tabel
Uiterlijk
- ta·bel
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘geordende lijst’ voor het eerst aangetroffen in 1399 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tabel | tabellen |
verkleinwoord | tabelletje | tabelletjes |
- een geordende lijst met gegevens
- Het is overzichtelijker als je het in tabellen zet.
1. een geordende lijst met gegevens
- Het woord tabel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tabel" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "tabel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ tabel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
tabel
- tabel in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Deens
- Woorden in het Deens van lengte 5
- Zelfstandig naamwoord in het Deens