contractarbeider
Uiterlijk
- con·tract·ar·bei·der
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | contractarbeider | contractarbeiders |
verkleinwoord |
de contractarbeider m
- (economie) iemand die met een tijdelijk arbeidscontract ergens werkt
- (economie) onvrije werknemer in de koloniale tijd
- ▸ De Javaan Iding Soemita, die als contractarbeider naar Suriname kwam, richtte op 28 november 1949 de Kaum Tani Persatuan Indonesia (KTPI) op. Deze naam veranderde later in Kerukanan Tulodo Pranatan Inggil.[2]
- ▸ Kathleen Ferrier speelt een Hindoestaanse contractarbeider. In de voorstelling vertelt zij hoe hard zij moet werken om geld voor haar gezin te verdienen. Haar man heeft zijn handen verloren toen zij bij het oogsten van suiker in een machine kwamen.[3]
- [1] uitzendkracht
- Het woord contractarbeider staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “KTPI: Kerukanan Tulodo Pranatan Inggil” (26-03-2010), NOS
- ↑ Weblink bron “Cohen en Ferrier in toneelstuk” (12-06-2012), NOS