[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

reel

Uit WikiWoordenboek
  • reel
enkelvoud meervoud
naamwoord reel relen
verkleinwoord

de reelm

  1. (te) slank
  2. (visserij) vismolen van een werphengel
    • Na nog enkele vergeefse pogingen om een vis te verschalken, besluiten we ons heil enkele honderden meters verderop te beproeven. Nu is het snel raak. Een grote vis laat de hengel flink doorbuigen. Stukje bij beetje lukt het om met de reel –een speciaal type vismolen– de vis richting boot te dirigeren. Enkele minuten later spartelt het dier in de grote groene bak in de boot. Het blijkt een doornhaai te zijn van zeker een meter lang. Na een fotosessie gaat de vis weer overboord. [3] 
  3. (dans) soort dans
41 % van de Nederlanders;
34 % van de Vlamingen.[4]


vervoeging
onbepaalde wijs to  reel 
he/she/it  reels 
verleden tijd  reeled 
voltooid
deelwoord
 reeled 
onvoltooid
deelwoord
 reeling 
gebiedende wijs  reel 

reel

  1. onovergankelijk wankelen, waggelen
  2. onovergankelijk duizelen
  3. onovergankelijk wervelen
enkelvoud meervoud
reel -

reel

  1. haspel
  2. (techniek) spoel
  3. (techniek) filmrol [2] ("haspel")