a stop line 800 for holding the front end portions of a number of struck weft threads 2d. As mentioned above, the weft thread puller 7 is also stationary on the weaving machine, at a distance from the stop line 800 in line with an insertion path of the weft thread 2. A movable guide device 10 is provided for guiding the caught weft thread 2 after the weft thread holding device 9. As shown in Figure 1, the guide device 10 is positioned at a distance from the reed 5 away from the stop line 800 to prevent interference from the guide device 10 with weft threads when inserting the weft threads.
De stationair aangebrachte inslagdraadstrekinrichting 7 oefent een trekactie uit in een richting dwars op een bewegingsrichting B van de geleidingsinrichting 10 op de gevangen inslagdraad (niet weergegeven in figuren 2 en 3) wanneer de gevangen inslagdraad wordt bewogen naar de inslagdraadhoudinrichting 9. Zoals kan worden gezien in figuren 2 en 3 is de geleidingsinrichting 10 aangepast voor het beperken van een verplaatsing van de gevangen inslagdraad in een richting dwars op de bewegingsrichting van de geleidingsinrichting 10 bij het geleiden van de gevangen inslagdraad naar de inslagdraadhoudinrichting 9.The stationary weft thread pulling device 7 performs a pulling action in a direction transverse to a direction of movement B of the guide device 10 on the caught weft thread (not shown in figures 2 and 3) when the caught weft thread is moved to the weft thread holding device 9. As can be seen in Figures 2 and 3, the guiding device 10 is adapted to limit a displacement of the caught weft thread in a direction transverse to the direction of movement of the guiding device 10 when guiding the caught weft thread to the weft thread holding device 9.
De inslagdraadhoudinrichting 9 is voorzien van een ingangssleuf 900 (zoals is te zien in figuren 2 en 3) tussen de weefselrand 801 van het weefsel 8 en de bewegingsbaan 110 van de geleidingsinrichting 10. De ingangssleuf 900 strekt zich parallel uit aan de aanslaglijn 800 en is aangepast voor het ontvangen van een inslagdraad dwars op de lengterichting van de inslagdraad. De geleidingsinrichting 10 geleidt een gevangen inslagdraad die binnengebracht moet worden in de inslagdraadhoudinrichting 9 via de ingangssleuf 900 en die moet doorgegeven worden aan de inslagdraadhoudinrichting 9 terwijl een voldoende spanning van de inslagdraad wordt aangehouden om te vermijden dat de inslagdraad wordt teruggetrokken in het ' :; weefsel 8 of het weefvak.The weft thread holding device 9 is provided with an input slot 900 (as can be seen in figures 2 and 3) between the fabric edge 801 of the fabric 8 and the movement path 110 of the guiding device 10. The input slot 900 extends parallel to the stop line 800 and is adapted to receive a weft thread transverse to the longitudinal direction of the weft thread. The guiding device 10 guides a trapped weft thread which is to be introduced into the weft thread holding device 9 via the input slot 900 and which must be passed to the weft thread holding device 9 while maintaining a sufficient tension of the weft thread to prevent the weft thread from being retracted into the weft thread. fabric 8 or the weaving compartment.
Een snijinrichting 11 (zie figuur 1 en 3) is voorzien tussen een weefselrand 801 van het weefsel 8 en de inslagdraadhoudinrichting 9 voor het snijden van de einden van de inslagdraden nadat deze zijn ingebonden door de kettingdraden 3. De snijinrichting 11 is aangebracht dicht bij de weefselrand 801 voor het minimaliseren van de lengte van de einden van de ingebonden inslagdraden die uitsteken voorbij het weefsel 8. De afgesneden einden worden verwijderd via een leiding 901 (zie figuur 1) voorzien aan de inslagdraadhoudinrichting 9.A cutting device 11 (see Figures 1 and 3) is provided between a fabric edge 801 of the fabric 8 and the weft thread holding device 9 for cutting the ends of the weft threads after they have been bound by the warp threads 3. The cutting device 11 is arranged close to the fabric edge 801 for minimizing the length of the ends of the bound weft threads that protrude beyond the fabric 8. The cut ends are removed via a conduit 901 (see Figure 1) provided to the weft thread holding device 9.
In de afgebeelde uitvoeringsvorm is een hulpzuigmondstuk 12 voorzien voor het verwijderen van verkeerd ingebrachte inslagdraden. Een inslagwachter 120 (zie figuur 1) is aangebracht nabij, wat wil zeggen juist voor, in of juist na het hulpzuigmondstuk 12 voor het verwijderen van een verkeerd ingebrachte inslagdraad. De verkeerd ingebrachte inslagdraden worden verwijderd via een leiding 121 voorzien aan het hulpzuigmondstuk 12.In the illustrated embodiment, an auxiliary suction nozzle 12 is provided for removing incorrectly inserted weft threads. An impact guard 120 (see Figure 1) is provided near, i.e., just before, in, or just after the auxiliary suction nozzle 12 for removing an incorrectly inserted weft thread. The incorrectly inserted weft threads are removed via a line 121 provided on the auxiliary suction nozzle 12.
In de afgebeelde uitvoeringsvorm bevatten de inslagdraadstrekinrichting 7 en de inslagdraadhoudinrichting 9 elk een ring-jet zuigmondstuk. In de context van de aanvraag wordt een ring-jet zuigmondstuk gedefinieerd als een zuiginrichting, waarbij een zuigeffect wordt bekomen door het blazen van perslucht in de zuiginrichting. Voor dit doel zijn in de afgebeelde uitvoeringsvorm de inslagdraadstrekinrichting 7 en de inslagdraadhoudinrichting 9 elk verbonden met een persluchttank 13 via toevoerlijnen 130 met een klep 131 en een drukregelaar 132 (zie figuur 1). In andere uitvoeringsvormen is ten minste de klep 131 tussen de inslagdraadhoudinrichting 9 en de persluchttank 13 weggelaten, waarbij een continu zuigactie wordt uitgeoefend door de inslagdraadhoudinrichting 9.In the illustrated embodiment, the weft thread drawing device 7 and the weft thread holding device 9 each comprise a ring-jet suction nozzle. In the context of the application, a ring-jet suction nozzle is defined as a suction device, wherein a suction effect is achieved by blowing compressed air into the suction device. For this purpose, in the illustrated embodiment, the weft thread drawing device 7 and the weft thread holding device 9 are each connected to a compressed air tank 13 via supply lines 130 with a valve 131 and a pressure regulator 132 (see Figure 1). In other embodiments, at least the valve 131 between the weft thread holding device 9 and the compressed air tank 13 has been omitted, with a continuous suction action being exerted by the weft thread holding device 9.
Het zuigmondstuk 902 van de inslagdraadhoudinrichting 9, meer in het bijzonder het ring-jet zuigmondstuk, is voorzien van een zuigopening 903 in de vorm van een zuigslurf of zuigbuis. De zuigopening 903 of zuigbuis heeft een in wezen V-vormig verwijderd einde dat zich opent naar het riet 5 toe met twee ingangsbereiken 904 (zie figuur 3), die hellend ten opzichte van het vlak van het weefsel 8 zijn voor het vormen van de ingangssleuf 900. De ingangssleuf 900 strekt zich wezenlijk loodrecht of loodrecht op de lengterichting van de buisvormige zuigopening 903 uit voor het binnenbrengen van de inslagdraad in de inslagdraadhoudinrichting 9 dwars op de lengterichting van de inslagdraad. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen wordt een continu zuigkracht of zuigactie uitgeoefend door het zuigmondstuk 902 voor het houden van de einden van binnengebrachte inslagdraden en van gebonden inslagdraden 2d met een bepaalde spanning nadat deze inslagdraden worden losgelaten uit de inslagdraadstrekinrichting 7.The suction nozzle 902 of the weft thread holding device 9, more particularly the ring-jet suction nozzle, is provided with a suction opening 903 in the form of a suction hose or suction pipe. The suction opening 903 or suction tube has a substantially V-shaped end that opens towards the reed 5 with two input ranges 904 (see Figure 3), which are inclined with respect to the plane of the fabric 8 to form the input slot 900. The entrance slot 900 extends substantially perpendicularly or perpendicularly to the longitudinal direction of the tubular suction opening 903 for introducing the weft thread into the weft thread holding device 9 transversely of the longitudinal direction of the weft thread. In preferred embodiments, a continuous suction or suction action is applied by the suction nozzle 902 to hold the ends of introduced weft threads and bound weft threads 2d with a certain tension after these weft threads are released from the weft thread drawing device 7.
Verder is in de afgebeelde uitvoeringsvorm een hulpmondstuk 14 voorzien in het gebied van een ingangssleuf 900 (zie figuren 2 en 3) van de inslagdraadhoudinrichting 9 dat blaast naar de binnenkant van de inslagdraadhoudinrichting 9 in een richting weg van het riet 5 en naar het zuigmondstuk 902 toe voor het ondersteunen van het binnenbrengen van een inslagdraad 2 in de inslagdraadhoudinrichting 9. Het hulpmondstuk 14 is verbonden met de persluchttank 13 via een toevoerlijn 130 met een klep 131 en een drukregelaar 132. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen wordt een zuigactie van het hulpmondstuk 14 enkel toegepast bij het binnenbrengen van de gevangen inslagdraad in de ingangssleuf 900 voor hét verminderen van een luchtverbruik.Further, in the illustrated embodiment, an auxiliary nozzle 14 is provided in the area of an entrance slot 900 (see Figures 2 and 3) of the weft holding device 9 which blows to the inside of the weft holding device 9 in a direction away from the reed 5 and to the suction nozzle 902 for supporting the introduction of a weft thread 2 into the weft thread holding device 9. The auxiliary nozzle 14 is connected to the compressed air tank 13 via a supply line 130 with a valve 131 and a pressure regulator 132. In preferred embodiments, a suction action of the auxiliary nozzle 14 is only applied upon introduction of the caught weft thread into the entry slot 900 for reducing air consumption.
Aan een ingangsbereik van de ingangssleuf 900 neemt een dwarsdoorsnede van de ingangssleuf 900 af van een verwijderd einde naar het zuigmondstuk 902 van de inslagdraadhoudinrichting 9, wat toelaat dat een gevangen inslagdraad 2b naar de binnenkant van de inslagdraadhoudinrichting 9 wordt geleid langs ingangsbereiken 904 van de ingangssleuf 900. De ingangssleuf 900 is verder aangepast voor het tegenhouden van een binnengebrachte inslagdraad 2b. Voor dit doel, in de uitvoeringsvorm getoond in figuur 4, is de ingangssleuf 900 begrensd door twee elkaar tegenoverliggende tegenhoudranden 905. De tegenhoudranden 905 zijn licht hellend naar de binnenkant van de inslagdraadhoudinrichting 9 om een onverstoord binnenbrengen van een inslagdraad in de inslagdraadhoudinrichting 9 toe te laten, terwijl een terugtrekken van de binnengebrachte inslagdraad 2b beperkt wordt. In de afgebeelde uitvoeringsvorm zijn de tegenhoudranden 905 gevormd op een paneelelement 906 vastgemaakt aan de zuigopening 903 in het gebied van de ingangssleuf 900 aan de zijde niet naar de weefsel rand 801 gekeerd.At an input range of the input slot 900, a cross section of the input slot 900 decreases from a remote end to the suction nozzle 902 of the weft holding device 9, allowing a trapped weft thread 2b to be guided to the inside of the weft holding device 9 along input ranges 904 of the input slot 900. The input slot 900 is further adapted for retaining an introduced weft thread 2b. For this purpose, in the embodiment shown in Fig. 4, the entrance slot 900 is bounded by two opposing retaining edges 905. The retaining edges 905 are slightly inclined toward the inside of the weft thread holding device 9 to allow undisturbed introduction of a weft thread into the weft thread holding device 9. while retracting the introduced weft thread 2b is limited. In the illustrated embodiment, the retaining edges 905 formed on a panel member 906 secured to the suction port 903 in the region of the input slot 900 on the side not facing the fabric edge 801.
Figuur 4 is een schematische tekening die een detail van de inslagdraadhoudinrichting 9 toont. Meer in bijzonder toont figuur 4 het paneelelement 906 van de inslagdraadhoudinrichting 9 « voorzien van de tegenhoudranden 905, en de geleidingsinrichting 10 van de inrichting 1 afgebeeld in figuren 1 tot 3. Verder worden in figuur 4 een gevangen inslagdraad 2a, die wordt geleid door de geleidingsinrichting 10, en een binnengebrachte inslagdraad 2b, die is binnengebracht in de ’ inslagdraadhoudinrichting 9 getoond. Zoals boven uitgelegd, in . de uitvoeringsvorm zoals weergegeven in figuur 3, is het hulpmondstuk 14 voorzien in het gebied van de ingangssleuf 900 van de inslagdraadhoudinrichting 9, welk hulpmondstuk 14 blaast naar de binnenkant van de inslagdraadhoudinrichting 9 zoals weergegeven door pijlen 140 in figuur 4.Figure 4 is a schematic drawing showing a detail of the weft thread holding device 9. More specifically, Figure 4 shows the panel element 906 of the weft thread holding device 9 provided with the retaining edges 905, and the guiding device 10 of the device 1 shown in Figures 1 to 3. Furthermore, Figure 4 shows a captured weft thread 2a guided by the guide device 10, and an introduced weft thread 2b, which has been introduced into the weft thread holding device 9 shown. As explained above, in. In the embodiment as shown in Figure 3, the auxiliary nozzle 14 is provided in the area of the entrance slot 900 of the weft holding device 9, which auxiliary nozzle 14 blows to the inside of the weft holding device 9 as shown by arrows 140 in Figure 4.
In de uitvoeringsvorm getoond in figuren 1 tot 4 bevat de ’ " geleidingsinrichting 10 een haakvormig geleidingselement 1Ó0 met een inkeping 101 met inwaarts convergerende zijwanden 102 voor het ontvangen van de gevangen inslagdraad 2a. De geleidingsinrichting 10 bevat verder een aanpasbaar stopelement 103 voor het aanpassen van de diepte van de inkeping 101 (zie ook figuur 3). Het aanpasbaar stopelement 103 is pivoteerbaar zoals aangegeven met een pijl 141 in figuur 4. Een bout 104 is voorzien voor het aanpassen van een positie van het aanpasbaar stopelement 103. Zoals weergegeven in figuur 3, is de bout 104 aangebracht in een positie die gemakkelijk bereikbaar is nadat de inrichting 1 is gemonteerd op de weefmachine.In the embodiment shown in Figures 1 to 4, the guide device 10 comprises a hook-shaped guide element 10 with a notch 101 with inwardly converging side walls 102 for receiving the caught weft thread 2a. The guide device 10 further comprises an adjustable stop element 103 for adjusting the depth of the notch 101 (see also figure 3.) The adjustable stop element 103 is pivotable as indicated by an arrow 141 in figure 4. A bolt 104 is provided for adjusting a position of the adjustable stop element 103. As shown in figure 3, the bolt 104 is mounted in a position that is easily accessible after the device 1 is mounted on the weaving machine.
Figuren 5 tot 8 tonen schematisch delen van een weefmachine en een inrichting 1 voor het vangen en strekken van een inslagdraad ingebracht in een weefvak gelijkaardig aan ~ de presentatie van figuur 1. Voor dezelfde of gelijkaardige elementen zijn identieke referentieaanduidingen gebruikt. Zoals getoond in figuur 1 wordt het voorste eindgedeelte van de in het Λ weefvak ingebrachte inslagdraad 2 gevangen en gestrekt ter hoogte van een verlengde van een insertiebaan van de inslagdraad door middel van de inslagdraadstrekinrichting 7. Een inslagdraad 2 ingebracht in een weefvak wordt gevangen om te vermijden dat deze wordt teruggetrokken in het weefsel 8 en wordt aangeduid als gevangen inslagdraad 2a. Zoals weergegeven in figuur 5, wordt de gevangen inslagdraad 2a naar de inslagdraadhoudinrichting 9 geleid door middel van de geleidingsinrichting 10. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen is de geleidingsinrichting 10 aangebracht op de weeflade 500 (zie figuur 3) van de weefmachine en vooruit gebracht naar de aanslaglijn 800 met het riet 5. De bewegingsrichting van het riet 5 en de geleidingsinrichting 10 naar de aanslaglijn 800 wordt schematisch voorgesteld met een pijl B. De inslagdraadhoudinrichting 9 is aangebracht tussen de weefselrand 801 en de bewegingsbaan 110 van de geleidingsinrichting 10.Figures 5 to 8 schematically show parts of a weaving machine and a device 1 for catching and stretching a weft thread inserted into a weaving box similar to the presentation of Figure 1. Identical reference designations have been used for the same or similar elements. As shown in Figure 1, the front end portion of the weft thread 2 inserted into the weaving section is caught and stretched at an extension of an insertion path of the weft thread by means of the weft thread drawing device 7. A weft thread 2 inserted into a weaving section is caught to be preventing it from being retracted into the fabric 8 and being referred to as trapped weft thread 2a. As shown in Figure 5, the captured weft thread 2a is guided to the weft thread holding device 9 by means of the guiding device 10. In preferred embodiments, the guiding device 10 is mounted on the weaving drawer 500 (see Figure 3) of the weaving machine and advanced to the stop line 800 with the reed 5. The direction of movement of the reed 5 and the guide device 10 to the stop line 800 is schematically represented by an arrow B. The weft thread holding device 9 is arranged between the fabric edge 801 and the path of movement 110 of the guide device 10.
Zoals weergegeven in figuur 6 wordt de gevangen inslagdraad 2a binnengebracht in de inslagdraadhoudinrichting 9 tijdens het aanslaan. In de afgebeelde uitvoeringsvorm, wordt de gevangen inslagdraad 2a nog steeds gehouden en gestrekt door de inslagdraadstrekinrichting 7 bij het binnenbrengen in de inslagdraadhoudinrichting 9. Zoals in meer detail zal worden uitgelegd met betrekking tot figuren 9 en volgende, zijn alternatieve schikkingen voor het houden van de inslagdraad bij binnenbrengen in de inslagdraadhoudinrichting 9 mogelijk. Een inslagdraad binnengebracht in de inslagdraadhoudinrichting 9 wordt aangeduid als een binnengebrachte inslagdraad 2b. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen wordt, nadat de inslagdraad is binnengebracht in de inslagdraadhoudinrichting 9, de zuigactie voor het strekken van de gevangen inslagdraad 2a met de inslagdraadstrekinrichting 7 gestopt. Ondertussen wordt dé inslagdraad 2b opgezogen in de inslagdraadhoudinrichting 9 en verlaat de inslagdraadstrekinrichting 7.As shown in Figure 6, the captured weft thread 2a is introduced into the weft thread holding device 9 during the striking. In the illustrated embodiment, the captured weft thread 2a is still held and stretched by the weft thread puller 7 upon introduction into the weft thread retainer 9. As will be explained in more detail with respect to Figures 9 and following, alternative arrangements for holding the weft thread possible upon introduction into the weft thread holding device 9. A weft thread introduced into the weft thread holding device 9 is referred to as an weft thread introduced 2b. In preferred embodiments, after the weft thread has been introduced into the weft thread holding device 9, the suction action for stretching the captured weft thread 2a with the weft thread drawing device 7 is stopped. Meanwhile, the weft thread 2b is sucked into the weft thread holding device 9 and leaves the weft thread pulling device 7.
Zoals weergegeven in figuur 7 wordt de binnengebrachte .-.Λ inslagdraad 2b gehouden in de inslagdraadhoudinrichting 9 en gestrékt door de inslagdraadhoudinrichting 9 tijdens een achterwaartse beweging van de weeflade met de geleidingsinrichting 10 weg van de aanslaglijn 800. Bij voorkeur, zoals ook weergegeven in figuur 7,. worden de gebonden inslagdraden 2d, die zijn gebonden door de kettingdraden 3, gesneden door de snijinrichting 11 wanneer het weefsel 8 vooruit beweegt. De afgesneden einden worden verwijderd via de leiding 901 weergegeven in figuur 1.As shown in Figure 7, the weft thread 2b introduced is held in the weft thread holding device 9 and stretched by the weft thread holding device 9 during a backward movement of the weaving drawer with the guiding device 10 away from the stop line 800. Preferably, as also shown in Figure 7 ,. the bound weft threads 2d bound by the warp threads 3 are cut by the cutter 11 as the fabric 8 moves forward. The cut ends are removed via the conduit 901 shown in Figure 1.
Zoals weergegeven in figuur 8 worden de vrije einden van binnengebrachte inslagdraden 2b (weergegeven in figuur 7), die in de inslagdraadhoudinrichting 9 gezogen zijn, door de inslagdraadhoudinrichting 9 gehouden en gestrekt tot deze inslagdraden zijn gebonden door de kettingdraden 3.As shown in Figure 8, the free ends of introduced weft threads 2b (shown in Figure 7), which are sucked into the weft thread holding device 9, are held by the weft thread holding device 9 and stretched until these weft threads are bound by the warp threads 3.
Figuren 9 en 10 tonen schematisch een tweede uitvoeringsvorm van een inrichting 1 voor het vangen en strekken van een inslagdraad ingebracht in een weefvak van een weefmachine, waarbij figuur 9 een gelijkaardig aanzicht toont aan het aanzicht van de inrichting weergegeven in figuur 2, en figuur 10 in meer detail een geleidingsinrichting 10 weergeeft. Voor dezelfde of gelijkaardige elementen zijn identieke referentieaanduidingen gebruikt en wordt geen gedetailleerde beschrijving van deze elementen gegeven. In de uitvoeringsvorm volgens figuren 9 en 10 is de geleidingsinrichting 10 voorzien van een actieve draadkiem 105. De geleidingsinrichting 10 is aangebracht op de weeflade voor beweging met het riet 5. De geleidingsinrichting 10 is gepositioneerd op een afstand van het riet 5 weg van de aanslaglijn 800 voor het vermijden van interferentie van de geleidingsinrichting 10 met de inslagdraden bij insertie van de inslagdraden.Figures 9 and 10 schematically show a second embodiment of a device 1 for catching and stretching a weft thread inserted into a weaving section of a weaving machine, wherein Figure 9 shows a similar view to the view of the device shown in Figure 2, and Figure 10 represents a guiding device 10 in more detail. Identical reference designations are used for the same or similar elements and no detailed description of these elements is provided. In the embodiment according to figures 9 and 10, the guiding device 10 is provided with an active wire germ 105. The guiding device 10 is arranged on the weaving drawer for movement with the reed 5. The guiding device 10 is positioned at a distance from the reed 5 away from the stop line 800 for avoiding interference from the guide device 10 with the weft threads upon insertion of the weft threads.
De draadkiem 105 van figuur 9 wordt in meer detail weergegeven in figuur 10. De draadkiem 105 is een actieve draadkiem, die wordt aangedreven door een pneumatische aandrijving 15. De draadkiem 105 bevat een onderste, vast aangebrachte bek 16 en een bovenste beweegbaar gemonteerde bek 17 die pneumatisch aangedreven wordt. In de afgebeelde uitvoeringsvorm bevat de vast aangebrachte bek 16 een elastisch gemonteerd klemelement 160 dat gevormd wordt door een plaat 161 die wordt ondersteund door een elastische laag 162. Het klemelement 160 heeft bijvoorbeeld een wezenlijk vlak klemoppervlak. De elastische laag 162 wordt bijvoorbeeld gevormd door een terugstelelement dat een terugstelkracht uitoefent, bijvoorbeeld een elastische laag 162 in de vorm van een synthetische laag of een rubber laag. Een dergelijke elastische laag 162 heeft bij voorkeur ook dempende eigenschappen. Dit laat toe om een correcte klemfunctie te bekomen. De plaat 161 vormt een slijtvaste laag en bestaat bijvoorbeeld uit een metalen plaat. De beweegbaar aangebrachte bek 17 bevat een klemdeel 170 dat kan samenwerken met het klemelement 160. Het klemelement 170 heeft bijvoorbeeld een wezenlijk vlak klemoppervlak.The wire seed 105 of Figure 9 is shown in more detail in Figure 10. The wire seed 105 is an active wire seed which is driven by a pneumatic drive 15. The wire seed 105 comprises a lower fixedly mounted jaw 16 and an upper movably mounted jaw 17 which is pneumatically driven. In the illustrated embodiment, the fixedly mounted jaw 16 comprises an elastically mounted clamping element 160 formed by a plate 161 supported by an elastic layer 162. The clamping element 160 has, for example, a substantially flat clamping surface. The elastic layer 162 is formed, for example, by a reset element which exerts a reset force, for example an elastic layer 162 in the form of a synthetic layer or a rubber layer. Such an elastic layer 162 preferably also has damping properties. This makes it possible to obtain a correct clamping function. The plate 161 forms a wear-resistant layer and consists, for example, of a metal plate. The movably arranged jaw 17 comprises a clamping part 170 which can cooperate with the clamping element 160. The clamping element 170 has, for example, a substantially flat clamping surface.
De beweegbaar aangebrachte bek 17 is integraal gevormd met een aandrijfhefboomarm 18 die kan worden aangedreven in beide richtingen door de pneumatische aandrijving 15. De pneumatische aandrijving 15 bevat pneumatische cilinders 151 en 152. De aandrijfhefboomarm 18 en de beweegbaar aangebrachte bek 17 zijn deel van een eenheid die roteerbaar rond een as 19 is gemonteerd. De pneumatische cilinders 151, 152 zijn respectievelijk verbonden aan een persluchtbron (niet afgebeeld) via afsluitkleppen (niet afgebeeld). De persluchtbron kan dezelfde zijn als de persluchtbron 13 weergegeven in figuur 1. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen is een stuureenheid voorzien voor het sturen van de afsluitkleppen. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen kan de stuureenheid gebruikt voor het sturen van de afsluitkleppen ook verschillende andere componenten van de weefmachine sturen, bijvoorbeeld de klep 131 weergegeven in figuur 1. Volgens de weergegeven uitvoeringsvorm, bevat de draadkiem 105 verder een stophefboomarm 20 die kan samenwerken met een stop 21. De stop 21 kan worden gemonteerd in een aanpasbare positie met een positioneerelement 22, bijvoorbeeld een stelschroef. Verder bevat de stop 21 in de weergegeven uitvoeringsvorm een stopelement 23 dat kan samenwerken met de stophefboomarm 20 en dat bijvoorbeeld is gevormd van een materiaal met dempende eigenschappen.The movably mounted jaw 17 is integrally formed with a drive lever arm 18 that can be driven in both directions by the pneumatic drive 15. The pneumatic drive 15 includes pneumatic cylinders 151 and 152. The drive lever arm 18 and the movably mounted jaw 17 are part of a unit which is rotatably mounted around an axis 19. The pneumatic cylinders 151, 152 are respectively connected to a compressed air source (not shown) via shut-off valves (not shown). The compressed air source can be the same as the compressed air source 13 shown in figure 1. In preferred embodiments, a control unit is provided for controlling the shut-off valves. In preferred embodiments, the control unit used to control the shut-off valves can also control various other components of the weaving machine, for example, the valve 131 shown in Figure 1. According to the illustrated embodiment, the wire germ 105 further comprises a stop lever arm 20 which can cooperate with a stop 21. The stopper 21 can be mounted in an adjustable position with a positioning element 22, for example an adjusting screw. Furthermore, in the illustrated embodiment, the stopper 21 comprises a stop element 23 which can cooperate with the stop lever arm 20 and which is, for example, formed of a material with damping properties.
De werking is als volgt: Wanneer de draadkiem 105 wordt gesloten met een bepaalde kracht, maken het klemdeel 170 en het klemdeel van het klemelement 160 contact met elkaar en slaat de stophefboomarm 20 aan tegen de stop 21, zodat de klemkracht beperkt is en de beweegbare bek 17 niet met volle kracht inwerkt op de plaat 161 van de vast aangebrachte bek 16.The operation is as follows: When the wire germ 105 is closed with a certain force, the clamping member 170 and the clamping member of the clamping element 160 contact each other and the stop lever arm 20 abuts against the stopper 21, so that the clamping force is limited and the movable jaw 17 does not act with full force on the plate 161 of the fixedly mounted jaw 16.
Volgens een variante heeft het stopelement 23 dempende eigenschappen en laat dit een elastische vervorming toe tijdens het samenwerken met de stophefboomarm 20. Wanneer de stophefboomarm 20 aanslaat tegen de stop 21 worden impactkrachten gedempt. Daardoor is het mogelijk om de pneumatische aandrijving 15 met een grote kracht aan te sturen, zodat de draadkiem 105 snel genoeg kan sluiten en dat er ook voldoende klemkracht aanwezig is net na het sluiten, terwijl de dempende eigenschappen van het stopelement 23 voordelig zijn om de impact van het aanslaan tegen de stop 21 te beperken.According to a variant, the stop element 23 has damping properties and allows an elastic deformation during cooperation with the stop lever arm 20. When the stop lever arm 20 abuts against the stop 21, impact forces are damped. As a result, it is possible to control the pneumatic drive 15 with a large force, so that the wire germ 105 can close quickly enough and that sufficient clamping force is also present just after closing, while the damping properties of the stop element 23 are advantageous to limit the impact of hitting the stop 21.
De pneumatisch aangedreven draadkiem 105 is aangepast om toe te laten te worden gestuurd voor het openen of sluiten in elke positie van de weeflade 500. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen wordt de draadkiem 105 gestuurd voor het klemmen van een ingebrachte inslagdraad bij de aanslagbeweging van het riet 5. De ingebrachte inslagdraad wordt gevangen en gestrekt door de inslagdraadstrekinrichting 7 en overgegeven aan de draadkiem 105 wanneer de draadkiem 105 voorbijkomt aan de inslagdraadstrekinrichting 7. De inslagdraad 2a gevangen door de draadkiem 105 wordt vervolgens binnengebracht in de inslagdraadhoudinrichting 9. Bij deze overgave aan de inslagdraadhoudinrichting 9 wordt de draadkiem 105 bediend om de gevangen inslagdraad 2a vrij te geven.The pneumatically driven wire seed 105 is adapted to allow to be controlled for opening or closing in any position of the weaving drawer 500. In preferred embodiments, the wire seed 105 is controlled for clamping an inserted weft thread in the stop movement of the reed 5. The inserted weft thread is caught and stretched by the weft thread puller 7 and handed over to the wire germ 105 when the thread germ 105 passes through the weft thread puller 7. The weft thread 2a caught by the thread germ 105 is then introduced into the weft thread holding device 9. With this transfer to the weft thread holding device 9 the wire germ 105 is operated to release the trapped weft thread 2a.
Bij voorkeur is de geleidingsinrichting 10 die een draadkiem 105 bevat eveneens voorzien van een aanpasbaar stopelement 103 dat de diepte van de opening bepaalt die gevormd wordt door de twee klemelementen 160, 170. In geval de aandrijving 15 van de draadkiem 105 niet aangedreven wordt kan hierbij de draadkiem 105 van figuur 10 fungeren als het haakvormig geleidingselement 100 van figuur 4. In geval de aandrijving 15 van de draadkiem 105 aangedreven wordt, kan de draadkiem 105 tevens fungeren als het haakvormig geleidingselement 100 van figuur 4 dat de gevangen inslagdraad 2a naar de inslagdraadhoudingrichting 9 geleidt en kan daarbij, bijvoorbeeld bij relatief elastische inslagdraden, naast de inslagdraadstrekinrichting 7 verhinderen dat de inslagdraad teruggetrokken wordt in het weefsel.Preferably, the guide device 10 comprising a wire core 105 is also provided with an adjustable stop element 103 which determines the depth of the opening formed by the two clamping elements 160, 170. In case the drive 15 of the wire core 105 is not driven, the wire germ 105 of Fig. 10 functions as the hook-shaped guide element 100 of Fig. 4. In case the drive 15 of the thread germ 105 is driven, the thread germ 105 can also act as the hook-shaped guiding element 100 of Fig. 4 moving the trapped weft thread 2a towards the weft thread posture direction 9 guides and can thereby, for example with relatively elastic weft threads, prevent the weft thread from being pulled back into the fabric in addition to the weft thread extension device 7.
Figuren 11 en 12 geven een variante uitvoeringsvorm weer van een inslagdraadhoudinrichting 9 om te worden gebruikt in een inrichting 1 weergegeven in figuur 1 of 9. De inslagdraadhoudinrichting 9 weergegeven in figuren 11 en 12 bevat een zuigopening 903, die wordt gevormd door een buis. De opening van de zuigopening 903 is gericht naar het riet 5. Ter hoogte van een verwijderd einde van de zuigopening 903 is de ingangssleuf 900 voorzien.Figures 11 and 12 show a variant embodiment of a weft thread holding device 9 for use in a device 1 shown in Figures 1 or 9. The weft thread holding device 9 shown in Figures 11 and 12 includes a suction port 903 formed by a tube. The opening of the suction opening 903 faces the reed 5. At the height of a removed end of the suction opening 903, the entrance slot 900 is provided.
