kamplied
Uiterlijk
- kamp·lied
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kamplied | kampliederen |
verkleinwoord | kampliedje | kampliedjes |
het kamplied o
- een lied dat vaak tijdens een vakantiekamp wordt gezonden
- David heeft het wat gemakkelijker met zijn einddoel: hij kan de hele dag bezig zijn met zijn autodidactische cursus “Hoe leer ik Nederlands in 14 dagen” en dat doet hij dan ook met volle overgave. “Was ist denn das?” vraagt hij de hele dag bij alles wat hij hoort, ziet en leest. Ik geef hem lang geduldig antwoord en leg hem de hele dagelijkse, Nederlandse terminologie uit, van “aan tafel”, tot “boodschappen doen” van “pas op” tot “dat doet er niet toe” Maar na 36 keer: “Was ist das?”, krijgt hij als antwoord: “Drei Japannesen mit ein Kontrabas” (Naar een bekend kampliedje uit mijn jeugd, wat de jongens tot mijn verrassing ook kennen[2]
- Het duurde altijd twee weken en was fantastisch. We sliepen in grote legertenten in het weiland achter de dijk, met kinderen uit allerlei plekken in Nederland, de jongens gescheiden van de meisjes. We bouwden overdag forten, maakten zandtekeningen -het strand lag pal naast onze tentenkamp- en deden aan volksdansen. De muziek kwam dan uit een bandrecorder. Soms speelde Mas gitaar. En zongen wij er kampliedjes als ‘Hoor je ’t zingen van het vuur’ bij.[3]
- Het woord 'kamplied' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kamplied" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 11 apr. 2013 Doel
- ↑ Tubantia Eefje Oomen 26-JULI-2017 Op wereldreis naar Zeeuws-Vlaanderen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be