wisselstrook
Uiterlijk
- wis·sel·strook
- samenstelling van wissel en strook
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wisselstrook | wisselstroken |
verkleinwoord |
- (verkeer) een rijstrook die afhankelijk van de drukte geopend wordt voor een bepaalde rijrichting
- Ruijter is verantwoordelijk voor het programma SAA, Schiphol-Amsterdam-Almere. De A1 is een van de vijf projecten van SAA, dat in 2024/25 moet zijn voltooid en in totaal 4,4 miljard euro kost. Ruijter verwacht dat meer wegcapaciteit zal leiden tot minder files. Er waren drie rijstroken in beide richtingen en één wisselstrook die zich aanpast aan de spits. Het worden vijf rijstroken in beide richtingen, plus twee wisselstroken. [1]
- Het woord wisselstrook staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wisselstrook" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ NRC Mark Duursma 22 augustus 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be