[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

rondtrekken

Uit WikiWoordenboek
  • rond·trek·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
rondtrekken
trok rond
rondgetrokken
klasse 3 volledig

rondtrekken

  1. inergatief zonder duidelijk doel van de ene plaats naar de andere gaan
    • We hebben deze vakantie een beetje door Nieuw-Engeland rondgetrokken. 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be