geilneef
Uiterlijk
- geil·neef
- samenstelling van geil ww en neef zn ; bekend geworden creatie van het duo Van Kooten en De Bie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geilneef | geilneven |
verkleinwoord | geilneefje | geilneefjes |
de geilneef m
- (seksualiteit) wellustig persoon, louter op seks belust iemand
- En wij maar werken voor dat stelletje hooghartige, verwijfde slijmjurken die 'm amper nog rechtop kunnen krijgen. Toevallig zit ik hier tijdelijk vast, maar anders zouden jullie met deze geilneef wat beleven. [1]
- Het woord geilneef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woldendorp, J."Brief uit de bajes (19 oktober 1977)" in: Raster. jrg. 1978 nr. 5 (1978) De Bezige Bij, Amsterdam; ISBN 90 234 1315 6; p. 138; geraadpleegd 2019-01-09
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Seksualiteit in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal