mol

Universeel taalgebruik

Woordherkomst en -opbouw

• van Duits Mol als (verkorting) van  Molekül zn  "molecuul" rond 1900 voor het eerst gebruikt door de 19e-eeuwse Duitse scheikundige W. Ostwald

Symbool

mol

1. (scheikunde), (eenheid) symbool voor de eenheid van stofhoeveelheid: 6,02214076 × 10²³ deeltjes van een stof

Opmerkingen

• Oorspronkelijk gedefinieerd als een hoeveelheid van een stof die net zo veel deeltjes bevat als er atomen zijn in 12 gram koolstof-12.

Verwante begrippen

• getal van Avogadro

eenheden van mol
ymol • zmol • amol • fmol • pmol • nmol • μmol • mmol • cmol • dmol • mol • damol • hmol • kmol • Mmol • Gmol • Tmol • Pmol • Emol • Zmol • Ymol

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  mol    (hulp, bestand)
• IPA: / mɔl / (1 lettergreep)

Woordafbreking

• mol

Woordherkomst en -opbouw

• [A]: erfwoord via Middelnederlands mol van Oudnederlands mol, in de betekenis "onderaards levend dier" aangetroffen vanaf ca. 750
  • leenvertaling van Engels mole, in de betekenis van ‘spion in een organisatie’ aangetroffen vanaf 1974
• [B]: van Frans bémol, in de betekenis van ‘verlagingsteken in muziekschrift’ aangetroffen vanaf 1685
• [C]: van Duits Mol als (verkorting) van  Molekül zn  "molecuul" rond 1900 voor het eerst gebruikt door de 19e-eeuwse Duitse scheikundige W. Ostwald

[A]	enkelvoud	meervoud
naamwoord	mol	mollen
verkleinwoord	molletje	molletjes

Zelfstandig naamwoord

[A] de mol m

1. (insecteneters) bepaald soort zoogdier, Talpa europaea  zwart, zoogdier met spitse snuit en voorzien van graafpoten, dat leeft in gegraven gangen in de grond
2. (figuurlijk) deelnemer van een organisatie die daarbinnen voor anderen spioneert

• 
  1. Een mol, Talpa europaea.

Synoniemen

1. [2] infiltrant

Hyperoniemen

• mollen, insecteneters, placentadieren, zoogdieren, gewervelden, chordadieren, dieren

Verwante begrippen

• Amerikaanse spitsmuismol, balkanmol, blinde mol, borstelmol, buidelmol, burmeistergordelmol, Californische mol, gansumol, gewone buidelmol, gordelmol, goudmol, himalayamol, hondospitsmuismol, Iberische blinde mol, Japanse spitsmuismol, Juliana's kopermol, Kaapse goudmol, kleine buidelmol, kopermol, Oost-Amerikaanse mol, Perzische mol, reuzengoudmol, Romeinse mol, Somalische goudmol, spitsmuismol, stermol, townsendmol, Van Zijls goudmol, veenmol, Visagies goudmol, West-Amerikaanse mol, wintongoudmol, woestijngoudmol

Hyponiemen

• attomol, B-mol, boormol, centimol, decamol, decimol, dubbelmol, examol, femtomol, gigamol, hectomol, kilomol, kruismol, megamol, micromol, millimol, nanomol, petamol, picomol, schildmol, teramol, watermol, yoctomol, yottamol, zeptomol, zettamol

Afgeleide begrippen

• Chinese molhamster, Daurische molhamster, harige molkreeft, Kuhns molspin, molhamster, molsalamander, molsalamanders, molspitsmuis, naakte molrat, Oost-Afrikaanse molrat
• molaal, molair, molboon, molbord, molfractie, molgewicht, molhuis, molkever, molkleurig, molkreeft, molkrekel, molmuis, molrat, molsalade, molsgang, molsgat, molshoop, molsla, molster, molteken, moltoon, moltoonladder, moltoonschaal, moltoonsoort, mollebier, molleboon, mollenfluit, mollengang, mollengat, mollengeld, mollenhoop, mollenijzer, mollenjacht, mollenjager, mollenknip, mollenkruid, mollenpoot, mollenrel, mollenrit, mollentand, mollenval, mollenvanger, mollenvangst, mollenvel, mollenwerk, mollenwet, moller, mollig, molloot

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• Indien mol wordt beschouwd als individu van de familie of andere groep mollen zie dan Hyponiemen mollen

Vertalingen

    1. bepaald soort zoogdier, Talpa europaea   

Afrikaans: mol (af) Boeginees: ᨅᨒᨓᨚ Catalaans: talp (ca) m Deens: muldvarp (da) Duits: Maulwurf (de) m Engels: mole (en) Esperanto: talpo (eo) Fins: maamyyrä (fi)

Frans: taupe (fr) v Italiaans: talpa (it) v klassiek Nahuatl: tozan (nci) Noors: moldvarp (no) Portugees: toupeira (pt) Spaans: topo (es) m Yucateeks: baj Zweeds: mullvad (sv)

Werkwoord

vervoeging van
mollen

[A] mol

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mollen
   

   • Ik mol. 

