<Desc/Clms Page number 1>
GAAPVORMINGSINRICHTING VOOR DE SELECTIE VAN GAAPVOR-
MINGSMIDDELEN MET BEHULP VAN PIEZO-ELEKTRISCHE
Onderhavige uitvinding heeft betrekking op een gaapvormingsinrichting voor de selectie van gaapvormingsmiddelen met behulp van piezo-elektrische elementen, in een weef-en/of breimachine van het Jacquardtype, bestemd voor het weven en breien van patronen.
Een inrichting voor het selecteren van haken met behulp van piezo-elektrische buigelementen voor jacquardsystemen, is reeds omschreven in BE nr. 9400595 en BE nr. 9400855. De complementaire op-en neergaande haken steunen op complementaire messen, die in tegenfase op en neer bewogen worden. De selectie van een haak kan alleen gebeuren wanneer deze in zijn bovenste stand staat. Dit gebeurt door aanhaking aan een uitsteeksel onder inwerking van een elektromagnetische kracht of onder werking van een piezo-elektrisch element. De geselecteerde haak blijft boven hangen en bij heffing van de andere complementaire haak wordt ook de aanhangende takel en dus de harnaskoord geheven.
Bij jacquardmachines, werkend volgens het afhaakprincipe, steunen de haken op een bodemrooster of plank. De complementaire messen bewegen in tegenfase op en neer en dragen onderaan een inkeping waar de haak op het mes kan inhaken. De selectie van een haak gebeurt in de beneden stand van de haak. Door inwerking van een elektromagnetische kracht op de haak wordt deze van zijn mes weggebogen en afgehaakt. Bij de opgaande beweging van het mes wordt de haak dan niet meegenomen.
Hij blijft beneden en wordt dus niet geselecteerd voor heffing. Indien geen externe kracht op de haak werkt,
<Desc/Clms Page number 2>
zal deze onder invloed van eigen veerkracht op het mes inhaken en meegenomen worden bij beweging naar boven : de haak wordt geselecteerd voor heffing.
Een gaapvormingsinrichting voor een textielma- chine, werkend volgens het afhaakprincipe, is reeds bekend door WO 92/16678 en WO 92/16679.
Beide documenten stellen voor elektromagnetische spoelen te gebruiken voor de selectie van complementaire haken die met elkaar door een koord en een takel verbonden zijn en hierdoor enkel in tegenovergestelde richting kunnen bewegen. De gaapvormingsinrichting omvat ook twee messen die in tegenfase met elkaar bewegen.
Elektromagnetische spoelen verbruiken meer stroom dan piezo-elektrische elementen. Deze stroom wordt gedeeltelijk in warmte omgezet waardoor de selektieapparaten opwarmen en aldus de kamertemperatuur in de werkhall van de weverij beinvloeden.
Het doel van de uitvinding is om een inrichting te verschaffen waarbij de selectie voor heffing of niet heffing van een haak bij jacquardsystemen, werkend volgens het afhaakprincipe, uitgevoerd wordt met piezoelektrische buigelementen. Deze piezo-elektrische elementen werken zeer snel, gebruiken weinig energie en ontwikkelen geen warmte. Deze elementen kunnen evenwel geen noemenswaardige krachten ontwikkelen.
De opgave wordt volgens de uitvinding verwezenlijkt met behulp van een gaapvormingsinrichting omvattende een piezo-elektrische buigelement dat aan het vrij uiteinde een U-vormige klem draagt met een kort
<Desc/Clms Page number 3>
beentje dat over de haak schuift en een lang beentje dat in een geleidingsgleuf van het gestel schuift.
De gaapvormingsinrichting is verder gekenmerkt doordat de complementaire haken elk op een elastische buigverend gedeelte zijn bevestigd, dat op en neer langs een gleuf kan schuiven onder de werking van een opgaand mes om de takel op te heffen en dus ook de harnas-koord.
Volgens een bijzonderheid van de uitvinding is de plooibare haak aan de binnenkant voorzien van een nok.
De complementaire haken rusten met hun neus op een bodemrooster van het gestel.
In rechte ruststand van het piezo-elektrisch buigelement bevindt de klem zieh buiten het bereik van de haak. Wanneer het mes het onderste omkeerpunt bereikt, duwt het mes op de nok zodat de haak zijdelings zal uitwijken.
In deze uitgeweken stand kan de klem weerstandloos over de haak worden geschoven, zodat deze niet kan terugveren en afgehaakt zal blijven. Een tweede mogelijkheid is de klem niet over de haak te schuiven. De haak kan dan terugveren en op het mes inhaken.