De ingangssleuf 900 wordt gevormd door twee groeven 907, 908 die zijn aangebracht in de buis die de zuigopening 903 vormt. De twee groeven 907, 908 zijn voorzien in twee parallelle vlakken. De groef 908 die bij gebruik van de inslagdraadhoudinrichting 9 dichter bij de weefselrand 801 is aangebracht (zie figuur 1 of 9) is voldoende lang om toe te laten dat binnengebrachte inslagdraden worden gehouden en gestrekt tot deze zijn ingebonden door de kettingdraden. 3 zonder de binnengebrachte inslagdraden rond een bodem van de groef 908 ’ . . ' ; -'-r te buigen, wat wil zeggen om toe te laten dat de inslagdraden zich in een wezenlijk rechte lijn uitstrekken tussen de inslagdraadhoudinrichting 9 en de weefselrand 801. De groef 907 aan de tegenoverliggende zijde van de zuigopening 903 is voorzien van twee elkaar tegenoverliggende tegenhoudranden 905. De tegenhoudranden 905 zijn iets hellend naar de binnenkant van de inslagdraadhoudinrichting 9 om een onverstoord binnenbrengen van een inslagdraad (niet weergegeven) toe te laten, terwijl een terugtrekken of terugnemen van de binnengebrachte inslagdraad wordt beperkt.The entrance slot 900 is formed by two grooves 907, 908 which are arranged in the tube that forms the suction opening 903. The two grooves 907, 908 are provided in two parallel planes. The groove 908 which is used closer to the fabric edge 801 when using the weft thread holding device 9 (see Figs. 1 or 9) is sufficiently long to allow inserted weft threads to be held and stretched until they are bound by the warp threads. 3 without the weft threads introduced around a bottom of the groove 908 ". . "; to bend, i.e. to allow the weft threads to extend in a substantially straight line between the weft thread holding device 9 and the fabric edge 801. The groove 907 on the opposite side of the suction opening 903 is provided with two opposing faces retaining edges 905. The retaining edges 905 are slightly inclined toward the inside of the weft holding device 9 to allow undisturbed insertion of a weft thread (not shown) while limiting a retraction or withdrawal of the introduced weft thread.
De tegenhoudranden 905 zijn bij voorkeur voorzien ter hoogte van een ingangsbereik 904 van de ingangssleuf 900 zoals . · - weergegeven in figuren 11 en 12. Daarom is de groef 908 langer dan de groef 907. In andere uitvoeringsvormen strekt de groef 907 zich uit voorbij de tegenhoudranden 905 vóórzien bijvoorbeeld in de vorm van een aantal weerhaken en heeft dezelfde lengte als de groef 908.The retaining edges 905 are preferably provided at the level of an input region 904 of the input slot 900 such as. 11 and 12. Therefore, the groove 908 is longer than the groove 907. In other embodiments, the groove 907 extends beyond the retaining edges 905 provided, for example, in the form of a number of barbs and has the same length as the groove 908. .
Een hulpmondstuk 14 is voorzien in het bereik van de ingangssleuf 900 van de inslagdraadhoudinrichting 9, welk hulpmondstuk 14 blaast naar de binnenkant van de inslagdraadhoudinrichting 9.An auxiliary nozzle 14 is provided in the region of the entrance slot 900 of the weft holding device 9, which auxiliary nozzle 14 blows to the inside of the weft holding device 9.
De inrichting, de weefmachine met de inrichting en de werkwijze volgens de uitvinding zijn vanzelfsprekend niet beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen. De inrichting, de weefmachine en de werkwijzen kunnen eveneens worden uitgevoerd binnen de conclusies volgens variante uitvoeringsvormen, vormen en afmetingen. Combinaties van de geïllustreerde uitvoeringsvormen die onder de conclusies vallen zijn eveneens mogelijk.The device, the weaving machine with the device and the method according to the invention are of course not limited to the embodiments described as examples and shown in the figures. The device, the weaving machine and the methods can also be carried out within the claims according to variant embodiments, shapes and dimensions. Combinations of the illustrated embodiments that fall under the claims are also possible.
Claims (15)
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2012/0078A BE1020533A3 (en) | 2012-02-08 | 2012-02-08 | DEVICE AND METHOD FOR CATCHING AND PULLING AN IMPOSITION WIRE |
PCT/EP2013/052280 WO2013117564A2 (en) | 2012-02-08 | 2013-02-06 | Device for catching and stretching a weft thread, weaving machine and method for catching and stretching a weft thread |
EP13704750.2A EP2812472B1 (en) | 2012-02-08 | 2013-02-06 | Device for catching and stretching a weft thread, weaving machine and method for catching and stretching a weft thread |
CN201380008755.XA CN104220659B (en) | 2012-02-08 | 2013-02-06 | Catch and the device of stretching weft threads, loom, seizure and stretching weft threads method |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2012/0078A BE1020533A3 (en) | 2012-02-08 | 2012-02-08 | DEVICE AND METHOD FOR CATCHING AND PULLING AN IMPOSITION WIRE |
BE201200078 | 2012-02-08 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1020533A3 true BE1020533A3 (en) | 2013-12-03 |
Family
ID=47722247
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2012/0078A BE1020533A3 (en) | 2012-02-08 | 2012-02-08 | DEVICE AND METHOD FOR CATCHING AND PULLING AN IMPOSITION WIRE |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP2812472B1 (en) |
CN (1) | CN104220659B (en) |
BE (1) | BE1020533A3 (en) |
WO (1) | WO2013117564A2 (en) |
Families Citing this family (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JP6119715B2 (en) * | 2014-10-27 | 2017-04-26 | 株式会社豊田自動織機 | Weft tension applying device for air jet loom |
CN105483914B (en) * | 2016-01-12 | 2017-11-24 | 青岛天一集团红旗纺织机械有限公司 | A kind of weft in jet looms drafting system |
CN105671750B (en) * | 2016-04-15 | 2017-12-01 | 苏州市丹纺纺织研发有限公司 | A kind of Mainspring type catches latitude device |
BE1024545B1 (en) * | 2016-09-02 | 2018-04-05 | Picanol Nv | Device and method for catching and stretching weft threads |
CN110886043A (en) * | 2019-12-26 | 2020-03-17 | 鲁丰织染有限公司 | Stretching auxiliary spraying system for reducing length of waste selvage yarn of air jet loom |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2009798A (en) * | 1977-12-01 | 1979-06-20 | Nissan Motor | Weft yarn end treating device for shuttleless loom |
US6206051B1 (en) * | 1999-05-19 | 2001-03-27 | Tsudakoma Kogyo Kabushiki Kaisha | Non reed interfering suction weft removal |
Family Cites Families (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
IT1274589B (en) * | 1994-08-05 | 1997-07-18 | Nuovo Pignone Spa | IMPROVED SYSTEM OF GRIPPING AND TIGHTENING THE WEFT IN THE TRACTION GRIPPER OF A TEXTILE FRAME |
KR100250384B1 (en) * | 1997-11-13 | 2000-04-01 | 정원기 | Weft Cutting Machine for Water Jet Looms |
BE1015929A6 (en) * | 2004-03-05 | 2005-11-08 | Picanol Nv | Selvedge forming apparatus for weaving machine comprises device for introducing weft thread, and blowing device close to the plane of selvedge for blowing air-stream on the introduced end of the thread and directed towards the beat-up line |
US20080271807A1 (en) * | 2006-09-07 | 2008-11-06 | Sultex Ag | Method and a stretching device for the holding of a weft thread |
BE1019614A3 (en) * | 2009-07-01 | 2012-09-04 | Picanol | DEVICE AND METHOD FOR THE CATCHING AND PIECE OF IMPACT WIRES IN WEAVING MACHINES. |
CN101935908A (en) * | 2010-08-30 | 2011-01-05 | 苏州迪盛织造整理有限公司 | Weft-catching end device of hydraulic loom |
-
2012
- 2012-02-08 BE BE2012/0078A patent/BE1020533A3/en not_active IP Right Cessation
-
2013
- 2013-02-06 WO PCT/EP2013/052280 patent/WO2013117564A2/en active Application Filing
- 2013-02-06 CN CN201380008755.XA patent/CN104220659B/en active Active
- 2013-02-06 EP EP13704750.2A patent/EP2812472B1/en active Active
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2009798A (en) * | 1977-12-01 | 1979-06-20 | Nissan Motor | Weft yarn end treating device for shuttleless loom |
US6206051B1 (en) * | 1999-05-19 | 2001-03-27 | Tsudakoma Kogyo Kabushiki Kaisha | Non reed interfering suction weft removal |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
CN104220659A (en) | 2014-12-17 |
CN104220659B (en) | 2016-03-16 |
EP2812472A2 (en) | 2014-12-17 |
EP2812472B1 (en) | 2016-09-28 |
WO2013117564A3 (en) | 2014-03-27 |
WO2013117564A2 (en) | 2013-08-15 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
BE1020533A3 (en) | DEVICE AND METHOD FOR CATCHING AND PULLING AN IMPOSITION WIRE | |
BE1019614A3 (en) | DEVICE AND METHOD FOR THE CATCHING AND PIECE OF IMPACT WIRES IN WEAVING MACHINES. | |
NL8202215A (en) | Rinse-free weaving machine, provided with means for removing faulty weft threads from the weaving box. | |
BE1022855B1 (en) | DEVICE FOR CUTTING Weft Yarn During Weaving On A Weaving Machine And Weaving Machine Provided With Such A Device | |
NL8600857A (en) | Method for clamping, holding and presenting weft threads at rapier weaving machines and apparatus used for this purpose. | |
US4894893A (en) | Pneumatic reed drawing-in apparatus | |
BE1023208B1 (en) | Apparatus of an air jet loom for applying tension to a weft yarn | |
CH668995A5 (en) | METHOD FOR PULLING THREADS IN CONTINUOUS WEAVING MACHINES BY GRIPPERS EQUIPPED WITH CLAMPING DEVICES FOR THE Weft. | |
BE1020142A3 (en) | THREAD CLAMP FOR A WEIGHT THREAD AT A WEAVING MACHINE. | |
JPS6269851A (en) | Method and apparatus for automatically taking out cut end ofwarp yarn | |
BE1024755B1 (en) | WASTE END-STREK DEVICE FOR A WEAVING MACHINE | |
DE2847520B2 (en) | Device for placing warp threads in front of them for automatic drawing in of the healds and lamellas of a weaving machine | |
BE1012676A3 (en) | DEVICE FOR IMPACT ON CANCELLATION a loom. | |
EP0022226B1 (en) | Jet loom | |
BE1017456A3 (en) | A DEVICE FOR MAINTAINING THE FABRIC WIDTH OF A FABRIC ON A WEAVING MACHINE. | |
CH644645A5 (en) | PROTECTIVE WEAVING MACHINE. | |
CN111201190A (en) | Flexible film material cutting device of blowing integral type | |
US4423756A (en) | Weft inserter for weaving machines | |
BE1024545A1 (en) | Device and method for catching and stretching weft threads | |
BE1011182A5 (en) | LANCETTENINRICHTING WITH MONITORING DEVICE FOR A loom. | |
JP2948002B2 (en) | Cup recovery device for looms | |
BE1021785B1 (en) | DEVICE FOR REMOVING WRAIN THREAD | |
EP1365053B1 (en) | Receiving and retaining device for the catchside end of the weft thread in a weaving machine | |
JPH04303366A (en) | Device for pulling in tip section of yarn and cover for at least one spinning nozzle for positioning said device | |
DE19728076A1 (en) | Sheet feeder |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20240229 |