<Desc/Clms Page number 1>
Inrichting voor het nemen van een staal.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het nemen van een staal, meer speciaal een staal van een fluïdum dat een vloeistof, een gas of een mengsel van vloeistoffen en/of gassen kan zijn.
De inrichting is voornamelijk van toepassing voor het nemen van een staal van een fluïdum dat in een leiding stroomt welke deel uitmaakt van een produktieproces, bijvoorbeeld voor de fabrikatie van polystyreen, benzine, tolueen, xyleen en dergelijke.
Het gebruik van een cilinder waarin het staal kan opgenomen worden is bekend. De cilinder bevat hierbij aan zijn beide uiteinden een ventiel die ieder voorzien zijn van een snelkoppeling waarvan er een verbonden wordt met een vaste koppeling van de leiding en de andere verbonden wordt met een snelkoppeling die gemonteerd is op een uiteinde van een flexibele leiding die met haar ander uiteinde eveneens gekoppeld wordt aan de leiding. De cilinder tesamen met de flexibele leiding overbruggen hierdoor een gedeelte van de leiding waarin het fluidum stroomt. Voor het analyseren van het staal wordt de cilinder ontkoppeld en aan een laboratorium opstelling gekoppeld.
Nadelen hiervan zijn dat flexibele leidingen gemakkelijk rondslingeren waardoor ze beschadigingen kunnen oplopen en onderhevig zijn aan slijtage, er vele handelingen nodig zijn om het staal in de cilinder op te nemen omwille van de omslachtige opstelling en, tijdens de staalname, er ongewenst vloeistof of gas kan vrijkomen door lekken te wijten aan de vele nodige koppelingen.
<Desc/Clms Page number 2>
De uitvinding heeft een inrichting voor het nemen van een staal tot doel die de voornoemde en andere nadelen uitsluit.
Tot dit doel bestaat de inrichting voor het nemen van een staal van een fluidum dat in een leiding stroomt hoofdzakelijk uit een recipiënt die voorzien is van ventielen en een gedeelte dat vast op de leiding is gemonteerd en voorzien is van ventielen, waarbij de recipiënt en het voornoemd gedeelte snelkoppelingen bevatten en waarbij de voornoemde inrichting een mechanisme bevat waarmee ieder samenwerkend paar snelkoppelingen kan bediend worden.
Een voordeel dat met de inrichting volgens de uitvinding wordt verkregen is een snelle staalafname waarbij weinig handelingen nodig zijn doordat de recipiënt waarin het staal opgenomen wordt eenvoudig en efficiënt gekoppeld, respektievelijk ontkoppeld, kan worden aan het gedeelte dat vast op de leiding, waarin het fluidum stroomt, is gemonteerd.
Andere voordelen zijn dat, gedurende de staalafname en door het gebruik van geschikte ventielen, er geen vloeistof of gas kan weglekken en dit laatste ongehinderd verder kan stromen in de leiding.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de inrichting volgens de uitvinding voorzien van een beveiligingsmechanisme dat ervoor zorgt dat de recipiënt slechts gekoppeld, respektievelijk ontkoppeld, kan worden aan het gedeelte dat vast op de leiding is gemonteerd indien de ventielen van de voornoemde recipiënt gesloten zijn. Bovendien zal, voor de veiligheid van de inrichting, het openen en sluiten van ventielen om het fluidum naar de
<Desc/Clms Page number 3>
recipiënt waarin het staal opgenomen wordt af te leiden slechts kunnen gebeuren volgens een welbepaalde volgorde.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een inrichting voor het nemen van een staal volgens de uitvinding beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 schematisch het werkingsprincipe van de inrichting volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 schematisch een vooraanzicht weergeeft van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding ; figuur 3 een zieht weergeeft volgens F3 in figuur 2 met enkele plaatselijke doorsneden ; figuur 4 een zicht weergeeft gelijkaardig aan dit van figuur 3, doch waarbij de recipiënt ontkoppeld werd ; figuur 5 een zicht weergeeft volgens F5 in figuur 2, doch waarbij de recipiënt ontkoppeld werd.
Zoals schematisch weergegeven in figuur 1 bestaat de inrichting volgens de uitvinding hoofdzakelijk uit een recipiënt 1 en een gedeelte 2 dat met een leiding 3 waarin een fluidum 4 stroomt vast is gekoppeld.
De recipiënt 1 is aan zijn beide uiteinden voorzien van een stuk stijve leiding 5, respektievelijk 6, waarbij op ieder stuk leiding 5-6 een ventiel, respektievelijk 7-8, is aangesloten en waarbij beide ventielen 7-8 via een mechanische koppeling 9 met elkaar gekoppeld zijn.
<Desc/Clms Page number 4>
Aan het vrije uiteinde van ieder stuk leiding 5-6 is een conventionele snelkoppeling, respektievelijk 10-11, voorzien.
Het gedeelte 2 bevat twee ventielen 12-13 die, op eenzelfde wijze als de ventielen 7-8, via een mechanische koppeling 14 met elkaar verbonden zijn.
De ventielen 12-13 zijn driewegkranen die ervoor zorgen dat de leiding 3 een doorgang heeft naar, ofwel de hulpleiding 15, ofwel de hulpleidingen 16 en 17.
Aan het vrije uiteinde van de hulpleidingen 16-17 zijn eveneens snelkoppelingen, respektievelijk 18-19, aangebracht die kunnen samenwerken met de voornoemde snelkoppelingen 10-11.
Het bijzondere aan de inrichting volgens de uitvinding bestaat erin dat het gedeelte 2 dat vast op de leiding 3 is gemonteerd een mechanisme 20 bevat waarmee ieder samenwerkend paar snelkoppelingen, respektievelijk 10-18 en 11-19, gelijktijdig kunnen bediend worden.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaat de mechanische koppeling 9 tussen de ventielen 7-8 in wezen uit twee in elkaar grijpende tandwielen 21-22, die ieder op de uitgaande as van een ventiel 7-8 gemonteerd zijn en waarbij tandwiel 21 voorzien is van een handgreep 23.
Op analoge wijze bestaat de mechanische koppeling 14 tussen de ventielen 12-13 uit twee in elkaar grijpende tandwielen 24-25, waarbij tandwiel 25 voorzien is van een handgreep 26.
Het mechanisme 20 voor het bedienen van ieder samenwerkend paar snelkoppelingen, respektievelijk 10-18 en 11-19, bevat
<Desc/Clms Page number 5>
een hendel 27 die bevestigd is aan een vierkantig blok 28, waarbij dit laatste in een van zijn hoekpunten wentelbaar gemonteerd is in het gedeelte 2 zodanig dat de voornoemde hendel 27 in een bovenste of een onderste stand kan gebracht en gehouden worden.
Het voornoemde blok 28 maakt in het diametraal tegenover zijn wentelas liggende hoekpunt kontakt met een stootelement 29 dat in een huls 30 schuift. Deze huls 30 is wentelbaar gemonteerd in het gedeelte 2 en rond deze huls 30 is een veer 31 aangebracht.
Het uiteinde van het stootelement 29 vertoont een V-vorm waardoor het vierkantig blok 28 zowel in de bovenste als in de onderste stand van de hendel 27 aanleunt tegen dit uiteinde.
Het mechanisme 20 is zodanig in het gedeelte 2 aangebracht dat de hendel 27 tussen de snelkoppelingen 18-19 is voorzien, waarbij de voornoemde hendel 27, bij het koppelen van de recipiënt 1 met het gedeelte 2, kontakt maakt met iedere vergrendelring 32 die bevestigd is aan een van de snelkoppelingen 10-11.
De bediening van de inrichting volgens de uitvinding is eenvoudig en als volgt.
De ventielen 12-13 staan initieel in een zodanige stand, bepaald door de positie van de handgreep 26 zoals weergegeven in figuur 2 in volle lijn, dat het fluidum 4 doorlopend via de hulpleiding 15 doorheen de leiding 3 stroomt.
Het koppelen van de recipiënt 1 met het gedeelte 2 moet in gesloten stand van de ventielen 7 en 8 gebeuren die
<Desc/Clms Page number 6>
overeenkomt met de positie van de handgreep 23 zoals weergegeven in figuur 2 in volle lijn.
Gedurende het voornoemd koppelen zal iedere vergrendelring 32 een kracht op de hendel 27 uitoefenen zodanig dat deze hendel 27, die initieel in zijn bovenste stand stond zoals weergegeven in figuur 4, gewenteld wordt naar zijn onderste stand, zoals weergegeven in figuur 3.
Door de werking van de veer 31 zal het stootelement 29 een duwkracht op het vierkantig blok 28 uitoefenen die tegengesteld is aan de kracht nodig voor het wentelen van de hendel 27 van de bovenste naar de onderste stand. Daar bij het voornoemd wentelen van de hendel 27 het vierkantig blok 28 en de huls 30 eveneens wentelen zal de afstand van de kracht van de veer 31 tot de wentelas van het vierkantig blok 28 afnemen, waardoor de werking van de veer 31 op de hendel verzwakt.
In de onderste stand van de hendel 27 oefent de veer 31 geen rotatiekracht meer uit op de hendel 27 daar de veerkracht door de wentelas van het vierkantig blok 28 gaat.
In deze onderste stand van de hendel 27 is ieder samenwerkend paar snelkoppelingen, respektievelijk 10-18 en 11-19, gekoppeld.
Na het koppelen van de recipiënt 1 met het gedeelte 2 worden eerst de ventielen 12 en 13 geopend, door het verdraaien van de handgreep 26 in tegenuurwijzerszin tot de positie weergegeven in figuur 2 in stippellijn. Daarna worden de ventielen 7 en 8 geopend, waarbij de handgreep 23 in uurwijzerszin moet verdraaid worden tot de positie weergegeven in stippellijn in figuur 2.
<Desc/Clms Page number 7>
Het fluïdum 4 stroomt nu automatisch doorheen de recipiënt 1, zodat bij het sluiten van de ventielen 7 en 8 een staal van het fluidum 4 in de recipiënt 1 opgenomen is. De ventielen 16-17 worden hierna eveneens gesloten.
De recipiënt 1 wordt vervolgens van het gedeelte 2 ontkoppeld door manueel een kracht op de hendel 27 uit te oefenen om de hendel 27 van de onderste naar de bovenste stand te brengen. Reeds bij een lichte verplaatsing van de hendel 27 zal de richting van de duwkracht van het stootelement 29 niet meer door de wentelas van het vierkantig blok 28 gaan, waardoor deze duwkracht op het voornoemd blok 28 een moment uitoefent die het wentelen van de hendel 27 naar de bovenste stand bewerkstelligt.
Door het wentelen van de hendel 27 van de onderste naar de bovenste stand zal iedere vergrendelring 32 verschuiven zodat de samenwerkende snelkoppelingen, respektievelijk 10-18 en 11-19, ontkoppeld worden waardoor de recipiënt 1 automatisch van het gedeelte 2 ontkoppeld wordt.
De recipiënt kan vervolgens aan een laboratorium opstelling gekoppeld worden die het staal kan analyseren.
Het koppelen, respektievelijk ontkoppelen, van de recipiënt 1 aan de leiding 2 is eenvoudig en deze handelingen kunnen dankzij het mechanisme 20 met een hand uitgevoerd worden.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de inrichting volgens de uitvinding voorzien van een beveiligingsmechanisme dat ervoor zorgt dat het koppelen, respektievelijk ontkoppelen, van de recipiënt 1 aan het gedeelte 2 slechts kan gebeuren in gesloten stand van de ventielen 7-8. Bovendien kan het sluiten, respektievelijk
<Desc/Clms Page number 8>
openen, van ieder paar ventielen, respektievelijk 7-8 en 12-13, slechts gebeuren volgens een welbepaalde volgorde.
Dit beveiligingsmechanisme wordt in de inrichting gerealiseerd door de posities van de handgrepen 23 en 26 onderling ten opzichte van elkaar en de positie van de handgreep 23 ten opzichte van de hendel 27.
De handgreep 23, die de ventielen 7-8 van de recipiënt l bedient, vormt enkel in de positie zoals weergegeven in volle lijn in figuur 2 geen hindernis voor het wentelen van de hendel 27 van de bovenste naar de onderste stand en omgekeerd. In deze positie zijn de voornoemde ventielen 7-8 gesloten.
Zoals weergegeven in de figuren 2 en 3 is het ook duidelijk dat het bedienen van de handgreep 26, voor het openen of sluiten van de ventielen 12-13, geen hindernis ondervindt van de handgreep 23 indien deze laatste in de positie staat die overeenkomt met gesloten ventielen 7-8.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven en in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke inrichting voor het nemen van een staal kan in verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Device for taking a sample.
The present invention relates to a device for taking a sample, more particularly a sample of a fluid that can be a liquid, a gas or a mixture of liquids and / or gases.
The device is mainly applicable for taking a sample from a fluid that flows into a conduit that forms part of a production process, for example for the manufacture of polystyrene, gasoline, toluene, xylene and the like.
The use of a cylinder in which the steel can be received is known. The cylinder herein comprises at both its ends a valve which are each provided with a quick coupling one of which is connected to a fixed coupling of the pipe and the other is connected to a quick coupling mounted on one end of a flexible pipe connected with its other end is also coupled to the pipe. The cylinder together with the flexible conduit thereby bridges a portion of the conduit into which the fluid flows. To analyze the sample, the cylinder is disconnected and connected to a laboratory set-up.
The disadvantages of this are that flexible pipes are easily lying around, which means that they can be damaged and are subject to wear and tear, many actions are required to receive the steel in the cylinder because of the cumbersome arrangement and, during the sampling, undesirable liquid or gas can occur. released by leaking due to the many necessary links.
<Desc / Clms Page number 2>
The invention has for its object to provide a device for taking a sample which excludes the aforementioned and other disadvantages.
To this end, the device for taking a sample of a fluid flowing into a conduit consists essentially of a receptacle provided with valves and a portion that is rigidly mounted on the conduit and provided with valves, the receptacle and the said portion containing quick couplings and wherein said device includes a mechanism with which any cooperating pair of quick couplings can be operated.
An advantage that is obtained with the device according to the invention is a rapid sampling of the samples where few operations are required because the receptacle in which the sample is received can be coupled and decoupled easily and efficiently to the part fixed on the conduit in which the fluid is mounted.
Other advantages are that, during the sampling and through the use of suitable valves, no liquid or gas can leak out and the latter can continue to flow unimpeded into the pipe.
In a preferred embodiment, the device according to the invention is provided with a safety mechanism which ensures that the container can only be coupled or disconnected, respectively, to the part which is fixedly mounted on the pipe if the valves of the aforementioned container are closed. In addition, for the safety of the device, the opening and closing of valves around the fluid to the
<Desc / Clms Page number 3>
container in which the sample is to be taken can only be done in a specific order.
With the insight to better demonstrate the characteristics of the invention, a preferred embodiment of a device for taking a sample according to the invention is described below as an example without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 shows diagrammatically represents the operating principle of the device according to the invention; figure 2 schematically represents a front view of a preferred embodiment of a device according to the invention; figure 3 represents a view according to F3 in figure 2 with some local cross-sections; figure 4 represents a view similar to that of figure 3, but with the container disconnected; figure 5 represents a view according to F5 in figure 2, but with the container disconnected.
As shown diagrammatically in Figure 1, the device according to the invention mainly consists of a container 1 and a part 2 which is fixedly coupled to a conduit 3 in which a fluid 4 flows.
The receptacle 1 is provided at its both ends with a piece of rigid conduit 5 and 6 respectively, with a valve or 7-8 connected to each piece of conduit 5-6 and wherein both valves 7-8 are connected via a mechanical coupling 9 with linked together.
<Desc / Clms Page number 4>
At the free end of each piece of line 5-6, a conventional quick coupling, respectively 10-11, is provided.
The part 2 comprises two valves 12-13 which, in the same manner as the valves 7-8, are connected to each other via a mechanical coupling 14.
The valves 12-13 are three-way valves which ensure that the pipe 3 has a passage to either the auxiliary pipe 15 or the auxiliary pipes 16 and 17.
At the free end of the auxiliary lines 16-17 quick couplings, respectively 18-19, are also arranged which can cooperate with the aforementioned quick couplings 10-11.
The special feature of the device according to the invention consists in that the part 2 which is fixedly mounted on the line 3 comprises a mechanism 20 with which each cooperating pair of quick couplings, respectively 10-18 and 11-19, can be operated simultaneously.
In a preferred embodiment, the mechanical coupling 9 between the valves 7-8 consists essentially of two interlocking gears 21-22, each of which is mounted on the output shaft of a valve 7-8 and wherein gear 21 is provided with a handle 23.
In an analogous manner, the mechanical coupling 14 between the valves 12-13 consists of two interlocking gear wheels 24-25, gear wheel 25 being provided with a handle 26.
The mechanism 20 for operating each cooperating pair of quick couplings, 10-18 and 11-19, respectively
<Desc / Clms Page number 5>
a handle 27 attached to a square block 28, the latter being rotatably mounted in one of its corner points in the portion 2 such that said handle 27 can be brought and held in an upper or a lower position.
The aforementioned block 28 contacts, in the corner point diametrically opposite its pivot axis, a bump element 29 which slides into a sleeve 30. This sleeve 30 is rotatably mounted in the part 2 and a spring 31 is arranged around this sleeve 30.
The end of the butt element 29 has a V-shape, so that the square block 28 rests against this end both in the upper and in the lower position of the handle 27.
The mechanism 20 is arranged in the part 2 in such a way that the handle 27 is provided between the quick couplings 18-19, the aforementioned handle 27, when coupling the container 1 with the part 2, makes contact with every locking ring 32 which is attached to one of the shortcuts 10-11.
The operation of the device according to the invention is simple and as follows.
The valves 12-13 are initially in such a position, determined by the position of the handle 26 as shown in figure 2 in full line, that the fluid 4 flows continuously via the auxiliary line 15 through the line 3.
The coupling of the container 1 with the part 2 must take place in the closed position of the valves 7 and 8 which
<Desc / Clms Page number 6>
corresponds to the position of the handle 23 as shown in Figure 2 in full line.
During the aforementioned coupling, each locking ring 32 will exert a force on the handle 27 such that this handle 27, which was initially in its upper position as shown in Figure 4, is rotated to its lower position, as shown in Figure 3.
Due to the action of the spring 31, the bump element 29 will exert a pushing force on the square block 28 which is opposite to the force required for pivoting the handle 27 from the upper to the lower position. Since in the aforementioned rotation of the handle 27 the square block 28 and the sleeve 30 also rotate, the distance from the force of the spring 31 to the pivot axis of the square block 28 will decrease, as a result of which the action of the spring 31 on the handle is weakened. .
In the lower position of the handle 27, the spring 31 no longer exerts any rotational force on the handle 27 since the spring force passes through the pivot axis of the square block 28.
In this lower position of the handle 27, each cooperating pair of quick couplings, 10-18 and 11-19, respectively, is coupled.
After coupling the container 1 with the part 2, the valves 12 and 13 are first opened, by turning the handle 26 counter-clockwise to the position shown in Figure 2 in dotted line. The valves 7 and 8 are then opened, the handle 23 having to be rotated clockwise to the position shown in dotted line in Figure 2.
<Desc / Clms Page number 7>
The fluid 4 now flows automatically through the container 1, so that when the valves 7 and 8 are closed, a sample of the fluid 4 is received in the container 1. The valves 16-17 are also closed below.
The container 1 is then disconnected from the portion 2 by manually applying a force to the handle 27 to bring the handle 27 from the lower to the upper position. Even with a slight movement of the lever 27, the direction of the pushing force of the impact element 29 will no longer pass through the pivot axis of the square block 28, so that this pushing force exerts on the aforementioned block 28 a moment that the pivoting of the lever 27 towards the upper position.
By rotating the handle 27 from the lower to the upper position, each locking ring 32 will shift so that the cooperating quick-acting couplings, 10-18 and 11-19, respectively, are disconnected, whereby the container 1 is automatically disconnected from the part 2.
The recipient can then be linked to a laboratory set-up that can analyze the sample.
Coupling or uncoupling, respectively, from the receptacle 1 to the conduit 2 and these operations can be carried out with one hand thanks to the mechanism 20.
In a preferred embodiment, the device according to the invention is provided with a safety mechanism which ensures that the coupling or uncoupling of the container 1 to the part 2 can only take place in the closed position of the valves 7-8. Moreover, it can close, respectively
<Desc / Clms Page number 8>
opening of each pair of valves, 7-8 and 12-13 respectively, only takes place in a specific order.
This safety mechanism is realized in the device by the positions of the handles 23 and 26 relative to each other and the position of the handle 23 relative to the handle 27.
The handle 23, which operates the valves 7-8 of the container 1, does not constitute an obstacle to the rotation of the handle 27 from the upper to the lower position and vice versa only in the position as shown in full line in FIG. The aforementioned valves 7-8 are closed in this position.
As shown in Figures 2 and 3, it is also clear that the operation of the handle 26, for opening or closing the valves 12-13, is not impeded by the handle 23 when the latter is in the position corresponding to closed valves 7-8.
The invention is by no means limited to the embodiment described above and shown in the drawings, but such a device for taking a sample can be realized in various variants without departing from the scope of the invention.