pusa
Uiterlijk
- IPA: /pusɑ/, /puzɑ/
- Afgeleid van het Proto-Germaanse *pusô
pusa m
pusa
pusa v
- (spreektaal) kus, zoen
- pu·sa
- Afgeleid van het Duitse Buss
pusa v
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | pusa | pusy |
genitief | pusy | pus |
datief | puse | pusám |
accusatief | pusu | pusy |
vocatief | puso | pusy |
locatief | puse | pusách |
instrumentalis | pusou | pusami |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
Categorieën:
- Woorden in het Angelsaksisch
- Woorden in het Angelsaksisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Angelsaksisch
- Woorden in het Tagalog
- Zelfstandig naamwoord in het Tagalog
- Roofdieren in het Tagalog
- Zoogdieren in het Tagalog
- Woorden in het Slowaaks
- Zelfstandig naamwoord in het Slowaaks
- Spreektaal in het Slowaaks
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Woorden in het Tsjechisch met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Spreektaal in het Tsjechisch
- Anatomie in het Tsjechisch
- Vrouwelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch