BE1003389A3 - Werkwijze voor het bekomen van een vezellaag. - Google Patents

Abstract

Werkwijze voor het bekomen van een vezellaag, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat in het opeenvolgend vormen van minstens één vlies (2) uit vezelmateriaal (3) dat een hoeveelheid smeltvezels bevat; het verwarmen van het vlies (2) tot op of nagenoeg tot op de smelttemperatuur van de smeltvezels; het samenstellen van een vliespakket (4) bestaande uit meerdere lagen van het voornoemde vlies (2);en het door middel van een geforceerde warme luchtstroom (5) verwarmen van het gevrmde vliespakket teneinde een vezellaag (1) te vormen.

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze voor het bekomen van een vezellaag. 
 EMI1.1 
 --------------------------------------------- Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bekomen van een vezellaag. 



  Meer speciaal betreft zij een werkwijze waarbij de vezellaag wordt vervaardigd door een aantal lagen van een vlies, gevormd uit vezelmateriaal dat een hoeveelheid smeltvezels bevat, op elkaar aan te brengen en vervolgens het gevormde vliespakket tot op of tot nagenoeg op de smelttemperatuur van de smeltvezels te verwarmen. 



  Het is bekend dat het voornoemde vliespakket wordt verwarmd door middel van een geforceerde warme luchtstroom doorheen het vezelmateriaal. Gezien het vezelmateriaal een zeer gemakkelijk samendrukbare structuur bezit is het evenwel moeilijk om dit gelijkmatig te verwarmen. Het is inderdaad zo dat het materiaal door de luchtstroom wordt samengedrukt. Om een voldoende luchtdoorstroming te 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 bekomen dient bovendien aan   een   zijde van het vliespakket een vacuüm te worden gecreëerd, met als gevolg dat nog een grotere samendrukking ontstaat. Dit heeft als nadeel dat het eindprodukt sterk is samengedrukt. 



  Doordat de luchtstroom moeilijk doorheen het samengedrukte produkt kan passeren, heerst aan de ene zijde, waar de luchtstroom met het vliespakket in kontakt wordt gebracht, een relatief hoge temperatuur, terwijl de temperatuur aan de andere zijde, waar de luchtstroom het vliespakket verlaat, lager is. In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld dat lucht wordt toegevoerd bij een temperatuur van 170   ä   180 graden Celcius, terwijl de temperatuur van deze lucht wanneer zij de andere kant van het vliespakket bereikt nog slechts 130 graden Celcius bedraagt. Dit betekent bijvoorbeeld dat de smeltvezels aan de warmste zijde volledig smelten, terwijl zij aan de andere zijde slechts in geringe mate smelten waarna bij het uitharden een vezellaag ontstaat die aan   een zijde   harder is dan aan de andere zijde. 



  De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bekomen van een vezellaag, meer speciaal een vezellaag die gevormd is uit meerdere lagen van een vlies, waarbij het volgens deze werkwijze bekomen eindprodukt de voornoemde nadelen niet vertoont. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



  Tot dit doel betreft de uitvinding een werkwijze voor het bekomen van een vezellaag, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat in opeenvolgend het vormen van minstens één vlies uit vezelmateriaal dat een hoeveelheid smeltvezels bevat ; het verwarmen van het vlies tot op of nagenoeg tot op de smelttemperatuur van de smeltvezels ; het samenstellen van een vliespakket gevormd door meerdere lagen van het voornoemde vlies ; en het door middel van een geforceerde warme luchtstroom verwarmen van het gevormde vliespakket. 



  Doordat het vlies reeds voor het samenstellen van het vliespakket wordt opgewarmd, worden de smeltvezels reeds gedeeltelijk gesmolten, zodanig dat het vlies na deze opwarming, gevolgd door de natuurlijke afkoeling, reeds   een w'elbepaalde   hardheid verkrijgt. Dit heeft tot gevolg dat een vliespakket'dat gevormd wordt uit meerdere lagen van zulk vlies dat reeds verwarmd werd, zeer luchtig en elastisch blijft, en de vezels reeds, via de smeltvezels, met elkaar verbonden zijn, en dit vliespakket bij het verder verwarmen   d. m. v.   de voornoemde   geforceerde   luchtstroom, weinig of niet wordt samengedrukt. Op zijn beurt heeft dit als voordeel dat de geforceerde luchtstroom gemakkelijk doorheen het vezelmateriaal van het vliespakket passeert, zodanig dat zich slechts een kleine   temperatuursgradient voordoet.

   Door   deze vrijwel 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 egale opwarming ontstaan vezellagen met een vrijwel konstante hardheid. 



  Doordat het vliespakket luchtig blijft en de warme lucht er gemakkelijk doorheen kan passeren, is het vormen van een vacuüm niet meer noodzakelijk en kan een lichte afzuiging volstaan. 



  De werkwijze volgens de uitvinding biedt het voordeel dat de gevormde vezellaag, gezien zij nog niet samengedrukt is, nog zeer doeltreffend en gekontroleerd verder kan samengedrukt worden door middel van een kalibreerinrichting, zulks tot op de gewenste dikte. 



  Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen,   is hierna,   als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding beschreven, met verwijzing naar de enige bijgaande tekening, die een inrichting weergeeft die de werkwijze volgens de uitvinding toepast. 



  Zoals weergegeven in de bijgaande figuur bestaat de werkwijze voor het bekomen van de vezellaag 1 volgens de uitvinding in opeenvolgend het vormen van minstens   een   vlies 2 uit vezelmateriaal 3 dat een hoeveelheid smeltvezels bevat ; het verwarmen van het vlies tot op of 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 nagenoeg tot op de smelttemperatuur van de smeltvezels ; het samenstellen van een vliespakket 4 uit meerdere lagen van het voornoemde vlies   2 ;   en het door middel van een geforceerde warme luchtstroom 5 verwarmen van het gevormde pakket 4 teneinde   een   vezellaag 1 te vormen. 



  Het is duidelijk dat het vlies 2 op willekeurige wijze kan worden gevormd. Zoals schematisch in de figuur is weergegeven kan dit bijvoorbeeld gebeuren door het vezelmateriaal   d. m. v.   een roterend afname-element 6 uit een recipient 7 weg te nemen en op een transportband 8 neer te leggen, of bijvoorbeeld door middel van een klassieke kaardmachine. 



  Het verwarmen van het vlies 2 tot op of nagenoeg tot op de smelttemperatuur van de smeltvezels gebeurt door het vlies 2 kontinu langs een verwarmingsinrichting 9 te laten passeren. Bij voorkeur voorziet deze verwarmingsinrichting 9 in een warme luchtstroom die doorheen het vlies 2 wordt geblazen. Omwille van de geringe dikte van het vlies 2 kunnen ook andere verwarmingsinrichtingen worden aangewend, waarbij bijvoorbeeld gebruik wordt gemaakt van hittestralers, bijvoorbeeld infraroodlampen. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 In de verwarmingsinrichting 9 worden de smeltvezels minstens gedeeltelijk gesmolten, zodanig dat bij het verlaten van deze inrichting en na het afkoelen aan de omgeving, een vlies 2 onstaat dat reeds een geringe hardheid vertoont, doordat de vezels reeds door middel van de smeltvezels met elkaar verbonden zijn en bijgevolg minder samendrukbaar is. 



  Het samenstellen van het voornoemde vliespakket 4 gebeurt bijvoorbeeld door het vlies 2 tot op een welbepaalde dikte in zig-zag op te stapelen, tot een aantal lagen is bereikt. Dit gebeurt bijvoorbeeld   d. m. v.   een kontinue vouwinrichting 10. 



  Het definitieve vliespakket 4 wordt dan naar een oven 11 gebracht, bijvoorbeeld automatisch   d. m. v.   een transportband 12. In deze oven 11 wordt het vliespakket 4 in kontakt gebracht met de geforceerde warme luchtstroom 5. Hiertoe kan het vliespakket 4 bijvoorbeeld bewogen worden tussen transportbanden 13 en 14. Overigens zijn hierbij aan   een   zijde van de oven 11 luchttoevoermiddelen 15 voorzien en aan de andere zijde luchtafvoermiddelen 16. 



  De luchttoevoermiddelen 15 voorzien in een aantal luchttoevoeropeningen 17 die op het vliespakket 4 zijn gericht, waaraan   d. m. v.   een aanzuig- en 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 verwarmingsinrichting 18 warme lucht wordt toegevoerd. De luchtafvoermiddelen 16 worden gevormd door een aantal in de onderzijde van de oven 11 aangebrachte afzuigopeningen
19 en de hierop aangesloten zuiginrichting 20. 



   Onmiddellijk na het verwarmen van het vliespakket 4 wordt de alzo gevormde vezellaag 1 bij voorkeur nog gekalibreerd, met andere woorden op de gewenste dikte gebracht, zulks bijvoorbeeld door da vezellaag 1 tussen aandrukrollen 21 en 22 te leiden. De vezellaag 1 kan in de plaats van vlak gemaakt te worden ook worden vervormd, zodat een bepaald profiel of een bepaalde vormgeving ontstaat. 



  De werking van de inrichting kan eenvoudig uit de figuur worden afgeleid. Het gevormde vlies 2 wordt eerst in de verwarmingsinrichting 9 opgewarmd, waardoor het een welbepaalde stijfheid verkrijgt. Vervolgens wordt een vliespakket 4 gevormd. Het is duidelijk dat dit pakket in de oven 11 weinig of niet wordt samengedrukt, gezien het vlies 2 reeds een bepaalde stijfheid geniet. Dit heeft ook tot gevolg dat de luchtstroom 5 gemakkelijk door het vezelmateriaal kan dringen en een zeer gelijkmatige opwarming optreedt. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 Doordat de uiteindelijk uit het vliespakket 4 gevormde vezellaag 1 weinig of niet werd samengedrukt, blijft de mogelijkheid tot verdere samendrukking bestaan zodat altijd een vezellaag 1 van gewenste dikte kan worden gevormd. 



  De werkwijze volgens de uitvinding is geschikt voor het vormen van vezellagen voor allerlei doeleinden, en in het bijzonder vezellagen die bedoeld zijn als isolatiemateriaal, bijvoorbeeld om te worden aangewend in donsdekens, kledingstukken, slaapzakken, matrassen, zitkussens en dergelijke, als ook in de bouw voor het isoleren van muren, enz. 



  De werkwijze volgens de uitvinding is in het bijzonder geschikt voor het vormen van vezellagen uit polyestervezels die gemengd zijn met smeltvezels. 



  Het is duidelijk dat de voornoemde werkwijze niet noodzakelijk in   een   kontinu proces, zoals weergegeven in de figuur, hoeft te gebeuren. Het vlies 2 zou immers ook eerst afzonderlijk kunnen worden geproduceerd, en vervolgens, wanneer gewenst, verder kunnen worden behandeld teneinde hieruit een vezellaag 1 te vormen. Het is eveneens duidelijk dat het vormen van het vlies 2 alsmede het verwarmen ervan in de verwarmingsinrichting 9 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 in een afzonderlijke inrichting zou kunnen gebeuren, waarna het alzo gevormde relatief stijve vlies 2 tijdelijk wordt gestockeerd, of eventueel wordt getransporteerd, en dat het vliespakket 4 en de vezellaag 1 slechts in een later stadium worden gevormd. 



  Het is duidelijk dat het vliespakket 4 in welbepaalde lengten kan verdeeld worden alvorens het door de oven 11 wordt geschoven. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuur weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke werkwijze voor het bekomen van een vezellaag kan volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (8)

1. Konklusies. EMI10.1 ----------- 1.-Werkwijze voor het bekomen van een vezellaag, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat in het opeenvolgend vormen van minstens een vlies (2) uit vezelmateriaal (3) dat een hoeveelheid smeltvezels bevat ; het verwarmen van het vlies (2) tot op of nagenoeg tot op de smelttemperatuur van de smeltvezels ; het samenstellen van een vliespakket (4) bestaande uit meerdere lagen van het voornoemde vlies (2) ; en het door middel van een geforceerde warme luchtstroom (5) verwarmen van het gevormde vliespakket teneinde een vezellaag (1) te vormen.
2. 2.-Werkwijze volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de uit het vlies. pakket (4) gevormde vezellaag (1) onmiddellijk na de behandeling met de geforceerde warme luchtstroom (5) wordt gekalibreerd.
3. 3.-Werkwijze volgens konklusie 2, daardoor gekenmerkt dat de vezellaag (1) wordt gekalibreerd door ze samen te drukken d. m. v. aandrukrollen (22, 23).
4. 4.-Werkwijze volgens konklusie 1,2 of 3, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde vliespakket (4) wordt verwarmd door het toevoeren van warme lucht aan een zijde <Desc/Clms Page number 11> van het vliespakket en door het afzuigen van de lucht aan de andere zijde.
5. 5.-Werkwijze volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat het verwarmen van het vlies (2) gebeurt d. m. v. een geforceerde warme luchtstroom.
6. 6.-Werkwijze volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat het vliespakket (4) wordt samengesteld door het vlies (2) zig-zagvormig op te vouwen.
7. 7.-Werkwijze volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat het vlies (2) bij het verwarmen kontinu langs een verwarmingsinrichting (9) wordt verplaatst.
8. 8.-Werkwijze volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat als vezelmateriaal (3) polyestervezels worden aangewend.