theedoek
Uiterlijk
- thee·doek
- samenstelling van thee en doek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | theedoek | theedoeken |
verkleinwoord | theedoekje | theedoekjes |
de theedoek m
- (huishouden) katoenen of linnen doek, m.n. gebruikt om serviesgoed, bestek, pannen e.d. mee af te drogen
- Ik pak een schone theedoek uit de la.[1]
1. katoenen of linnen doek, m.n. gebruikt om serviesgoed, bestek, pannen e.d. mee af te drogen
- Het woord theedoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "theedoek" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Daphne Deckers, Alles is zoals het zou moeten zijn, Mistral, 2012
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Huishouden in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %