oorgat
Uiterlijk
- oor·gat
- samenstelling van oor en gat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oorgat | oorgaten |
verkleinwoord | oorgaatje | oorgaatjes |
het oorgat o
- (anatomie) de lichaamsopening van het oor
- (verkeer) (scheepvaart) de opening van een oorgatbrug
- (scheepvaart) opening tussen boeisel en voorstevenbalk, waardoor de ankertros gevoerd wordt
- [2] oorgatbrug
- Het woord 'oorgat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.