<Desc/Clms Page number 1>
Titel Seintegreerd Modulair Systeem voor Openbare Nutsvoorzieningen voor de gescheiden afvoer van oppervlaktewater en afvalwater en de aanvoer van drinkbaar water, gas, elektriciteit en telecommunicatie, in combinatie met voorzieningen zoals fietspaden, voetpaden, parkeerstroken e. d.
Technisch vakgebied waarop de uitvinding betrekking heeft De uitvinding betreft een combinatie van modules die het mogelijk moeten maken om allerlei nutsvoorzieningen samen te brengen op zodanige manier dat er met een minimum aan werken, zowel qua aanleg en aansluitingsmogelijkheden als qua onderhoud, een maximum aan comfort wordt gegarandeerd. Deze uitvinding geeft de mogelijkheid om te voorzien in een gescheiden afvoer van zowel oppervlaktewater als afvalwater (riolering). Door de combinatie met een tweede module wordt voorzien in de aanvoer van drinkbaar water, gas, elektriciteit en telecommunicatie op zodanige wijze dat over grotere afstanden buizen en kabels kunnen aangebracht worden met een minimum aan werken, waarbij, eenmaal dat de modules zijn ingegraven, geen bijkomende graafwerken meer nodig zijn.
Tegelijkertijd is voorzien dat de afdichting van de ingegraven modules zodanig wordt uitgevoerd, dat zij kunnen gebruikt worden als fietspad, voetpad, parkeerstrook of andere gelijkaardige voorzieningen.
De modulevorm geeft tevens de mogelijkheid niveauverschillen op te vangen tussen afvoer en wegdek.
Relevante stand van de techniek met zijn beoordeling Op dit ogenblik worden alle nutsvoorzieningen afzonderlijk en dikwijls onder verschillende verantwoordelijkheden aangebracht. Deze voorzieningen worden in de grond ingegraven langsheen openbare of private wegen, zonder vorm van coördinatie, waardoor bij graafwerken regelmatig andere voorzieningen worden beschadigd.
Verder is het zo dat, vooral in steden en stedelijke of gemeentelijke agglomeraties, tot grote ergemis van de omwonenden, het wegen of voetpadennet langdurig worden opgebroken, dan weer door de ene maatschappij, dan weer door een andere, om nieuwe leidingen te leggen of nieuwe aansluitingen te voorzien.
Op vele plaatsen is er riolering die tegelijkertijd moet dienen om oppervlaktewater af te voeren. Dit heeft tot gevolg dat in tijden van hevige regenval het oppervlaktewater via de riolering wordt weggevoerd en vervuild, waardoor de afvoer minder snel gebeurd en teveel vervuild water produceert, dat dan onnodig naar zuiveringsinstallaties wordt afgevoerd, hoewel dit water beter naar het natuurlijke waterwegennet zou worden geleid.
In vele gevallen is het ook niet erg duidelijk op welke diepte de leidingen zijn aangebracht, of waar de aansluitingen naar de aanpalende huizen zieh precies bevinden ; met dikwijls onnodige graafwerken tot gevolg. Vooral bij mecha-
<Desc/Clms Page number 2>
nisch graven worden gemakkelijk bestaande leidingen beschadigd.
Uiteenzetting van de uitvinding De basisuitvoering van het Geïntegreerd Modulair Systeem voor Openbare Nutsvoorzieningen bestaat uit 3 op elkaar geplaatste modules.
Module 1.
De onderste module voorziet in de gescheiden afvoer van het oppervlaktewater en het afvalwater. De module is zo ontworpen dat het oppervlaktewater langs de kant van de openbare weg wordt aangebracht. Het afvalwater wordt dus weggevoerd langs de kant van de aanpalende gebouwen. Hierbij is onderaan een niveauverschil voorzien om eventuele aansluiting met modules vanuit de zijstraten op een verschillend niveau te kunnen realiseren ; d. w. z. dat het oppervlaktewater onder het afvalwater door in het aansluitende systeem kan terechtkomen.
In de kamer die bedoeld is voor het oppervlaktewater kunnen gaten worden aangebracht in de bodem. De bedoeling hiervan is dat het regenwater toch nog zoveel mogelijk in de grond kan dringen.
Een mogelijk alternatief kan hier toegepast worden door de scheiding te laten gebeuren op twee boven elkaar geplaatste niveau's, zodat de aansluiting voor het oppervlaktewater enerzijds en het afvalwater anderzijds volledig op verschillende diepte zou verwezenlijkt worden. Dit zou vooral bij kruisingen meer mogelijkheden kunnen bieden.
Omwille van de hanteerbaarheid mag de module geen te grote afmetingen hebben, daarom wordt een basislengte voorzien van 2 m.
De op elkaar volgende modules worden op de uiteinden voorzien voor het gewone"inklik"-systeem.
Zoals ook voor de volgende modules worden overgangs- en nevenvormen voorzien, zoals voor het maken van bochten en asverschuivingen.
Voor speciale gevallen wordt het afvalwaterkanaal langs boven opengewerkt, waardoor gresbuizen kunnen worden ingebouwd.
Module 2.
De middelste module voorziet in de gescheiden aanvoer van nutsvoorzieningen als waterleiding, gas, elektriciteit en telecommunicatiekabels zoals telefoon, kabeltelevisie, ISDN-lijnen enz.
Deze module is zo ontworpen dat de voorzieningen elk een volledig eigen kamer hebben, maar waarvan de bedding op verschillend niveau ligt, zodat de aansluitingen naar de aanpalende gebouwen onder elkaar doorgaan, zonder met mekaar in contact te komen. Om dit te realiseren worden op regelmatige afstanden doorvoerbuizen aangebracht vanuit de kamers naar de zijkant, waar de mogelijkheid voorzien wordt voor een aansluiting naar de aanpalende gebouwen.
Het aanbrengen van de leidingen gebeurt langs boven en kan dan over grote
<Desc/Clms Page number 3>
afstanden tegelijk gebeuren, zonder met andere leidingen in contact te komen.
Volgende standaard wordt voorgesteld : Vertrekkend vanaf de openbare weg is kamer 1 de kamer met de laagste bedding. Hierin worden de telecommunicatiekabels voorzien. Kamer 2 bevat de elektriciteitskabels ; het niveau van de bedding is zo voorzien dat de telecommunicatiekabels eronderdoor kunnen, via op regelmatige afstand aangebrachte buizen, naar de bebouwde kant. Kamer 3 bevat de gasleiding, weer met de bedding op een iets hoger niveau dan kamer 2, en kamer 4 bevat de waterleiding.
De hoogte van deze module is afhankelijk van de omstandigheden.
De basisuitvoering voorziet een afsluiting door middel van module 3, waardoor de hoogte bepaald wordt door de aansluiting in kamer 4. Aangezien de waterleiding het veiligst wordt aangebracht op een diepte van 0, 6 m zal de hoogte tussen deze aansluitingsmogelijkheid en module 3 0, 6 m bedragen.
Naast de basisuitvoering worden nevenvormen en overgangsvormen voorzien. Zo wordt o. a. de overgang gemaakt van modules met beddingverschillen naar modules zonder beddingverschillen. Deze zijn dan bedoeld voor doorvoer van de voorzieningen op speciale plaatsen zoals bv. onder kruispunten, in kunstwerken zoals bruggen e. d. In deze nevenvorm is de hoogte dan tot een minimum herleid, maar hoeft er dan ook niet noodzakelijk een opening langs boven voorzien worden, omdat de leidingen daar over lange afstand kunnen doorgetrokken worden omdat zijaansluitingen hier niet voorkomen. Een nevenvorm hiervan kan een beddingverschil voorzien, bijvoorbeeld voor de aansluiting van openbare verlichting op bruggen.
Omwille van de hanteerbaarheid mag de module geen te grote afmetingen hebben, daarom wordt een basislengte voorzien van 2 m.
Ook hier worden overgangsvormen voor het maken van bochten en asverschuivingen voorzien.
De op elkaar volgende modules worden aan de uiteinden voorzien voor het gewone "inklik"-systeem van uitsparing en uitsteeksel, met aangepast afdichtingsmateriaal zoals bv. rubber of een aangepaste kunststof.
Module 3.
Deze module bestaat uit een dekplaat voor module 2. De vorm. ervan wordt bepaald door de bovengrondse voorziening die men wil aanbrengen. Deze kan dus bestaan uit een betonplaat in baksteenrood, gebruikt als fietspad. Een andere mogelijkheid is een bodemplaat met opstaande kanten en gevuld met klinkers, met kiezel, grind of steenslag. Een derde mogelijkheid is een betonplaat waarbij in de bovenkant diepe, brede, gewafelde inkepingen zijn aangebracht die gevuld worden met vruchtbare grond en waarin gras is gezaaid. De gebruiksmogelijkheden voor deze module zijn dus vooral fietspaden, voetpaden of parkeerstroken.
Zowel lengte, hoogte en breedte van de module is aanpasbaar aan de omstandigheden, bijvoorbeeld extra breedte voor fietspaden voor tweerichtingsverkeer en parkeerstroken ; of extra hoogte en breedte langs de grote wegen.
Het materiaal waarin de modules worden vervaardigd zal in eerste instantie
<Desc/Clms Page number 4>
beton zijn. De technologische ontwikkeling maakt het misschien ook mogelijk om hiervoor aangepaste kunststoffen te gebruiken.
Voordelen van de uitvinding Er zijn tal van voordelen verbonden aan deze uitvinding. Op de eerste plaats hebben we de voordelen voor weggebruikers en de belastingbetalers. Het is immers niet meer nodig om de haverklap geconfronteerd te worden met pas aangelegde wegen, voetpaden, garageinritten e. d. die moeten worden opgebroken. Het bedrijf moet alleen gedurende korte tijd module 3 verwijderen om de nieuwe kabel of buis te leggen en de dekplaat kan teruggeplaatst worden.
Tegelijkertijd kan men genieten van een degelijk fiets- of voetpad, of van een esthetisch verantwoorde parkeerstrook.
De nutsbedrijven hebben er ook voordeel bij. Denk maar aan de financiële voordelen : de tijdsbesparing wat betreft graafwerken, eenmaal dat het Ge- integreer Modulair Systeem voor Openbare Nutsvoorzieningen is aangebracht.
De dienstverlening aan de klanten zal veel eenvoudiger en veel sneller worden.
Ook lekken of breuken zullen minder voorkomen en kunnen desgevallend gemakkelijker worden hersteld.
Het systeem is ook veel veiliger : gedaan met losgetrokken of doorgebroken kabels omdat ze ingebed liggen in een betonnen of kunststof omhulsel.
Daarenboven is het mogelijk om op veilige plaatsen, de voorziene aansluitingsbuizen te gebruiken om lekkend water of gas een uitweg te bieden.
Het systeem is ook voordelig voor het milieu, aangezien oppervlaktewater en afvalwater gescheiden wordt afgevoerd. Hieraan zijn bijkomende financiële voordelen verbonden, maar het levert ook voordelen op bij hevige regenval.
De ontkoppeling van module 1 en 2 geeft een bijkomend voordeel. Het wegdek loopt niet altijd evenwijdig aan de afwateringshelling. Door de van elkaar gescheiden modules is het mogelijk beide in een verschillende helling de laten lopen. Het benodigde verschil kan opgevuld worden door geprefabriceerde modules ofwel door ter plaatse aangebracht opvulmateriaal.
Het systeem is ook op een andere manier tijdbesparend. Alle modules kunnen in een bedrijf worden vervaardigd, zelfs module 3, als fietspad of voetpad bijvoorbeeld, kan geprefabriceerd worden aangevoerd, waardoor dit pad bij het beëindigen van de plaatsing meteen gebruiksklaar is, zelfs wanneer er nog geen leidingen of kabels zijn aangebracht, terwijl het aanbrengen daarvan slechts een minimum aan ongemak met zich meebrengt en eventueel zelfs in noodgevallen tijdelijk zonder ongemak kan onderbroken worden.
Afsluitend : bij de aanleg van het Geïntegreerd Modulair Systeem voor Openbare Nutsvoorzieningen voorziet men in een keer 1 de afwatering van de straat
EMI4.1
via een overdekte riolering, 3 waterleiding, 4 de gasleiding, 5 elektriciteitsvoorziening, 6 telecommunicatie- voorzieningen en 7 een fietspad of voetpad of parkeerstrook of een andere gelijkaardige voorziening.
Hierdoor verdwijnen grotendeels de bovengrondse kabels, samen met de last die ze soms veroorzaken.
<Desc/Clms Page number 5>
Beschrijving van minstens één uitvoeringswijze van de uitvinding met verwijzing naar de tekeningen Figuur 1 geeft de modulaire opbouw van het Geïntegreerd Modulair Systeem voor Openbare Nutsvoorzieningen weer : I = Module 1, met daarin de kamer voor de afvoer van het oppervlaktewater (1) en de kamer voor de afvoer van het afvalwater (2). In beide kamers bevinden zieh gaten voor de aansluitingen voor de afwatering van de wegen (3) en voor de riolering (4). Deze gaten kunnen op strategische plaatsen ook gebruikt worden voor de aanvoer van buitenlucht.
In de bodem van de kamer voor het oppervlaktewater bevinden zieh gaten (5) om een gedeelte van dit water reeds onmiddellijk in de bodem te laten dringen. De derde kamer (6) dient om het niveauverschil tussen (1) en (2) te realiseren, en wordt op kruispunten gebruikt om het oppervlaktewater van de zijkant, onder de riolering door, naar (1) te brengen. Hiervoor wordt een speciaal tussenstuk geconstrueerd. Deze holte maakt tegelijkertijd het geheel lichter.
II = Module 2. Hierin bevinden zieh 4 voor voorzieningen bruikbare kamers (7,8, 9 en 10) en 3 kamers (11,12 en 13) die het niveauverschil van de beddingen realiseren en het bijkomend voordeel hebben de module lichter te maken. Van links naar rechts zien we eerst de kamer voor de telecommunicatiekabels (7), de kamer voor de elektriciteitskabels (8), de kamer voor de gasleiding (9) en de kamer voor de waterleiding (10).
Vanuit (7) vertrekt er een buis (14), gaat doorheen (11), (12) en (13) en mondt uit in het zijvlak van de module (15). Deze dient om de aansluiting naar de aanpalende woning te verzekeren. Op dezelfde wijze vertrekt er vanuit (8) een buis (16), doorheen (12) en (13) en mondt uit in het zijvlak van de module (17). Ook vanuit (9) vertrekt er een buis (18) die doorheen (13) voor de aansluitingsmogelijkheid (19) zorgt. Er is ook een rechtstreekse aansluiting (20) voorzien vanuit (10). Op deze figuur is de lengte van de module 2 m en worden de aansluitingsmogelijkheden voorzien op 0, 5 m van begin en einde, zodat de afstand tussen de verschillende aansluitingsmogelijkheden telkens 1 m bedraagt.
Alle aansluitingsmogelijkheden worden afgedekt met kunststof deksels (21) die enkel verwijderd worden als er op die plaats een aansluiting wordt gemaakt.
Indien nodig of nuttig kan er vlak boven de kabels en/of leidingen een speciale afsluiting voorzien worden die alleen kan weggenomen worden door de maatschappij die zieh met de betreffende nutsvoorziening bezighoudt (22) ; deze kan ook bovenaan (23) worden aangebracht, wat dan resulteert in een globale afsluiting van de hele module en daardoor voor extra stevigheid zorgt.
In (10) is in deze figuur een kunststofvulling aangebracht (24) om de waterleiding tegen bevriezing te beschermen, indien dat nodig mocht blijken. m = Module 3. In deze figuur bestaat deze module alleen uit een dekplaat die dienst doet als fietspad.