køre
Uiterlijk
- kø·re
- Afkomstig van het Oudnoorse woord keyra
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
køre |
kører |
kørte |
kørt |
volledig |
køre
- rijden
- (verkeer) rijden
- vertrekken (van een bus of trein)
- «Toget kører om ti minutter.»
- De trein vertrekt over tien minuten.
- «Toget kører om ti minutter.»
- vervoeren
- (over de huid) gaan, strelen
- (op een stoel) heen en weer bewegen
- [3]: afgå
werkwoorden
naamwoorden
|
- [1]: køre 11 kilometer på literen
11 kilometer per liter rijden
- [1]: Det løb er kørt.
Løbet er kørt.
De zaak is beslecht.
- køre in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk