peperen
Uiterlijk
- pe·pe·ren
peperen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
peperen |
peperde |
gepeperd |
zwak -d | volledig |
- (kookkunst) met behulp van peper en andere kruiden iets pittig en sterk gekruid maken
- (figuurlijk) emotioneel aanzetten, overdrijven, mooier of emotioneler voorstellen dan in werkelijkheid
- ▸ het zijn en blijven onschuldige glimwormtjens; en hoe gaarne we ook ons Reisverhaal met eene pikante ontmoeting à la Dumas hadden willen peperen, moeten wij ons de prozaïsche bekentenis getroosten, dat we, braaf vermoeid maar volkomen heelshuids en zonder eenig avontuur, des morgens te half zes de poort van Modena binnensukkelen.[3]
- (figuurlijk) (verouderd) straffen, slaan
- ▸ Nog hebben zelfs de Franschen poisson d'Avril, en wanneer al ten hunnent, voor zoo ver ik weet, het gebruik niet in zwang is gebleven, op Onnoozelen Kinderen-dag deze met dennen-of berken-roeden te peperen.[4]
- (figuurlijk) duur maken (meestal als voltooid deelwoord)
- ▸ De prof. vond inderdaed een brief van den hoog eerwaerden heer Rector der Leuvensche Hoogeschool, ik een van mijne ouders; daermeê waren wij zeer in onzen schik, behalve echter over de vracht, welke wij zoo wat vijf en twintig franken betaelden. Wat belieft u? en komt u de briefwisseling ook niet wat gepeperd voor?[5]
1. met peper bestrooien, kruiden
- meervoud van het zelfstandig naamwoord peper
- ▸ Tlanghe pepere comt ende wast alsmen bij avontueren eeneghe struucken laedt staen zonder besinghen vanden viere of afhouden ende anden struuc laet hanghen over den tijt; dat werdt saet, ghelijc tsaet dat up de helsboomen wast ende es lanc pepere, maer dese drie manieren van peperen - es te wetene wit, zwart ende lanc - wassen al up eenen boom, uut eenen struucke spruutende.[6]
- Het woord peperen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "peperen" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[7] |
- ↑ peperen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron J.J.L. ten Kate“Italië. Reisherinneringen” (1857.), J.W. Swaan, Arnhem, p. 355-356 op dbnl.org
- ↑ Weblink bron E.J. PotgieterDe geest des tijds. Uit Democritos. in: De Gids. Nieuwe Vaderlandsche Letteroefeningen (1838.), G.J.A. Beijerinck, Amsterdam, p. 407 op dbnl.org
- ↑ Weblink bron J. Nolet de Brauwere van Steeland“Een reisje in het noorden” (1843), Vanlinthout en Vanderzande, Leuven / H. Aewerdonk, Rotterdam, p. 165 op dbnl.org
- ↑ Weblink bron Ambrosius ZeeboutTvoyage van Mher Joos van Ghistele (1557) in:R.J.G.A.A. Gaspar (ed.)Tvoyage van Mher Joos van Ghistele (1998), Verloren, Hilversum, p. 200 op dbnl.org
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Kookkunst in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %