sarcofaag
Uiterlijk
- sar·co·faag
- via Frans sarcophage zn of Latijn sarcophagus van Oudgrieks σαρκόφαγος [λίθος] (sarkófagos [líthos]) "vleesetende [steen]"; in de betekenis van ‘doodkist’ voor het eerst aangetroffen in 1872 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sarcofaag | sarcofagen |
verkleinwoord | sarcofaagje | sarcofaagjes |
de sarcofaag m
- stenen doodskist
- grafteken in de vorm van een doodskist
- (techniek) stenen omhulsel van een kernreactor
- sarcophaag (officiële spelling tot 1946 in België en 1947 in Nederland)
1. een stenen doodskist
- Het woord sarcofaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sarcofaag" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ sarcofaag op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "sarcofaag" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Techniek in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 93 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %