verschenen
Uiterlijk
- Geluid: verschenen (hulp, bestand)
- ver·sche·nen
- vervoeging van verschijnen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling ij-ee (IPAː /ɛi/ - /e/)
vervoeging van |
---|
verschijnen |
verschenen
- meervoud verleden tijd van verschijnen
- Wij verschenen.
- Jullie verschenen.
- Zij verschenen.
- Wij verschenen.
- voltooid deelwoord van verschijnen
- ▸ Even rustig als ze was verschenen, verdween ze geruisloos weer de struiken in.[1]
- Het woord verschenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers