nolle
Uiterlijk
Niet te verwarren met: Nolle |
- nol·le
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nolle | nollen |
verkleinwoord | nolletje | nolletjes |
- kleine verhoging in het terrein
- ▸ ⧖ 't Zij dat men volgens het Concept van L. Milborn aan de kant van de Plaat werkten, om het getij van die zijde meerder te doen inschieten; of dat 'er een lange Nolle gelegd wierde aan het einde van het Mastgat, zoo hoog dat boven een ordinairen vloet bleef, als mede een Nolle op dezelve hoogte aan de Plaat kant; of wel dat behalven een Nolle aan het Mastgat, een Dam gelegd wierd, aan het eerste einde van het Schorre bij Wijdaarts, omtrent 800 Roeden lang; of eindelijk het leggen van een Dam aan de Stoof-polder.[1]
- nol (uitspraakvariant)
- Het woord nolle staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nolle" herkend door:
12 % | van de Nederlanders; |
16 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Notulen van de edel mogende heeren Staten van Zeelandt, deel 178” (1759), 220/221
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- nol·le
stamtijd | |||
---|---|---|---|
infinitief | 1e pers. enk. ind. praes. act. |
1e pers. enk. ind. perf. act. |
supinum |
nolle | nolo | noluī | - |
onregelmatig | volledig |
nolle infinitivus praesens actief
- niet willen.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 12 %
- Prevalentie Vlaanderen 16 %
- Woorden in het Latijn
- Onregelmatig werkwoord in het Latijn
- Werkwoord in het Latijn