BE1007254A3 - Laadinrichting voor vrachtvoertuigen. - Google Patents
Laadinrichting voor vrachtvoertuigen. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1007254A3 BE1007254A3 BE9300670A BE9300670A BE1007254A3 BE 1007254 A3 BE1007254 A3 BE 1007254A3 BE 9300670 A BE9300670 A BE 9300670A BE 9300670 A BE9300670 A BE 9300670A BE 1007254 A3 BE1007254 A3 BE 1007254A3
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- loading
- loading device
- arm
- tail lift
- flap
- Prior art date
Links
- 238000010276 construction Methods 0.000 claims description 3
- 230000007246 mechanism Effects 0.000 description 3
- 230000001105 regulatory effect Effects 0.000 description 1
- 230000007704 transition Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60P—VEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
- B60P1/00—Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading
- B60P1/44—Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading having a loading platform thereon raising the load to the level of the load-transporting element
- B60P1/4414—Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading having a loading platform thereon raising the load to the level of the load-transporting element and keeping the loading platform parallel to the ground when raising the load
- B60P1/445—Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading having a loading platform thereon raising the load to the level of the load-transporting element and keeping the loading platform parallel to the ground when raising the load the loading platform, when not in use, being stored under the load-transporting surface
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Transportation (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Auxiliary Methods And Devices For Loading And Unloading (AREA)
Abstract
Laadinrichting voor vrachtvoertuigen, meer speciaal van het type dat is voorzien van een laadklep (8) voor onderbouw, die bij het opbergen naar binnen wordt geklapt, daardoor gekenmerkt dat zij hulpmiddelen (17) vertoont die minstens een hulpkracht op de laadklep (8) uitoefenen bij het uitklappen van dee laatste.
Description
<Desc/Clms Page number 1> Laadinrichting voor vrachtvoertuigen. Deze uitvinding heeft betrekking op een laadinrichting voor vrachtvoertuigen, meer speciaal van het type dat is voorzien van een laadklep voor onderbouw. Het is bekend dat laadinrichtingen voor vrachtvoertuigen kunnen bestaan uit een laadklep en aandrijfmiddelen om de laadklep te verplaatsen. Hierbij kunnen hoofdzakelijk twee soorten laadinrichtingen worden onderscheiden, respektievelijk met een laadklep die vertikaal tegen de achterzijde van het vrachtvoertuig wordt opgeborgen, en met een laadklep die onder de laadruimte van het vrachtvoertuig wordt opgeborgen, al dan niet in dubbel gevouwen toestand. De bekende laadkleppen van het laatste type dienen manueel te worden uitgeklapt. Aangezien een laadklep relatief zwaar is, vertonen zij dan ook het nadeel dat zij moeilijk hanteerbaar zijn. Bovendien bestaat het gevaar dat deze laadkleppen of hun aandrijvingen worden beschadigd wanneer zij bij het toeklappen voortijdig worden losgelaten. De huidige uitvinding heeft betrekking op een laadinrichting die aan de voornoemde nadelen een oplossing biedt. Hiertoe betreft de uitvinding een laadinrichting, meer speciaal van het type dat is voorzien van een laadklep voor onderbouw, die bij het opbergen naar binnen wordt geklapt, daardoor gekenmerkt dat zij hulpmiddelen vertoont die minstens een hulpkracht op de laadklep uitoefenen bij het uitklappen van deze laatste. <Desc/Clms Page number 2> Doordat de hulpmiddelen een hulpkracht uitoefenen wordt het werk van de bedienaar aanzienlijk verlicht. Afhankelijk van de konstruktie kan ook worden bekomen dat de laadklep bij het inklappen verhinderd wordt om met een slag op de aandrijfmiddelen of dergelijke terecht te komen, zulks doordat de beweging hiervan door de voornoemde hulpmiddelen wordt afgeremd. Volgens een eerste mogelijkheid bestaan de hulpmiddelen uit minstens een uitstekende arm die zodanig is aangebracht dat de laadklep bij het neerlaten hiermee kontakt maakt en gedwongen wordt over minstens een bepaalde hoek te kantelen. Volgens een andere mogelijkheid bestaan de hulpmiddelen minstens uit een beweegbare arm en elastische middelen die ervoor zorgen dat de beweegbare arm een kracht op de laadklep uitoefent. In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvormen wordt voorzien in een kombinatie van minstens een vast aan de steunkonstruktie van de laadinrichting bevestigde arm en minstens een door middel van elastische middelen beweegbare arm, waarbij de vaste arm ervoor zorgt dat de laadklep bij het neerlaten minstens over een bepaalde hoek wordt gewenteld, terwijl de beweegbare arm ervoor zorgt dat bij het verder openen minstens een meehelpende hulpkracht op de laadklep wordt uitgeoefend. Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : <Desc/Clms Page number 3> figuur 1 een gedeelte van een vrachtvoertuig weergeeft dat is voorzien van een laadinrichting volgens de uitvinding ; figuren 2,3 en 4 de laadinrichting uit figuur l in verschillende standen weergeeft ; figuur 5 een zieht weergeeft volgens pijl F5 in figuur 4. In figuren 1 tot 4 is het achterste gedeelte van een vrachtvoertuig 1 weergegeven, waarbij onder de laadruimte 2 een laadinrichting 3 volgens de uitvinding is aangebracht. In het weergegeven voorbeeld is deze laadinrichting 3 bevestigd aan twee zieh aan weerszijden van het vrachtvoertuig 1 bevindende steunen 4, welke mits sleden 5 in geleidingen 6 onder het voertuig verschuifbaar zijn, bijvoorbeeld door middel van drukcilinders 7. Op deze wijze kan de laadinrichting 3 onder het vrachtvoertuig worden opgeborgen. Figuur 1 geeft de toestand weer waarbij de laadinrichting 3 van onder het vrachtvoertuig is uitgeschoven. De laadinrichting 3 bestaat, zoals bekend, uit een laadklep 8 en aandrijfmiddelen 9 om de laadklep 8 te bevelen. De laadklep 8 kan bestaan uit een enkel gedeelte. Doorgaans echter worden bij laadinrichtingen voor onderbouw meerledige samenvouwbare laadkleppen 8 aangewend, daar deze in samengevouwde toestand minder plaats innemen. In de figuren is dan ook een samenvouwbare laadklep 8 afgebeeld die in dit geval bestaat uit twee scharnierbaar aan elkaar bevestigde leden 10 en 11. De aandrijfmiddelen 9 kunnen van verschillende aard zijn. Voorbeelden hiervan zijn ruim bekend. In het weergegeven <Desc/Clms Page number 4> voorbeeld bestaan deze aandrijfmiddelen 9 uit aan weerszijden van het vrachtvoertuig 1 aangebrachte armen 12, 13 en 14 en aandrijfcilincers 15 en 16. Het bijzondere van de huidige uivinding bestaat erin dat de laadinrichting 3 is voorzien van hulpmiddelen 17 die een hulpkracht op de laadklep 8 uitoefenen bij het uitklappen van deze laatste. In het weergegeven voorbeeld wordt van deze hulpmiddelen 17 gebruik gemaakt van een mechanisme dat een kracht op het midden van de laadklep 8 kan uitoefenen, en dat hiertoe dan ook in het midden van het vrachtvoertuig 1 is gemonteerd, bijvoorbeeld op een dwarsprofiel 18 dat zieh tussen de twee steunen 4 uitstrekt. Het is evenwel duidelijk dat dit mechanisme niet hoofdzakelijk in het midden hoeft te staan en dat ook gebruik kan worden gemaakt van meerdere naast elkaar geplaatste mechanismen. Zoals weergegeven in de figuren bestaan de hulpmiddelen 17 uit minstens een uitstekende arm 19 die zodanig is aangebracht dat de laadklep 8 bij het uitschuiven en neerlaten hiermee kontakt maakt en, zoals specifiek in figuur 2 is weergegeven, gedwongen wordt over minstens een bepaalde hoek te kantelen. Deze arm 19 is bij voorkeur vast aan de steunen 4, respektievelijk het dwarsprofiel 18, gemonteerd. In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm, welke is weergegeven in de figuren, wordt voorzien in een kombinatie van minstens een vaste arm 19 en minstens een door middel van elastische middelen 20 beweegbare arm 21, waarbij de vaste arm 19 ervoor zorgt dat de laadklep 8 bij het neerlaten minstens over een bepaalde hoek wordt gewenteld, zoals in figuur 2, terwijl de beweegbare arm 19 ervoor <Desc/Clms Page number 5> zorgt dat bij het verder openen minstens een meehelpende hulpkracht op de laadklep 8 wordt uitgeoefend, zoals zichtbaar in figuur 3. De beweegbare arm 21 is bij voorkeur scharnierend. Meer speciaal nog geniet de voorkeur dat hij bestaat uit een hefboomsarm die, mits een spil 22, scharnierbaar op het vrije uiteinde 23 van de arm 19 is bevestigd, die bij een uiteinde 24 tegen de laadklep 8 drukt en die bij zijn andere uiteinde 25 aan de elastische middelen 20 is gekoppeld. Op de uiteinden 24 en/of 25 kunnen rollen of wielen 26, respektievelijk 27, worden aangebracht, zodanig dat het laadklep 8 bij het uitschuiven en neerlaten van de laadinrichting 3 over de uiteinden 24 en 25 rolt. De elastische middelen 20 bestaan bij voorkeur uit een veer, in dit geval een trekveer. Deze elastische middelen 20 kunnen voorzien zijn van een spanningsregelinrichting 28. Zoals weergegeven in figuur 5 kan hiertoe gebruik worden gemaakt van een aanspanbare draadstang 29 die samen met de veer tussen de betreffende bevestigingspunten, gevormd door assen 30 en 31, is aangebracht. Het is duidelijk dat de beweging van de hulpmiddelen 17 zodanig is dat de laadklep 8 zeker niet in een stand wordt gedrukt waarbij zij overklapt, doch uiterlijk tot in een stand wordt gedwongen dat zij nog iets naar achteren helt, bijvoorbeeld zoals in figuur 3. Hierbij kan de beweging van de arm 21 worden begrenst door een aanslag 32, die bijvoorbeeld bestaat uit de aseinden van de as 31 die dan met de onderzijde van de arm 19 kontakt maken. <Desc/Clms Page number 6> De werking van de laadinrichting 3 kan éénvoudig uit de figuren 1 tot 4 worden afgeleid. In figuur 1 is de toestand weergegeven waarbij de laadinrichting 3 van het onder het vrachtvoertuig 1 is geschoven. Door de armen 12 naar beneden te bewegen komt de samengevouwen laadklep 8 in kontakt met de rol 26 en wordt hierdoor gekantelt tot in de positie van figuur 2. Hierna kan de laadlep 8 manueel verder worden gewenteld tot in de stand van figuur 3, waarbij de arm 21 een hulpkracht uitoefent. Mits een geschikte keuze van de elastische middelen 20, kan ook bekomen worden dat de overgang van de stand van figuur 2 naar deze van figuur 3 automatisch gebeurt. Hierbij kunnen de elastische middelen 20 zodanig zijn uitgevoerd, respektievelijk in een zodanige spanning voorzien, dat zij in de neergeklapte toestand, namelijk deze van figuur 1, onvoldoende krachtig zijn om de laadklep 8 omhoog te drukken, en pas wanneer de laadklep 8 reeds gedeeltelijk gekanteld is met behulp van de vaste arm 19, in het automatisch verder kantelen kunnen voorzien, zulks tot in de stand van figuur 3. Hierna kan de laadklep 8 verder worden ontvouwen, zoals afgebeeld in figuur 4. Bij het op en neer bewegen van de ontvouwen laadklep 8, paseert deze laatste vrij langs het uiteinde 24 van de arm 21. De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijk laadinrichting kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
Claims (1)
- Konklusies. l.-Laadinrichting voor vrachtvoertuigen, meer speciaal van het type dat is voorzien van een laadklep (8) voor onderbouw, die bij het opbergen naar binnen wordt geklapt, daardoor gekenmerkt dat zij hulpmiddelen (17) vertoont die minstens een hulpkracht op de laadklep (8) uitoefenen bij het uitklappen van deze laatste.2.-Laadinrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de hulpmiddelen (17) minstens bestaan uit een EMI7.1 u uitstekende arm (19) die zodanig is aangebracht dat de l laadklep (8) bij het neerlaten hiermee kontakt maakt en gedwongen wordt over minstens een bepaalde hoek te kantelen.3.-Laadinrichting volgens konklusie 2, daardoor gekenmerkt dat de arm (19) minstens ten opzichte van de steunkonstruktie waaraan de laadklep (8) is bevestigd vast EMI7.2 is.4.-Laadinrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de hulpmiddelen (17) minstens uit een beweegbare arm (21) bestaan, alsmede uit elastische middelen (20) die ervoor zorgen dat de beweegbare arm (21) een kracht op de laadklep (8) uitoefent.- 5.-Laadinrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de hulpmiddelen (17) minstens bestaan in de kombinatie van minstens een aan de steunkonstruktie van de laadinrichting (3) vaste arm (19) en minstens een door middel van elastische middelen (20) beweegbare arm (21), waarbij de vaste arm (19) ervoor zorgt dat de laadklep (8) bij het neerlaten minstens over een bepaalde hoek wordt gewenteld, terwijl de beweegbare arm (21)ervoor zorgt dat <Desc/Clms Page number 8> bij het verder openen minstens een meehelpende hulpkracht op de laadklep (8) wordt uitgeoefend.6.-Laadinrichting volgens konklusie 5, daardoor gekenmerkt dat de elastische middelen (20) zodanig zijn uitgevoerd, respektievelijk in een zodanige spanning voorzien, dat zij in de neergeklapte toestand van de laadklep (8) onvoldoende krachtig zijn om de laadklep (8) omhoog te drukken, en pas wanneer de laadklep (8) reeds gedeeltelijk gekanteld is met behulp van de vaste arm (19) in het automatisch verder kantelen kunnen voorzien.7.-Laadinrichting volgens konklusie 5 of 6, daardoor gekenmerkt dat de beweegbare arm (21) bestaat uit een hefboomsarm die scharnierbaar op het vrije uiteinde (23) van de vaste arm (19) is bevestigd, die bij een uiteinde (24) tegen de laadklep (8) drukt en die bij zijn andere uiteinde (25) aan de elastische middelen (20) is gekoppeld.8.-Laadinrichting volgens konklusie 5,6 of 7, daardoor gekenmerkt dat de hulpmiddelen (17) zijn voorzien van een aanslag (32) die de beweging van de beweegbare arm (21) begrenst tot in een positie waarbij de laadklep (8) bijna rechtop staat.9.-Laadinrichting volgens een der konklusies 5 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de hulpmiddelen (17) zijn voorzien van een spanningregelinrichting (28) om de kracht geleverd door de elastische middelen (20) te regelen.10.-Laadinrichting volgens een der konklusies 2 tot 9, daardoor gekenmerkt dat de arm, respektievelijk de armen (19,21) die bij hun uiteinden (23,24) met de laadklep (8) samenwerken, voorzien zijn van een of meer rollen (26,27). <Desc/Clms Page number 9>11.-Laadinrichting volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de laadklep (8) meerledig en samenvouwbaar is.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9300670A BE1007254A3 (nl) | 1993-06-30 | 1993-06-30 | Laadinrichting voor vrachtvoertuigen. |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9300670A BE1007254A3 (nl) | 1993-06-30 | 1993-06-30 | Laadinrichting voor vrachtvoertuigen. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1007254A3 true BE1007254A3 (nl) | 1995-05-02 |
Family
ID=3887141
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE9300670A BE1007254A3 (nl) | 1993-06-30 | 1993-06-30 | Laadinrichting voor vrachtvoertuigen. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1007254A3 (nl) |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP1491396A1 (de) * | 2003-06-27 | 2004-12-29 | Gerd Bär GmbH | Hubladebühne mit faltbarer Plattform |
DE102004030075B4 (de) * | 2004-06-22 | 2014-09-11 | Mbb Palfinger Gmbh | Hubladebühne |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3228829A1 (de) * | 1982-08-02 | 1984-02-09 | Emil Dautel GmbH, 7105 Leingarten | Ladevorrichtung fuer lastfahrzeugaufbauten |
EP0361008A2 (de) * | 1988-09-29 | 1990-04-04 | MBB Förder- und Hebesysteme GmbH | Hubladebühne für Fahrzeuge |
EP0389378A1 (fr) * | 1989-03-24 | 1990-09-26 | Erhel | Hayon élévateur pour véhicule et son procédé de manutention |
-
1993
- 1993-06-30 BE BE9300670A patent/BE1007254A3/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3228829A1 (de) * | 1982-08-02 | 1984-02-09 | Emil Dautel GmbH, 7105 Leingarten | Ladevorrichtung fuer lastfahrzeugaufbauten |
EP0361008A2 (de) * | 1988-09-29 | 1990-04-04 | MBB Förder- und Hebesysteme GmbH | Hubladebühne für Fahrzeuge |
EP0389378A1 (fr) * | 1989-03-24 | 1990-09-26 | Erhel | Hayon élévateur pour véhicule et son procédé de manutention |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP1491396A1 (de) * | 2003-06-27 | 2004-12-29 | Gerd Bär GmbH | Hubladebühne mit faltbarer Plattform |
DE102004030075B4 (de) * | 2004-06-22 | 2014-09-11 | Mbb Palfinger Gmbh | Hubladebühne |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP0629524B1 (en) | Vehicles and vehicle lifts | |
US5031726A (en) | Mechanism for automatically fixing a slide plate of a system for lifting a motor vehicle for repair thereof | |
US6921120B1 (en) | Cargo extension apparatus for motor vehicle | |
US6457931B1 (en) | Truck mounted hoist | |
JP4900873B2 (ja) | 昇降台装置 | |
BE1000012A6 (nl) | Inrichting voor het sturen van een laadplatform voor transportvoertuigen. | |
US4019781A (en) | Hydraulic hoist for pickup bed | |
BE1007254A3 (nl) | Laadinrichting voor vrachtvoertuigen. | |
US5941677A (en) | Loading platform | |
US7044704B1 (en) | Portable load lifting bed | |
JP4818897B2 (ja) | 貨物自動車用突入防止装置、およびこれを備える貨物自動車 | |
US4400130A (en) | Method and apparatus for handling and transporting a load | |
CN116605185B (zh) | 一种自卸车的防倾倒装置 | |
CN218231757U (zh) | 一种货运周转用的液压提升机 | |
BE1012872A6 (nl) | Inrichting voor een voertuig om een container te laden en een oplegger te koppelen. | |
JP3792151B2 (ja) | 床下格納式昇降装置 | |
US1152510A (en) | Dumping-wagon. | |
US3217914A (en) | Boom-type camper coach loader and unloader | |
NL8006684A (nl) | Trekker met een opleggerkoppeling. | |
US6123499A (en) | Recovery vehicle | |
BE1010806A3 (nl) | Verbeteringen aan laadinrichtingen voor vrachtvoertuigen. | |
KR200208044Y1 (ko) | 지게차의 포크 틸팅장치 | |
BE1008371A3 (nl) | Laadinrichting bij vrachtvoertuigen. | |
BE1012389A3 (nl) | Verbeteringen aan laadkleppen voor vrachtwagens. | |
JP3769170B2 (ja) | 貨物自動車におけるボデーの積卸装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE | Patent lapsed |
Effective date: 20030630 |