<Desc/Clms Page number 1>
"Geluidsisolerende wand en werkwiize voor het bouwen van deze wand"
Deze uitvinding heeft betrekking op een geluidsisolerende wand met een ruwbouwstructuur gevormd door kolommen en daaraan bevestigde prefab betonpanelen, welke wand een spouw bevat die zijdelings geïsoleerd is door middel van een geluidsisolerende bekleding.
Een dergelijke geluidsisolerende wand is reeds uit de praktijk bekend en wordt in het bijzonder gebruikt als tussenwand tussen verschillende zalen van een bioscoopcomplex.
Bij de bouw van deze bekende geluidsisolerende wanden wordt vooreerst een ruwbouwstructuur gemaakt met behulp van betonnen kolommen waartussen prefab betonpanelen aangebracht worden. De geluidsisolatie wordt slechts in een latere fase gerealiseerd, namelijk in de afwerkingsfase. Voor het verkrijgen van deze geluidsisolatie worden drie-dubbele plaasterplaten, waartegen een geluidsisolerende bekleding van rotswol aangebracht is, tegen de kolommen bevestigd zodanig dat tussen de plaasterplaten en de betonpanelen van de wand een spouw gevormd wordt die zijdelings door de rotswol bekleding geïsoleerd is.
Een nadeel van de hierboven beschreven bekende geluidsisolerende wand is dat de volumineuze plaasterplaten, die nodig zijn om de vereiste geluidsisolatie te verkrijgen, pas in de afwerkingsfase kunnen aangebracht worden hetgeen een omslachtig en tijdrovend werk is, onder meer aangezien de zalen op dat moment reeds moeilijk toegankelijk zijn. Bovendien vergt dit een goede coördinatie van de opeenvolgende
<Desc/Clms Page number 2>
werkzaamheden, in het bijzonder wanneer de ruwbouw en de afwerking door verschillende aannemers uitgevoerd worden.
De uitvinding heeft dan ook tot doel een nieuwe geluidsisolerende wand voor te stellen die ten minste grotendeels tijdens de ruwbouwfase kan opgebouwd worden en waarmee desalniettemin de vereiste of zelfs een verbeterde geluidsisolatie kan verkregen worden.
Tot dit doel is de geluidsisolerende wand volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt dat genoemde spouw gevormd wordt door genoemde betonpanelen die een dubbele wand vormen, waarbij genoemde prefab betonpanelen aan de zijde van genoemde spouw voorzien zijn van genoemde geluidsisolerende bekleding.
Gevonden werd dat door het vormen van een dubbele wand met de betonpanelen en door gebruik te maken van betonpanelen voorzien van een geluidsisolerende bekleding een ruwbouwstructuur verkregen kan worden die reeds de vereiste geluidsisolatie verschaft. De geluidsisolerende wand volgens de uitvinding laat dus toe snel en bijgevolg economisch de montage uit te voeren en vermijdt tevens dat er in de afwerkingsfase meerdere aannemingen dienen voorzien te worden om eenzelfde geluidsisolatie te bekomen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de geluidsisolerende wand volgens de uitvinding wordt de geluidsisolerende bekleding gevormd door cementplaten, in het bijzonder cementplaten met houtvezels en/of argex. Zulke platen kunnen eenvoudig aangebracht worden op de betonpanelen en zijn relatief stevig hetgeen het transport en de manipulatie van de prefab betonpanelen met de daarop aangebrachte geluidsisolerende bekleding tijdens de bouw van de ruwbouw vergemakkelijkt.
In een doeltreffende uitvoeringsvorm. van de geluidsisolerende wand volgens de uitvinding, zijn
<Desc/Clms Page number 3>
genoemde prefab betonpanelen met genoemde geluidsisolerende bekleding tegen genoemde kolommen gemonteerd, waarbij tussen deze panelen en genoemde kolommen bij voorkeur een trillingsdempende strook aangebracht is. Op deze manier vervult de geluidsisolerende bekleding een dubbele functie namelijk de geluidsisolerende werking van de spouw verbeteren door de transmissie door trillingsoverdracht te reduceren en het vormen van een isolatie, eventueel samen met de trillingsdempende strook, tussen de kolommen en de daartegen gemonteerde betonpanelen om de rechtstreekse overdracht van akoestische trillingen tussen de betonpanelen en de kolommen te verhinderen.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de geluidsisolerende wand volgens de uitvinding hebben genoemde prefab betonpanelen aan weerszijden van genoemde spouw een verschillende dikte voor het breken en isoleren van verschillende geluidsfrequenties. Het gebruik van verschillende dikten geeft aldus een bijkomende parameter die op voorhand kan bepaald worden om de geluidsisolatie van de wand te optimaliseren.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het bouwen van een geluidsisolerende wand. Deze werkwijze is volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt dat men met behulp van kolommen en van prefab betonpanelen, die ten minste aan een zijde voorzien zijn van een geluidsisolerende bekleding, een dubbele wand met een spouw vormt, waarbij genoemde prefab betonpanelen met hun geluidsisolerende bekleding naar genoemde spouw gericht aan genoemde kolommen bevestigd worden.
Verdere voordelen en bijzonderheden van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van enkele bijzondere uitvoeringsvormen van de geluidsisolerende wand volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en is
<Desc/Clms Page number 4>
duidelijk niet bedoeld om de draagwijdte van de uitvinding te beperken. De gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op de enige figuur die, in doorsnede, een bovenaanzicht weergeeft op een mogelijke geluidsisolerende wand volgens de uitvinding.
Geluidsisolerende wanden worden gebouwd in ruimtes of zalen met hoge akoestische eisen, in het bijzonder worden die wanden gebruikt als akoestische isolatie tussen aanpalende zalen van bijvoorbeeld een bioscoopcomplex. Problemen i. v. m. de isolatie tussen dergelijke zalen kwamen de laatste jaren sterk op door de opkomst van steeds performantere klassieke en vooral digitale geluidssystemen voor de bioscoop.
In het figuur wordt een voorstelling gegeven van een geluidsisolerende wand die in het bijzonder kan toegepast worden als tussenwand tussen twee van elkaar te isoleren zalen van een bioscoopcomplex.
De weergegeven geluidsisolerende wand bevat een ruwbouwstructuur gevormd door kolommen 1 en daaraan bevestigde prefab betonpanelen 2. De betonpanelen 2 zijn meer bepaald zodanig tegen de kolommen 1 bevestigd dat een dubbele wand gevormd wordt met daartussen een spouw 3 die belangrijk is voor het verkrijgen van de vereiste geluidsisolatie.
In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn de betonpanelen 2 tegen de zijkant van de kolommen 1 bevestigd zodanig dat de breedte van de spouw 3 bepaald wordt door de dikte van de kolommen 1. Vermits de kolommen 1, die bij voorkeur uit beton vervaardigd zijn doch eventueel ook uit een ander materiaal zoals staal of hout kunnen vervaardigd zijn, een belangrijke bijdrage leveren tot de stabiliteit van het complex hebben deze een minimale dikte. Deze dikte, of m. a. w. de overeenstemmende breedte van de spouw 3, is in de praktijk evenwel onvoldoende om zonder bijkomende
<Desc/Clms Page number 5>
geluidsisolerende bekledingen een voldoende geluidsisolatie te verkrijgen.
Volgens de uitvinding worden dergelijke geluidsisolerende bekledingen van de spouw 3 voorzien door gebruik te maken van prefab betonpanelen 2 die ten minste aan de zijde van deze spouw 3 reeds vooraf voorzien zijn van een geluidsisolerende bekleding 4.
Aldus wordt de geluidsisolatie reeds verkregen in de ruwbouwfase en dient de isolerende bekleding 4 niet meer tijdens de latere afwerkingsfase aangebracht te worden.
In de voorkeursuitvoeringsvorm weergegeven in de figuur wordt als geluidsisolerende bekleding 4 gebruik gemaakt van houtvezelcementplaten. Dergelijke platen bieden het voordeel dat ze een mechanische stevigheid hebben die voldoende is om beschadigingen tijdens het transport en het oprichten van de ruwbouwstructuur te vermijden zonder dat met de prefab betonpanelen waartegen deze platen bevestigd zijn extra voorzichtig dient omgesprongen te worden. Een verder voordeel van deze platen is dat ze eenvoudig mee in de prefab betonpanelen 2 kunnen ingegoten worden zodanig dat geen afzonderlijke bevestigingsmiddelen vereist zijn. Eventueel kunnen de houtvezelcementplaten vervangen worden door in cement ingebedde argex-korrels of zelfs door een glaswol- of rotswolbekleding.
Om aan de hoge akoestische eisen, in het bijzonder van de geluidsisolatie tussen twee zalen van een bioscoopcomplex te voldoen, wordt in de geluidsisolerende wand volgens de uitvinding een spouw 3 voorzien met een minimale breedte van 20 cm. Indien kleinere spouwbreedtes toegepast worden, bijvoorbeeld een breedte van slechts 10 cm, wordt het geluidsisolerende effect van de spouw grotendeels te niet gedaan en kan de dubbele wand vanuit geluidsisolatie berekeningen als een enkele wand beschouwd worden. Bij voorkeur heeft de spouw 3 een
<Desc/Clms Page number 6>
breedte groter dan 30 cm en in het bijzonder groter dan 40 cm. In geval van een bioscoopcomplex kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van betonnen kolommen 1 met een dikte van 50 cm die aldus niet alleen toelaten een voldoende stabiliteit te bekomen doch tevens een goede geluidsisolatie.
Het gebruik van prefab betonpanelen 2 in de wand volgens de uitvinding biedt het voordeel dat wegens het hoog soortelijk gewicht van beton (ongeveer 2300 kg 1m3) deze panelen reeds op zieh een relatief grote isolatiewaarde hebben. Gebleken is evenwel dat deze isolatiewaarde nagenoeg onafhankelijk is van de dikte van de betonpanelen. Bij 125 Hz heeft een betonpaneel van 15 cm bijvoorbeeld een isolatiewaarde van 37 db terwijl een betonpaneel van 40 cm slechts een isolatiewaarde van 40 db heeft. In dit opzicht is het dus, zoals hierboven reeds uiteengezet, belangrijk dat de geluidsisolerende werking van de spouw behouden blijkt door de betonpanelen niet te dicht tegen elkaar op te stellen en door een voldoende geluidsisolerende bekleding in de spouw te voorzien.
Een dergelijke geluidsisolerende bekleding is nodig in de spouw indien deze spouw minimale afmetingen, zoals hierboven beschreven, vertoont.
In een bijzonder aspect van de uitvinding hebben de prefab betonelementen 2 aan weerszijden van de spouw 3 een verschillende dikte om aldus verschillende geluidsfrequenties te isoleren. Aan een zijde kan het betonpaneel 2 bijvoorbeeld een dikte van 12 cm hebben en aan de andere zijde een dikte van 15 cm. Dergelijke betonpanelen hebben respectievelijk een kritische of resonantiefrequentie van 157 Hz en 125 Hz. De dikte van de betonpanelen 2 zal dus niet alleen in functie van hun sterkte gekozen worden, doch tevens in functie van de te isoleren geluidsfrequenties. Deze frequenties kunnen uiteraard verschillend zijn van de toepassing van de
<Desc/Clms Page number 7>
zaal. Met de wand volgens de uitvinding heeft men dus de mogelijkheid deze dikten vooraf aan te passen in functie van de toepassing van de zaal.
Zoals blijkt uit de figuur worden de betonpanelen 2 niet rechtstreeks tegen de kolommen 1 bevestigd doch wel door tussenkomst van de geluidsisolerende bekleding 4 die tegen deze panelen 2 aangebracht is. Dit draagt er toe bij de rechtstreekse overdracht van akoestische trillingen door contact via de betonpanelen 2 en de kolommen 1 te verhinderen. Bij voorkeur wordt nog een bijkomende isolatie tegen dergelijke rechtstreekse geluidsoverdracht voorzien door het aanbrengen van een trillingsdempende strook 5 van een elastisch materiaal, bijvoorbeeld van neopreen, tussen de panelen 2 en de kolommen 1.
De zetonpanelen 2 worden bijvoorbeeld aan de kolommen 1 bevestigd door deze vast te schroeven aan metalen hoekprofielen 6 die aan de kolommen bevestigd zijn. Om een goede bevestiging te verkrijgen, is ter plaatse van de schroeven 7 geen geluidsisolerende bekleding 4 voorzien. Door het plaatselijk karakter van deze bevestiging draagt dit evenwel slechts zeer weinig bij tot eventuele geluidsoverdracht.
Bij voorkeur worden de voegen tussen de betonpanelen 2 onderling en tussen de betonpanelen 2 en de kolommen 1 zo veel mogelijk opgespoten met een elastische dichting 8 om aldus ook mogelijke trillingsoverdrachten doorheen deze voegen te voorkomen.
Zoals blijkt uit de figuur kan niet alleen een geluidsisolerende bekleding 2 aan de binnenzijde van de wand voorzien worden doch tevens aan de buitenzijde. Deze verdere geluidsisolerende bekleding 9 kan eventueel nog in de afwerkingsfase aangebracht worden doch wordt bij voorkeur ook reeds in de prefab betonpanelen 2 voorzien. Deze verdere geluidsisolerende bekleding 9 kan uit hetzelfde materiaal vervaardigd zijn als de
<Desc/Clms Page number 8>
bekleding 4 van de spouw 3. Normalerwijze zal de structuur of zelfs het materiaal van deze geluidsisolerende bekleding 9 evenwel enigszins verschillen van deze van de bekleding 4 van de spouw 3 omdat de bekleding 9 voorzien wordt in functie van de gewenste akoestische eigenschappen van de zaal zelf.
Voor een bioscoopzaal zal de bekleding 9 bijvoorbeeld een lagere densiteit hebben, of m. a. w. zachter zijn, dan de inwendige bekleding 4. Voor concertzalen daarentegen zal de buitenste bekleding 9 normalerwijze weggelaten worden om een zo goed mogelijke verspreiding van het geluid te bekomen.
Bij bioscoopzalen is het verder nog gebruikelijk tegen de wanden nog een textielbespanning 10 te voorzien.
Wat betreft de akoestische eigenschappen van de zaal zelf, in het bijzonder van een bioscoopzaal, voorziet de uitvinding verder het scherm dat zieh achter het projectiedoek bevindt en waarin de luidsprekers aangebracht zijn ook uit cementplaten te vervaardigen, in het bijzonder uit houtvezelcementplaten. Tot nog toe worden deze schermen, die zieh op 0, 5 tot 1 m achter het doek bevinden, uit een drie-dubbele laag plaasterplaten vervaardigd. Dergelijke schermen dienen dus ook tijdens de afwerkingsfase opgebouwd te worden. De cementplaten die volgens de uitvinding gebruikt worden voor het vervaardigen van de schermen achter het doek kunnen daarentegen reeds tijdens de ruwbouwfase opgericht worden.
De uitvinding heeft dan ook betrekking op het gebruik van dergelijke cementplaten, in het bijzonder van houtvezelcementplaten als scherm achter het projectiedoek van een bioscoopzaal.
Uit de hierboven gegeven beschrijving van enkele bijzondere uitvoeringsvormen van de geluidsisolerende wand volgens de uitvinding, zal het duidelijk zijn dat deze niet hiertoe beperkt is doch dat
<Desc/Clms Page number 9>
aan deze uitvoeringsvormen nog allerhande wijzigingen kunnen aangebracht worden zonder buiten het kader van de octrooiaanvraag te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
"Sound-insulating wall and working wiz for building this wall"
This invention relates to a sound-insulating wall with a rough construction structure formed by columns and prefabricated concrete panels attached thereto, which wall comprises a cavity that is laterally insulated by means of a sound-insulating coating.
Such a sound-insulating wall is already known from practice and is used in particular as an intermediate wall between different rooms of a cinema complex.
In the construction of these known sound-insulating walls, a structural structure is first made with the aid of concrete columns between which prefab concrete panels are fitted. The sound insulation is only realized in a later phase, namely in the finishing phase. To obtain this sound insulation, three-double plaster plates, against which a sound-insulating rock wool covering has been applied, are fastened to the columns such that a cavity is formed between the plaster plates and the concrete panels of the wall, which is insulated laterally by the rock wool covering.
A drawback of the above-described known sound-insulating wall is that the voluminous plaster plates, which are necessary to obtain the required sound insulation, can only be applied in the finishing phase, which is a laborious and time-consuming work, partly because the rooms are already difficult at that time be accessible. Moreover, this requires good coordination of the successive
<Desc / Clms Page number 2>
activities, in particular when the structural work and finishing work are carried out by different contractors.
The object of the invention is therefore to propose a new sound-insulating wall that can be built up at least largely during the building shell phase and with which the required or even improved sound insulation can nevertheless be obtained.
For this purpose, the sound-insulating wall according to the invention is characterized in that said cavity is formed by said concrete panels which form a double wall, wherein said prefab concrete panels on said side of said cavity are provided with said sound-insulating coating.
It has been found that by forming a double wall with the concrete panels and by using concrete panels provided with a sound-insulating coating, a rough structure can be obtained which already provides the required sound insulation. The sound-insulating wall according to the invention thus allows the installation to be carried out quickly and consequently economically, and it also avoids having to provide several assumptions in the finishing phase to obtain the same sound-insulation.
In a preferred embodiment of the sound-insulating wall according to the invention, the sound-insulating coating is formed by cement boards, in particular cement boards with wood fibers and / or argex. Such slabs can be easily applied to the concrete panels and are relatively sturdy, which facilitates the transport and manipulation of the prefab concrete panels with the sound-insulating cladding applied to them during the construction of the structural work.
In an effective embodiment. of the sound-insulating wall according to the invention
<Desc / Clms Page number 3>
said prefab concrete panels with said sound-insulating coating mounted against said columns, wherein a vibration-damping strip is preferably arranged between these panels and said columns. In this way, the sound-insulating cladding performs a double function, namely to improve the sound-insulating effect of the cavity by reducing the transmission by vibration transfer and to form an insulation, possibly together with the vibration-damping strip, between the columns and the concrete panels mounted against it to directly prevent the transmission of acoustic vibrations between the concrete panels and the columns.
In a special embodiment of the sound-insulating wall according to the invention, said precast concrete panels have a different thickness on either side of said cavity for breaking and insulating different sound frequencies. The use of different thicknesses thus provides an additional parameter that can be determined in advance to optimize the sound insulation of the wall.
The invention also relates to a method for building a sound-insulating wall. According to the invention, this method is characterized in that a double wall with a cavity is formed with the aid of columns and with prefab concrete panels, which are provided at least on one side with a sound-insulating cladding, said prefabricated concrete panels with their sound-insulating cladding after said cavity can be directly attached to said columns.
Further advantages and details of the invention will become apparent from the following description of some special embodiments of the sound-insulating wall according to the invention. This description is given as an example only and is
<Desc / Clms Page number 4>
clearly not intended to limit the scope of the invention. The reference numbers used relate to the only figure which, in cross section, represents a top view of a possible sound-insulating wall according to the invention.
Sound-insulating walls are built in rooms or halls with high acoustic requirements, in particular, those walls are used as acoustic insulation between adjacent rooms of, for example, a cinema complex. Problems i. v. m. the isolation between such halls has risen sharply in recent years due to the emergence of increasingly high-performance classic and especially digital sound systems for the cinema.
The figure shows a sound-insulating wall that can be used in particular as an intermediate wall between two auditoriums of a cinema complex to be insulated from one another.
The shown sound-insulating wall contains a rough construction structure formed by columns 1 and prefabricated concrete panels 2 attached thereto. The concrete panels 2 are in particular mounted against the columns 1 such that a double wall is formed with a cavity 3 between them, which is important for obtaining the required sound insulation.
In the shown embodiment, the concrete panels 2 are fixed to the side of the columns 1 such that the width of the cavity 3 is determined by the thickness of the columns 1. Since the columns 1, which are preferably made of concrete, but optionally also of another material such as steel or wood can be made, make an important contribution to the stability of the complex, they have a minimal thickness. This thickness, or m. A. W. however, the corresponding width of the cavity 3 is in practice insufficient to provide without additional
<Desc / Clms Page number 5>
sound-insulating coverings to obtain sufficient sound insulation.
According to the invention, such sound-insulating coverings are provided with cavity 3 by using prefabricated concrete panels 2 which have already been provided with a sound-insulating covering 4 at least on the side of this cavity 3.
The sound insulation is thus already obtained in the building shell phase and the insulating coating 4 no longer has to be applied during the later finishing phase.
In the preferred embodiment shown in the figure, wood-fiber cement boards are used as the sound-insulating covering 4. Such slabs offer the advantage that they have a mechanical strength that is sufficient to avoid damage during transport and the erection of the shell structure without having to handle the precast concrete panels against which these slabs are mounted with extra care. A further advantage of these plates is that they can easily be poured into the prefab concrete panels 2 in such a way that no separate fasteners are required. Optionally, the wood fiber cement boards can be replaced by argex granules embedded in cement or even by a glass wool or rock wool coating.
In order to meet the high acoustic requirements, in particular of the sound insulation between two halls of a cinema complex, a cavity 3 with a minimum width of 20 cm is provided in the sound-insulating wall according to the invention. If smaller cavity widths are used, for example a width of only 10 cm, the sound-insulating effect of the cavity is largely undone and the double wall can be regarded as a single wall from sound insulation calculations. The cavity 3 preferably has one
<Desc / Clms Page number 6>
width greater than 30 cm and in particular greater than 40 cm. In the case of a cinema complex, use can for instance be made of concrete columns 1 with a thickness of 50 cm, which thus not only allow to obtain sufficient stability, but also good sound insulation.
The use of prefabricated concrete panels 2 in the wall according to the invention offers the advantage that, because of the high specific weight of concrete (approximately 2300 kg 1m3), these panels already have a relatively great insulation value. However, it has been found that this insulation value is virtually independent of the thickness of the concrete panels. For example, at 125 Hz, a 15 cm concrete panel has an insulation value of 37 db, while a 40 cm concrete panel has only an insulation value of 40 db. In this respect it is therefore important, as already explained above, that the sound-insulating effect of the cavity appears to be preserved by not arranging the concrete panels too close to each other and by providing a sufficient sound-insulating coating in the cavity.
Such a sound-insulating coating is necessary in the cavity if this cavity has minimal dimensions, as described above.
In a special aspect of the invention, the precast concrete elements 2 on either side of the cavity 3 have a different thickness so as to isolate different sound frequencies. For example, on one side the concrete panel 2 can have a thickness of 12 cm and on the other side a thickness of 15 cm. Such concrete panels have a critical or resonant frequency of 157 Hz and 125 Hz, respectively. The thickness of the concrete panels 2 will therefore not only be chosen in function of their strength, but also in function of the sound frequencies to be insulated. These frequencies can of course be different from the application of the
<Desc / Clms Page number 7>
hall. With the wall according to the invention it is therefore possible to adjust these thicknesses in advance depending on the application of the hall.
As can be seen from the figure, the concrete panels 2 are not fastened directly against the columns 1, but through the sound-insulating coating 4 which is arranged against these panels 2. This contributes to the direct transmission of acoustic vibrations by preventing contact via the concrete panels 2 and the columns 1. Preferably, additional insulation against such direct sound transmission is provided by applying a vibration-damping strip 5 of an elastic material, for example of neoprene, between the panels 2 and the columns 1.
The zeton panels 2 are, for example, attached to the columns 1 by screwing them to metal corner profiles 6 which are attached to the columns. In order to obtain a good fastening, no sound-insulating covering 4 is provided at the location of the screws 7. However, due to the local nature of this mounting, this contributes very little to any sound transmission.
Preferably, the joints between the concrete panels 2 and between the concrete panels 2 and the columns 1 are sprayed as much as possible with an elastic seal 8 so as to also prevent possible vibrational transfers through these joints.
As can be seen from the figure, not only a sound-insulating covering 2 can be provided on the inside of the wall, but also on the outside. This further sound-insulating cladding 9 can optionally still be applied in the finishing phase, but it is preferably also already provided in the precast concrete panels 2. This further sound-insulating covering 9 can be made of the same material as the
<Desc / Clms Page number 8>
cladding 4 of cavity 3. Normally, however, the structure or even the material of this sound-insulating cladding 9 will differ slightly from that of cladding 4 of cavity 3, because cladding 9 is provided in function of the desired acoustic properties of the room itself .
For example, for a cinema room, the cladding 9 will have a lower density, or a. W. softer than the inner lining 4. For concert halls, on the other hand, the outer lining 9 will normally be omitted to achieve the best possible dispersion of the sound.
In cinema halls it is further customary to provide a textile covering against the walls.
With regard to the acoustic properties of the hall itself, in particular of a cinema hall, the invention further provides the screen behind the projection screen, in which the loudspeakers are arranged to also be manufactured from cement boards, in particular wood fiber cement boards. Until now, these screens, which are 0.5 to 1 m behind the fabric, have been made from a three-double layer of plaster plates. Such screens must therefore also be built up during the finishing phase. On the other hand, the cement slabs used according to the invention for manufacturing the screens behind the cloth can already be erected during the structural work phase.
The invention therefore also relates to the use of such cement boards, in particular of wood fiber cement boards, as a screen behind the projection screen fabric of a cinema hall.
From the description given above of some special embodiments of the sound-insulating wall according to the invention, it will be clear that it is not limited to this, but that
<Desc / Clms Page number 9>
all kinds of changes can be made to these embodiments without departing from the scope of the patent application.