gebraden
- ge·bra·den
| vervoeging van: | braden… |
| geen verbogen vorm | |
gebraden
- voltooid deelwoord van braden
- de gebraden duiven vliegen hem in de mond
hij is iemand die veel geluk heeft
- de gebraden duiven vliegen niemand in de mond
voor succes zul je hard moeten werken
- de gebraden haan uithangen
teveel geld uitgeven aan eten en drinken
de gebraden duiven vliegen hem in de mond (=krijgt alles zonder er moeite voor te doen)
de gebraden duiven vliegen niemand in de mond. (=iemand die luxe wil zal er voor moeten werken)
de gebraden haan uithangen (=op onverantwoordelijke wijze erg veel geld uitgeven aan met name lekker eten en drinken)