[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

forehand

Uit WikiWoordenboek
  • fore·hand
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘slag met handpalm richting bal (bij tennis)’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1924 [1]
  • samenstelling van  fore zn  en  hand zn  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord forehand forehands
verkleinwoord - -

de forehandv / m [3]

  1. (sport) slag bij het tennisspel waarbij de palm van de hand naar het net is gekeerd
80 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[4]


enkelvoud meervoud
forehand forehands

forehand

  1. (sport): voorhand