lork
Uiterlijk
- lork
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lork | lorken |
verkleinwoord |
de lork m
- (coniferen) benaming voor naaldbomen uit het geslacht Larix die in de winter hun naalden laten vallen
- ▸ ‘Je ziet het overal in Vlaanderen: toppen van naaldbomen die ros staan te blinken in de zon. Voor een fijnspar kan dat duiden op aantasting, terwijl dat voor een lork net een teken van een goede gezondheid is. Verwarrend, dus best even dubbelchecken.’[3]
- ▸ De Bourgoyen-Ossemeersen staat internationaal bekend voor zijn open graslanden. Die trekken zeer veel watervogels aan. Maar midden in het natuurreservaat, vlak bij de R4, ligt een vreemde eend in de bijt: het Valkenhuisbos. Dat is tien voetbalvelden groot en telt zowat 700 sparren, dennen, lorken en populieren. Stuk voor stuk buitenlandse soorten, en deze zomer worden ze allemaal gekapt.[4]
- Het woord lork staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lork" herkend door:
29 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ lork op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron mtm“Letterzetter rukt op in Vlaanderen en richt heel wat schade aan” (08/03/2019), De Standaard
- ↑ Weblink bron Tuly Salumu“Gents natuurgebied rooit 700 ‘waardeloze’ bomen om zeldzame watervogels te lokken” (10/06/2019), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 of 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Coniferen in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 29 %
- Prevalentie Vlaanderen 72 %