2. gebiedende wijs van mollen
   

   • Mol! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mollen
   

   • Mol je? 

[B]	enkelvoud	meervoud
naamwoord	mol	mollen
verkleinwoord	molletje	molletjes

Zelfstandig naamwoord

[B] de mol v / m

1. (muziek) teken in het muziekschrift dat een verlaging met een halve toon aanduidt

• 
  1. De mol.
• 
  1. Een mol die aangeeft dat de A met een halve toon verlaagd wordt.

Synoniemen

• verlagingsteken

Antoniemen

• kruis, verhogingsteken

Afgeleide begrippen

• dubbelmol

Verwante begrippen

• alteratie, herstellingsteken, voorteken

Vertalingen

    2. teken in het muziekschrift   

Engels: flat (en)

[C]	enkelvoud	meervoud
naamwoord	mol	(molen) *
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

[C] de mol v / m

1. (scheikunde), (eenheid) mol, hoeveelheid van een stof die net zo veel deeltjes bevat als er atomen zijn in 12 gram koolstof-12

   • Het gewicht van 5 mol water is 80 gram. 

Opmerkingen

• Bij het aangeven van hoeveelheden wordt standaard het enkelvoud gebruik.

Afgeleide begrippen

• molair, molaal, molgewicht

eenheden van mol in het Nederlands (nld)
yoctomol • zeptomol • attomol • femtomol • picomol • nanomol • micromol • millimol • centimol • decimol • mol • decamol • hectomol • kilomol • megamol • gigamol • teramol • petamol • examol • zettamol • yottamol

Verwante begrippen

• dalton, Da, u

Vertalingen

    3. hoeveelheid van een stof die net zo veel deeltjes bevat als er atomen...   

Catalaans: mol (ca) Duits: Mol (de) Engels: mole (en) Esperanto: molo (eo) Fins: mooli (fi) Frans: mole (fr) m

Italiaans: mole (it) Roemeens: mol (ro) Pools: mol (pl) m Slowaaks: mol (sk) m Spaans: mol (es) Tsjechisch: mol (cs) monbezield

Anagrammen

• lom, olm

Gangbaarheid

• Het woord mol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mol" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Slowaaks

Zelfstandig naamwoord

mol m

1. (scheikunde)(eenheid) mol

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /mɔl/

Woordafbreking

• mol

Woordherkomst en -opbouw

1. -
2. Afgeleid van het Duitse Mol
3. -
4. -

Zelfstandig naamwoord

mol mbezield

1. (vlinders) mot, benaming voor insecten uit de familie Tineidae 

Verbuiging

		enkelvoud	meervoud
nominatief		mol	moli / molové
genitief		mola	molů
datief	korte vorm	molu	molům
	lange vorm	molovi
accusatief		mola	moly
vocatief		mole	moli / molové
locatief	korte vorm	molu	molech
	lange vorm	molovi
instrumentalis		molem	moly

Gelijkklinkende woorden

• moll

Anagrammen

• lom monbezield

Afgeleide begrippen

• knihomol monbezield
• molí

Verwante begrippen

• housenka v
• motýl mbezield

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)

Zelfstandig naamwoord

mol monbezield

1. (scheikunde)(eenheid) mol; hoeveelheid van een stof die net zo veel deeltjes bevat als er atomen zijn in 12 gram koolstof-12

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	mol	moly
genitief	molu	molů
datief	molu	molům
accusatief	mol	moly
vocatief	mole	moly
locatief	molu	molech
instrumentalis	molem	moly

Synoniemen

• grammolekula v

Hyperoniemen

• jednotka v

Gelijkklinkende woorden

• moll

Anagrammen

• lom monbezield

Afgeleide begrippen

• molární

Verwante begrippen

eenheden van het SI-stelsel in het Tsjechisch
metr (délka) • litr (objem) • kilogram (hmotnost) • sekunda (čas) • ampér (elektrický proud) • kelvin (teplota) • mol (látkové množství) • kandela (svítivost)

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)

Zelfstandig naamwoord

mol o

1. (muziek) mineur

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	mol	mol
genitief	mol	mol
datief	mol	mol
accusatief	mol	mol
vocatief	mol	mol
locatief	mol	mol
instrumentalis	mol	mol

Schrijfwijzen

• moll

Anagrammen

• lom monbezield

Verwante begrippen

• mollově (bw.)
• mollový

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Zelfstandig naamwoord

mol

1. genitief meervoud van molo

Gelijkklinkende woorden

• moll

Anagrammen

• lom monbezield