dikdiks
Uiterlijk
- (IPA in voorbereiding)
- dik·diks
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dikdiks | |
verkleinwoord |
de dikdiks mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord dikdik
- meervoudsvorm als officiële benaming (evenhoevigen) Madoqua Dikdiks, zo genoemd vanwege het geluid dat ze maken als ze gealarmeerd zijn, zijn kleine antilopes van het geslacht Madoqua dat bestaat uit vier soorten. Ze leven op de savannes van Zuid- en Oost-Afrika
- [2] holhoornigen, herkauwers, evenhoevigen, zoogdieren, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'dikdiks' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Evenhoevigen in het Nederlands
- Zoogdieren in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal