stevige

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  stevige    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ste·vi·ge

Bijvoeglijk naamwoord

stevige

1. verbogen vorm van de stellende trap van stevig

   ▸ Hij ging altijd in discussie en kon met een stevige stelling mensen goed uitdagen.

   ▸ Het leek alsof de stevige en weelderige serveerster de vraag had begrepen, want ze sloop op haar tenen rond de tafel en ruimde stilletjes de lege bierglazen af.