BE1006411A6 - Gasbrander met verscheidene branderstaven. - Google Patents

Abstract

Brander met verscheidene branderstaven, die op afstand van in een gasverdeelbuis ingezette sproeikoppen zijn opgesteld en daarboven met verbrandingsgas verzorgbaar en in een verbrandingskamerwand worden gehouden. Om bij een dergelijke brander op eenvoudige manier een gegarandeerd overspringende ontsteking te bereiken, is er voor gezorgd, dat de naast elkaar opgestelde branderstaven (1) afwisselend een scherpe en een stompe hoek insluiten met de lengteas (8) van de gasverdeelbuis (4).

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Gasbrander met verscheidene branderstaven. 



   De uitvinding heeft betrekking op een gasbrander volgens de kop van conclusie 1. 



   Bij branders met grotere branderstaven en derhalve ook grotere afstanden tussen de branderstaven, die bij de gebruikelijke branders steeds evenwijdig aan elkaar en onder een rechte hoek met de gasverdeelbuis zijn opgesteld, doen zich aanzienlijke problemen voor bij het aansteken van de brander wat betreft een snel doorgeven van de ontsteking aan alle branderstaven. Dit leidt onder meer tot zeer heftige ontploffingsverschijnselen, als het vooreerst uitgestroomde gas vertraagd tot ontsteking komt. 



   Uit Duits octrooischrift nr.   1. 208. 712   is een brander bekend, waarbij de branderstaven op een bepaalde plaats zijn voorzien van een de afstand verminderende verbreding met een tot aan de rand van de verbreding gevoerde gasuittreespleet. Verder is een in Duits Offenlegungsschrift nr.   3. 702. 396   beschreven gasbrander met een overspringbrug bekend, die aan een eind van de branderstaven door belemmering van de toestroming van secundaire lucht een verbeterd overspringen mogelijk maakt. Beide oplossingen zijn constructief kostbaar en bij grote afstand van de branderstaven niet veilig genoeg. 



   De uitvinding heeft ten doel, deze nadelen te vermijden en een brander te verschaffen van de in de inleiding vermelde soort, waarbij op een eenvoudige manier 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 een veilig verder ontsteken respectievelijk overspringen van het ontsteken van alle branderstaven wordt gegarandeerd. 



   Volgens de uitvinding wordt dit bereikt door de kenmerkende bijzonderheden van conclusie 1. 



   Door deze maatregel wordt gegarandeerd, dat elke branderstaaf in een van zijn beide eindgebieden dicht bij de telkens naburige branderstaaf komt. Daardoor wordt een overspringen van de vlammen van de ene branderstaaf naar de andere zeer aanmerkelijk vergemakkelijkt, zodat een snel verder ontsteken van de gehele brander wordt gegarandeerd. Daarmee wordt echter een opeenhopen van verbrandingsgas in het gebied van de brander bij de ontsteking daarvan gegarandeerd vermeden, waardoor er ook geen ontploffen van het gas optreedt. 



   Door de kenmerken van conclusie 2 wordt op zeer eenvoudige manier de mogelijkheid verkregen, de branderstaven schuin ten opzichte van de branderplaat in deze te plaatsen, waarbij een eenvoudige constructie van de brander wordt verkregen. 



   Door de kenmerken van conclusie 3 ontstaat een in constructief opzicht zeer eenvoudige   oplossing. \   De uitvinding wordt nu aan de hand van de tekening nader toegelicht. Daarbij toont :
Fig. 1 schematisch een aanzicht van een brander volgens de uitvinding, van boven gezien, en
Fig. 2 schematisch een vooraanzicht van de brander volgens Fig. 1. 



   Gelijke verwijzingstekens hebben in alle Figuren betrekking op dezelfde bijzonderheden. 



   Een atmosferische gasbrander 10 is opgesteld in een verbrandingskamer 2, die voorzien is van een achterwand 9, zijwanden 11 en een voorste verbrandingskamerwand 3, en bestaat uit een veelvoud aan branderstaven   1,   die als holle cilinders zijn uitgevoerd en aan hun bovenste mantelgebieden 12 zijn voorzien van gasuittreeopeningen 13. Deze branderstaven 1 lopen door elliptische openingen 7 van de verbrandingskamerwand 3. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



   De aan elkaar naburige branderstaven 2 sluiten afwisselend scherpe en stompe hoeken in met de lengteas 8 van een gasverdeelbuis 4, waarbij de lengteassen van de 
 EMI3.1 
 branderstaven 2 een hoek insluiten van 150 bij voorkeur een hoek van 300. In deze gasverdeelbuis 4 zijn van schuine afplattingen 14 afstaande sproeikoppen 5 aangebracht, die in hoofdzaak coaxiaal met de centrale assen van de bijbehorende branderstaven zijn opgesteld. 



  Daarbij zijn de branderstaven 1 met de voorste verbrandingskamerwand 3 via lasnaden 6 langs de openingen 7 verbonden. 



   Zoals te zien is uit Fig. 1, zijn naburige branderstaven 1 in een van hum eindgebieden sterk naar elkaar toe gebracht, waardoor bij het ontsteken van brander 10 een veilig en snel overspringen wordt gegarandeerd.

Claims (4)

1. Conclusies : 1. Gasbrander met verscheidene branderstaven, die op afstand van in een gasverdeelbuis opgestelde sproeikoppen zijn opgesteld en via deze van verbrandingsgas kunnen worden voorzien en in een voorste verbrandingskamerwand worden gehouden, gekenmerkt doordat de naast elkaar opgestelde branderstaven (1) afwisselend een spitse en een stompe hoek met de gasverdeelbuis 4 insluiten. EMI4.1
2. 2. Gasbrander volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de branderstaven (1) door elliptische boringen (7) van de voorste verbrandingskamerwand (3) lopen.
3. 3. Gasbrander volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat gasverdeelbuis (4) is voorzien van schuin opgestelde afplattingen (14), die loodrecht zijn opgesteld ten opzichte van de lengteassen van de branderstaven (1) en zijn voorzien van de boringen voor de gassproeistukken (5).
4. 4. Gasbrander volgens een van de conclusies 1 tot 3, gekenmerkt doordat de lengteassen van twee naburige branderstaven (1) een hoek van 150 tot 450, bij voorkeur een hoek van 300, insluiten.