stoffer

Nederlands

vuilnisblik met stoffer

Uitspraak

• Geluid:  stoffer    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈstɔfər / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• stof·fer

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van stoffen met het achtervoegsel -er

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	stoffer	stoffers
verkleinwoord	stoffertje	stoffertjes

Zelfstandig naamwoord

de stoffer m

1. zachte borstel met handgreep die ervoor dient om stof te verwijderen

   • De stoffer die hij laatst gekocht had, bleek weinig stof weg te nemen. 

Typische woordcombinaties

• stoffer en blik

Vertalingen

    1. zachte borstel met een steel die ervoor dient om stof te verwijderen   

Duits: Handfeger (de) m Noors: feiekost (no) m

Nynorsk: feiekost (nn) m

Gangbaarheid

• Het woord stoffer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stoffer" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
84 %	van de Vlamingen.

Deens

Woordafbreking

• stof·fer

Zelfstandig naamwoord

stoffer, mv

1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van stof

Noors

Woordafbreking

• stof·fer

Naar frequentie	5088

Zelfstandig naamwoord

stoffer, mv

1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van stoff