In een eerste uitvoeringsvorm kan deze klem zijdelings en dwars op de bewegingsrichting over de top van de haak schuiven door een piëzo-elektrisch element te doen buigen door het aanleggen van een elektrische spanning. Bij het uitschakelen van de elektrische spanning gaat het piëzo-elektrisch buigelement terug recht staan en schuift de klem terug van de haak weg.
<Desc/Clms Page number 4>
In een tweede uitvoeringsvorm zal de klem een translatie ondergaan in de bewegingsrichting van de haak. Deze translatie wordt bekomen met behulp van bijvoorbeeld een magneto-strictief materiaal dat onder invloed van een elektrische spanning werkt als een lineaire actuator. Deze lineaire actuator kan dubbel of enkel uitgevoerd worden. Bij enkele uitvoering werkt een actuator in op beide complementaire haken.
Deze kenmerken en andere kenmerken en bijzonderheden van de uitvinding zullen blijken uit de volgende beschrijving, onder verwijzing naar de bijgaande tekeningen, die bij wijze van voorbeeld en niet in beperkende zin een uitvoering van de uitvinding afbeelden.
In deze tekeningen zijn : - figuur 1 : een vooraanzicht van een gaapvormings- inrichting met twee piezo-elektrische buigelemen- ten per harnaskoord ; - figuur 2 : een zijaanzicht van de inrichting afge- beeld in figuur 1 ; - figuur 3 : een vooraanzicht van een gaapvormings- inrichting met slechts een piezo-elektrisch buig- element per harnaskoord ; - figuur 4 : een zijaanzicht van de inrichting afge- beeld in figuur 3 ; - figuur 5 : een vooraanzicht van een gaapvormings- inrichting met twee magneto-strictieve lineaire actuatoren, en
<Desc/Clms Page number 5>
figuur 6 : een zijaanzicht van de inrichting afge- beeld in figuur 5.
In deze tekeningen duiden dezelfde verwijzingstekens identieke of gelijkaardige elementen aan.
Zoals afgebeeld in figuur 1, omvat een gaapvormingsinrichting voor de selectie van gaapvormingsmiddelen in een weef-en/of breimachine van het Jacquardtype geschikt voor het weven of breien van patronen, twee complementaire op-en neergaande haken 2, 2'die met elkaar door een en dezelfde koord 21 verbonden zijn.
De complementaire haken 2, 2'kunnen meegenomen worden door complementaire messen 1, l'op en neer langs een verticaal gestel 19 ingedeeld in een breder rechthoekig onderstel 20 en een smaller bovengedeelte 22.
De piezo-elektrische buigelementen 9 en 9' worden eenzijdig ingeklemd in houders 10 en 10'met voorzieningen voor toevoer van een elektrische spanning.
Aan het andere uiteinde van het piezo-elektrisch buigelement wordt een klem 8 en 8'bevestigd. De klem 8, 8'is U-vormig en heeft een lang en kort beentje. Het kort beentje zal over de haak schuiven en het lang beentje zal in een geleidingsgleuf 16, 16'van het gestel schuiven.
De twee complementaire messen 1 en l'bewegen in tegenfase op en neer. Een haak 2 zal dus door mes 1 al dan niet meegenomen worden en de complementaire haak 2'zal al dan niet door mes l'meegenomen worden.
De complementaire haken 2,6 en 2', 6'rusten met neus 14, 14'op een bodemrooster 13. De haken 2,6 en 2', 6'hebben een elastisch buigverend gedeelte 3, 3'. In rechte toestand van het piëzo-buigelement 9, 9'bevindt
<Desc/Clms Page number 6>
de klem 8, 8'zich naast de bewegingsbaan van de haak 2,2'. Wanneer mes 1 het onderste omkeerpunt bereikt, duwt punt 7 van het mes 1, op een nok 4 van de haak 2.
Haak 2 zal zijwaarts gebogen worden. In deze toestand wordt nu aan het piëzo-elektrisch buigelement een spanning aangelegd waardoor dit naar de haak zal buigen.
De klem 8 wordt hierdoor over de haak 2 geschoven. Bij de opgaande beweging van het mes 1 wordt haak 2 door de klem 8 tegengehouden en haak 6 zal niet op het mes kunnen inhaken. De haak 2 blijft beneden op de bodemplank 13 rusten. Wordt evenwel aan het piezo-elektrisch buigelement 9 geen elektrische spanning aangelegd, dan zal de klem niet over haak 2 schuiven en bij de opgaande beweging van mes 1 zal de haak 2 met uitspringend gedeelte 6 aan het mes 1 inhaken onder werking van buigveer 3.
De haak 2 zal dus met het opgaande mes 1 meegenomen worden. De takel 11 wordt geheven en dus ook de harnaskoord 12. Harnaskoord 12 wordt verder verbonden aan een hevel die dient voor het heffen van de kettingdraden.
Dit wordt niet voorgesteld op de tekening.
Op een volgend schot is mes l'beneden terwijl mes 1 boven is. Op de complementaire haak 2'en het piezo-elektrisch buigelement 9'kan nu dezelfde, als hiervoor beschreven, werkwijze toegepast worden.
Wanneer mes 1 beneden staat, is mes l'boven en de haak 2'kan dus ofwel beneden gebleven zijn, ofwel mee naar boven genomen zijn. Wanneer mes l'beneden is, dan kan haak 2 ofwel beneden gebleven zijn, ofwel mee naar boven genomen zijn. Op elk schot kunnen dus de twee standen bereikt of behouden worden.
Om de haak 2, 2'in zijn gebogen stand te blokkeren, wordt de klem 8 uitgevoerd in een U- of kram-
<Desc/Clms Page number 7>
vorm. Het kortste beentje komt voor de haak te liggen wanneer het piezo-elektrisch buigelement buigt. Het laagste been van de U-klem wordt geleid in een sleuf in het gestel. Indien mes 1 naar boven beweegt en het piëzo-elektrisch buigelement 9 gebogen staat door het aanleggen van een elektrische spanning, dan staat klem 8 voor de haak geschoven. Op een bepaald ogenblik zal de haak 2, 2'met uitstekend gedeelte 6 op het korte beentje van de U-klem duwen, door werking van de buigveer 3. De klem 8 zal dan door het langste been van klem 8 in de sleuf beletten dat de haak volledig terugveert naar het mes. Indien mes 1 reeds voldoende naar omhoog gebogen is, kan de elektrische spanning van piëzo-elektrisch buigelement 9 afgeschakeld worden.
Nu zou het buigelement 9 moeten recht veren, maar de druk van de haak 2 op klem 8 veroorzaakt wrijving waardoor het buigelement 9 belet wordt terug recht te springen en zo tijdelijk geklemd raakt. Wanneer echter mes 1 terug naar beneden daalt, zal mespunt 7 terug op nok 4 van de haak 2 duwen en het piëzo-buigelement 9 zal onmiddellijk terug recht veren indien geen elektrische spanning aangelegd is. Opdat de linkse klem 8 en rechtse klem 8'el- kaar niet zouden beïnvloeden, worden er twee buigelementen voorzien, d. w. z. één voor elke complementaire haak. Het is immers goed mogelijk dat de drukkracht van bijvoorbeeld haak 2 voldoende groot is om klem 8 te klemmen, waardoor het terugspringen van buigelement naar rechte toestand onmogelijk wordt.
De klem 8'zou dan met het korte been van klem 8'zijdelings haak 2'komen te liggen. Mespunt 7'zou dan haak 2'tegen klem 8 duwen en er zou beschadiging optreden. Om dit te vermijden, worden twee piëzo-elektrische buigelementen voorzien.
<Desc/Clms Page number 8>
Twee complementaire haken kunnen ook door een piezo-elektrisch buigelement bediend worden waaraan een gecombineerde klem 8 verbonden is, zoals voorgesteld in fig. 3 en 4. Voorwaarde is dat de natuurlijke terugstelkracht van het piëzo-elektrisch buigelement voldoende groot is om de wrijvingskracht van de klem 8 in de sleuf veroorzaakt door de veerkracht van de haak 2 of 2'te overwinnen. Dit is nodig om na elke selectie de klem 8 uit de baan van de haak te brengen.
In een andere uitvoeringsvorm fig. 5 en 6 ondervindt de klem 8, 8'een translatiebeweging in de bewegingsrichting van de haak door inwerking van een lineaire actuator 15,15', bijvoorbeeld met een magnetostrictief materiaal, dat uitzet en/of krimpt in een richting bij in-of uitschakelen van een elektrische spanning. Met deze actuator wordt volgens behoefte de klem 8, 8'over de haak 2, 2'geschoven om deze in zijn uitgeweken richting te blokkeren. Deze uitvoeringsvorm kan voorzien zijn van twee actuatoren zoals getekend in fig. 5 of een actuator, indien de actuator in staat is om de klemkracht van de klem 8 te overwinnen.