hoofdafdeling
Uiterlijk
- hoofd·af·de·ling
- samenstelling van hoofd zn en afdeling zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoofdafdeling | hoofdafdelingen |
verkleinwoord |
- het belangrijkste onderdeel van een organisatie
- grootste gedeelte van een groep
- ▸ Later ontstond in hoofdzaak langs deze lijnen een wat andere indeling en kwam ook een 'hoofdafdeling Delftse studenten' tot stand.[2]
- ▸ Na de Duitse inval werd De Gelder zeer actief voor Musserts partij, eerst bij het Opvoeders Gilde en later als leider van de Hoofdafdeling Beroepsvorming van het Nederlands Arbeids Front, waarin alle 'gelijkgeschakelde' vakbewegingen waren ondergebracht.[2]
- [2] onderafdeling
- Het woord hoofdafdeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ 2,0 2,1 Hans Schippers“Technici en de totalitaire verleiding” (2023), Walburgpers, ISBN 9789462499584