rettich
Uiterlijk
- ret·tich
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rettich | rettichs |
verkleinwoord | - | - |
de rettich m
- (voeding) lange, witte wortelknol van een variant van de tuinradijs Raphanus sativus , met een iets zachtere, vergelijkbare smaak
- Hij drapeerde het deeg rond de slechts geschilde rettich, courgette en wortelen. [2]
-
1. Rettichs in de grond.
-
1. Een verse rettich.
-
1. Een salade van rettich.
- Het woord rettich staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rettich" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
11 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ rettich op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Kregting, M."Koffie: de bijsluiter" in: Parmentier. jrg. 19 nr. 4 (november 2010) Stichting Parmentier, Nijmegen; p. 139; geraadpleegd 2019-11-19
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Voeding in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 63 %
- Prevalentie Vlaanderen 11 %