geðbilun

IJslands

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈɟ̊ɛθb̥ɪlʏn /

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van  geð zn "geest, gemoed"  en  bilun zn "verstoring, verwarring"  met het achtervoegsel -un

Naar frequentie	42216

Klasse f2 sterk	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	geðbilun	geðbilunin	geðbilanir	geðbilanirnar
genitief	geðbilunar	geðbilunarinnar	geðbilana	geðbilananna
datief	geðbilun	geðbiluninni	geðbilunum	geðbilununum
accusatief	geðbilun	geðbilunina	geðbilanir	geðbilanirnar

Zelfstandig naamwoord

geðbilun, v

1. (medisch), (psychologie) geestesstoornis, gekheid, gekkenwerk, krankzinnigheid, uitzinnigheid, waanzin, waanzinnigheid, zinsverbijstering
2. (figuurlijk) waanzin, onzin

   «Hin opinbera landbúnaðarstefna á íslandi er hrein geðbilun.»

   Het officiële landbouwbeleid in IJsland is pure waanzin.

Synoniemen

•  geðtruflun zn 

Hyponiemen

   

geðbilunareftirlíkjari zn   geðbilunareymd zn   geðbilunarfaraldur zn   geðbilunarfrumvarp zn   geðbilunarkast zn   geðbilunarlæti zn   geðbilunarskrif zn   geðbilunartilfelli zn

Zelfstandig naamwoord

geðbilun

1. nominatief onbepaald vrouwelijk enkelvoud van geðbilun

geðbilun

1. accusatief onbepaald vrouwelijk enkelvoud van geðbilun