<Desc/Clms Page number 1>
EMI1.1
Keukenmachine voorzien van een dekselblokkering met een centrifugaal orgaan.
De uitvinding heeft betrekking op een keukenmachine met een huis en een op het huis plaatsbare kom die afsluitbaar is door middel van een deksel, waarbij in de kom een roteerbaar gereedschap plaatsbaar is dat aandrijfbaar is door middel van een in het huis opgestelde elektromotor, terwijl de keukenmachine is voorzien van een blokkeerinrichting voor het vergrendelen van het deksel tijdens het roteren van het gereedschap.
Een keukenmachine van de in de aanhef genoemde soort is bekend uit het Europese octrooi 0 158 en bevat een blokkeerinrichting, die mechanisch gekoppeld is met een schakelknop voor het bedienen van de elektromotor. De blokkeerinrichting bevat een bus, die draaibaar is gelagerd in het huis van de keukenmachine en voorzien is van twee nagenoeg diagonaal tegenover elkaar aangebrachte insnijdingen. De bus is voorzien van een concentrische schijf, die nabij een omtrek een aantal tanden bevat. De schakelknop is eveneens draaibaar gelagerd in het huis en is aan een onderzijde voorzien van een C-vormige rand. Indien de kom met het deksel niet op een juiste wijze op het huis geplaatst zijn, staat de bus in een zodanige stand dat de C-vormige rand van de schakelknop bij het verdraaien van de schakelknop op de bus stoot en de elektromotor niet kan worden ingeschakeld.
Op deze wijze wordt voorkomen, dat de elektromotor kan worden ingeschakeld als de kom en het deksel niet op de juiste wijze op het huis zijn geplaatst.
Het deksel van de kom bevat een tong, die nabij een omtrek eveneens is voorzien van een aantal tanden. Indien de kom met het deksel op de juiste wijze op het huis worden geplaatst, wordt de tong in een uitsparing van het huis gedraaid, waarbij de tanden van de tong in ingrijping komen met de tanden van de bus en de bus in een stand wordt gedraaid, waarin de insnijdingen van de bus zieh tegenover de uiteinden van de C-vormige rand van de schakelknop bevinden. De elektromotor kan nu ingeschakeld worden door het verdraaien van de schakelknop, waarbij de C-vormige rand in de
<Desc/Clms Page number 2>
insnijdingen van de bus komt. Na het verdraaien van de schakelknop kan de bus niet meer verdraaid worden, zodat het deksel van de kom geblokkeerd is.
Op deze wijze wordt voorkomen, dat het deksel tijdens het draaien van de elektromotor verwijderd kan worden en de gebruiker zich kan verwonden aan het draaiende gereedschap.
Een nadeel van de bekende keukenmachine is dat het deksel van de kom reeds door de blokkeerinrichting wordt vrijgegeven op het moment dat de elektromotor met de schakelknop wordt uitgeschakeld. Aldus kan de gebruiker van de keukenmachine reeds onmiddelijk na het uitschakelen van de elektromotor het deksel van de kom verwijderen. Daarbij kan de gebruiker zich alsnog aan het gereedschap verwonden, aangezien de elektromotor en het daardoor aangedreven gereedschap na het uitschakelen van de elektromotor nog gedurende een korte tijd uitdraaien, die bepaald wordt door de massatraagheidsmomenten van de elektromotor en het gereedschap en door de wrijvingskrachten die de elektromotor en het gereedschap ondervinden.
Een doel van de uitvinding is een keukenmachine van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij het verwijderen van het deksel na het uitschakelen van de elektromotor tijdens het uitdraaien van het gereedschap nagenoeg onmogelijk is.
De uitvinding heeft daartoe tot kenmerk, dat de blokkeerinrichting voorzien is van een centrifugaal orgaan, dat roteerbaar gekoppeld is met een door de elektromotor aandnjfbare as en onder ivloed van een rotatie van de aandrijfbare as verplaatsbaar is van een eerste naar een tweede positie, en een veiligheidsorgaan, dat samenwerkt met het deksel en het centrifugale orgaan, waarbij het veiligheidsorgaan het deksel vrij geeft in de eerste positie van het centrifugale orgaan en het deksel blokkeert in de tweede positie van het centrifugale orgaan. Indien de aandrijfbare as stil staat, bevindt het centrifugale orgaan zich in de eerste positie en wordt het deksel niet geblokkeerd door het veiligheidsorgaan.
Indien de as door de elektromotor wordt aangedreven, wordt het centrifugale orgaan door de as in rotatie meegenomen, waardoor het centrifugale orgaan een middelpuntvliedende kracht ondervindt. Onder invloed van de middelpuntvliedende kracht wordt het centrifugale orgaan verplaatst van de eerste naar de tweede positie, waardoor het met het centrifugale orgaan samenwerkende veiligheidsorgaan het deksel blokkeert. Tijdens het uitdraaien van de elektromotor en
<Desc/Clms Page number 3>
het gereedschap na het uitschakelen van de elektromotor blijft het centrifugale orgaan onder invloed van de middelpuntvliedende kracht aanvankelijk nog in de tweede positie, zodat het deksel geblokkeerd blijft.
Indien de elektromotor en het gereedschap nagenoeg geheel tot stilstand gekomen zijn, keert het centrifugale orgaan pas terug in de eerste positie, waarbij het veiligheidsorgaan het deksel vrij geeft. Op deze wijze kan het deksel pas van de kom verwijderd worden indien het gereedschap nagenoeg geheel tot stilstand is gekomen, zodat verwondingen door het draaiende gereedschap uitgesloten mogen worden geacht.
Een bijzondere uitvoeringsvorm van een keukenmachine volgens de uitvinding heeft tot kenmerk, dat de aandrijfbare as, waarmee het centrifugale orgaan is gekoppeld, een motoras van de elektromotor is. Aangezien de elektromotor in de meeste gevallen een hoger toerental bezit dan het gereedschap, ondervindt het met de motoras gekoppelde centrifugale orgaan een relatief hoge middelpuntvliedende kracht, zodat de werking van de blokkeennnchting zeer effectief is.
Een verdere uitvoeringsvorm van een keukenmachine volgens de uitvinding, waarbij het centrifugale orgaan een bijzonder eenvoudige constructie bezit, heeft tot kenmerk, dat de aandrijfbare as zieh in vertikale richting uitstrekt, terwijl het centrifugale orgaan is voorzien van een kogel, die geleid is door middel van een geleiding die aan de aandrijfbare as is bevestigd en zieh met een positieve hellingshoek scheef op de aandrijfbare as uitstrekt, en een met het veiligheidsorgaan samenwerkende schuif, dat op de kogels rust en evenwijdig aan de aandrijfbare as verplaatsbaar is geleid. Indien de aandrijfbare as stil staat, bevindt de kogel zieh onder invloed van de zwaartekracht in de eerste positie nabij de aandrijfbare as.
Indien de as door de elektromotor wordt aangedreven, wordt de kogel vanaf de aandrijfbare as onder invloed van de middelpuntvliedende kracht en tegen de zwaartekracht in langs de geleiding omhoog geleid tot tegen een aanslag. De schuif, die samenwerkt met het veiligheidsorgaan, wordt daarbij door de kogel langs de aandrijfbare as omhooggeleid.
Nadat de elektromotor is uitgeschakeld, rust de kogel aanvankelijk nog tijdens het uitdraaien van de elektromotor tegen de aanslag. De kogel keert pas onder invloed van de zwaartekracht terug naar de aandrijfbare as indien de aandrijfbare as nagenoeg stil staat, waarbij de op de kogel rustende schuif onder invloed van de zwaartekracht omlaag schuift en het deksel door het veiligheidsorgaan wordt vrijgegeven.
Een nog verdere uitvoeringsvorm van een keukenmachine volgens de
<Desc/Clms Page number 4>
uitvinding heeft tot kenmerk, dat het centrifugale orgaan drie kogels bevat, die elk in een afzonderlijke geleiding zijn geleid, waarbij de geleidingen onderling hoeken van nagenoeg 120 insluiten. Door toepassing van de drie kogels wordt een hoge blokkeerkracht van het veiligheidsorgaan bereikt en veroorzaakt het centrifugale orgaan tijdens het roteren nagenoeg geen trillingen van de aandrijfbare as.
Een bijzondere uitvoeringsvorm van een keukenmachine volgens de uitvinding heeft tot kenmerk, dat de hellingshoek van de geleidingen nagenoeg 30 is.
Door toepassing van de hellingshoek van nagenoeg 300 wordt bereikt, dat de kogel na het uitschakelen van de elektromotor pas in de eerste positie terug komt wanneer de aandrijfbare as nagenoeg stil staat, terwijl tevens een hoge blokkeerkracht en een toereikende verplaatsing van de schuif bereikt worden.
Een verdere uitvoeringsvorm van een keukenmachine volgens de uitvinding, die een praktische en eenvoudige koppeling tussen het veiligheidsorgaan en de schuif verschaft, heeft tot kenmerk, dat de blokkeerinrichting voorzien is van een kantelarm die nabij een van zijn beide uiteinden bevestigd is aan een koppelas, die zieh dwars op de aandrijfbare as uitstrekt en draaibaar is gelagerd in het huis, en nabij zijn andere uiteinde rust op de schuif, terwijl het veiligheidsorgaan in een richting dwars op de aandrijfbare as en dwars op de koppelas verplaatsbaar is en voorzien is van een zich evenwijdig aan de aandrijfbare as uitstrekkende sleuf, die in ingrijping is met een op een dwarsarm van de koppelas bevestigde pen.
Een nog verdere uitvoeringsvorm van een keukenmachine volgens de uitvinding, waarbij een slechts geringe wrijving tussen de schuif en de op de schuif rustende kantelarm bereikt wordt, heeft tot kenmerk, dat de kantelarm rust op een steunkogel van de schuif.
De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin
Figuur 1 een keukenmachine volgens de uitvinding toont,
Figuur 2 een blokkeerinrichting toont van de keukenmachine volgens figuur 1,
Figuur 3 een bovenaanzicht toont van een centrifugaal orgaan van de blokkeerinrichting volgens figuur 2,
<Desc/Clms Page number 5>
Figuur 4 een doorsnede toont van het centrifugale orgaan volgens de lijn IV-IV in figuur 3,
Figuur 5a een zijaanzicht toont van het centrifugale orgaan volgens figuur 3, waarbij het centrifugale orgaan zieh in een eerste positie bevindt,
Figuur 5b een zijaanzicht toont van het centrifugale orgaan volgens figuur 3, waarbij het centrifugale orgaan zieh in een tweede positie bevindt.
Figuur 6a op schematische wijze een alternatief centrifugaal orgaan toont, waarbij het centrifugale orgaan zieh in een eerste positie bevindt, en
Figuur 6b het alternatieve centrifugale orgaan volgens figuur 6a toont, waarbij het centrifugale orgaan zieh in een tweede positie bevindt.
De in figuur 1 getoonde keukenmachine is voorzien van een kunststoffen huis 1, dat een voetstuk 3 en een motorhuis 5 bevat. Het voetstuk 3 is voorzien van een aantal voeten 7 waarmee de keukenmachine op een horizontale ondergrond plaatsbaar is.
Op het voetstuk 3 is naast het motorhuis 5 een transparante kom 9 uit glas of kunststof plaatsbaar. De kom 9 bevat een centrale huls 11, die aan beide uiteinden open is en aan een binnenzijde voorzien is van een aantal pinnen 13. De huls 11 is plaatsbaar rond een ringvormige, opstaande rand 15 van het voetstuk 3, waarbij de kom 9 in vertikale richting met het voetstuk 3 vergrendelbaar is door middel van een bajonetsluiting.
Daarbij wordt de kom 9 zodanig verdraaid, dat de pinnen 13 in met de pinnen 13 samenwerkende sleuven 17 van de opstaande rand 15 schuiven.
In de opstaande rand 15 van het voetstuk 3 is een koppelbus 19 draaibaar gelagerd. De koppelbus 19 is aandrijfbaar met behulp van een in het motorhuis 5 opgestelde elektromotor 21, die een in een vertikale richting opgestelde motoras 23 bezit en via een in het voetstuk 3 opgestelde transmissie 25, zoals bijvoorbeeld een gebruikelijke riem- of tandoverbrenging, is gekoppeld met de koppelbus 19. De elektromotor 21, de motoras 23 en de transmissie 25 zijn in figuur 1 slechts op schematische wijze weergegeven. In de kom 9 is een gereedschap 27 plaatsbaar, zoals bijvoorbeeld een in figuur 1 getoond snijgereedschap. Het gereedschap 27 bevat een bus 29, die rond de centrale huls 11 van de kom 9 plaatsbaar is, en een concentrisch binnen de bus 29 opgestelde as 31, die bij het plaatsen van het gereedschap 27 rond de huls 11 in ingrijping komt met de koppelbus 19.
Het gereedschap 27 is op deze wijze draaibaar
<Desc/Clms Page number 6>
EMI6.1
gelagerd rond de huls 11 en aandrijfbaar door de elektromotor 21.
Zoals verder is weergegeven in figuur 1, is de kom 9 afsluitbaar door middel van een deksel 33 dat voorzien is van een vulschacht 35. De breedte en de hoogte van de vulschacht 35 zijn zodanig, dat een gebruiker van de keukenmachine zich niet via de vulschacht 35 aan het draaiende gereedschap 27 kan verwonden. Het deksel 33 bezit een rand 37, die aan een binnenzijde voorzien is van een aantal pinnen 39. Het deksel 33 is in vertikale richting met de kom 9 vergrendelbaar door middel van een bajonetsluiting. Daarbij wordt het deksel 33 zodanig verdraaid, dat de pinnen 39 in met de pinnen 39 samenwerkende sleuven 41 van een bovenrand 43 van de kom 9 schuiven.
Het deksel is aan een onderzijde verder voorzien van een lagerbus 45 voor het draaibaar ondersteunen van een aan een bovenzijde van het gereedschap 27 aangebrachte lagerpen 47.
Figuur 1 toont verder, dat de kom 9 is voorzien van een tuit 49, terwijl het deksel 33 is voorzien van een lip 51 die de tuit 49 afdekt wanneer het deksel 33 door middel van de bajonetsluiting 39, 41 op de kom 9 is vergrendeld. De lip 51 bevat een opstaande rand 53. Bij het plaatsen en het vergrendelen van de door het deksel 33 afgesloten kom 9 op het voetstuk 3, waarbij de kom 9 om de opstaande rand 15 van het voetstuk 3 wordt gedraaid, schuiven de tuit 49 van de kom 9 en de lip 51 van het deksel 33 in een gleufvormige uitsparing 55 in een zijwand 57 van het motorhuis 5.
Figuur 2 toont een bovenste gedeelte van het motorhuis 5, waarin zich de gleufvormige uitsparing 55 bevindt. Verder is in figuur 2 de lip 51 van het deksel 33 door middel van een gestreepte lijn weergegeven in een stand, waarin de kom 9 door middel van de bajonetsluiting 13, 17 het voetstuk 3 is vergrendeld en het deksel 33 door middel van de bajonetsluiting 39, 41 op de kom 9 is vergrendeld. In de genoemde stand wordt door de opstaande rand 53 van de lip 51 een elektrische schakelaar 59 geactiveerd, die in het motorhuis 5 nabij de gleufvormige uitsparing 55 is bevestigd en een onderdeel vormt van een in figuur 2 niet weergegeven, op zichzelf bekend elektrisch circuit voor de voeding van de elektromotor 21. Tot het elektrische circuit behoren verder een aantal elektronische toetsen 61 voor het bedienen van de elektromotor 21.
Het elektrische circuit is zodanig uitgevoerd, dat de elektromotor 21 uitsluitend met behulp van de toetsen 61 inschakelbaar is indien de elektrische schakelaar 59 is geactiveerd, d. indien de kom 9 en het deksel 33 op een juiste wijze geplaatst zijn. Op deze wijze wordt voorkomen, dat een gebruiker van de
<Desc/Clms Page number 7>
EMI7.1
keukenmachine zieh kan verwonden aan de draaiende koppelbus 19, wanneer de kom 9 niet geplaatst is, of aan het in de kom 9 draaiende gereedschap 27, wanneer het deksel 33 niet op de kom 9 geplaatst is.
In figuur 2 is verder een blokkeerinrichting 63 weergegeven voor het vergrendelen van het deksel 33 tijdens het draaien van het gereedschap 27. De blokkeerinrichting 63 bevindt zieh eveneens in het bovenste gedeelte van het motorhuis 5 en is voorzien van een centrifugaal orgaan 65, dat gekoppeld is met de vertikaal opgestelde motoras 23 van de elektromotor 21.
Het centrifugale orgaan 65, dat in detail is weergegeven in de figuren 3 en 4, bevat een schijfvormige metalen basis 67 die op een uiteinde 69 van de motoras 23 geschroefd is en zieh dwars op de motoras 23 uitstrekt. Op de schijfvormige basis 67 bevinden zieh drie steunblokken 71 die zieh elk in een radiale richting ten opzichte van de motoras 23 uitstrekken, waarbij de drie radiale richtingen onderling hoeken van 120 insluiten. Zoals in figuur 4 is weergegeven, bezitten de steunblokken 71 elk een bovenvlak 73 dat vanaf de motoras 23 in de radiale richting omhoog loopt, waarbij het bovenvlak 73 een positieve hellingshoek a van ongeveer 30 de schijfvormige basis 67 insluit. Het centrifugale orgaan 65 bevat tevens een stervormige kunststoffen schuif 75, die voorzien is van drie kamers 77 die elk een van de steunblokken 71 omgeven.
De kamers 77 zijn evenwijdig aan de motoras 23 schuifbaar om de steunblokken 71, zodat de schuif 75 evenwijdig aan de motoras 23 verplaatsbaar geleid is. Nabij de uiteinden van de drie kamers 77 is de schuif 75 telkens voorzien van een lip 79, die zieh door een gleuf 81 in de schijfvormige basis 67 uitstrekt en nabij een onderzijde is voorzien van een rand 83. De randen 83 van de lippen 79 vormen een aanslag die een hoogste positie van de schuif 75 bepaalt.
Zoals is weergegeven in de figuren 3 en 4, bevindt zieh in elk van de kamers 77 van de schuif 75 een metalen kogel 85. De kogels 85 rusten op de bovenvlakken 73 van de steunblokken 71, terwijl de schuif 75 met behulp van de bovenwanden 87 van de kamers 77 op de drie kogels 85 rust. Indien de motoras 23 niet roteert, bevindt het centrifugale orgaan 65 zieh in een in figuur 5a weergegeven eerste positie, waarbij de kogels 85 onder invloed van de zwaartekracht rusten tegen de naar de motoras 23 toegekeerde zijwanden 89 van de kamers 77 en de schuif 75 zieh in een onderste positie bevindt.
Indien de elektromotor 21 wordt ingeschakeld en de motoras 23 begint te roteren, worden de kogels 85 door de kamers 77 in rotatie meegenomen,
<Desc/Clms Page number 8>
EMI8.1
waarbij de kogels 85 in de kamers 77 als gevolg van de rotatie een middelpuntvliedende of centrifugale kracht ondervinden. Onder invloed van de middelpuntvliedende kracht worden de kogels 85 in de kamers 77 omhoog geleid langs de bovenvlakken 73, totdat zij stoten op de van de motoras 23 afgekeerde zijwanden 91 van de kamers 77. Het centrifugale orgaan 65 bevindt zieh dan in een in figuur Sb weergegeven tweede positie, waarbij de op de kogels 85 rustende schuif 75 evenwijdig aan de motoras 23 omhooggeschoven is.
Indien de elektromotor 21 wordt uitgeschakeld en de motoras 23 tot stilstand rollen de kogels 85 in de kamers 77 onder invloed van de zwaartekracht omlaag langs de bovenvlakken 73 tot tegen de zijwanden 89 en keert de schuif 75 in de onderste positie terug (zie figuur 5a).
Zoals in figuur 2 is weergegeven, bevat de blokkeerinrichting 63 verder een nagenoeg horizontale kantelarm 93 uit kunststof. Nabij een van zijn beide uiteinden is de kantelarm 93 bevestigd aan een koppelas 95, die draaibaar is gelagerd in het bovenste gedeelte van het motorhuis 5 en zieh dwars op de motoras 23 uitstrekt. Nabij zijn andere uiteinde rust de kantelarm 93 op een metalen steunkogel 97, die zieh op de schuif 75 tussen de kamers 77 bevindt. De koppelas 95 is voorzien van een dwarsarm 99, die nabij zijn van de koppelas 95 afgekeerde uiteinde 101 een pen 103 bezit. De blokkeerinrichting 63 bevat verder een langwerpig veiligheidsorgaan 105, dat zieh in een richting dwars op de motoras 23 en de koppelas 95 uitstrekt en in de genoemde richting schuifbaar is geleid in het bovenste gedeelte van het motorhuis 5.
Het veiligheidsorgaan 105 bezit een zieh evenwijdig aan de motoras 23 uitstrekkende sleuf 107 die in ingrijping is met de pen 103 van de dwarsarm 99. Verder bezit het veiligheidsorgaan 105 een blokkeerhaak 109 voor samenwerking met de opstaande rand 53 van de lip 51 van het deksel 33.
Indien de motoras 23 niet roteert en het centrifugale orgaan 65 zieh in de in figuur 5a weergegeven eerste positie bevindt, rust de kantelarm 93 onder invloed van de zwaartekracht op de steunkogel 97 van de schuif 75 en bevinden het veiligheidsorgaan 105 en de blokkeerhaak 109 zieh in een positie, waarin de opstaande rand 53 van de lip 51 van het deksel de blokkeerhaak 109 verplaatsbaar zijn. Indien de kom 9 en het deksel 33 op de juiste wijze geplaatst zijn, wordt de schakelaar 59 geactiveerd door de opstaande rand 53 en kan de elektromotor 21 ingeschakeld worden door middel van de toetsen 61.
Het centrifugale orgaan 65 wordt dan onder invloed van de rotatie van de motoras 23 verplaatst van de eerste positie naar
<Desc/Clms Page number 9>
de in figuur 5b weergegeven tweede positie, waarbij de kantelann 93 door de schuif 75 wordt gedraaid en het veiligheidsorgaan 105 en de blokkeerhaak 109 naar een in figuur 2 weergegeven positie schuiven, waarin de blokkeerhaak 109 de opstaande rand 53 blokkeert. In deze positie van de blokkeerhaak 109 kan het deksel 33 niet van de kom 9 gedraaid worden en kan de kom 9 met het deksel 33 niet van het voetstuk 3 gedraaid worden.
Indien de elektromotor 21 wordt uitgeschakeld, draaien de elektromotor 21 en het door de elektromotor 21 aangedreven gereedschap 27 nog gedurende een korte uitlooptijd uit, die bepaald wordt door de massatraagheidsmomenten van de elektromotor 21, de motoras 23, de transmissie 25 en het gereedschap 27 en door de weerstand die de genoemde onderdelen ondervinden. Indien zieh in de kom 9 slechts een geringe hoeveelheid te bereiden voedsel bevindt, is de weerstand van het gereedschap 27 relatief klein en kan de uitlooptijd enkele seconden bedragen. Zolang de motoras 23 en het met de motoras 23 gekoppelde gereedschap 27 in rotatie zijn, blijft het centrifugale orgaan 65 in de tweede positie. Het deksel 33 wordt pas vrijgegeven indien de motoras 23 nagenoeg stilstaat.
Op deze wijze wordt voorkomen, dat een gebruiker van de keukenmachine na het uitschakelen van de elektromotor 21 het deksel 33 reeds van de kom 9 kan verwijderen gedurende de uitlooptijd van het gereedschap 27 en zieh aan het uitdraaiende gereedschap 27 kan verwonden.
Aangezien het centrifugale orgaan 65 direkt met de hoogtoerige motoras 23 gekoppeld is, is de werking van de blokkeerinrichting 63 zeer effectief. Het toerental, waarmee het gereedschap 27 draait, is door toepassing van de transmissie 25 aanzienlijk lager dan het toerental van de motoras 23. Aangezien het centrifugale orgaan 65 pas van de tweede positie naar de eerste positie terug keert bij een relatief gering toerental van de motoras 23, wordt het deksel 33 pas vrijgegeven indien het toerental van het gereedschap 27 nagenoeg nul is. Bovendien is de middelpuntvliedende kracht, die de kogels 85 van het centrifugale orgaan 65 ondervinden, als gevolg van het relatief hoge toerental van de motoras 23 groot, zodat op de blokkeerhaak 109 een grote blokkeerkracht werkzaam is.
Opgemerkt wordt, dat het centrifugale orgaan 65 een bijzonder eenvoudige constructie bezit. De schijfvormige basis 67 en de steunblokken 71 worden uit n stuk metaal vervaardigd, terwijl de schuif 75 en de kamers 77 uit een stuk kunststof vervaardigd worden. Bij het samenbouwen van het centrifugale orgaan 65 worden de kogels 85 in de kamers 77 gelegd en wordt de basis 67 vervolgens over de lippen 79
<Desc/Clms Page number 10>
geschoven, waarbij de schuif 75 ten opzichte van de basis 67 wordt geborgd doordat de randen 83 van de lippen 79 achter de gleuven 81 van de basis 67 blijven haken.
Doordat het centrifugale orgaan 65 is voorzien van drie kogels 85, die geleid zijn langs drie onderling hoeken van nagenoeg 120 insluitende steunblokken 71, wordt een regelmatige verdeling van de centrifugale krachten rond de motoras 23 verschaft, zodat de rotatie van het centrifugale orgaan 65 nagenoeg trillingsvrij is. Bovendien wordt door de drie kogels 85 een hoge blokkeerkracht op de blokkeerhaak 109 uitgeoefend.
De effectiviteit van de blokkeerinrichting 63 wordt onder andere bepaald door de grootte van de hellingshoek a. Bij een kleine waarde van de hellingshoek ais het kritische toerental van de motoras 23, waarbij de kogels 85 van de eerste naar de tweede positie rollen of van de tweede naar de eerste positie terugrollen, zeer laag, maar zijn de verplaatsing van de schuif 75 en de blokkeerkracht op de blokkeerhaak 109 slechts gering. Indien de hellingshoek a relatief groot is, worden een grotere verplaatsing van de schuif 75 en een grotere blokkeerkracht op de blokkeerhaak 109 bereikt, maar is het genoemde kritische toerental hoger. Door toepassing van een hellingshoek a van ongeveer 300 wordt een optimale combinatie van het kritische toerental en de blokkeerkracht bereikt.
Het deksel 33 wordt dan tijdens het uitdraaien van het gereedschap 27 pas vrijgegeven wanneer het gereedschap 27 nagenoeg stil staat, terwijl het centrifugale orgaan 65 bij een toerental van de motoras 23 van ongeveer 10. 000 omwentelingen per minuut op de kantelarm 93 een kracht uitoefent van ongeveer 20 kg.
Verder wordt opgemerkt, dat de blokkeerinrichting 63 naast het centrifugale orgaan 65 slechts twee beweegbare onderdelen omvat, namelijk de koppelas 95, die met de kantelarm 93 en de dwarsarm 99 als n onderdeel vervaardigd is, en het veiligheidsorgaan 105, dat met de blokkeerhaak 109 en de sleuf 107 eveneens als een onderdeel vervaardigd is. De blokkeerinrichting 63 is derhalve op eenvoudige wijze samen te bouwen. Door het geringe aantal onderdelen is bovendien de wrijving tussen de onderdelen gering, zodat de werking van de blokkeerinrichting, die gedeeltelijk uitsluitend onder invloed van de zwaartekracht plaats vindt, betrouwbaar is. De wrijving tussen de kantelarm 93 en de schuif 75 is door toepassing van de steunkogel 97 verwaarloosbaar.
Opgemerkt wordt, dat in plaats van het centrifugale orgaan 65 ook een
EMI10.1
ander t ander orgaan toegepast kan worden, zoals bijvoorbeeld het in de
<Desc/Clms Page number 11>
type centrifugaalfiguren 6a en 6b schematisch weergegeven alternatieve centrifugale orgaan 111. Het centrifugale orgaan 111 bevat een holle as 113, die op het uiteinde 69 van de vertikale motoras 23 geschroefd is. Verder bevat het centrifugale orgaan 111 twee diagonaal tegenover elkaar opgestelde centrifugale gewichten 115, die elk zijn bevestigd op een geknikte arm 117 die scharnierbaar is ten opzichte van de holle as 113 om een horizontale scharniers 119. In de holle as 113 is een verdere as 121 in axiale richting schuifbaar. De verdere as 121 rust op de van de centrifugale gewichten 115 afgekeerde uiteinden 123 van de geknikte armen 117.
Verder rust de in het voorgaande genoemde kantelarm 93 op een op de verdere as 121 bevestigde steunkogel 125.
Indien de motoras 23 stil staat, bevinden de centrifugale gewichten 115 zich onder invloed van het gewicht van de op de geknikte armen 117 rustende verdere as 121 en de kantelarm 93 in een in figuur 6a weergegeven eerste positie nabij de holle as 113. Indien de motoras 23 gaat roteren, ondervinden de centrifugale gewichten 115 een centrifugale kracht onder invloed waarvan de centrifugale gewichten 115 vanaf de eerste positie naar de in figuur 6b weergegeven tweede positie verplaatst worden. De verdere as 121 en de kantelarm 93 worden door de uiteinden 123 van de geknikte armen 117 in vertikale richting verplaatst, zodat het met de kantelarm 93 gekoppelde veiligheidsorgaan 105, dat in de figuren 6a en 6b niet is weergegeven, in werking wordt gesteld.
Verder wordt opgemerkt, dat het centrifugale orgaan 65,111 in plaats van met de motoras 23 ook met een andere door de elektromotor 21 aandrijfbare as gekoppeld kan worden. Het centrifugale orgaan 65,111 kan bijvoorbeeld worden gekoppeld met een parallel aan de motoras 23 opgestelde as, die met een gelijk of een hoger toerental draait. Indien de werking van het toegepaste centrifugale orgaan niet afhankelijk is van de zwaartekracht, kan het centrifugale orgaan ook gekoppeld worden met een horizontaal opgestelde aandrijfbare as.
Verder wordt opgemerkt, dat in het centrifugale orgaan 65 ook een ander aantal kogels 85, bijvoorbeeld twee of vier, toegepast kan worden en dat de hellingshoek a in het centrifugale orgaan 65 een andere waarde kan hebben dan 30".
Opgemerkt wordt verder, dat de met het centrifugale orgaan 65 samenwerkende blokkeerinrichting 63 ook een ander type veiligheidsorgaan kan bevatten.
Tenslotte wordt opgemerkt, dat de in het voorgaande beschreven blokkeerinrichting 63 met het centrifugale orgaan 65 onafhankelijk functioneert van de
<Desc/Clms Page number 12>
middelen voor het bedienen van de elektromotor 21, zodat de blokkeerinrichting 63 bij uitstek geschikt is voor toepassing in een keukenmachine die voorzien is van elektronische toetsen 61 voor het bedienen van de elektromotor 21. De blokkeerinrichting volgens de uitvinding kan echter ook worden toegepast in een keukenmachine, die voorzien is van een mechanische schakelknop voor het bedienen van de elektromotor, zoals bijvoorbeeld in de uit het in de aanhef genoemde Europese octrooi 0 158 032 bekende keukenmachine.