hoofdeloos
Uiterlijk
- Geluid: hoofdeloos (hulp, bestand)
- hoof·de·loos
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | hoofdeloos | hoofdelozer | hoofdeloost |
verbogen | hoofdeloze | hoofdelozere | hoofdelooste |
partitief | hoofdeloos | hoofdelozers | - |
hoofdeloos
- letterlijk zonder hoofd zijnde
- In mythen en sagen wordt wel gesproken over hoofdeloze wezens
- zonder leiding, zonder verstand
- De hoofdeloze natie was redeloos, radeloos en reddeloos.
- Het woord hoofdeloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.