heitje

Heitje voor een karweitje. 20 april 1960. Dam, Amsterdam

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  heitje    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈhɛicə/

Woordafbreking

• heit·je

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘Bargoens: kwartje’ voor het eerst aangetroffen in 1860
• Herkomst: Bargoens

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	heitje	heitjes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het heitje o dim. tant.

1. (Jiddisch-Hebreeuws), (numismatiek), (informeel) vijf stuivers, kwartje

Uitdrukkingen en gezegden

• Een heitje voor een karweitje

Een kwartje voor een klein klusje aan huis (bij padvinders e.d.)

Verwante begrippen

• hee (als substantief)

Zelfstandig naamwoord

het heitje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord hei

Gangbaarheid

• Het woord heitje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "heitje" herkend door:

95 %	van de Nederlanders;
47 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.